Hoogmis voor deze Pukkelpoprace, want ondanks de (over) vermoeide blikken, waren ruim 61000 bezoekers aanwezig om opkomende bands als Arctic Monkeys, Little Boots, Klaxons, Florence & The Machine, hiphopfenomenen N*E*R*D, 50 Cent en veteranen Dinosaur Jr, Life Of Agony en Tortoise aan het werk te zien. Ook Belgische talenten ontsnapten niet aan de aandacht: Absynthe Minded, Team William, Daan, Nitebytes … Pukkelpop was uiterst geslaagd …
Diablo Blvd, de rock/metalband van stand-up comedian Alex Agnew, opende The Shelter op zaterdag. Er was veel belangstelling op dit vroege uur en de sfeer zat meteen goed, getuige daarvan waren de vele circle-pits en crowdsurfers. Live stond Alex Agnew er als een ware volksmenner en frontman met gouden stembanden die meermaals aan Glenn Danzig (Danzig, The Misfits) en Ian Astbury (The Cult) herinnerden. De songs uit debuut-cd 'The greater God' klonken ruig, stevig en groovy en bevatten scherpe hooks en melodieuze riffs en refereerden naar grootheden als Danzig, The Cult, Volbeat, Life of Afony en Black Label Society. Het vijftal beschikte over voldoende eigen kwaliteiten, getuige daarvan waren de uptempo stamper “Scarred and undefeated”, het aanstekelijke “Virus”, The Misfits-cover “Skulls” en de pakkende afsluiter “Outcast” (met een flard “Sweet emotion” van Aerosmith). Dit was een binnenkomer van jewelste en een knallend optreden!
Met Spoil Engine (The Shelter), stond er nog een heuse Belgische metalband op het podium. En niet zomaar één, ze tekenden als eerste Belgische band in 20 jaar, een contract met het toonaangevende Amerikaanse metallabel, Roadrunner Records, een ferme prestatie. Op Pukkelpop presenteerden ze hun tweede fullength 'Antimatter' middels harde en toegankelijke metalsongs: de single en het hitgevoelige “Breathe”, het explosieve “Wake up call”, het dynamische “Antimatter” en het catchy “The new disease”. Enkele oudere composities als “Enter the arena”, “Own worst enemy” en “Blood on my hands” ontbraken evenmin. Zanger Niek Tournois zong agressief maar ook clean en de gitaristen Steven Sanders en Nick Vandenberghe legden veel variatie en details in hun flitsend gitaarwerk. Bassist Kristof Taveirne en drummer Steven Demey zorgden voor een solide en betrouwbare ritmesectie. Overtuigend gebracht en strak gespeeld. Een metalband om in de gaten te houden!
Het jonge Britse bandje The Rifles (Mainstage) haalde de mosterd bij The Jam, The Specials en Graham Coxon (Blur). Net als The Subways staan ze garant voor postpunk in de zin fris sprankelende, energieke en sfeervolle melodieuze poprock. De songs volgden elkaar snel op. Het kwartet had hun zomerhoedje op. Hun relaxte houding brachten ze over in eenduidig, rechtlijnig materiaal, waarvan een handvol songs boeiden: “Peace & Quiet”, “History”, “Hometown blues”, “Local boy” en de titelsong van de tweede cd ‘The great escape’ waren goed in het gehoor liggende catchy rocksongs.
Micachu & The Shapes (Club) konden al worden ontdekt op het afgelopen Dominofestival. Ze traden samen op met The Whitest Boy Alive. Het Londense trio kon rekenen op de steun van knoppenfreak Matthew Herbert voor hun debuut. We hoorden een avontuurlijke sound van garagerock, postpunk en elektronica. De songs ondergingen onverwachtse wendingen, hadden tegendraadse ritmes, konden explosief en zacht zijn en werden doorspekt door de fijne stemvarianten van MC Mica Levi. Centraal stond haar ‘chu’, een zelf geprepareerde gitaar waaraan een bassnaar toegevoegd en een pedaal bevestigd werd om het gitaargetokkel scherper en rauwer te laten klinken. Misschien was het geheel niet steeds boeiend, maar origineel, gewaagd en gevat was het wel!
’Everything is new’ is de tweede plaat van de Londense singer/songwriter Jack Penate, (origine van Spaanse en Britse ouders) (Marquee). Op deze zomerse namiddag was z’n charmant rommelig en catchy pop relaxt, ontspannend, luchtig en aanstekelijk. De songs hadden een opzwepende funky groove en hadden opvallend veel hitpotentie! Hij realiseerde het ideale recept om je vakantiestemming te behouden met “So near”, “Pull my heart away”, “Tonight’s today” en “Be the one”. Hij liet deze op de dansspieren inwerkende songs afwisselen met enkele ingetogen nummers als het bezwerende “Body down”. Ook was hij er eentje die de (jonge) meisjesharten sneller deed slaan …
Verdiend loon naar werk …Absynthe Minded (Mainstage), onder zanger/componist Bert Ostyn, had net hun vierde (titelloze) cd uit met hun optreden op Pukkelpop. De twee singles “Heaven knows” en “Envoi” ontsnapten de voorbije maanden niet aan onze aandacht en lieten live een volwassen en overtuigende indruk na …Ook live konden we dit zeggen ... De groep was alvast goed op elkaar ingespeeld voor hun frisse, speelse en warme popsongs en integreerden het nieuwe werk in de oudere songs als “Plane song”, “I am a fan”, “People of the pavement” en “My heroics part one”. De muzikale diversiteit van pop, jazz, psychedelica, swing en balkan was evenwichtig verdeeld over hun 45 minuten durende set. Ofwel klonken de (piano) toetsen en viool meer door, ofwel de gitaren, bepaald door een repetitieve, opzwepende drumpartij en contrabas, en gedragen door Ostyn’s emotievolle, melancholische zang. We kunnen een prachtige clubtournee verwachten van deze Gentse band, die duidelijk aantoonde wat ze in hun mars hadden.
Het moet niet gemakkelijk zijn voor de jongens van Team William. Alle bandleden hebben binnenkort herexamens (veroorzaakt door optredens die Team William gaf), maar toch wilden ze geen concert op Pukkelpop afzeggen (Wablief stage). En terecht, wie zou dat wel doen? Zanger Floris De Decker gaf ons mee dat het een welgekomen afwisseling was dan constant tussen de boeken te zitten. Misschien speelden ze daarom zo'n fantastisch concert. De groep bracht nummers met fantastische opbouwmomenten, ze brachten ook enkele nieuwe nummers (ondanks dat de manager dit afraadde, aldus Floris), en de kippenvelmomenten waren “70%”, “First Snow” en “Wonderyear III”. Dat laatste nummer blijkt het live heel goed te doen, want vóór, tijdens én na het concert werd dit meegezongen. Over de bandleden is het laatste ook nog niet gezegd. Bij de toetsenist zit er duidelijk een vijsje los, zoals hij tekeer ging. Een mooi moment was wanneer tijdens “Judo Kid” iemand uit het publiek de gitaar van De Decker mocht lenen en een stukje gitaar spelen, begeleid door de drummer. Na dit nummer werd ook de befaamde regenboog van de groep in het publiek gezet. “Het is genoeg geweest, hij mag kapot. Doe er iets creatiefs mee” sprak de zanger. Het duurde niet lang voor er iemand bovenop zat en het kartonnen bord in stukken lag. De regenboog is een waar icoon geworden, en niet alleen omdat het logo is van de groep. Zo voerde Team William deze zomer promotie in diverse steden met het kartonnen werkje en fungeerde het telkens als decorstuk. Voor de geïnteresseerden: zoek eens 'Team William' met 'Follow the rainbow' op. Wie de kans krijgt, moet zeker Team William eens gaan bekijken. Volgens jaar in de Club of de Marquee?
In het voorjaar werden de cluboptredens van het NY-se Gang Gang Dance (Club) onverwachts afgelast, gezien een groot deel van hun instrumenten sneuvelden door een accident met de tourbus. Maar de revanche was verpletterend. Hun psychedelische percussie, synths en de etherische zang van frontvrouw Liz Bougatsos nestelden zich gaandeweg in je hersenen. In het eerste deel klonk het allemaal nog wat braafjes, met een knipoog naar Bat For Lashes, maar in het tweede deel wisten ze het publiek op te jutten en swingde het de pan uit door de bezwerende, opzwepende en funkende groove en Caribische dance …Weirde rituelen op het podium zagen we, alsof alle duivelse connecties uit hun lichaam moesten worden onttrokken.
Bij Rusko zijn we jammer genoeg niet binnengeraakt. De Chateau tent was gewoonweg te klein voor één van de grootste namen en pioniers (samen met Skream, Benga en Caspa) uit het nieuwe genre dubstep. We stonden dan buiten maar wat te luisteren en hoorden vooral eigen werk de revue passeren zoals “Hammertime” (met samples uit MC Hammer), “Cockney Thug” en “Africa”. De nummers werden begeleid door zijn eigen stem, die wel een heel apart geluid heeft.
Rolo Tomassi (The Shelter) pleegde een frontale aanslag op onze trommelvliezen met hun mathcore, punkjazz en noisecore. De Sheffieldse herriemakers, met krijsende en schreeuwende frontvrouw Eva Spence als middelpunt, slingerde heftige en intense splinterbommen het publiek in. Ook broer James Spence (synths, vocals) en gitarist Joe Nicholson waren virtuozen op hun instrumenten en speelden de meest waanzinnige partijen. Jammer genoeg waren er maar weinig festivalgangers die de extreme geluiden konden waarderen, spijtig. Toch waren we fel onder de indruk van deze scherpe en snedige performance! Voor liefhebbers van illustere gezelschappen als The Dillinger Escape Plan, Fantomas, Boredoms, Genghis Tron, Naked City, The Locust... U bent bij deze gewaarschuwd.
Na deze geschifte set pikten we een glimp op van de set van de Noorse Hanne Hukkelberg (Club) en van Yo! Majesty (Dancehall): Hanne Hukkelberg: deze singer/songwritster hadden we al telkens gemist tijdens haar clubtour. Haar sprookjeachtige pop kreeg op Pukkelpop een strakke, directe aanpak. Haar dromerige pop klonk krachtiger en verloor aan emotionaliteit hierdoor. Haar hemelse stem kwam niet steeds goed door. We misten intieme spanning en gevoel …
Yo!Majesty … er viel te lezen dat van één van de Amerikaanse dames van de band topless het publiek indook. De 2 ladies en DJ boden groovy, dansbare hiphop, ondersteund door krachtige snel op elkaar volgende (woedende) raps. Op het eind sprongen de DD cupborsten van de huppelende, volslanke rapster van de twee in het oog …
De gitaarrockers en grungepeetvaders van Dinosaur Jr speelden een groezelige en meeslepende set op de Mainstage. Ze openden ietwat rommelig met The Cure-cover “Just like heaven”. Maar daarna kwamen zanger/gitarist Jay Mascis, bassist Lou Barlow en drummer Murph op kruissnelheid en serveerden ze ons gitaarnoise met grofkorrelige melodieën en kronkelende solo's. Oudere en klassieke songs als “The wagon”, “Freakscene”, “Out there” en “Feel the pain” klonken even indrukwekkend als 15 of 20 jaar geleden. De nieuwe tracks van 'Farm' pasten daar wonderwel en probleemloos tussen. Afsluiter van dienst was het ruwe en uitgesponnen “Sludgefeast”. Opwindende en vintage Dinosaur Jr. Er zit nog geen sleet op de formule van deze veteranen! Much respect!
Een nokvolle Club wou het Britse Florence Welch & The Machine aan het werk zien. Het debuut van Florence (babe met lang wapperende, donkere rosbruine haren) ‘Lungs’ wordt als een hype binnengehaald. Bezwerende, zwierige indierock wordt gekoppeld aan soul en de helder, overtuigende stem van Florence, gelinkt aan Kate Bush en Dusty Springfield. Al meteen legde ze er met haar band een ferme lap op met “Between two lungs”, “My boy builds coffins” en “Kiss with a fist”. De refreinen werden meegezongen en ze kon rekenen op waanzinnige reacties van het publiek. In sommige nummers waren de dubbele percussie en de inbreng van harp mooi meegenomen.. Na enkele sferische stukken werd het tempo terug omhoog geschroefd met Candi Station’s “You ‘ve got to love”, “Blinding” en de single “Rabbit heart”. Uitkijken dus in oktober naar hun set in de Bota!
Meest controversiële en besproken artiest van Pukkelpop was ongetwijfeld Curtis Jackson, alias 50 Cent. Met albums als 'Get rich or die trying' en 'The massacre' verkocht hij miljoenen exemplaren. Er was dan ook enorm veel volk samengekomen aan de Mainstage om deze superster aan het werk te zien. De tientallen bordjes van uitzinnige fans met niet bepaald fijnzinnige boodschappen spraken boekdelen. De Amerikaanse hiphopartiest en multimiljonair had DJ Whookid en G-Unit-collega's Lloyd Banks en Tony Yayo meegenomen naar Hasselt. Met een arsenaal aan hits als “P.I.M.P.”, “Ayo technology”, “Just a little bit”, ”21 Questions”, “Candy shop”, en “In da club” bouwden ze een gezellige party. Met kreten en slogans als "Put your hands in the air"en "Where the mothafucking gangsta's at?" die ontelbare malen werden herhaald, getuigden ze niet echt van originaliteit en geloofwaardigheid. Ook het ontbreken van deftige rhymes en kwalitatieve flows, laat staan dat ze enige inhoud in hun raps stopten, kon de feestende menigte blijkbaar niet deren. Fiddy en co. konden niets verkeerd doen en werden enthousiast onthaald. Het publiek had voor er één beat afgevuurd werd al beslist dat dit een memorabel concert zou worden! Toch waren wij niet bepaald gecharmeerd van deze matige performance.
Electropop en beats vormen het handig tussendoortje van Zornik’s frontman Koen Buyse op het zijproject Nitebytes (Wablief). Met drie waren ze, die loos gingen op hun instrumenten. Songs meer van hetzelfde van de single “What If”… Op het eind gaf Buyse er op z’n synths een pompende dansbare groove aan.
Klaxons (Marquee) brengen rave-muziek en zijn bezig aan nieuw materiaal. Wij dachten dat ze nieuwe nummers gingen voorstellen, maar daar kwam niet veel van in huis. De band greep het meest terug naar hun eerste album. Het blijft natuurlijk een festival, dus daar móéten ze wel hun bekender werk spelen. We zijn wel nog steeds benieuwd naar het nieuwe werk dat eraan komt (het zou bijna klaar zijn). “Atlantis to Interzone” was de opener van het concert. Het is zo simpel gemaakt (keyboard!) en het slaat geweldig goed aan. “Two Receivers”, “Magik” en natuurlijk hun hits “It's Not Over Yet”, “Golden Skans” en “Gravity’s Rainbow”. De band stelde een tikkeltje teleur. Het is duidelijk dat ze een tijdje uit het touren geweest zijn. “Three more years and we're fucked” zei Jamie Reynolds nog, zanger van de groep, waarna ze “Four Horsemen of 2012” inzetten ('t zijn duidelijk believers, die van Klaxons). Tja, met zo'n mentaliteit kom je er ook niet...
De bevallige Britse Victoria Hesketh schuilt achter Little Boots (Club). Ze brengt toegankelijke, onschuldige, lieflijke electropopsongs, die richting disco, kitsch en dance uitgaan, en refereren aan de eighties van Eight Wonder, Pet Shop Boys, de ‘90’s Kylie, Goldfrapp en passen in het rijtje van de huidige synthdames La Roux, Lykki Li en Robyn. De nummers worden gedragen door haar sensuele, zwoele, verleidelijke vocals. Ondanks het feit dat we hier dertien-in-een-dozijn nummers hoorden, kreeg de jonge discoqueen (mooi uitgedost in glitter!) heel wat respons. Ze wisselde haar groovy, aanstekelijke songs af met enkele sfeervolle. Ze wist aardig op de dansspieren in te werken met opener “Earthquake”,
”New in town” en “Remedy”. Tot slot, afsluiter “Stuck on repeat” kon een regelrechte Donna Summer hit zijn. Een afgelijnde set van een dame die heel wat in petto heeft …
Het New Yorkse hardcore/metalkwartet Life of Agony mocht The Shelter afsluiten. Keith Caputo, de kleine zanger met de grote stem en nog steeds één van de markantste frontmannen van het hardere genre, verkeerde in bloedvorm. Ze brachten vooral materiaal uit de onverwoestbare classic 'River runs red'. We hoorden krachtige versies van “Through and through”, “Bad seed”, “Underground”, “This time” en “Method of groove”. Het publiek reageerde uitzinnig en zong alle nummers luidkeels mee. Verder kwamen “Lost at 22”, “Weeds”, “The other side of the river”, “Love to let you down” en “Justified” aan bod. De wisselwerking tussen de emotionele en doorleefde teksten van de charismatische Keith Caputo en de groovy en strakke riffs van Joey Z. deden het live erg goed. Een kolkend en overdonderend optreden!
Na het middelmatige tot barslechte hiphopconcert van 50 Cent kwam N*E*R*D on the Mainstage. N*E*R*D, onder leiding van Pharell Williams, brengt een combinatie van hiphop, r&b, rock, funk en soul. Ze willen duidelijk niet in een hokje gestoken worden. De groep heeft een échte liveband (geen DJ zoals Fifty) en N*E*R*D staat met een indrukwekkende negen mensen op het podium, met onder meer vier zangers en twee (!) drummers. Pharell is duidelijk een showbeest en wou meermaals ons op en neer zien springen (zeker tijdens het nummer “Lapdance”, we zagen nooit tot zover in de wei mensen springen tijdens het hele festival). Het lukte hem dan ook zonder weinig moeite. Zeker de bakvisjes op de voorste rijen die kinderen van hem wouden. Als ze geluk hadden, mochten ze ook nog eens het podium op, nadat Williams ze vriendelijk uitnodigde. “Anti-matter”, “She Wants To Move”, “Rockstar” en hun recentste hit “Everyone Noes” werden gesmaakt door de meesten. Op het einde van het concert kwam er ook nog een Michael Jackson tribute met “Wanna Be Starting Somethin'” en heel eventjes “Seven Nation Army”. Natuurlijk scandeerde de wei dat heel de tijd na, wat wel balen moet zijn voor Pharell Williams, aangezien dat geen nummer van N*E*R*D is. Geestig concert, dat wel.
Het Amerikaanse postrock combo Tortoise (Club) bracht onlangs een nieuwe cd uit ‘Beacons of ancestorship’. Deze bende komt maar sporadisch bijeen om een nieuwe plaat te maken en kwamen in de belangstelling met hun vernieuwende sound medio de jaren ’90 met ‘Millions now living will never die’ en ‘TNT’ in navolging van het onvolprezen Slint. Het kwintet was live een geoliede machine, een sterk op elkaar ingespeelde band waarvan het spelplezier afdroop; ze wisselden van instrumenten en stapten moeiteloos over in de verschillende overgangen; ze gaven hun sferisch filmisch materiaal een percussief karakter (2 percussionisten recht tegenover elkaar!) en een broeierig, steviger rockconcept. Hun ‘freewheelen’ van stijlen – er sijpelden jazz, funk, samba ritmes en progrock door - binnen een avantgarde geluid, klonk fris, sprankelend en energiek, wat een sterke respons opleverde. Kortom, intellectuele pop van klassenbakken die een heerlijke muzikale leefwereld voorstelden …
Moderat (Chateau), de samenwerking tussen het Berlijnse electronica-duo Modeselektor en Apparat (Sachs Ring), zorgde voor een verrassend en onverwacht muzikaal hoogtepunt. De dromerige en melancholische beats van Apparat met de meer dreigende en donkere sounds van Modeselektor bleek een gouden combinatie. De fusie van techno, IDM, glitch, ambient, minimal en een vleugje dubstep zorgde voor leuke en gezellige danstaferelen. We hoorden klassesongs uit hun gelijknamige eersteling “Rusty nails”, “Nasty silence”, “Seamonkey”, “A new error”, ”Beatswaysick” en “Out of sight”. Ook de adembenemende en hypnotiserende visuals droegen bij tot een intrigerend en boeiend gegeven. Dit was dansmuziek van het hoogste niveau! Zeer geslaagd en zeker voor herhaling vatbaar!
In UK zijn deze jonge gasten van Arctic Monkeys (Mainstage), onder zanger/gitarist Alex Turner, groots. In ons landje winnen ze gaandeweg aan belangstelling. Een gewaagde stap om af te sluiten? Na de oudjes van de voorbije dagen, trok de organisatie de kaart van één van de groepen voor morgen, en dan kan men niet omheen deze Arctic Monkeys… Ze namen na de twee cd’s ‘Whatever people say I am, That’s what I’m not’ en ‘Favourite Worst Nightmare’ de tijd te werken aan het nieuwe materiaal. Hun derde plaat ‘Humbug’ verscheen met het Pukkelpopweekend; een voorsmaakje kregen we al te horen met de overtuigende poppy single “Crying lightning”.
Ze bewezen een echt grote te zijn op Pukkelpop; in de songs hoorden we de aanpak die al op het tweede album meer te horen was: minder rauw, rammelend, punky en ongepolijst. Zowel op plaat als live won het kwartet aan maturiteit. Een uur lang speelden ze een uiterst gevarieerde, gestroomlijnde set. Turner duwde het muzikaal avontuur en de ‘60’s invloeden van z’n project The Last Shadow Puppets meer door, wat meteen te horen was in de opener “My propeller”. Daaropvolgend coverden ze op waardige manier Cave’s “Red right hand”.
Ze denderden minder snel over je heen; in de songs klonk de subtiliteit van de rockmelodie door, zonder verlies aan dynamiek en stevigheid. Zelfs hits “Still take you home”, “I bet you look good on a dancefloor”, “Brainstorm” en “View from the afternoon” pasten binnen het verfrissende concept van de band. De rits nieuwe songs, “Potion approaching”, “Pretty visitors”, “Dangerous animals”, “Secret door” en de huidige single doen ons halsreikend uitkijken naar de plaat en het clubconcert dat de band begin november heeft gepland … Hun muzikale trip eindigde in schoonheid met het sfeervolle “Cornerstone” en het huiveringwekkende “505”. Een volwassen band van een nieuwe generatie is opgestaan …
Organisatie: Pukkelpop, Hasselt- Kiewit