logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Epica - 2024/8/...
Pixies - Lokers...
Festivalreviews

Dourfestival Dour 2009: vrijdag 17 juli 2009

Een massale belangstelling was er ook voor dag 2 Dourfestival met 35000 toeschouwers… Een heel interessante formule op deze twee dag bleek de 4x4 in de Club-Circuit Marquee, een geslaagde, gesmaakte zet van Dour, Grand Mix, 4AD en De Kreun. Volgende groepen stonden geprogrammeerd: The Sedan Vault, De Staat, Deerhoof, …Trail Of Dead, Animal Collective en Fuck Buttons. We zagen overtuigende optredens van deze beloftevolle bands!

The Sedan Vault opende de Marquee op vrijdag met glans. Het viertal uit Sterrebeek serveerde ons vooral songs uit het vorig jaar verschenen 'Vanguard'. We hoorden avontuurlijke en bezwerende nummers als "Communism by the gallon", "Autochtonic", "A rave to every home" en de grote Afrekening-hit "Unidentified flying objects". Hun opzwepende fusie van pop, emo, punk, progrock en elektronica bleef live goed overeind. De hoge en krijsende vocalen, de complexe songstructuren en onverwachte wendingen waren de ingrediënten van hun sound. De eeuwige vergelijkingen met The Mars Volta en At The Drive-In waren aanwezig en hoorbaar, maar toch was er wel degelijk sprake van een eigen gezicht. Daarvoor was hun knappe songmateriaal het levende bewijs. Puike prestatie van deze jongens!

Onze Franstalige Brusselse vrienden Cafeneon (La Petite Maison dans la Prairie) ontdekten we in de Bota. Nog steeds overtuigend klinkt hun goed opgebouwd, broeierig materiaal. Ze haalden de mosterd uit de electrowave van Joy Division/Bauhaus, de psychedelica van Stereolab en de shoegaze van My Bloody Valentine. Meeslepende songs onder een meerstemmige zang van Coster (rauw, doorleefd) en Brevers (zweverig, Jane Birkin/Siouxie tune).

Het Nederlandse De Staat (Club-Circuit Marquee) tekende voor een nieuw Fatal Flowers! Retrorock’n’roll die refereert aan Beasts Of Bourbon, Jon Spencer, en gekruid wordt door de retrostoner van Masters Of Reality en QOSA. Hun vettige rootsrockende en poppy sound klonk speels, fris en aanstekelijk. De (rauwe) gitaarlicks waren om van te snoepen. Band met potentieel, die het publiek trachtte nauw te betrekken in hun set en gaandeweg (Franstalige) zieltjes won; we onthielden een uitgesponnen “Wait for evolution”, titelsong van hun debuut, “Meet the devil”, een link naar Black Sabbath’s “War pigs” en het poppy “Fantastic journey”.

Ook was er veel volk opgedaagd om de feerijke pop te aanhoren (La Petite Maison dans la Prairie) van St. Vincent aka Annie Clark. Kenmerkend voor haar indie freefolk zijn de lieflijke, tedere als verbeten overstuurde sounds. Live klonk haar dromerige pop soms venijnig en grillig, waarbij de subtiele composities onverwachtse wendingen ondergingen, waren geïnjecteerd van de nodige experimenteerdrift en ondanks alles de toegankelijkheid behielden; naast gitaar en drums smeerde ze een breed instrumentarium aan van toetsen, elektronica, blazers en harmonium. Een sound vol tegenstellingen. Terecht trad dit talent in de voetsporen van Polly Harvey, Feist en Joan Wasser.

De hooggespannen verwachtingen bij Murphy's Law (Last Arena) werden niet ingelost. Deze legendarische band die samen met o.a. Agnostic Front, Warzone, Black Flag, The Bad Brains en The Cro-Mags zorgden voor de typische hardcore sound van de jaren '80, kon ons maar matig boeien. Oorzaken hiervan waren vooral het rommelige samenspel, de slappe uitvoering van de nummers, het nodeloze gepraat van bandleider en enig originele lid Jimmy Gestapo tussen de nummers en het ontbreken van de energiepunch en gemeende agressie die bij punk en hardcore muziek essentieel zijn. Hierdoor kwam er geen vaart in de set en bleven vele punkrockkids op hun honger zitten. Dit was enkel voor de die hard fans! Een gemiste kans.

Het was reeds de derde passage op Dour voor het populaire Detroitse metalcoregezelschap Walls of Jericho (Last Arena). Het kwintet onder leiding van metalchick Candace Kucsulain zorgde voor een uppercut van jewelste met brute en meedogenloze moshsongs als “Revival never goes out of style", "The American dream", "All hail the dead", "A trigger full of promises" en "A little piece of heaven". De indrukwekkende strot van Candace, het retestrakke riffwerk en de vette breakdowns zorgden voor immense circlepits.  Dit was metalcore ten top en niet voor gevoelige zieltjes. Op naar doortocht nummer vier!


Het Franse Caravan Palace (The red frequency stage) verraste aangenaam met hun zwoele cocktail van swing jazz, gypsy, boombal, fanfare, slapstick en trippende beats. Zij tekenden een soundtrack voor wie houdt van ‘stomme’ films van de jaren ’30, Charlie Chaplin movies en Once Upon a Time In America. Ze hadden hun karavaan mee om het podium om te bouwen naar deze vroegere jaren, wat hun muziek ondersteunde van show en variété, met in de hoofdrol de zangeres van het Franse gezelschap. Haar (verleidelijke) acts boden een meerwaarde.

Hierna was het de beurt aan Sepultura (Last Arena) om de weide op stelten te zetten. Daar slaagden ze ook in, ze bewezen dat ze nog steeds bestaansrecht hebben in het huidige metalcircuit na het vertek van Max en Igor Cavalera. Frontman Derrick Green bezit weliswaar niet het charisma en de podiumprésence van Max, maar op vocaal gebied stond hij zeker zijn mannetje. Dit was tevens van toepassing op de ‘nieuwe' slagwerker Jean Dolabella die de tribal drumpatronen van voorganger Igor moeiteloos repliceerde. Gitarist Andreas Kisser en bassist Paulo Jr waren de oudgedienden. Het was duidelijk dat de alomgekende metalhymnes van de Braziliaanse grootheden op het meeste bijval konden rekenen. We hoorden in sneltempo onder andere"Refuse/resist", "Territory", "Troops of doom", "Innerself", "Mass hypnosis", "Dead embryonic cells" en de afsluiter bij uitstek "Roots bloody roots" passeren. Het materiaal van de laatste albums werd slapjes ontvangen en kon op minder bijval rekenen. Toch was dit zonder meer een degelijk optreden.

De bevallige dames van Au Revoir Simone (Dance Hall) uit NY boden een uurtje zeemzoeterige, dromerige electronicapop, die door de beats groovy en krachtiger klonken. Ze braken door met ‘Bird of music’ (2007), een gepaste titel voor hun eenvoudige, opbouwende melodieën op toetsen, piano en klavieren, gedragen door hun zalvende, zachte (sensuele) stemmenpracht.

Het uit San Francisco afkomstige Deerhoof (Club-Circuit Marquee) was één van de concerten van de vierdaagse. Hun muziek bestaat eveneens uit contrasten: ze balanceren tussen breekbare pop en avant garde. De laatste twee platen ‘Friend opportunity’ en ‘Offend Maggie’ zorgden voor een definitieve doorbraak naar Europa. Ze zijn uitgegroeid tot een kwartet en zijn goed op elkaar ingespeeld; de kleine springerige zangeres Satomi Matsuzaki gaf met haar frêle vocals elan aan het geheel. De indie/noiserock kreeg live een uppercut van formaat! De dromerige, sfeervolle songs werden eerst bepaald door repetitieve opbouwende gitaarlijnen en strakke drums, en sloegen dan plots om in ontspoorde ritmes en muzikale experimentjes. Een scherper, harder en snedig geluid en explosies van rauwe noise! “Tears & Music of love”, “Dummy Discards …” en “The perfect me” waren mooie voorbeelden. Uniek wat deze band, die Shellac, Pavement, Blonde Redhead en Stereolab in z’n broekzak heeft, allemaal op het podium uitvoerde. Verdiend zijn ze de ‘artists in residence’ van het komende Sonic City Festival in de Kreun te Kortrijk.

Eén van de meest intense en energiekste livebands van de afgelopen jaren is zonder twijfel The Dillinger Escape Plan (Last Arena). Ze deden hun reputatie alle eer aan met een verpletterende set op Dour. De 'mathmetal', een combinatie van hardcore, grindcore, metal, jazz/fusion en electronica, sloeg in als een bom. Met waanzinnige composities als "Milk lizard", "Lurch", "Fix your face", "Panasonic youth" en "Setting fire to sleeping ghosts" was er geen ontkomen aan. Een compromisloze cover van Nine Inch Nails "Wish" en een sfeervol piano-intermezzo kwamen ook aan bod.  Zanger Greg Puciato schreeuwde de longen uit zijn lijf, sprong het fanatieke publiek in en gitaristen Ben Weinman en Jeff Tuttle speelden de meest waanzinnige gitaarpartijen en voerden halsbrekende manoeuvers uit. De ritmesectie van bassist Liam Wilson en drummer Billy Rymer brachten de groep op een ongekend hoog niveau. Dit was muzikaal vakmanschap en een show die nog lang zal nazinderen.  Je moet het gezien hebben om te geloven!

Het Britse Does it offend you, yeah? (Dance Hall) overweldigde vorig jaar op Pukkelpop. Hun samengebalde troep van punkfunk, metal, elektronicagefreak, noisy gitaren en pompende beats klonk een jaar later gematigder en meer gefilterd. De set was opwindend, bruisend, eenduidiger, en minder ruw, rauw en rommelig; te situeren binnen de Goose-/Metronomy adepten en de huidige electro aanpak van Bloc Party. Kortom, minder verpletterend dan de eerste keer …

Vorige week nog was het Franse Babylon Circus één van de smaakvolle ambiancemakers op het Cactusfestival. Op de Red frequency stage lijken ze een mindere dag te hebben, want hun heerlijk gevarieerde, bruisende mengeling van rock, folk, ska, reggae, dubs, world, chanson en dancehall barst net niet voldoende los. Ze treden een beetje in de voetsporen van Gogol Bordello, weliswaar minder punky en Les Negresses Vertes. Maar ze waren sfeermakers met ballen op “Marion nous au soleil” en “Des fois”, maar hun op testosteron bepalende feestgedruis bleef vandaag netjes ingepakt …

Het Texaanse And you will know us by the Trail Of Dead (Club-Circuit Marquee) is al een tiental jaar bezig en staan garant voor een verwoestend geheel van snedig krachtige, compacte gitaarrick, symfo, psychedelica, orkestraties en bombast, wat door de dubbele percussie en repeterende toetsen wordt opgezweept, en avontuurlijk klinkt door de abrupte overgangen en ritmewisselingen. Maar live lieten ze de bombast, symfo en de psychedelica voor wat het was en kozen voor een harde, gebalde, felle sound, die af en toe werd afgewisseld door enkele zacht ingehouden, sfeervolle stukken, die eerder als intermezzo konden worden geïnterpreteerd.
Rauw, beheerst en gedoseerd klonken hun geluidsstormen van gierende gitaren, verpletterende drumslagen en een krachtige zang. Ze behielden een intense spanning in hun materiaal. Probleemloos wisselden een paar leden van instrumenten. Onderbouwde noiserock die de bocht richting postrock nam. De songs gingen in elkaar over en kregen elk een ‘fuck’ mee in de titel: “Giants in paviljons”, “Caterwaul”, “Will you smile again” en “Another morning stoner”, met als hoogtepunt de uitgesponnen klassieker “Totally natural”. Een boeiend, intrigerend concert van felle windstoten …

De post-punk/new wave/industrial rock van het Engelse Killing Joke (Last Arena) kon maar weinig mensen bekoren. De jongere generatie had blijkbaar nog nooit gehoord van deze invloedrijke en ondergewaardeerde Engelse zwartkijkers. Toch was dit een degelijk optreden. De iets oudere rockers onder ons werden getrakteerd op genadeloos beukende songs als "Requiem", "Wardance", "Change", "The wait" en "Primitive" (allen uit hun gelijknamige debuut uit '80). Bekende nummers als "Love like blood" en "Eighties" werden warmer onthaald. Er werd afgesloten met de mokerslagen van "Psyche" en "Pandemonium". Jaz Coleman en zijn kornuiten verdienden duidelijk meer. Toch hebben we ervan genoten en kunnen we zeggen dat de afwezigen ongelijk hadden!

Mercury Rev onderging sinds hun gig op FihP van 2007 een kleine metamorfose. Hun orkestrale, sferische en romantische sprookjespop maakte plaats voor stevige, potige symfonische psychedelicapop, waarbij de pedaaleffects stevig worden ingedrukt en de gitaarloops en de ‘wahwah’golven ons om de oren vlogen. Hun ‘brave new sound’ greep terug naar het verleden van de band (luister maar eens naar ‘Yerself is steam’ (’91)). Een paar oudjes als het gekende “Holes”, “Goddess on a highway” en “The dark is rising” herinnerden de lieflijke, dromerige pop. “Snowflake in a hot world” en “Senses are on fire” waren songs, waarbij de drums strak klonken, Grazhopper z’n gitaarversterker op 10 zette en de zanger Donahue zich een orkestleider/superman waande, die z’n band stuurde tot deze intense en krachtige spacerockende trip. Hij slaagde er zelfs in dat we in deze bedwelmende sound de regendruppels niet voelden …

Vive la Fête mocht de tweede festivaldag in stijl afsluiten op The Last Arena afsluiten. De electropop/new wave van vocaliste/vamp Els Pynoo en gitarist/brabbelaar Danny Mommens zorgden voor een groot en gezellig dansfeest. Met goed in het gehoor liggende en no-nonsense nummers als "Touche pas", "Maquillage", "La vérité", "Schwarzkopf" en "L'amour psychique" was het moeilijk om stil te blijven staan. Kortom, opdracht volbracht!

Animal Collective is uitgegroeid tot een ware cultband. We konden rustig trippen in de Club-Circuit Marquee, met hun prettig gestoord hypnotiserende, freakende psychodance; muzikale gekte, waarin ruimte is voor avontuur en improvisatie. Met het recente ‘Merriweather Post Pavilion’ klinkt het NY-se trio toegankelijker binnen die muzikale spacecake van grillige freefolk, psychedelica en avantgarde. Ze nestelen zich ergens tussen Flaming Lips, Mercury Rev en ’60’s Beach Boys.
Live dompelden ze hun nummers onder in een dosis eigenzinnigheid en nervositeit. Ze kregen soms een pompende elektronische beat en ‘base’ mee. Een charmant klanktapijt van weirde trips onder een bevreemdend, harmonieus, hoger stemmenwerk door elkaar. Een imponerende bezwerende danstrip van meeslepende thrillers “Summertime clothes”, “My girls” en “Lion in a coma”, waaraan “Fireworks”, “Banshee beaten” en “Brother sport” een prachtige finalereeks vormden door een krachtige beat in hun wereld van psychedelische klanken.

Andrew Hung en Benjamin Power, beter bekend als het duo Fuck Buttons (Club-Circuit Marquee), braken vorig jaar door met hun alombejubelde debuutplaat 'Street horrsing'. Hierop was een interessante en ongewone cocktail van noise, ambient, soundscapes/drones en avantgarde te horen. Referenties naar illustere en uiteenlopende gezelschappen als Throbbing Gristle, Boredoms, Animal Collective, Suicide, Wolf Eyes, Liars en Black Dice waren herkenbaar. Toch gaven ze er hun eigen draai en was het genieten geblazen van hun performance, al klinkt dit misschien ietwat raar en ongepast bij deze tegelijk elegante en angstaanjagende klanken. Beslist voor herhaling vatbaar!

Na dit potje elektronica en  bijhorende sounds en bleeps konden we midden de nacht moegestreden maar uiterst tevreden ons bed in …

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s.

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2009: donderdag 16 juli 2009

Het Dourfestival was toe aan z’n 21ste editie. Het festival staat voor een avontuurlijk muzikale ontdekkingstocht. De sfeer van het vierdaags ‘alternative music event’ wordt nog steeds erg geapprecieerd: een uitgelezen kans om een pak nieuwe groepen en alternatieve bands te leren ontdekken. Meer dan 140000 festivalgangers vonden Dour, een evenaring van het record van vorig jaar!
Het derde grote festival van ons landje
is de ideale geleider van muzikaal windowshopping: 200 bands over zes verschillende podia en een vlekkeloos verloop

Uw verslaggeving ter plaatse: Frank Verwee en Johan Meurisse.

Kijk gerust ook naar de verslagen van onze Franstalige collega’s en de pics online onder live foto’s.

Op deze eerste dag van de vierdaagse marathon waren er al 34000 bezoekers. Een rustige aanloop met enkele beloftevolle bands, Frans talent, doomdrone/slugdge/postmetal en dance.

dag 1: donderdag 16 juli 2009
We vatten aan met Joe Gideon & The Shark (Club-Circuit Marquee), die de week voordien dag twee van het Cactusfestival wakker speelden. Ze waren nu minder snedig en hevig, maar ze zorgden voor een broeierige spanning van rauw rockend materiaal bepaald door een intens, krachtige drums. Zij ‘the shark’ deed dat op haar drumstel en haalde tussendoor een klanktapijt aan uit haar keyboards, hij, ‘de Gideon’, switchte van gitaar en bas, creëerde een smerig geluid, en dompelde de songs onder z’n grauwe (zeg)zang. Het optreden klonk rustiger en was meer voortkabbelend van aard tav de set op het Cactusfestival.

De jonge Leuvense Selah Sue staat op gelijk welk festival geprogrammeerd en bewees (nogmaals) het zeker aan te kunnen …. Ze wond de grote menigte in de Dance Hall om haar vinger met haar emotievolle songs op akoestische gitaar, gedragen door haar indringende, gevoelige, soulfulle stem. Ze gaf af en toe haar luistersongs een aardige groove. Ze stond duidelijk haar mannetje en tekende voor een paar opmerkelijke songs: van het innemende “Mountain” naar “Mommy”, “Black part love” tot het uptempo gebrachte “Fyah fyah”. Ze gooide er nog een medley bovenop, waarin een zwierige tune van “Cotton eye Joe” te horen was. Opnieuw chique wat deze talentrijke artieste/studente presteerde…

Het was een forse overgang naar de frisse, dynamische rockabilly/rock’n’roll van The Jim Jones Revue in de The Magic Tent. “Are you ready?” riepen ze … De band hield een uur lang een strak, energiek tempo aan; de ‘Say yeahs’ vlogen ons om de uren. Ergens tussen Gallon Drunk, MC5, The Blues Brothers, Jerry Lee Lewis (door de pianoloops) en The Cramps.

De postmetal/sludge van het Belgische Amenra werd goed ontvangen in de Club-Circuit Marquee. De songs van hun felbejubelde 'Mass IV' werden verpletterend en krachtig gebracht. We herkenden massieve songs als "Razoreater", "De dodenakker", "Le gardien des rêves" en het oudje "Am kreuz". De muur van geluid en de oerschreeuw van Colin Van Eeckhout zorgden voor een explosieve wisselwerking. Spijtig dat ze zo vroeg geprogrammeerd stonden, hun duistere en apocalyptische muziek en visuals zouden beter tot hun recht komen op een later tijdstip. Toch is dit detailkritiek en mogen we zeker niet klagen, we kregen nl. een goede en degelijke show. ‘All welcome to the church of Ra’!

Even de grens over om Les Fatals Picards (The Last Arena) te horen. Ze kleurden samen met Saule et les Pleureurs en Tryo de Franse taal, in al z’n muzikale diversiteit. Opwindende Arty rock, elementen ska, punk, reggae en Franse chanson …

Qemists zetten letterlijk de La Petite Maison dans la Prairie in vuur en vlam … De groep stoeide met de crossover van UDS, Faith No More, Enter Shikari, de psychedelica van Senser, de drum’n’bass/breakbeats van Breakbeat Era, Goldie en Roni Size en de ontspoorde beats van Prodigy. Deze potpourri balden ze samen tot een opwindend, bruisend en dansbaar geheel. Draaitafels, laptops, gitaar, bas, een MC en zangers Jenna G. Indrukwekkend. Wat een ontdekking. ‘Say yeah’ aan de Qemists!

MVSC, de ontmoeting tussen Montevideo en Compuphonic (The Magic Tent), brachten aanstekelijke groove van punkfunk. LCD Soundsystem, The Klaxons, The Rapture en !!! waren goede barometers. En het oude TalkingHeads, A Certain Ratio en Gang Of 4 waren invloedrijk. Ze leken de ideale warming up voor Friendly Fires, ware het niet dat zij nét ter elfder ure hun optreden cancelleden.

Meshuggah (Club-Circuit Marquee), de Zweedse pioniers van de fusionmetal, stonden live als een huis. Hun unieke mix van deathmetal, trashmetal en jazz/fusion/avantgarde bleef moeiteloos overeind. Van hun recentste werkstuk 'ObZen' werden "Electric red", "Bleed", "Combustion" en "Pravus" gebracht. Classics als "Rational gaze", "Stengah" en natuurlijk "Future breed machine" passeerden ook de revue. De polyritmische drumpartijen van Thomas Haake en de jazzy, buitenaardse solo's van leadgitarist Fredrik Thordendal waren van wereldklasse en stonden op éénzaam hoogte. Een indrukwekkend optreden van deze innovatieve en avontuurlijke metalband.

Een aangenaam rustpunt vormde het Franse Cocoon (Dance Hall), die met herfstige indie/folkpop aardig in de buurt kwamen van onze Bram Vanparys’ Bony King Of Nowhere. De mooi uitgewerkte composities werden spaarzaam begeleid van elektronica en soms ondersteund van strijkers. Evenwichtige gemoedelijke, dromerige , sfeervolle muziek van het duo Mark (Daumail) en Morgane (Imbeaud), onder een (niet storend) charmant Frans accentje.

The Glimmers present Disko Drunkards (Dance Hall) is een liveproject van de heren Mo & Benoelie en Tim Vanhamel en c°. Eerst was er de DJ set van de heren, die een resem oude hits op verbluffende wijze in elkaar deden overgaan, om dan door de punkfunk/electrorock van Disko Drunkards rauwer en krachtiger te klinken. Ze hielden er een live set op na, die kon gelinkt worden aan Goose en Soulwax Nite Versions (= opvallend ook in het wit gekleed!), en refereerde aan het oude Devo. “Wanna Make Out”, Who you gonna call”, “Physical” en “Picture” waren toppers en zorgden voor het eerste dansfeestje …

Isis (Club-Circuit Marquee) was voor velen één van de absolute hoogtepunten en smaakmakers van de eerste festivaldag. De nieuwe post-metalgoden brachten vooral materiaal van hun laatste meesterwerk ‘Wavering radiant’: "Hall of the dead", "20minutes/40 years", "“Ghost key" en "Threshold of transformation". Oudere tracks "In fiction" en "Dulcinea" werden evenmin vergeten. De band was een goed geoliede machine en was perfect op elkaar ingespeeld. Elk detail van hun sfeervolle en experimentele songs kwamen live genadeloos hard aan. Daarboven was het geluid nagenoeg volmaakt en was de dynamiek onontkoombaar. Bijzonder knappe performance! Dit was puur genieten!

Santigold (The Last Arena) bracht een aanstekelijke en dansbare set op Dour. Haar originele mix van pop, rock, new wave, dance, reggae/dub en hiphop werd fel gesmaakt op de festivalweide. Ze werd begeleid door een netjes in wit pak gestoken liveband en twee danseressen. Van haar vorig jaar verschenen gelijknamige debuutalbum werden o.a. "L.E.S. Artistes", "Say aha", "Shove it", "Brooklyn go hard" en "Lights out" gespeeld. Een rockende versie van The Cure-classic "Killing an Arab" en "Creator" besloten de set. Tijdens deze laatste werd enkele tientallen danslustigen uitgenodigd op het podium om een feestje te bouwen. Een gezellige party indeed! Maar toch bleek de Mainstage iets te hoog gegrepen om de vonk te doen overslaan …

De nacht kon worden ingezet met de ‘mainstream’ beats’n’pieces van eerst multi-instrumentalist Matthew Herbert, die regelmatig eens linkte naar bigbeats en de discokitsch van Moloko en Roisin Murphy. Mstrkrft lieten de beats nog strakker, heftiger en straffer klinken. En tot slot kregen we nog een portie stevige, opzwepende drum’n’bass geserveerd van Andy C and MC GQ en Noisia …Voldoende verzadigd om omstreeks 4u30 ons bed op te zoeken …

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Dourfestival, Dour

Rhythm ‘n’ Blues Festival Peer 2009: zondag 19 juli 2009: Blues Peer op zondag: aangenaam

Geschreven door

In 1985 werd in het Limburgse Peer de eerste editie van het Belgium Rhythmn ‘n’ Blues Festival boven de doopvont gehouden, met op de affiche o.a. Robert Cray Band, Anna Domino en top-of-the-bill The Fabulous Thunderbirds. Een kwarteeuw later mag Blues Peer dan al zijn uitgegroeid tot een vaste waarde op de zomerfestivalkalender, aan de filosofie van de begindagen werd opmerkelijk weinig gewijzigd: zorgvuldig uitgekozen bluesacts op één podium en een gemoedelijke sfeer waarin zowel die-hard bluesfanaten als de occasionele bezoeker met vrouwlief en kinderen terecht kunnen. Onder de noemer ‘25 years of Kings and Legends’ werd de affiche van de jubileumeditie niet enkel bevolkt door huidig en aanstormend talent, maar werden kosten noch moeite gespaard om enkele legendarische namen uit vijf decennia pop- en rockgeschiedenis naar het zoete Limburg te lokken. Zo mocht o.a. Steve Winwood zaterdag de tent sluiten en werd na het weekend zelfs een extra vierde dag aan het programma toegevoegd met John Fogerty als ultieme uitsmijter. Ondergetekende koos de derde festivaldag uit om de geur van blues en bier te Peer op te snuiven.

De samenstellers van de jubileumeditie van Blues Peer durven duidelijk buiten de lijntjes te kleuren als het er op aan komt om hun muzikale helden te eren. Zo kan je Roger McGuinn bezwaarlijk een blueslegende noemen, maar dat de inmiddels 67-jarige medeoprichter van The Byrds wereldwijd muziekgeschiedenis heeft geschreven staat buiten kijf. Enkel vergezeld van zijn onafscheidelijke 12-snarige Rickenbacker en een opvallend goedbewaarde stem trok McGuinn met “My Back Pages” en “Mr. Spaceman” meteen een blik Byrds klassiekers open, en ook tijdens de rest van de set zou hij voornamelijk putten uit de catalogus van deze folkrockpioniers. Jeugdsentiment, vage herinneringen uit de platenkast van vader of grootvader of mateloos respect voor een muzikale pionier: iedereen had wel een reden om eventjes weg te mijmeren bij “You Ain’t Going Nowhere”, “Wasn’t Born To Follow”, “All I Really Want to Do”, “5D (Fifth Dimension)”, “Chestnut Mare” en natuurlijk de evergreens “Turn!Turn!Turn!” en “Mr. Tambourine Man”. Verscholen achter een donkere zonnebril en zwarte hoed gaf een ietwat verlegen McGuinn tussendoor ook wat geschiedenisles over de oorsprong van bepaalde songs of haalde hij geestige anekdotes aan over Dylan, zowat de belangrijkste songleverancier tijdens de eerste jaren van The Byrds. Ook zijn vriendschap met Tom Petty kreeg een plaats in de set wiens “American Girl” naadloos aansloot bij “King Of The Hill” dat McGuinn samen met Petty schreef voor het onwaarschijnlijke comeback album ‘Back From Rio’ (’91). De voormalige Byrds frontman mocht na de nodige publieksbijval bissen met “Feel A Whole Lot Better”, “Chimes of Freedom” en, als we eerlijk moeten zijn, een eerder overbodige versie van “Knocking on Heaven’s Door”. Maar laat dat laatste detailkritiek zijn: McGuinn zorgde in zijn eentje voor de eerste memorabele momenten vroeg in de namiddag, en zoals later zou blijken, bleek zijn set het ontwapenende hoogtepunt van de volledige derde festivaldag.

Heel andere koek kregen we vervolgens geserveerd door Derek Trucks, als lid van The Allman Brothers Band geen onbekende onder adepten van klassieke Southern rock. Met The Derek Trucks Band houdt deze amper 30-jarige blonde gitaargod er sinds ‘97 ook nog eens een solocarrière op na. De groep deed op Blues Peer haar reputatie van ultieme ‘jamband’ alle eer aan door alle nummers heel stereotiep op te bouwen: zanger Mike Mattison, met een meer dan fraaie stem die refereerde aan de jonge Joe Cocker die te lang in de Stax collectie van vader had rondgeneusd, mocht elk nummer kort inzingen waarna Trucks en zijn vierkoppige begeleidingsband van wal staken voor een minutenlange jam. Leuk voor een aantal nummers, dat wel, maar mede door de vrij afstandelijke houding van Trucks kon dit concept toch geen anderhalf uur boeien.

Elk zichzelf respecterend bluesfestival kan er alleen maar van dromen om op een jubileumeditie de godfather van de Britse blues, John Mayall, op de affiche te zetten. In Peer worden dromen echter ook werkelijkheid, al strooide de slechts nipt op tijd aangekomen tourbus van de blueslegende op de valreep toch wat roet in het eten. Toen Mayall dan uiteindelijk toch met veel toeters en bellen werd aangekondigd, maar prompt het podium moest verlaten toen bleek dat diens mondharmonica’s nergens te bespeuren vielen, kunnen we moeilijk anders dan van een gemiste start spreken. Mayall & co lieten zich hierdoor echter niet uit hun lood slaan en openden sterk met een track uit het recente Freddie King tribute album ‘In The Palace of the King’ (’07) gevolgd door het ruim 40 jaar (!) eerder opgenomen “Chicago Line” uit Mayall’s debuut. Ondanks zijn 76 lentes oogde en klonk de founding father of British blues bijzonder vitaal en hield hij eraan om elk nummer te situeren in zijn ondertussen indrukwekkende oeuvre. Bovendien heeft Mayall met Rocky Athas (gitaar) en Tom Canning (keyboards) twee virtuoze Bluesbreakers weten te strikken die de nodige dynamiek in de set wisten te brengen o.a. tijdens het klassieke ‘Parchman Farm” en de nieuwe nummers “Moving Out Moving On” en “Dream About The Blues”. Een lang uitgesponnen versie van het obligate “Room To Move”, uiteraard met Mayall’s harmonica in de hoofdrol, breidde een luchtig einde aan de licht ingekorte set. De sympathieke Brit mocht op verzoek van publiek en organisatie toch nog terugkeren voor één encore, een snedige interpretatie van de Otis Rush original “All Your Love”. Net als McGuinn eerder op de dag demonstreerde Mayall dat waardig ouder worden in de slopende musicbusiness niet noodzakelijk garant staat voor ‘ouw’bolligheid en futloosheid.

Met de onverslijtbare Southside Johnny & The Asbury Jukes kon Blues Peer geen betere act bedenken om ook de liefhebbers van pretentieloze R&B en barblues aan hun trekken te laten komen. Onder de vleugels van Steve Van Zandt (als producer en ooit zelf een Asbury Juke voor zijn overstap naar The E-Street Band) en Bruce Springsteen (als songleverancier) groeide deze bende muzikaal getalenteerde tooghangers medio jaren ’70 uit tot een sensatie in en rond de pubscene van New Jersey, en tot op de dag van vandaag blijft dit bonte gezelschap live garant staan voor een potje compromisloze R&B. Het podium van Peer was eigenlijk maar juist groot genoeg om naast Southside Johnny ook de acht man sterke Asbury Jukes, waaronder een vierkoppige blazerssectie, te huisvesten. Na een wat aarzelende start stak “I Played The Fool” de lont aan het vuur voor wat voorts een stomend R&B feestje zou worden. Uptempo ambiance nummers als “The Fever” en “Talk To Me” gingen hand in hand met trage bluesy tearjearkers als “Living With The Blues” en werden luidkeels meegeschreeuwd door zowel het nuchtere als het minder nuchtere deel van het publiek. Southside Johnny ademt en zweet R&B in de onvolprezen Stax traditie en bewees in Peer nogmaals zijn status als eerste klas entertainer.

Het moet een huzarenstukje geweest zijn voor een relatief bescheiden organisatie als Blues Peer om niemand minder dan Jeff Beck als headliner aan te trekken na bijna 40 jaar afwezigheid op Belgische podia. Beck wordt door kenners in één adem genoemd samen met Jimmy Page en Eric Clapton, werd eerder dit jaar ingehaald in de Rock’n’Roll Hall of Fame, en is momenteel op tournee om zijn jongste live album te promoten. Net als Page is ook Beck een meestergitarist die echter geen noot kan of wil zingen, en het was dus maar de vraag of de anderhalf uur durende instrumentale set op Blues Peer een breed publiek zou kunnen aanspreken. Het antwoord bleek negatief! Van meet af aan werd immers duidelijk dat het optreden enkel was weggelegd voor de echte gitaarfreaks die met open mond en in trance de virtuositeit van hun idool aanschouwden. Maar ongetwijfeld zullen evenveel toeschouwers een vocalist als Rod Stewart (ten tijde van The Jeff Beck Group) op het podium gemist hebben, en hadden weinig of geen boodschap aan de fusion, free-jazz en Zappaiaanse uitspattingen die Beck en zijn drie uiterst strak doch uitstekend musicerende begeleiders uit hun mouw schudden. Een muzikaal orgasme voor de één, een saaie gitaarles voor de andere: het is een eindbalans die toch wat magertjes uitvalt voor een instituut als Beck. Volgende keer misschien toch eerst even good-old Rod bellen voor een afspraak in de pub?!

Organisatie: Rhythm ‘n’ Blues Peer

Boomtownlive 2009: The Bony King Of Nowhere, Arbouretum en Sleepy Sun,

Geschreven door

Sleepy Sun heeft een sound die stevig in de seventies gebeiteld is. Net als andere nieuwe bands zoals Black Mountain en The Black Angels dwepen zij met mistige psychedelica gedrenkt in noeste gitaren en met vette knipoogjes naar The Velvets, The Doors en Hawkwind. In een halfvolle Handelsbeurs wisten zij de kritische rockliefhebbers te overtuigen met een portie stevige songs van hun alhier nog totaal ongekende debuut ‘Embrace’ (een dijk van een plaat, moet u dringend gaan ontdekken).

Arbouretum is al evenmin gekend in onze contreien. De band gaat echter al wat langer mee (productief groepje, 4 albums in 4 jaar is niet meer van deze tijd) en heeft met ‘Song of the pearl’ een opperbeste nieuwe plaat uitgebracht. Arbouretum bracht hun doorleefde knappe folk-rock soms met lekker stevige Crazy Horse gitaren. Frontman Dave Heumann’s puike gitaarwerk neigde ook al eens naar Tom Verlaine, en dat is uiteraard een compliment. Hij zong zijn americana songs als Will Oldham of zelfs Bon Iver en goot er met zijn robuuste band een ronkende rocksaus en een paar knappe gitaarsolo’s overheen. De heren stuurden een handvol schitterende songs de zaal in (met het geweldige “False spring” als uitblinker) waarop zij op een welgemeend enthousiast en goedkeurend onthaal werden getrakteerd. Interessante band.

Na een deftige portie stevige rock kregen we iets heel anders met The Bony King Of Nowhere, en dan bedoelen we vooral iets heel moois. Ontzettend knappe en fijne neo-folk van de bijzonder getalenteerde Gentenaar Bram Vanparys die volgens ons het volledige oeuvre van Jeff Buckley, Nick Drake en Devendra Banhart in zijn CD rek heeft staan. Vanparys en zijn puike band verblijdden ons met frisse en heldere korte pop- en folksongs, een heerlijke stem en tonnen talent. Eindelijk nog eens een Belg die niet als zeurpieten Novastar en Ozark Henry hardnekkig probeert de Vlaamse Coldplay te zijn, wel iemand die helemaal zijn eigen ding doet en dit vertaalt in schitterende songs. Uiteraard speelde hij in de Handelsbeurs een thuismatch en moest hij het publiek niet echt meer van zijn kunnen overtuigen. Maar ons wel, want wij waren tot voor vanavond nog niet vertrouwd met de man zijn muziek, maar zullen nu als de bliksem zijn debuutplaat ‘Alas my love’ gaan aanschaffen.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder foto’s live

Organisatie: Boomtownlive (ism Democrazy, Handelsbeurs en FihP), Gent

10 Days Off 2009: DAY 03: Miss Kittin & The Hacker en Ben Klock

Geschreven door

Miss Kittin & The Hacker
Al op zeer jonge leeftijd begon deze Franse dame te draaien in nationale en internationale clubs. Nu al een kleine tien jaar vormen
Caroline Hervé en Michel Amato het duo Miss Kittin & The Hacker. Ze staan bekend om hun ‘80’s (Euro)electro, hun aanstekelijke beats, opwindende vocals en sympathieke uitstraling. De mensen van 10 Days Off konden dan ook rekenen op een ruime belangstelling. Om begrijpelijke redenen werd het concert verplaatst van de ‘Bacardi Room’ naar de ‘Ballroom’, gezien het feit dat het hier om een live act ging. Het ganse podium werd dan ook benut met muziek- en licht installaties. Enig minpunt bleek dat de capaciteit van de zaal iets kleiner werd dan de ‘Bacardi Room’.
Een dampende set werd het waarbij zang en instrumental beats elkaar mooi opvolgden. Naast de sensuele zang van Caroline Hervé mochten we ook dikwijls genieten van haar kunnen aan de knopjes. Ze kon haar voorliefde voor het DJ-en op het podium niet verbergen. “1000 dreams” was een hoogtepunt, en met “Tainted Love”, een cover van Soft Cell, breidden ze er een mooi slot aan! Een unieke, ‘cossy’ ervaring in een kolkende ‘Ballroom’.

Ben Klock
Door het verplaatsen van Miss Kittin & The Hacker mocht Ben Klock één uurtje vroeger aantreden in de Bacardi Room. Hij trad eerder dit jaar al aan in de Petrolclub in de schaduw van zijn collega Paul Kalkbrenner. Nu mocht hij zijn duivels ontbinden met een drie uur durende technoset. Deze gedreven techneut, afkomstig uit Berlijn, mocht een poging doen om de zaal tot extase te brengen …de ene beat’n’pieces vakkundig na de andere … Kijk gerust er de lijst op na met releasen, remixes en producties van deze man. Ook op deze editie van 10 Days Off mocht deze professional niet ontbreken. De uitputtingslag van drie uur was duidelijk voelbaar maar wie maalde daar nog om …

Organisatie: 10 Days Off (ism Petrolclub), Gent

Gent Jazz Festival 2009: Jamie Cullum / Lady Linn & Her Magnificent Seven

Geschreven door

Hogent Jazz Orchestra
Talent van eigen bodem met Elke van Dela Vega als zangeres. Wel vreemd dat ze zich een jazz orkest noemen terwijl ze eigenlijk iets anders spelen. En toch, alweer een goede opener met zeer goede muzikanten die hogerop mogen, moeten en zeker kunnen. Eigen nummers worden afgewisseld met standards en covers en kunnen daar mooi tussen staan. Na het eerste nummer die sterk naar Funkadelic rook, hoorden we met “Something Sweet” al een eigen puike compositie, “You’re the best thing” was héél mooi gearrangeerd: Simply Red meets The Committments. Ook Lidell wordt eer aangedaan en de pure soul van “Hold on, I’m coming” bleef toch wel eventjes nazinderen. Er is wel degelijk talent in Vlaanderen…

Lady Linn & Her Magnificent Seven
Geruggensteund door een extra blazersectie hebben Lynn en co hun thuismatch met verve gewonnen. Puur muzikaal genot met een heel sterke start, een iets minder tussenstuk en een op zijn minst beklijvende finale. Het is altijd leuk om mensen te zien genieten van hun muziek, zonder zich te laten betrappen op dan ook maar enige vorm van pretentie. Lady heeft een stem uit de duizend, Mendoza stond hier al de tweede keer virtuoos pianist te wezen en toen contrabassist Koen Kimpe reeds na enkele nummers het typische lijntje van “I don’t wanna dance” inzette, stond de tent al goed recht. Volgend jaar terug, hoger op de affiche.

Melody Gardot
Deze jonge dame van 23, nog altijd herstellende van een ernstig ongeval, waarvoor ze de piano voor gitaar moest inruilen, en één van de revelaties van vorige editie, zorgde voor een warme en intieme sfeer. We horen buiten de jazz ook wat invloeden uit folk, wals, blues/bluegrass en klassieke invloeden. De bindteksten zijn voorzien van wat humor. Laat mij ouderwets klinken, maar de melodie moet primeren en dat miste ik wel wat. Tenslotte zou een uptempo nummer her en der geen kwaad kunnen. Er werd dus wel een heel intieme sfeer gecreëerd maar ik miste wat de intensiteit van vorig jaar. Maar ja, we zijn hier al super verwend geweest en wie zijn wij dan om kritiek te geven.

Jamie Cullum
Wat moet je nog in Godsnaam schrijven over deze meester-muzikant en temperamentvolle topentertainer? Je verwacht van Cullum een professionele en stomende set en dat krijg je dus ook van deze Jerry Lee Lewis van de jazz. Het is alsof deze uitvinder van de Jazzrock niets verkeerd kan doen: subtiliteit, swung en rock  worden heel ‘euh’… subtiel afgewisseld. Wat moet het aangenaam zijn om enthousiast, geestig en geniaal te zijn.
… Een perfecte afsluiter van een nu al historische editie van Gentjazz!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival 2009, Gent

10 Days Off 2009: DAY 02: Mark Farina, Red D & Lady Linn en Jazzanova

Geschreven door

De 15e editie van deze elektronische hoogmis van de clubmuziek in België vindt opnieuw plaats in de Gentse Vooruit. Het evenement is uitgegroeid tot een plek waar alle facetten van elektronische muziek te zien en horen zijn. Dus niet alleen techno, maar alle stijlen die je tegenwoordig in de internationale nachtclubs kunt beleven van house, electro, breakbeats, rock, drum 'n' bass, minimal, dubstep, nu-jazz, funk, disco, new-rave en andere hybride genres.
Avontuur en aantrekkingskracht voor iedereen die de elektroclash een warm hart toedraagt … Tien nachten lang geen excuus om niet naar de Vooruit in Gent af te zakken … ‘Enjoy the beats & sounds’.

DAY 02: Mark Farina, Red D & Lady Linn en Jazzanova
Red D & Lady Linn
In 2004 studeerde Lien De Greef, ondertussen beter bekend als Lady Linn, af aan het conservatorium in Gent. Na diverse omzwervingen en projecten ging ze uiteindelijk terug naar haar voorliefde voor de jazz. Lady Linn and her Magnificent Seven zagen het levenslicht. De echte doorbraak kwam er echter dit jaar met haar megasingle “I don’t wanna dance”. In een mum van tijd veroverde ze de hitparades en heel Vlaanderen viel voor deze sympathieke dame dito prachtige stem. Het resultaat is gekend, weinig festivals hebben deze dame nog niet op hun affiche staan, zelfs het afgelopen Rock Werchter was niet te hoog gegrepen.
En deze beloftevolle artieste zocht naar meer …Ze vond de weg naar de elektronicawereld. Samen met Bart Van Neste, alias Red D, vormen ze al geruime tijd een perfecte tandem die resulteerde in eigenwijze house met zang. Lady Linn verweefde zonder probleem haar enig mooie stem in het elektronisch vernuft van Red D. Zoals ze het graag heeft en ook goed kan, bracht ze haar koffer met covers mee. “Keep pushin” van Inaya Day en “Sky and Sand” van Paul Kalkbrenner waren hoogtepunten samen met “Thinking about you” van Trentemöller. Btw de DJ die er volgende week ook zal bijzijn …

Mark Farina
Één van de eerste grote, buitenlandse namen op deze editie van 10 Days Off was Mark Farina, geboren in Chicago en … hoe kan het ook anders bekend van zijn Chicago house met acid jazz invloeden. In de VS is de man een groots resident DJ. Hij reist al jaren de wereld rond om de freaks te laten kennismaken met zijn heerlijke housesets.Hij stond al in voor diverse releases en compilaties. In z’n gigs springt hij moeiteloos om met vleugjes hiphop en jazz. We konden ons uitleven op een uitgekiende set en hij onderscheidde zich als één van de betere houseDJ’s van de laatste twintig jaar!

Jazzanova
Het werd een drukte van jewelste in de omgeving van het gezellige Café. Op de dansvloer én op het podium stonden heel wat nieuwsgierigen te freaken op Jazzanova, een collectief uit Berlijn die net eind vorig jaar een nieuw album op de markt dropte ‘Off All The Things’. Dit eerste album sinds de laatste zes jaar is een mengeling van loungy, prikkelende jazz en house. Live hoorden we een pittig gekruide fusion van electro, jazz, house en soul. Binnen de beats’n’pieces kwam Jazzanova neer op een gewaagde zet, maar bovenal betekenden zij een aangename kennismaking voor de dansfreaks, die proefden van en zich duidelijk amuseerden op deze jazzy sounds!

Organisatie: 10 Days Off (ism Petrolclub), Gent

Gent Jazz Festival 2009: Joe Jackson / Marianne Faithfull

Geschreven door

Kartasan
Deze Belgische jazz-indiegroep kreeg voor deze versterking van The Killer Horns, een verdienstelijk blazertrio. Ze droegen allemaal van die banale blauwbloejasjes , en stelden zich voor als West Vlaamse Gentenaars. Alles klonk me iets te poppy en we konden weinig jazz invloeden ontwaren. Onvermijdelijk kregen we het gevoel van ‘been there, seen that, heard that’. Het begon al redelijk religieus met “Judgement day”. We hoorden vervolgens een stroperige zeemanslied met een mespuntje Cave, een van The Doors gejat basloopje,….
Ze stonden eigenlijk allemaal een beetje voor zichzelf te spelen. Ze zijn goed, niet bijster origineel, en houden wel van een portie zelfbevlekking. Hoogmoed komt voor de val.

Joe Jackson
Om de woorden van de presentator te gebruiken: De man die zich al dertig jaar constant heruitvindt, heeft zich deze avond ook heruitgevonden. Hij neemt meer tijd om nummers te schrijven en wil geen hitmachine meer zijn, alles terecht ten voordele van de kwaliteit. Wat een lelijk mooie mens! Na een stomende avond met Leela James en Jamie Lidell krijgen we nu anderhalf uur pure klasse en begeestering, vakmanschap en typisch Brits cynisme.
Bracht hij een best of? Ja en nee: Hij speelde wel bijvoorbeeld “Number 2”, “Is she really…” en “Scary Monsters” van Bowie, maar dan wel in andere versies, ‘playing old shit in new clothes’, zoals hij zelf zei.
Vervolgens “Invisible man”, “Too tough”, “King pleasure” en “Rush across the road”.
Dit alles met slechts drie muzikanten: Een uitmuntende Graham Maby op een five-string-bas die in feite alles draagt , een Dave Houghtom op de drums die er precies ook niet naast slaat en Joe zelf op een virtuoze manier op de toetsen. Vergeet niet dat hij een academisch geschoold jazzmuzikant is. Ook het solomoment betekende kippenvel … ‘Glad to get rid of those two guys’ kondigde Joe zijn solo aan met het nummer…”Solo”.
Joe Jackson: één met zijn drieën die het publiek wellicht nooit zal vergeten. De zoveelste climax op Gentjazz.

Marianne Faithfull
Ze heeft niet zo’n goede live reputatie en dat heeft ze deze avond duidelijk bewezen. Marianne is zoals ze zelf zegt niet meer capabel om eigen songs te schrijven – heeft ze ooit wel een klassieker geschreven – en besluit dus covers te brengen. Het zit haar echt niet mee: Ze heeft wel een wereldberoemde schuurpapieren stem, ze heeft nog altijd een ongelofelijk aura, ze ziet er ondanks haar verslavingen en ziektes er verdomd goed uit voor haar 62ste, maar het is de overigens héél sterke band die haar draagt en niet omgekeerd. Het was precies de band die een zangeres had ingehuurd, en niet vice versa. Voor het eerst was er enige verveling.

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2009: Lambchop / Rodrigo Y Gabriela

Geschreven door

Lambchop
Wie dacht dat flamenco behoort tot de antiquiteitenkast was vrijdag niet op appel tijdens Gentjazz. Eerst moesten we nog door de zure appel van Lambchop bijten. Kurt Wagner en de zijnen konden het publiek tot weinig enthousiasme inspireren met weliswaar degelijk songmateriaal, die op cd met een glaasje wijn en een boek in de hand wellicht te pruimen zijn, maar live algauw tot gegeeuw lijden. Hun subtiele mix van verschillende stijlen begon menig zelfs ietwat op de zenuwen te werken.

Rodrigo Y Gabriela
Gabriela Y Rodrigo brachten soelaas. Slechts gewapend met 2 akoestische gitaren leverden ze muziek alsof een hele band aan het werk was. Flamenco in de beste traditie van Al di Meola en Paco de Lucia, maar dan vernieuwend, gespekt met de roots waarin de het buskende duo vroeger aan de slag ging: metal. Een gitaar heeft meer dan 6 snaren, de kast laat zich gedwee beroffelen met swingende ritmes, ja zelfs tot er technobeat op je af komt. Het publiek ging steeds mee in een set die geen seconde verveelde. Rodrigo verliet algauw de centraal geplaatste stoel op het podium om het publiek op te jutten. Virtuozen in het bespelen van publiek en gitaar. Ging er in als tapas!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2009: Leela James/Jamie Lidell: Alweer bij de strot gegrepen.

Geschreven door

Briskey
Naar goede gewoonte wist de puike organisatie weer Belgische topkwaliteit te programmeren als opener. De wereld is toch mooi als Isolde Lasoen achter de drums zit. Met nog Sara Gilis op de fender rhodes en de bloodmooie celliste erbij is dat meer dan voldoende om het testosteron bij de mannelijke helft euh.. omhoog te krijgen.
Briskey is ontsproten uit het muzikale brein van Gert Keunen en wordt cinematic postjazz genoemd. We kregen een vakkundig, minimalistisch, ietwat traag maar vooral hartverwarmend concert voorgeschoteld die doet denken aan soundtracks van de betere alternatieve films. Canvasvoer, zeg maar. Met een blazerstrio om u tegen te zeggen konden we genieten van prachtige suggestieve arrangementen. Naast het topmoment “Le désir de l’autre” kregen we met “Spellbound” een finale van jewelste met een fade out en een fade in.
Valt er dan iets op te merken? Jawel: Zangeres Dorona dacht waarschijnlijk dat ze het warm water heeft uitgevonden en haar overacting en geposeerde emotionaliteit werkte storend.. Gelukkig stuurde Gert Keunen ze op tijd weg.

Leela James
Ok, geen Jazz, maar pure onversneden Soul. En je kan het niet aan mensen beschrijven wat we hebben gezien en gehoord. De pittige Leela met een stem als een misthoorn heeft meer soul in haar kleine linkerteen dan de volle Aretha Franklin, Chaka Khan en Neneh Cherry samen. ‘Back to the basic’ en terug naar die heerlijke ‘old school’ soul en funk.
Laat ons haar ook gerust de vrouwelijke Iggy Pop van de soul noemen. Met de vingers in de neus wist ze in een mum van tijd het publiek op te zwepen. Je zag duidelijk dat het recht uit haar hart kwam en dat ze het méénde. Zo werden ook een vijftigtal mensen op het podium geroepen om deel te nemen aan het gigantisch feest.
We zagen flitsen van de betere Simply Red, The Meters, Sly and the Family Stone, met als absoluut hoogtepunt “Miss you” van The Stones die voor de gelegenheid werd omgedoopt tot “I love music”. Toch wel één schoonheidsfoutje: waarom een soulversie maken van “Don’t speak”? (Pas op, ik heb niets tegen die trut van No Doubt hoor).
Leela verliet na dit gigantisch feest duidelijk geëmotioneerd het podium. Het dankbare publiek wist nog niet dat er nog meer van dat zou komen.

Jamie Lidell
Deze muzikale duizendpoot kon begin deze week al eens onverwacht repeteren op Cactus en was duidelijk van plan Leela te overtreffen. En dat is hem wonder boven wonder ook gelukt met zijn eigenzinnige interpretaties van klassieke soul met hier en daar een knipoog naar de oude funk van Toussaint en zijn Meters. U zal best begrijpen dat Lidell moeilijk te vatten is. “Prostitution” doet me aan Stevie Wonder denken, we proefden muziek en verwijzingen naar Jamiroquai, Matthew Herbert, Amy Winehouse met “I say No No”, en ga maar door. Op de koop toe wist hij met zijn beat box time in zijn eentje op het podium de tent simpelweg op stelten te zetten. Hier gaf hij even les aan de Dewaele Brothers. Dan werd een heuse stomende finale ingezet met topmuzikanten: Andre Vida speelt gehuld in een kamerjas twee saxen tegelijk, Taylor Savvy speelt bas en gitaar en lijkt opgebeamd uit de jaren 70, Phil Parnell is een van de betere toetsenisten van het festival en Willie B drumt als een locomotief. Zijn pornosnor weze hem vergeven.
Kortom : de ideale stomende mix tussen jazz, soul, funk,disco en electronica.

Beste mensen: Gent Jazz kan niet meer stuk!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent


Pagina 104 van 115