logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

opeth_motoculto...
Alice Cooper - ...
Festivalreviews

Jazz Middelheim 2008: zondag 17 augustus 2008

Geschreven door

Een luie, zalige zondag ... dit was het gevoel dat je kreeg bij het beluisteren van de zoetgevooisde stem van Andey Bey en zijn trio. Op zijn 68 ziet de zanger er nog heel hip uit voor zijn leeftijd. Andey Bey is terug van weggeweest en beleeft een revival. De man kende heel wat successen in de jaren ‘60, onder andere met zijn twee zussen als trio Andy and the Bey Sisters, maar bleef een hele tijd weg uit de muzikale scène. Pas in de late jaren ’90 kwam hij weer terug. Bey heeft een heel diep, narratieve stem waarbij je je heel levendig kan voorstellen waarover hij zingt. Het valt echter op dat hijzelf dat niet zo goed meer kan en dat hij zijn teksten nodig heeft om zich daaraan te herinneren. Nu, het is hem vergeven gezien zijn leeftijd ... Bey was wakker, maar kon slechts op matige belangstelling rekenen en de reactie van het publiek was dan ook erg lauw. Op het einde kon er zelfs geen behoorlijk applaus vanaf wat het optreden deed eindigen in mineur en de zanger dan maar zonder bis-nummer afdroop. Toch was dit niet per se aan Bey gelegen. Iedereen leek echter nog in een zondagnamiddagroes te verkeren.

Het Robin Verheyen International Quartet eiste veel meer van de toehoorders. Dit is geen achtergrondmuziek en vergt concentratie. Het pleit echter wel voor Verheyen dat hij de toeschouwers een uur en een half kon boeien met uiterst gestileerde muziek. De saxofonist streeft allerlei klankeffecten na, zonder dit tot het uiterste te drijven. Zo gebruikt hij de vleugelpiano als klankkast voor zijn sax. Hij gaat over van een zenuwachtig staccato naar zeer vloeiende bewegingen en blijft zo creatief bezig. Op die manier is er interactie met het publiek. Want zelf is Verheyen geen spreker, hij laat de muziek graag voor zich spreken en doet dat goed. Net voor het laatste nummer stelt hij zijn kwartet voor. De door de wol geverfde drummer Dré Pallemaerts, de creatieve pianist Bill Carrothers en de veelzijdige bassist Nic Thys, die we in een heel andere formatie aan de slag zagen bij Groove Thing de vorige dag. Nic Thys speelde dan ook een schitterende solo, ditmaal op contrabas en toonde zich als één van de publiekslievelingetjes. Als afsluiter speelde Verheyen het nummer “Medition”, waarbij hij als voorspel de piccolo bespeelde. Het meditatieve karakter van het nummer ging al snel over toen hij terug op de sax overschakelde. Een zenuwachtig spel maakte zich meester van het kwartet. Dit optreden bewees het kunnen van de jonge saxofonist zonder meer, als componist én als uitvoerder. Maar misschien moet hij toch een beetje van zijn serieux laten varen. Soms had ik meer de indruk op een begrafenis te zijn dat op een zondags festival. Jazz is een kunstvorm en vergt af en toe veel van een muzikant. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er geen lachje meer af kan! De jazzliefhebber heeft zo al een reputatie ...

Dit geldt in nog veel grotere mate voor de act die erop volgde, het trio Muhal Richard Abrams, George Lewis en Roscoe Mitchell. Drie heren die stuk voor stuk veel betekend hebben in de evolutie van de moderne jazz en die veel aanzien genieten. Zo zijn ze alle drie lid van de Association for the Advancement of Creative Musicians (AACM). In de jaren ‘60 waren deze drie muzikanten elk revolutionair op hun manier en hebben ze elk op hun manier bijgedragen tot een enorme vernieuwing in de muziek. Dit optreden was gewijd aan het experiment en aan de improvisatie. George Lewis speelde niet enkel op zijn trombone, maar beroerde ook af en toe zijn laptop om hieruit enkele geluidseffecten te toveren. Hoe modern deze muziek voor vele mensen ook mag klinken, men mag niet vergeten dat dit soort muziek niet meer zo nieuw is en intussen ook al behoort tot de muziekgeschiedenisboeken. Vele mensen verlieten de zaal, andere beleven verbaasd toekijken en nog anderen reageerden met een groot enthousiasme. Mijzelf kon dit optreden niet de hele tijd boeien, althans niet op een festival. Hierbij deel ik dan ook de mening van Klara-commentatror Marc van den Hoof: dit is muziek om alleen te beluisteren en om over na te denken. Bovendien vraag ik mij wel af of alle mensen die wild enthousiast op deze muziek reageerden werkelijk hebben genoten van de performance, of gewoon meenden dat dit goed moét gevonden worden. Naar mijn bescheiden mening zijn de drie muzikanten inderdaad drie grote vernieuwers van de muziek, die zeker hun plaats hebben verdiend in de muziekgeschiedenis, maar was het optreden van zondag niet zo buitengewoon en inspirerend zoals sommigen dit willen afschilderen.

Wynton Marsalis is dan ook een heel ander pak mouwen. Eén van de grootste levende iconen van de jazz. Voor sommigen een vernieuwer, voor anderen dan weer te conservatief. Echter iedereen is het er roerend over eens dat het een virtuoos trompettist betreft, die zijn toehoorders werkelijk kan mee loodsen naar een andere wereld. Toch is Marsalis allesbehalve wereldvreemd en staat hij met zijn beide benen in de echte wereld. Het typeert Marsalis dan ook dat hij rel schopt en reageert tegen alles wat hij rond zich ziet gebeuren: discriminatie, oorlog, vrouwen- en rassenhaat, ... Zondagavond liet hij echter weinig van dit horen en liet hij het publiek een staaltje echte New Orleans-jazz horen. Niet enkel Marsalis was subliem, maar ook de muzikanten die hij meebracht zijn wereldklasse. Dan Nimmer deed zich opmerken aan de piano (superklasse!), Walter Blanding jr. speelde de sax, Carlos Henriquez op bas en Ali Jackson aan de drums. Deze band, die samen de CD ‘From the Plantation to the Penitentiary’ opnamen, waren geweldig goed op elkaar ingespeeld. Wynton staat dan ook, net als zijn broer en saxofonist Branford Marsalis, bekend als een perfectionist. Dit werd even in de war gestuurd door de komst van a real legend: Toots Thielemans. Het publiek ging door het dolle heen. Het zorgde dan ook voor een heel ontroerend moment, maar je merkte dat speelvogel Toots even alles in de war bracht in een perfect op elkaar afgesteld Quintet. Toots was echter heel welkom en werd met alle égards behandeld. Marsalis bleek dan ook de perfecte afsluiter van een heel geslaagd festival!

Organisatie: Jazz en Muziek vs Gent Jazz Festival
Info op http://www.jazzmiddelheim.be
Fotoshoots door huisfotograaf Jos L Knaepen

Jazz Middelheim 2008: vrijdag 15 augustus 2008

Geschreven door

Het festival had oude bekenden Toots en het Brussels Jazz Orchestra op het programma. Het was alvast aangenaam om vast te stellen dat het festival iets anders was ingericht als voorheen. Jazz Middelheim werd dit jaar voor het eerst georganiseerd door de vzw Jazz en Muziek en de organisatoren van het Gent Jazz festival. En hoewel de oude waarden en gewoonten van het festival in ere bleven, waren er toch enkele veranderingen merkbaar. Het festivalterrein is er groter op geworden en ook in de tent is het ruimtegevoel erop verbeterd. Niemand die over deze veranderingen te klagen had!

Elisabeth Kontomanou mocht die dag de spits afbijten. Als zangeres met een zeer multiculturele achtergrond stond zij duidelijk met beide voeten op de grond en toverde haar prachtige volle stem tevoorschijn. Haar eerste nummer “I’ve got the right to sing the blues” viel dan ook meteen met de deur in huis. Deze dame is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Kontomanou speelde enkele nummers uit haar nieuwste CD ‘Back To My Groove’ en wist vooral te overtuigen met de uitvoering van deze titelsong. Daarnaast bracht ze enkele jazzstandards te berde zoals “Everything I have is yours”, “Summertime” en “Fever”. Op haar beste momenten kan Kontomanou wel tippen aan dames als Cassandra Wilson (op haar hardst) en Dee Dee Bridgewater (op haar zachtst), maar er waren ook mindere momenten op te merken. Bovendien mist ze toch ook de podiumprésence van voornoemde dames.

Na dit moment van ontspanning volgde de gekte van de New Cool Collective Big Band. Deze band, die het intussen al meer dan 10 jaar volhoudt, omvat het kruim (of toch een deel ervan) van de Nederlandse jazzscène. Wat je de band alvast niet kan verwijten is hun gebrek aan enthousiasme. De Nederlanders gingen hard te keer met hun combinatie van funk, soul, jazz en Latijns-Amerikaanse ritmes. De leider van de band, saxofonist Benjamin Herman, sprak het publiek met zo’n groot enthousiasme toe, dat zijn woorden bij tijden onverstaanbaar klonken. En de levendigheid van de groep zorgde bij tijden ook voor slordigheden en een beetje chaos. Doch dit kon het publiek niet deren. Hoogtepunten van deze show waren dan ook het nummer “Sinas”, een compositie van de saxofonist Wouter Schueler, en het levendige “Miss Bitch”, waarbij de baritonsaxofoniste Tine Thomson het beste van zichzelf bracht. Het blijft een uniek zicht een vrouw die een dergelijk instrument bespeelt en ze deed het met verve!

Na de vrolijke gekte van de éne Big Band, gingen we over naar het beheerste spel van de Brussels Jazz Orchestra feat. David Linx. Zij stelden aan het publiek het project ‘Changing Faces’ voor, waarvan een CD werd uitgebracht in 2007. Met dit project werd vooral werk van Linx zelf, van swing naar groove gebracht. En hoewel het Brussels Jazz Orchestra zeker enkele trapjes hoger staat dan de New Cool Collective Big Band, kon dit mij toch minder begeesteren. De arrangementen waren té zeer uitgekiend en soms een beetje te glad. David Linx is een schitterende zanger met een gouden stem, maar dan weer té perfectionist om het publiek volledig warm te krijgen. Aan muzikaal gevoel ontbreekt het geen van deze leden van de Big Band, maar iets meer schwung zou welkom geweest zijn.

De tent was vol geladen op het moment dat het Kenny Werner Quartet begon te spelen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat het gros van het publiek niet (alleen) voor deze getalenteerde muzikanten was afgezakt naar het Park Den Brandt. Het is uiteraard de peetvader van dit festival, Toots Thielemans, die de grote publiekstrekker was. Toch moest het publiek nog even geduld uitoefenen voor ze de 86-jarige ‘grote’ Belg te zien en vooral te horen kregen. Maar dit wachten werd op sublieme wijze ingevuld door Kenny Werner en zijn trawanten. De pianist speelt op verbluffende wijze en doet dit tegelijkertijd overkomen alsof het niets is. Hij ging van start met zijn “Ballad for Trane”, een ode aan John Coltrane en schakelde toen over op het nummer “Balloons”, een nummer met een repetitieve baslijn en veel variaties in de hoogte waardoor je effectief het gevoel kreeg je door een kamer gevuld met ballonnen te bewegen. Ook populaire melodietjes bracht het kwartet op overtuigende wijze, zoals het themalied van de Harry Potterfilms ‘Hedwig’s Theme’. Hierin kwam saxofonist David Sanchez mooi op de voorgrond. Maar ook de andere muzikanten konden hun ei kwijt, de hevige drumster Cindy Blackman en de beheerste contrabassist Johannes Weidenmueller.

Even leek het publiek vergeten te zijn voor wie ze eigenlijk gekomen waren, maar daar was Toots dan. Een glimlach verschijnt al als je de man ziet opkomen en het publiek begroeten. Weinig grootse muzikanten is het gegeven om zo sympathiek en volks te blijven. En hij speelt nog steeds prachtig. Toots droeg dit concert op aan de dit jaar overleden Miel Van Attenhove, de voormalige organisator van dit festival en deed dit met het nummer “In your own sweet way” van Dave Brubeck. Een ontroerend moment! Daarna volgende nog velen van Toots favoriete klassiekers zoals “One Note Samba”, “Autumn Leaves”, een medley van Bill Evans-composities, “Ne me quitte pas” en “What a wonderfull World”. En uiteraard kon “Bluesette” niet ontbreken! Toots toonde opnieuw wat hij allemaal uit dat kleine instrumentje kon toveren en was zeker niet bang om de speelvogel uit te hangen. Voor hem telt de muziek, de sfeer en de vriendschap tussen de muzikanten en de muziekliefhebbers. Zoveel is duidelijk. Wel moet gezegd dat voor diegenen die Toots samen met het Kenny Werner Quartet vorig jaar bezig zagen op het Blue Note Festival in Gent, waarschijnlijk een déjà vu -gevoel hadden, maar dit kon het warme gevoel vanbinnen niet wegnemen.

PS: de eerste dag van het festival heb ik aan mij voorbij moeten laten gaan: jammer genoeg heb ik niet kunnen genieten van het Charles Lloyd Quartet, Dré Pallemaerts (hoewel die later op het festival terug opdook bij het Robin Verheyen Quartet) en Pharoah Sanders. Gelukkig heb ik een stukje kunnen meepikken via de live-uitzendingen op Klara.

Organisatie: Jazz en Muziek vs Gent Jazz Festival
Info op http://www.jazzmiddelheim.be
Fotoshoots door Jos L Knaepen

Jazz Middelheim 2008: zaterdag 16 augustus 2008

Geschreven door

Zaterdag ging de dag iets later van start. Om vijf uur in de namiddag ging nieuweling José James van start. Deze New Yorker kreeg wel wat aandacht in de media op voorhand en dit schepte vrij hoge verwachtingen. James wordt onder de jazz gecatalogeerd en voelt zich daar ook thuis. Maar als je goed luistert, hoor je dat hij van vele markten thuis is en dat maakt zijn muziek ook zo boeiend. Combinaties van jazz, hiphop, soul en blues maken zijn muziek inventief en vernieuwend. Een beetje jong bloed op een dergelijk festival kan nooit kwaad. De meeste van zijn nummers waren eigen werk uit zijn debuutalbum ‘The Dreamer’, een referentie naar Dr. Martin Luther King jr. Daarmee maakte de muzikant niet alleen een makkelijk verteerbare plaat, maar ook een sociaal geëngageerd debuut. Hoogtepunten hieruit waren “The Dreamer” als titelsong en “Nola”. Als laatste nummer bracht hij nog een ode aan Art Blakey and the Jazz Messengers met zijn eigen versie van “Moanin’”. Waarin helemaal duidelijk werd wat voor een schitterend bereik de stem van James heeft en wat hij allemaal in petto heeft. Het publiek lustte zijn eclectische papje wel. Dit smaakt naar meer!

Na deze schitterende opwarming volgde Jef Neve, en ongetwijfeld was een groot deel van het publiek voor deze grote Belgische naam gekomen. Neve is populair en is ongetwijfeld de Belgische jazzpianist van het moment. Bovendien is hij ook presentator van Neve, zijn eigen jazz-programma op Klara. Op zijn nieuwste CD toont hij zich als een integer en gevoelige muzikant. Met “Groove Thing” wilde Neve aantonen dat hij eveneens de pan kon uitswingen en dit deed hij op zijn oude vertrouwde Hammond-orgel. Hiervoor had hij dan ook een stel fantastische, groovy muzikanten bij elkaar gescharreld: Nicolas Thys op de bas, Lieven Venken aan de drums en Nicolas Kummert met zijn tenorsax. Speciaal uit Australië overgevlogen was special guest James Muller, gitarist van dienst. Muller toonde zich een meester in het bespelen van zijn gitaar, maar kwam mijns inziens een beetje te weinig op de voorgrond. Zoals Jef Neve zelf opmerkte betreft dit een democratische band en kwamen alle leden van de band even prominent op de voorgrond. De composities waren dan ook steeds afkomstig van een andere muzikant en dit zorgde voor een heel gevarieerd programma. Veruit het origineelste nummer was “Risico”, een compositie van Nicolas Kummert, die ook over een erg unieke speelstijl beschikt. Jef Neve beweerde op voorhand dat dit nummer nog nooit was gelukt, maar dit valt moeilijk te geloven als je ziet hoe goed de muzikanten op elkaar waren ingespeeld. Muziek van een hoog niveau en entertainment van de bovenste plank. Zal ik ooit nog iemand horen beweren dat jazz saai is en dient als achtergrondmuziek? Voor mij was dit zeker het hoogtepunt van de avond.

Daarop volgde een experiment. Bassist Bill Laswell was aan de beurt en had een bende eigenzinnige en volleerde muzikanten rond hem verzameld. Ex-Material bestaat verder uit toetsenist Bernie Worrel (vooral bekend van Funkadelic) op Hammond en keyboards, de ietwat wereldvreemde trompettist Toshinoro Kondo, drummer Hamid Drake en percussionist Ayib Dieng. Deze bezetting doet al vermoeden dat de nadruk bij dit ensemble op het ritme ligt en niet zozeer op harmonieus samenspel. Maar het leek wel of de leden elkaar door en door kenden en de set bestond uit één langgerekte improvisatie. Jazz, funk, fusion, rock en reggae vloeiden moeiteloos in elkaar over alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De reactie van het publiek was verdeeld: een deel verliet de tent, een ander deel werd wild enthousiast. Over smaken en kleuren valt niet te twisten, maar één ding stond als een paal boven water: dit zijn topmuzikanten die lak hebben aan conventies. Ze deden hun eigen ding op het podium, maar dan wel met elkaar. Een bijzondere ervaring!

Organisatie: Jazz en Muziek vs Gent Jazz Festival
Info op http://www.jazzmiddelheim.be
Fotoshoots door huisfotograaf Jos L Knaepen

Lokerse Feesten 2008: DAG 10: Buffalo Tom, Alanis Morissette en The Scabs

Geschreven door

’t Is eens iets anders om met de beste act te beginnen. Wie er deze avond vroeg bij was had meteen het sterkste optreden van deze dag meegemaakt. Buffalo Tom was met name wervelend en groots. Bill Janovitz is de drijvende kracht achter deze schitterende band, hij speelt ogenschijnlijk slordig, maar is in realiteit een van de meest vaardige gitaristen die we al aan het werk zagen, zelden een man gezien die zo opgaat in zijn set en zich volledig in het zweet werkt. Janovitz speelt telkens alsof het zijn laatste gig is en breidt de mooiste songs aan elkaar alsof niks is. Prachtsongs als “Velvet roof”, “Taillights fade”, “I’m allowed”, “Mineral”,  “Rachel” en een extra stevig “Tangerine” als afsluiter maakten er een onvergetelijk optreden van. En laten we vooral “Larry” niet vergeten als absolute hoogtepunt.
Buffalo Tom is na al die jaren nog steeds een formidabele band die het vooral simpel houdt en ondertussen de meest fantastische muziek uit de mouwen schudt.

Alanis Morissette kwam daarna bewijzen dat de duurste artiesten niet noodzakelijk de beste zijn (eerder op deze editie van de Lokerse Feesten hadden The Sex Pistols deze stelling al op poten gezet, moge dit een tip zijn voor de organisatie dat ze dergelijke dure vogels volgend jaar weglaten). Morissette deed misschien wel haar best maar er kwam nooit vaart in haar set, de sound was bovendien krakkemikkig (we zagen bij momenten drie gitaristen bedrijvig aan het werk maar hoorden enkel maar een dreunende bass), het geluid was veel te stil en Morissette haar stem liet het meermaals afweten. Ze bracht veel te veel inspiratieloze ballads waardoor de aandacht van het publiek danig verzwakte en op de koop toe speelde ze verminkte versies van haar sterkste songs met “Hand in my pocket” als absolute dieptepunt.
We hebben haar zo’n tien jaar geleden nog een uiterst sterk optreden zien geven in Vorst Nationaal en konden ons nauwelijks voorstellen dat dit dezelfde vrouw was die hier in Lokeren deze makke vertoning ten berde bracht.
Alanis Morissette is nog maar een schim van wat ze tien jaar geleden was, ze is geévolueerd van rockbitch tot een mainstream zangeres met een veel te hoog Radio Donna gehalte. Een reanimatiecursus bij Rick Rubin is ten zeerste aangeraden.

Met The Scabs kregen we daarna wel een feestje, het was er aan te zien dat het hun allerlaatste optreden was. De band speelde alsof alles nog moest bewezen worden, al hun beste songs werden met een vettige brok energie en overtuiging gebracht en de heren beleefden de avond van hun leven. Een mooi afscheid van een prima band die al bij al veel te weinig erkenning heeft gekregen

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2008: DAG 6: Tim Vanhamel, Siouxsie en Massive Attack

Geschreven door

Tim Vanhamel niet gezien, wij houden het liever bij de herinnering aan het wervelende Millionaire optreden die hij destijds gaf als voorprogramma van dat legendarische Stooges optreden 3 jaar geleden op de LF. Toch hadden wij nu weer ons mannetje op het terrein staan en die had het over “een paar sterke momenten helaas afgewisseld met dieptes” en verder “Millionaire was beter”, … wat wij al lang wisten.

De prijs van slechtste optreden van deze versie van de LF gaat zonder twijfel naar Siouxsie.  Het mens had zichzelf in een Star-Trek pakje gewikkeld, ze kwam net van de turnles want ze moest meerdere keren tonen dat ze met haar dikke teen haar oorlellen kon beroeren, maar van zodra ze haar mond opendeed waren het onze oren die gepijnigd werden. Het wicht kon met name niet zingen, haar band kon niet spelen, de songs leken nergens op, zelfs klassiekers als “Happy hour”, “Christine” en “Happy hour” waren onmetelijk zwak. Op de koop toe maakte die draak zichzelf nog eens volledig belachelijk door het publiek constant toe te spreken in het Frans. Zelden heeft het woord “verschrikkelijk” zo goed op zijn plaats gestaan als bij deze wanvertoning. Voor zulke artiesten moeten ze de gong show terug invoeren.

Een brok ongelooflijke sfeer, dat was de formidabele set van Massive Attack, prachtige visuals gecombineerd met de meest heilzame muziek, hemels mooi, opzwepend, groovy, dreigend en uitermate fantastisch. Een mooie afwisseling van niet stuk te krijgen songs als “Karmacoma”, “Teardrops” , “Unfinished sympathy “ en “Safe from Harm” met bijzonder sterk nieuw materiaal (de nieuwe plaat wordt een kanjer, daar zijn we nu al zeker van). Massive Attack deed hun songs naar een bruisende climax toe groeien, een mens zou van minder in trance komen. Geestesverruimende middelen waren niet van doen, de muziek deed het nodige. Je zou gezworen hebben dat de prettig gestoorde Tricky er terug bij was, zo begeesterend klonk het. Ook onze man was sterk onder de indruk , “er zijn geen superlatieven genoeg” was het enige dat hij uit zijn van verbazing opengevallen mond kon mompelen. Massive Attack is, samen met Sonic Youth, veruit het beste wat we op deze versie van de Lokerse Feesten mochten meemaken.

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2008: DAG 5: Triggerfinger, Sonic Youth en Supergrass

Geschreven door

Triggerfinger
Drie heren in das en maatpak spelen zinderende garage rock’n’roll en beschouwen hun instrument als hun eerste lief. ‘Can you feel the muscles in your boobs’ vroeg zanger/gitarist Ruber Block zich al af na het derde nummer. Inderdaad, een goed half uur lang voelden en ondergingen we hun zompige, retestrakke sound met stoner- en bluesslides. AC DC en ZZ Top flitsten door het hoofd toen we songs hoorden als “Short term memory love”, “Faders up”, “First taste” en “On my knees”. En ze schuwden hun oude helden niet, want ze speelden in een ‘Triggerfinger’ groove “Boris the spider” van The Who en sloten af met een uitgesponnen “Commotion” van CCR. Triggerfinger op z’n 25 jaar Stu Bru. Beklijvende rock’n roll met een prikkelende melodie. ‘What grabs Ya’?

Sonic Youth
Sonic Youth staat al meer dan 25 jaar garant voor wonderschone dwarrelende gitaarpop; te interpreteren als indiegitaarnoise/poprock en omschreven als spannend, intens, hartverwarmend, bedreven …en avontuurlijk door de diverse tempowisselingen, onverwachtse wendingen en een juiste dosis noise, fuzz en gitaarstormen. Kippenvelmuziek noem ik dit!
De band hield een korte Europese tournee en vergat daarbij de fans in ons landje niet. Het kwartet , aangevuld met los/vast lid Mark Ibold, maakte een synthese van hun twee voorbije concerten in de Hallen Van Schaarbeek (december 2006) en hun ‘Daydream Nation’ tour op Pukkelpop 2007, de SY klassieker bij uitstek!.
En inderdaad, die songs hebben ze stevig in de vingers, want ze putten opnieuw rijkelijk uit deze plaat, die net 20 jaar geleden verscheen.
Na het muzikaal experiment van opener “Burning spear” (speelgoedpiano, radiotunes, voices, pedaaleffects, noise versterking) overdonderden ze met hun noiselandschap van ‘Daydream Nation’, een uiterst beheerste Do It Yourself en hoe komt het uit aanpak: “Sprawl”, “Cross the breeze”, ”The wonder”, “Hyperstation”, “Eric’s trip” en “Silver rocket”. Poprock, gitaarknoppengefreak, feedbackgeraas, drumsticks en strijkstokken over de gitaarsnaren. Verbluffend!
Als een punkrock diva ontpopte bassiste Kim Gordon zich op “Bull in the heather”, “Drunken butterfly”en het recente “Jams run free”: hitsend gekreun en sensuele, verleidelijke danspasjes en pirouettes makend op het podium als een dolle twintiger …
Op “Mote” leverden ze een gevecht met hun pedaaleffects en versterkers, stootten we op een geluidsmuur met Lee Renaldo in een hoofdrol. En Thurston Moore kon zich op het afsluitende uitgesponnen “Ratspink steam” uitleven op z’n gitaar. Wat een gitaarbrij. Drummer Steve Shelley hield de anderen goed in het oog om steeds gepast de songs in het juiste ritme te steken.
In de bis gooiden ze er nog het stokoude “Shaking hell” en “Teenage riot” bovenop,met alle mogelijke noise en versterkersgeflirt…, die onder controle werden gehouden door de bezwerende percussie.
Een klein anderhalf uur waanden we ons twintig jaar jonger en flitsten de beelden van hun allereerste optreden te België (Futurama in de Brielpoort te Deinze!) door het hoofd.

Supergrass
Al heel wat volk was richting centrum of aan de toog toen het Britse Supergrass, onder zanger/gitarist Jazz Coombes, het gitaaravondje beëindigde. Ze brachten na meer dan drie jaar (en een ‘best of’) de nieuwe cd ‘Diamond hoo ha’ uit, die totnutoe praktisch geen airplay verkrijgt.
Potige melodieuze retroBritpop is hun handelsmerk, waarbij ze met de jaren wat subtieler klinken. Supergrass stelde in het begin nieuw werk voor (“Bad blood”, “345”, “Rebel in you”, “Ghost of a friend” en de titelsong) en gaf ze elan door kleurrijke ‘70’s toetsen.
Ze moesten het vooral hebben van de herkenbaarheid van “Mary”, “Late in a the day”, “Moving” en “St Petersburg”, die freakier klonken. Tenslotte speelden ze een snedig en opzwepend tweede deel met “Richard III”, “Pumping on your stereo”, “Caught by the fuzz” en het zomerse “Sun hits the sky”. In de bis koppelden ze aan “Lenny” “Whole lotta love”.
Supergrass heeft nog steeds voldoende power, maar het intrigeert en pakt minder dan vroeger, waardoor de ‘jus’ er een beetje van is …

Ons Antwerpse Shameboy mocht de nacht ingaan met hun nerveuze electrodance. Voor de alternatieve gitaarfreaks ietwat bevreemdend, voor de opgedaagde jongeren aangenaam pompend vertier …

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2008: DAG 4: Status Quo en The Australian Pink Floyd Show

Geschreven door

Voices of Rock Radio hebben wij bewust gemist. Wij houden nu eenmaal niet van afgelikte Amerikaanse FM Rock gespeeld door macho types die naar dezelfde coiffeur gaan als de poedel van hun echtgenote. Van onze man ter plaatse vernamen wij het volgende: “nutteloze, zielloze en supergepolijste FM rock, vrienden van Survivor en co die met afgebonden teelballen en geföhnde kapsels stonden te kakken in de micro”. Wij geloven onze man blindelings, het is toch zo’n schat.

En nog maar eens onze man over Status Quo: “Heerlijk stampende en luide twelve-bar blues van verrassend frisse Rossi, Parfitt en co die nog steeds op zoek zijn naar dat verdomde vierde akkoord. Eén van de beste optredens ooit op de Lokerse Feesten”. En weer heeft die kerel gelijk, de ouwe klasrijke rotten van Status Quo maakten er een feest van gevuld met simpele boeren rock’n’roll, maar o zo heerlijk beukend. De grootste hits werden netjes tot op het einde gespaard (“Roll over lay down”, “Down down” en “Whatever you want” in één ruk na elkaar, een bruisend trio) maar hetgeen we daarvoor hoorden was al even vermakelijk en stomend. Quo putte een mooie verzameling uit hun rijk gevulde repertoire en verkocht daar niet teveel nonsens bij, gewoon spelen was de boodschap. Rossi’s stem klonk een stuk helderder dan die van Parfitt wiens doordronken strot al eens oversloeg maar daar stoorden wij ons hoegenaamd niet aan, want het paste perfect bij de meer bluesy stampers die Parfitt voor zijn rekening nam.
Beste mensen, Status Quo, daar hebben wij nu eens van de eerste minuut tot de laatste van genoten.

En dan een covergroep op de LF, wat moesten we daarvan denken. Gelukkig niet zomaar een covergroepje, wel eentje die het jaar daarvoor ook op het prestigieuze Rock Werchter stond (u weet wel, dat festival voor rijke mensen die graag dure pinten drinken). The Australian Pink Floyd Show benaderde akelig het origineel, zelfs de meest doorwinterde Floyd fan hoorde geen verschil. Bovendien had de band een fantastische setlist uitgekozen met de nadruk op materieel uit ‘Wish you were here’, ‘Dark side of the moon’ en vooral ‘The Wall’. Van bij opener “Shine on your crazy diamonds “ wisten wij het al, de echten zouden dit niet beter gedaan hebben. Niets was aan het toeval overgelaten, hier stonden niet alleen ontzettend goeie muzikanten op het podium, ook de zangeressen waren hemels en de lichtshow en projecties waren eveneens de naam Pink Floyd waardig.
Aan alle concertorganisatoren: waarom nog de onbetaalbare Pink Floyd vragen als je dit hier kan krijgen.

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2008: DAG 2: Buzzcocks, New York Dolls en Sex Pistols

Geschreven door

The Kids, de enige echte Belgische punkband, had dertig jaar geleden nooit durven dromen om ooit het voorprogramma van de legendarische Sex Pistols te kunnen spelen. Maar zie, het is nooit te laat. Vlaanderens punktrots mocht deze punkdag op de Lokerse Feesten in gang blazen en deed dit met korte, puntige en venijnige punksongs uit vooral hun eerste twee platen. Korte felle stroomstoten als “Bloody bloody Belgium”, “Fascist cops” en “This is rock’n’roll “ bleven dertig jaar na datum nog moeiteloos overeind. The Kids hadden maar een half uurtje gekregen, maar maakten er toch 45 minuten van, gelukkig maar want een hoop fans stonden meer dan een half uur aan te schuiven aan de twee smalle ingangetjes waardoor velen de helft van The Kids hun sterke set moesten missen. Anno 2008 bewijzen The Kids nog steeds dat ze duizend keer meer punkbloed in de aderen hebben dan de huidige boysbandjes als Janes Detd en Silverene die ook wel eens pretenderen het genre te verkondigen.

“Punk hebben jullie gevraagd, punk zullen jullie krijgen”, zo kondigde de presentator het optreden van The Buzzcocks aan, waarop de heren op respectabele leeftijd er meteen een gemeende lap op gaven. Rechtdoor, rommelig, fel, puntig en kort. Kortom, zoals punk echt hoort te klinken.  Zonder commentaar raasden The Buzzcocks doorheen “What do I get”, “Oh shit”, “Autonomy”, “I don’t mind” en natuurlijk de klassiekers “Orgasm addict” en de afsluiter “Ever fallen in love”. Een hoop materiaal dus uit ‘Singles going steady’, hun klassieker uit ’79. Dit, beste mensen, benaderde deze avond het meest de ziel van de punkmuziek zoals het eind jaren zeventig bedoeld was, in tegenstelling tot de opgezwollen circusshow die The Sex Pistols hier later op de avond zouden opvoeren.

Maar eerst nog The New York Dolls, veruit het beste concert van de avond. Neen, The Dolls zijn geen punkgroep, maar hebben het genre meer dan beïnvloed met hun no-nonsens gruizige rock’n’roll uit het begin van de jaren zeventig. Met enkel nog David Johansen en Sylvain Sylvain als overlevende originele groepsleden (beiden zien er overigens nog verrassend fris uit) speelden ze een knallende set van klassiekers aangevuld met een viertal songs uit hun voortreffelijke comeback plaat uit 2006. Hoogtepunten midden in de set waren “Private world” en de verrassende cover “Piece of my heart” van Janis Joplin. De band was levendiger en feller dan ooit, de sound was lekker vettig, het rockte en bruiste langs alle kanten. The Dolls trakteerden ons op een schitterende finale met “Trash” en een knallend en prachtig uitgesponnen “Jet Boy”, waarin de immer sympathieke Sylvain Sylvain en zijn fantastische copain Steve Conte op hun gitaren loos mochten gaan. Je voelde het, The Dolls zaten klaar om in een nog hogere versnelling te schakelen toen men teken gaf dat ze er moesten mee ophouden en een oen van een presentator hen zonder enige vorm van respect afkondigde terwijl Sylvain Sylvain nog een gemeende “thank you” tot het publiek wou richten. Ongehoord. Met de te korte set van The New York Dolls wisten wij toen al dat het beste van de avond, en misschien wel van de hele Lokerse Feesten, was gepasseerd.

En natuurlijk hadden wij gelijk, want wat te denken van The Sex Pistols ? of moeten we eerder zeggen ‘The Johnny Rotten Cartoon Show’ ? We weten al lang dat Rotten zichzelf niet au-serieux neemt, dus wij gaan dat zeker niet doen, maar deze potsierlijke vertoning was er toch wel een beetje over. Rotten had voor de gelegenheid een belachelijk apenpakje aangetrokken, Steve Jones een afstotelijke bermuda broek die je dezer dagen zelfs in Blankenberge nog maar zelden tegenkomt en van de Willy Sommers lookalike op bass konden we maar moeilijk geloven dat dit wel degelijk Glenn Mattlock was. Punk, it definitely ain’t. Bovendien maakte Rotten er volledig zijn eigen show van, zijn bindteksten varieerden van belachelijk tot echt stompzinnig en zijn stem ging meerdere malen in overdrive (we dachten meermaals dat hij “this is not a love song” zou inzetten). Of de band achter zijn rug nu The Sex Pistols  waren of één of ander lokaal bandje, maakte hem kennelijk niet uit, het was zijn vertoning en van niemand anders.
De songs dan, misschien konden die het boeltje wel redden, want laten we niet vergeten dat ‘Never mind The Bollocks’ één van de meest legendarische platen is die ooit gemaakt werden, misschien wel meer legendarisch dan echt goed, maar soit, toch een mijlpaal die in niemand zijn collectie kan ontbreken. En gezien dit ook de enige plaat is die The Pistols ooit op de wereld hebben gegooid, passeerde deze uiteraard hier quasi volledig de revue.
En jawel, klassieker als “Pretty vacant”, “Holidays in the sun”, “God Save The Queen” en “Anarchy in The Uk” staan nog steeds als een huis en klonken ook hier in Lokeren nog behoorlijk gebald en stevig, maar de band zelf klinkt nergens meer geloofwaardig en wij hadden voortdurend het gevoel dat we naar een circusvoorstelling stonden te kijken in plaats van naar een punkoptreden.
Rotten heeft gewoon de verkeerde groep terug in het leven geroepen, want hadden wij niet met zijn allen hier veel liever PIL aan het werk gezien ? een band met stukken meer creativiteit en met een veel gevarieerder repertoire die, wat ons betreft, een interessantere come back zou opleveren.  Want, let’s face it, eigenlijk is ‘Never mind the Bollocks’ twaalf keer dezelfde song en op een podium komt dat duidelijk en pijnlijk naar boven, zo ook in Lokeren. Deze band mocht nooit terug bijeengekomen zijn, de mythe is er volledig uit. The Sex Pistols anno 2008, dat is een tekenfilm, en niet eens een grappige.

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2008: DAG3: Daniel Lanois en Sinead O'Connor

Geschreven door

’Ouwe wijven’ regende het, die avond in Lokeren. Alleen voor Daniel Lanois wilden wij dit kutweer nog doorstaan. De man begon 20 minuten te vroeg aan zijn set, de camera’s en wij hadden het nog niet door. Hij was volgens ons precies begonnen aan een soundcheck, maar dan wel de beste soundcheck die we ooit hebben meegemaakt. Maar toen bleek dat hij gewoon aan zijn optreden begonnen was, floepten ook de camera’s aan. Lanois had enkel een drummer meegebracht, maar wat voor één. Het duo speelde een formidabel optreden gebouwd op sublieme momenten van spontane improvisatie, kortom een veredelde jamsessie. Er waren maar weinig raakpunten met Lanois’ platen, die overwegend rustig en sfeervol klinken.
Hier op het podium liet Lanois vooral zijn gitaar scheuren als een Neil Young in zijn beste Crazy Horse momenten. Zijn drummer volgde met het meest geniale slagwerk. Een setlist kwam hier niet aan te pas. Het duo speelde wat hen ter plaatse inviel, zelfs een stroompanne  kon hun creativiteit niet stoppen, Lanois maakte er handig gebruik van om het publiek op zijn hand te krijgen en hen James Brown te doen zingen, waarop hij na de panne zijn gitaar liet binnenvallen met een geweldige funky gitaarimprovisatie.
Het is pas de hele groten gegeven om op een podium ter plaatse de meeste geweldige sound uit te vinden. Even ging Lanois er bij zitten om op de pedal steel een ongelooflijk brokje sfeer te creëren en ook dit klonk fantastisch. Ondertussen viel de regen verder met bakken uit de lucht, maar wij weken voor geen meter, geen seconde wilden we hier van missen.
De Lokerse Feesten zijn nog lang niet gedaan, maar hebben wij hier niet de beste drummer en de beste gitarist van het festival al aan het werk gezien ?
Lanois producete zopas de nieuwe U2, als daar ook maar een greintje van de genialiteit die hij vanavond tentoonspreidde op terug te vinden is, dan wordt het een bijzonder sterke plaat.

Daarna was het nog de beurt aan Sinead O’Connor, die de laatste tijd meer met kerkmuziek bezig is dan met wat anders. Hiervoor wilden wij echter de gutsende regen niet meer trotseren, dus we hebben dat mens dan maar gelaten voor wat ze was. Hier volgen enkele reacties van enkelingen die het wel gehoord hebben : ‘saai en slaapverwekkend’ (gehoord van iemand die O’Connor al 5 keer gezien heeft en tot voor dit optreden nog fan was), ‘een bijbelse setlist zonder hits van het eerste uur’ (volgens Studio Brussel) en ‘tenenkrullende songs als “Rivers of Babylon” (de Morgen). Do we need to see more ? Naar het schijnt droop er na elke song meer en meer publiek af, zodat ze haar laatste songs nog voor twee man en een paardenkop stond te spelen (die 2 man waren getuigen van Jehova, de paardenkop was Freddy Willockx). Niets gemist dus.

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

Folkdranouter 2008:zondag 3 augustus 2008

Geschreven door

Een aangename verrassing ’s namiddags was Lau (Kayam), een Brits drietal dat een ideaal recept van ‘sunday afternoon delight’ folk speelde op accordeon, akoestische gitaar en viool. Een sound die tot de verbeelding sprak …

De dames van Laïs (Jorunn, Annelies en Nathalie) (Kayam) lieten al enkele jaren doorschemeren dat ze hun jeugdig a capella kampvuursongs en poppy folkpop deels wouden verlaten voor een dreigende klankkleur van gitaren, elektronica en drums. ‘The Ladies’Second Song’, in het najaar van 2007 verschenen, was het resultaat. Een vernieuwende, avontuurlijke aanpak van Nederlands-, Engels- en Franstalig gezongen nummers; ook oude songs als “7 steken” en “’t Smidje” kregen een grondige beurt. Laïs was tot veel in staat, maar won geen nieuwe zieltjes bij …

Billy Bragg (Kayam), Brits unionstrijder nummer 1, trad solo op en onderstreepte in ’t vet z’n ‘Mr Love & Justice’ persoonlijkheid. Een singer/songwriter die mensen met dezelfde ideeën samenbrengt om te streven naar een groene, faire en betere wereld. Hij kon dit niet alleen, maar hij maakte alvast de aanwezigen duidelijk dat het onze verantwoordelijkheid was. Muzikaal greep hij terug naar oud materiaal als “Greetings from New Brunette”, “There is a power & union”, “Sexuality” en “New England”. Hij koppelde het aan nieuw materiaal als “Farmboy” en “I keep faith”. Op z’n gitaar tokkelde hij verbeten z’n ruwe, rauwe, ongepolijste protestsongs, songs ontdaan van enige franjes en mét een meezinggehalte. Op “One love” van Bob Marley bracht hij positie publiek – solo-artiest dichter, iets wat hij geleerd had van de old folkie Woody Guthrie.

Boudewijn De Groot (Kayam)
Vorig jaar was Bart Peeters het hoogtepunt van het festival, dit jaar kwam de eer aan Boudewijn De Groot. De man grossierde in z’n rijkelijk gevulde oeuvre en vergat z’n grootste kleinkunsthits niet. Moeiteloos stapte hij solo of met z’n begeleidingsband over in het recente ‘Lage Landen’.
Onder z’n bezwerende stem begon hij innemend en ingetogen met o.a. “Wat geweest is, is geweest”, “Verdronken vlinder” en “Testament van m’n jeugd”. Enkele leden begeleidden spaarzaam onze bard op “Naast jou” en “Tip van de sluier”. Met z’n full band kregen de songs kleur door een uitgebreid instrumentarium: “De zwemmer”, “De Noordzee”, “De reiziger”, “Jimmy (eenzame fietser)” en “Als de rook om je hoofd is verdwenen”. Hij breidde er telkens een verhaal aan; “Meisje van 16” , een smartlap origineel van Charles Aznavour, was hij schatplichtig aan z’n platenmaatschappij en is door de jaren één van z’n lievelingen geworden.
We hoorden een uitgelaten tweede deel. Hij eindigde sfeervoller met “Spelende kindmeisjes”, “Op weg” en “Vondeling”. “Het land van Maas en Waal” mocht als uitsmijter niet ontbreken bij deze headliner.
Boudewijn De Groot bewees hoe eenvoudige Nederlandstalige pop kon raken, prikkelen en overtuigen. Ook de weergoden waren onder de indruk, want na het concert zetten ze de hemelsluizen open en werd de wei tot een gigantische modderpoel omgedoopt.

De 50 jarige Loreena McKennitt (Kayam) kreeg verdiend een grootse plaats op het festival. De Canadese componiste en multi-instrumentaliste (harp, piano, accordeon en elektronica) bracht een geheel van ingetogen en zwierige traditionele (Keltische) folk, klassiek en pop, onder haar hemelse, hoge, breekbare vocals. Een sferisch, dromerige en filmische sound, waarbij ze werd bijgestaan door een ruim tienkoppige band … en ons eventjes de plensbuien deed vergeten.

Ons eigen Arsenal (Kayam) mocht deze 34ste editie besluiten. Zij maakten er een modderfeestje van. Ze dropten ons meteen in hun aanstekelijke, zuiderse zomerpop van een elektronisch klanktapijt, latino, pulserende beats en een warme samenzang. Een smeltkroes van exotische, dansbare pop tot een meer strakke aanpak.
Arsenal paste de hits “Switch”, “Longee”, “Personne ne bouge”, “Saudade”, “Mr Doorman” en “A volta” in hun nieuwe materiaal als “Estupendo”, “Turn me loose” en “Lotuk”. Dansen in de modder: Arsenal maakte het leuk en onvergetelijk!

Organisatie: Folkdranouter Dranouter

Pagina 109 van 115