Overdag was er sprake van een ontdekkingstocht van kleine beloftevolle bands; het parcours: Een toffe start hadden we alvast met Ufo goes UFA (la petite maison dans la prairie), een Brits/Belgisch gezelschap die zich meteen onderscheidde met ingehouden, frisse gitaarpop, onder een vocale voordracht. De drumster haar basdrum was zijdelings geplaatst. Aangenaam om te horen en te zien hoe het gezelschap op een los, ontspannende wijze bezig was. Het Waalse Abyss ( dance hall) speelde melodieuze broeierige gitaarrock met toetsen en vulde aan met een vleugje bombast en psychedelica. Goede pop die meer erkenning verdiende. The Elegant Garage Gunners (dance hall) bracht zwierige ‘70’s retro rock’n’roll en Britpop. Coming Soon (the red frequency) overtuiigde met een sferisch geheel van The Decemberists, Arcade Fire, Pavement en The Feelies. En besluiten deden ze met een nummer van Cohen binnen hun indiepop. Maar het was vooral het Franse Syd Matters (la petite maison dans la prairie), die de sterkste indruk naliet: een ‘60’s Donovan en een tedere, ontroerende stijl van Belle & Sebastian, Loney, dear en Sufjan Stevens; een enthousiast bandje, opbouwende songs van een kwalitatieve schoonheid en een subtiele verfijnde sound, onder de heldere, emotievolle vocals van Jonathan Morali.
De jonge Zwolse rapper Typhoon ( club circuit marquee) bracht de sterkste hiphop show. De MC heeft bij onze noorderburen zowat de status van superster en wonderkind/redder van de Nederlandse rap. Op zijn album ‘Tussen licht en lucht’ staan sociale, maatschappijkritische en persoonlijke thema's centraal. Uit die plaat hoorden we o.a. "Brand los", "Bumaye", "Hotel beschaving", "Los zand" en "Volle maan". Een trompettist en saxofonist zorgden voor de extra muzikale versterking. Zijn oudere broer Blaxtar, de vrouwelijke MC en vocaliste DiNova en een dj (zijn naam ontglipt mij) maakten het plaatje compleet. Middelpunt van de energieke en sfeervolle set was natuurlijk Typhoon zelf, die met zijn intelligente rhymes en originele en feilloze flow de concurrentie ver achter zich liet. Geen nodeloos gezever en stoerdoenerij, maar een performance waarbij de muziek het voor het zeggen had. Hier kunnen veel Amerikaanse rapmiljonairs nog wat van opsteken!
De nu 54 jarige Chuck Dukowski (echte naam Gary McDaniel) doet niet bij iedereen een belletje rinkelen. Een korte introductie: hij was de oprichter en originele bassist van de legendarische en invloedrijke punkband Black Flag met daarin ook ene Henry Rollins en Greg Ginn. Tevens fungeerde hij enkele jaren als manager van de band en oprichter van SST Records (met oa. Sonic Youth, Dinosaur Jr., Minutemen en Meat Puppets). Sedert enkele jaren heeft hij samen met zijn levenspartner en tevens zangeres Lora Norton, The Chuck Dukowski Sextet (live een kwartet) (the red frequency) opgericht. Op Dour was er maar weinig interesse voor de verrichtingen van dit bonte gezelschap, hooguit een paar honderd mensen. De songs uit hun albums ‘Eat my life’ en ‘Reverse the polarity’ waren een mengeling van alternatieve rock, post-hardcore, punk, (free)jazz en psychedelica. Het bespelen van de vijfsnarige Fender bas was Chuck nog niet verleerd, ook de sterk solerende gitarist Milo Gonzalez gaf een goede performance. De flexibele stem van frontvrouw Lora Norton hield het midden tussen Kim Gordon (Sonic Youth), Courtney Love en Donita Sparks (L7) en was beslist het aanhoren waard.
Toch wou de vonk niet overslaan op het publiek, dit was waarschijnlijk te wijten aan het weinig opzienbarende en zwakke songmateriaal waarbij niets boven de middelmaat uitsteeg. Hier hadden we meer van verwacht, een gemiste kans!
De samenwerking tussen het Italiaanse punkjazz trio Zu (saxofonist, bassist en drummer) en het experimentele Amerikaanse hiphopduo Dälek (samen met dj/producer the Octopus) leek op papier een mooie combinatie (la petite maison dans la prairie). Beide acts zijn getekend door Mike Patton op diens Ipecac Recordings. Een label dat gekend is voor hen allesbehalve mainstreamacts (oa. Fantomas, Tomahawk, Mouse on Mars, Isis, Melvins, Kid 606, Ruins...).
We hoorden noisy soundscapes, een moeilijk verstaanbare en doorratelende Dälek en explosieve uitbarstingen die nergens toe leidden. Wel waren we onder de indruk van de op free-jazz gebaseerde solo's van bariton-saxofonist Luca Mai en de inventieve, onnavolgbare en diepe baspatronen van Massimo Pupillo. Dit zijn niet de eerste de beste muzikanten, ze zijn meesters in hun vak.
Toch bleek de 'industriële' hiphop, doorspekt met jazz, noise, rock en elektronica, steken in goede bedoelingen en halve aanzetten tot nummers. Misschien was het de bedoeling van dit optreden om het experiment op te zoeken en meer een soort van totaalgeluid neer te zetten, toch verlieten we de goedgevulde tent met een gevoel van lichte teleurstelling. Hier had meer ingezeten, jammer!
Johnson Barnes, aka Blu, is een 25 jarige undergroundrapsensatie uit LA, California (club circuit marquee). Op Dour bracht hij tracks uit zijn albums ‘Below the heavens’ en zijn nog te verschijnen plaat ‘God is good’. We hoorden "Blu collar worker", "The narrow path", "Simply amazing","There is no greater love" en "The world is". Samen met zijn Koreaanse DJ Exile (producer voor o.a. Mobb Deep, Jurassic 5, Ghostface Killah), zorgde hij voor een relaxte en bescheiden rapfeestje, ondanks de matige opkomst. Enerzijds waren de invloeden van NWA en Public Enemy (hij groeide op aan de Westcoast)merkbaar, anderzijds hadden zijn spirituele en persoonlijke teksten raakpunten met MC's/acts zoals Common, De La Soul, Black Star, Talib Kweli en The Roots. Hij bezat tevens een knappe techniek. Een dikke voldoende en bijzonder genietbaar, maar niet wereldschokkends!
Grunge pioniers Meat Puppets (the red frequency),onder de broers Kirkwood, zijn na 2002 terug bij elkaar en brachten vorig jaar ‘Rise to your knees’ uit. Hun rauwe gitaarsound is door de jaren beïnvloed door americana , folk en pop. Ze boden een broeierig doch tam setje, waarin “Oh me”, “Plateau” en hun doorbraaksingle “Backwater” niet ontbraken.Een Nirvana ‘unplugged’ song kregen we als toemaatje van het trio.
Punkroutiniers Lagwagon (the red frequency), uit Santa Barbara, probeerde er een feestje van te maken met hun snedige, opzwepende, ontspannende punkrock in de beste traditie van Bad Religion, NOFX en Pennywise. Goed maar onvoldoende beklijvend. Half geslaagde party!
Dave Eugene Edwards kon zich met z’n band Woven Hand (the red frequency) geen beter moment van optreden indenken: op z’n rechterzijde zag hij een verlichte kerktoren en torenhoog boven hem zagen we de volle maan. Het ideale decor om het adembenemende, onheilspellende, dreigende en pakkende materiaal van deze singer/songwriter, religieus predikant te ondergaan: de songs waren mooi uitgewerkt, klonken sfeervol en opwindend, kregen slides en feedback en hadden een broeierige spanning. Een intense rockshow: “Roma”, “Your russia”, “Whisting girl” en “Tin finger” waren solide songs met een knipoog naar 16 Horsepower.
De verwachtingen waren hooggespannen bij het optreden van de oldschool hardcore hiphopformatie Black Moon uit Brooklyn, New York (club circuit marquee). Jammer genoeg werden deze maar half ingelost, dit was vooral te wijten aan het ontbreken van tweede MC 5FT (hij zat in de gevangenis). Oprichter Buckshot en DJ Evil Dee (ook lid van Da Beatminerz) moesten de klus alleen klaren. Dit deden ze behoorlijk, maar toch was het gemis van 5FT voelbaar. Buckshot (tevens lid van de Boot Camp Clik) bracht dan ook goed beredeneerd een dwarsdoorsnede van zijn inmiddels zestien jaar durende carrière, hij bracht songs uit de Black Moon-catalogus (de classics "Buck 'em down", "How many emcee's?”, "Who got the props?"), zijn twee albums met DJ 9th Wonder ("The formula" en "Chemistry") en enkele solonummers ("Hold it down", "Stay real"). De agressieve en stoere raps verveelden na een tijdje en waren nogal monotoon en beperkt. Toch dachten velen daar anders over en genoten ze zichtbaar van hun helden. Ondergetekende was van mening dat er meer had ingezeten, spijtig!
Het Britse uitgebreide gezelschap The Herbaliser (eastpak core stage) brengen een mix van soul, funk, rock, free jazz en hiphop. De vorige keer dat we hen aan het werk zagen op FihP te Oudenaarde, trokken ze vooral van de kaart van een lounge geluid. Met de nieuwe cd in het achterhoofd ‘Same as it ever was’, klonk de band met zangeres Jessica Geenfield energiek, bedreven, swingend en dynamisch. Een geslaagde set.
De grootste publiekstrekker van de zaterdag was ongetwijfeld de hardcore-iconen van Hatebreed uit New Haven, Connecticut, US. Ze zijn de populairste en bestverkopende hardcore/punk/metalcoregroep van de laatste tien jaar. Het was dan ook bijzonder druk aan The Last Arena, duizenden fans verzamelden aan de mainstage. De invloeden van hardcore-acts (Sick Of It All, Agnostic Front, Cro-Mags, Madball) en metalbands (Slayer, Sepultura, Crowbar) is onmiskenbaar in hun sound; Toch weten ze er hun eigen unieke draai aan te geven. FrontmanJamey Jasta en zijn vier kompanen deden hun naam van strak geoliede machine en sterke liveband alle eer aan. Ze verkeerden in bloedvorm en gaven een mooi overzicht van hun vier albums: ‘Perseverance’, ‘Live for this’, ‘Destroy everything’, ‘Tear it down’, ‘Defeatist’ en ‘I will be heard’ waren enkele van de mokerslagen die ze uitdeelden. Er werd massaal meegebruld en gemosht, dit was topklasse!
En in onze nachtelijke tocht pikten we volgende bands en DJ’s op:
Het Waalse Superlux, die opvallend laat en hoog geprogrammeerd stonden op het festival. Ze waren erg geliefd door onze Waalse vrienden. Hun kitscherige electropop had de juiste groove, beat en melodie. Doch de band beschikte nog niet over voldoende potentieel om een uur lang te boeien.
Na zijn succesvolle doortocht vorig jaar, mocht de meester van de wansmaak, Otto von Schirach, zijn kunsten nog eens vertonen. Ditmaal werd hij bijgestaan door DJ 666Cent (tevens drummer), DJ Urine (een Française), DJ Esperanza en een grapjas verkleed als krokodil (echt waar, zijn rol was onduidelijk?). Het in Miami, Florida, USA, residerende fenomeen is al tien jaar actief, heeft reeds zes fullengths, talloze ep's en singles op zijn naam staan en is na Venetian Snares zowat de bekendste breakcore-artiest. De explosieve cocktail van breakcore, gabber, drill-'n-bass, booty bass, gangsta rap en (death)metal sloeg in als een bom en deed de afgeladen tent zowat uit zijn voegen barstten! De humoristische samples uit obscure horror- en pornofilms gaven een extra tint aan het geheel. Dit was zowat het extreemste en meest geschifte optreden van het hele festival en zeker niet voor gevoelige zieltjes. Dit was 'dansmuziek', maar dan op een ander, bijna buitenaards niveau, iets dat je echt eens moest gezien hebben. Otto, see you next year!
DJ Krush had een best aardige zachte tune en beats in een dreigend triphop decor, doorspekt van rock, reggae, jazz, drum’n’bass, dub en techno. Hij klonk alvast interessanter dan z’n Amerikaanse vriend DJ Shadow.
De zeskoppige bende Japanners Soil & Pimp Sessions betrokken het publiek nauw bij hun set van catchy jazzy loops, en lounge.
Aaron Spectre, alias Drumcorps uit Massachusetts, USA, is nog zo'n groeiende ster aan het breakcorefirnament. Hij groeide op in de hardcore/metalscene van Converge, Botch en Neurosis, in '99 verhuisde hij naar NY waar hij blootgesteld werd aan jungle, ambient en breakcore. In '03 kwam hij in Berlijn terecht, waar hij besliste om muziek te maken en de wereld rond te reizen. Live bracht hij het beste van beide werelden samen: hij zorgde voor een furieuze mix van harde techno, industrial, noise, breakbeats en drum 'n' bass. Daarbij injecteerde hij ook nog eens ultraheavy metalgitaren. Enkele titels uit zijn meedogenloze maar gevarieerde set: "Thin retro God", "Forgive and forget", Down", "Relief" (cover van cybergrindband Genghis Tron) en de lange, noisy afsluiter "Grist". Een intense live ervaring die beslist naar meer smaakte en absoluut één van de hoogtepunten van het weekend!
Na tournees in de States, Japan en China stond Droon, de Gentse breakcoreproducer en organisator van de befaamde 'Breakcore gives me wood feestjes' eindelijk op het podium van Dour. Onafscheidelijk met zijn keytar, een toetsenbord in de vorm van een flying V-gitaar en een piloothelm bracht hij een excentrieke mashup van breakcore, electro, rave, noise, punk, rock, pop en hiphop. We hoorden fragmenten van Metallica (“Master of puppets”), Snoop Dogg (“Drop it like it’s hot”), Christina Aguilera (“Genie in a bottle”) en Peaches (“Rock show”). Zoals Droon het zelf zegt op zijn myspace: "The best and worst from twenty years of rave, thirty years of punk and fifty years of rock 'n' roll! Ik zou het niet beter kunnen verwoorden!
En tenslotte kon het Gentse The Subs rekenen op een nokvolle tent; het publiek ging totaal loos op hun opzwepende, neurotische sounds, ‘80’s electro, techno, house en chemical breakbeats, waarbij ze af en toe samples van rock- en waveklassiekers inpasten. “Kiss my trance” vatte de muzikale noemer samen onder ‘dance music for happy people’!
Organisatie: Dourfestival, Dour