logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Epica - 2024/8/...
Sleaford Mods -...
Festivalreviews

Boomtownlive Gent 2007: Au Revoir Simone en The Frames

Geschreven door
Afgelopen maandagavond besloten hevige regenbuien een bezoekje te brengen aan de Gentse Feesten en lieten ze bijhorend ook de 6de editie van Boomtown Live, het gratis festival dat op de Oude Beestenmarkt wordt georganiseerd, niet ongemoeid.

De timing was slecht gekozen, zeker omdat kon getwijfeld worden aan de weersbestendigheid van de uit Brooklyn (New York) afkomstige groep Au Revoir Simone. Heather D’Angelo (zang/drummachine/keyboard), Erika Forster (zang/keyboard) en Annie Hart (zang/
keyboard) zien er namelijk zo frêle uit dat het lijkt alsof iedere windstoot voldoende is om hen van het podium te blazen en ook hun dromerige elektronische pop doet meer associaties oproepen met sprookjesachtige landschappen dan met een door feestgedruis omgeven terrein dat kreunt onder de aanhoudende regen. Ook het drietal zelf leek er niet gerust in. Ze begonnen een twintigtal minuten later dan voorzien aan hun set, excuseerden zich uitgebreid voor enkele technische problemen waar ze mee af te rekenen hadden en stonden wat onbeholpen en onzeker achter hun inderhaast opgestelde keyboards en retro-drumcomputers, zich daarbij afvragend hoe de reactie zou zijn van het publiek. Toen bleek dat de aanwezigen spontaan elkaars gezelschap opzochten onder de paraplu’s en enthousiast reageerden op de romantische klanken en de meerstemmige, zoetgevooisde stemmetjes op het podium, uitten de meisjes hun grote spontane dankbaarheid en zelfs verwondering door tussen de nummers honderduit over diverse dingen te praten, niet in het minst over het weer en over de lekkere champagne die ze uit plastic bekertjes dronken.

Er werd hoofdzakelijk geput uit hun eerder dit jaar verschenen tweede album, ‘The Bird of Music’ (dat ze in februari ook kwamen voorstellen in de Botanique) maar via de meer ingetogen nummers “Through The Backyards” en “Stay Golden” kwam ook het uit 2005 daterende minialbum ‘Verses Of Comfort’ “Assurance & Salvation” even aan bod. Het klonk allemaal wat directer en minder gepolijst dan op plaat, zonder daarbij het lieflijke effect te verliezen. Na slechts 8 nummers gespeeld te hebben, werd het concert beëindigd.

David Lynch is alvast grote fan en ook liefhebbers van Young Marble Giants, Broadcast, Laika en vooral Stereolab, zouden deze band zeker eens moeten proberen.

Au Revoir Simone had aan The Frames beloofd dat ze de regen zouden ophouden en het leek hen nog eventjes te lukken ook. Maar kort voor de aanvang van hun set, stond vast dat ook de Ieren zouden moeten optornen de felle regen. Desondanks hoefden zij zich qua publieke belangstelling geen zorgen te maken, temeer daar zij kunnen rekenen op een vaste aanhang, mede gebaseerd de goede live-reputatie die The Frames hier intussen opgebouwd hebben.

Dit werd nogmaals bewezen door het feit dat de fans hun paraplu’s deden draaien op de tonen van de muziek en op verzoek van zanger, gitarist Glen Hansard spontaan met de handen wuifden of meezongen. Gezien de erg natte ondergrond breidde Glen wijselijk geen gevolg aan zijn Dourtrucje door het rechtstaande publiek beurtelings te doen zitten of liggen. Maar wie weet hadden sommigen het nog gedaan ook. 
Genietend van dit gebeuren, speelde de groep constant met de glimlach op het gezicht, een niet vlekkeloze doch wel energieke set. Sterkhouders waren opnieuw “Revelate” en “People Get Ready” dat Glen met een ruk aan zijn versterker een erg krachtige en expressief einde toebedeelde.
Zoals gebruikelijk, verweefden The Frames ook enkel covers doorheen hun eigen nummers. “Fake” dat voorzien werd van een opzwepende vioolpartij door Colm Mac Con Iomaire, werd gekoppeld aan “Always On My Mind”, “Star Star” aan “Hotel Lounge” en op het einde kwam ook nog eens een flard “Here Comes The Night” aan bod.

Net zoals de meisjes van
Au Revoir Simone die trouwens vrolijk naast ons aan het rondhuppelen waren, vormde de regen ook voor The Frames een bron van inspiratie door “Pavement Tune” tot anti regenlied te bombarderen. Tegen dan was bijna iedereen in het publiek echter zo nat geregend dat het er niet veel meer toe deed. In ruil voor het doorzettingsvermogen had men echter wel twee hartverwarmende concerten cadeau gekregen.

Organisatie: Boomtownlive, Gent


Dourfestival Dour 2007: zaterdag 14 juli

Geschreven door

Het Franse Dirty Fonzy (The Last Arena) zegt invloeden te hebben van The Clash en Rancid, maar deed eerder denken aan onze eigen Janez Detd met hun melodieus onschuldige snedige punkrock/hardcore. Ze speelden een  pittig verzorgd optreden. 

Smaakmaker op het vroege uur was een ander Frans gezelschap Gomm (The Red Frequency Stage), die al een pak jaren bezig zijn, maar nog maar toe zijn aan een tweede plaat. Het viertal, waaronder een man - vrouw zang (drums - toetsen), verbaasde met hun weirdo postpunk, noiserock en psychedelica; Gomm situeert zich tussen de Yeah Yeah Yeahs,  Sonic Youth en de huidige sliert postpunkbands. Twee cd’s hebben ze tot nu toe uit: ‘Destroyed to perfection’ en ‘4’. Hun songs waren opzwepend, hadden onverwachtse wendingen en ondergingen diverse tempowisselingen, ondersteund door een afwisselende zang of een samenzang. De band verraste aangenaam met hun boeiende, ijzersterke set, en er was de zangeres, die totaal loos ging op haar keyboards en deed beddromen met haar gepassioneerde, sensuele zang. Beloftevolle band of waren ze dit al niet?!

Ben Westbeech (Clubcircuit Marquee) leek een herboren Johnny Hates Jazz figuur, en bracht een aanstekelijke mix van soul, funk en pop. Gaandeweg had hij het publiek in z’n greep door de groovende sound. “So good today”, “Dance with me” en “Beauty” zorgden voor een fijn setje. ‘Welcome to the best years of your life’ is de debuutcd, een titel die hij live onderstreepte. Z’n sympathieke uitstraling was als de nieuwe Mick ‘Red’ Hucknall van Simply Red.

Sioen (The Red Frequency Stage) bracht heel wat Vlamingen vooraan. Ook onze Waalse vrienden, waren te vinden voor de ‘jonge-meisjes-hartenbreker’; vakkundig gearrangeerde, indringende songs, gekenmerkt door een broeierige opbouw en gedragen door z’n warme, melancholische lichthese stem. “Too good to be true” was een muzikaal gevecht tussen violist Jeroen Baert en pianist Sioen. Sioen speelde een erg afwisselende set van emotievolle poprock, die op geen enkel moment verveelde: “Ready for your love” als eerste herkenningspunt, “Ease your mind” en “Who stole my band” de rockers, “Wild wild west” klonk grillig en avontuurlijk en “No conspiracy at all” was het intieme moment.

Joe Lally (
La Petite Maison dans la Prairie) maakte deel uit van de hardcore pioniers Fugazi, momenteel op non actief. Het solowerk van de bassist klinkt rustig. De band refereert nauw aan Morphine door Lally’s bas en een aan Dana Colley denkende sax. Een spannend, broeierige sound, met een dosis experiment en begeesterende saxpartijen.

The Frames (The Red Frequency Stage) komen graag naar ons landje. In het voorjaar speelden ze een drietal clubconcerten en ook op festivals zijn ze er bij (Dour/Boomtownlive). De Ierse band onder zangschrijver Glen Hansard spelen sfeervolle, dromerige songs, waarin een mate van dramatiek is verwerkt; live klonk het af en toe krachtiger. Luistersongs die soms aanzwollen, “Keepsake” en “God bless”, “Finally” klonk snedig en er was de uiterst sfeervolle aanpak, zoals op “Friends + Foe”. A good time gevoel hielden we over aan de broeierige set van de Ierse band.

Part Chimp (
La Petite Maison dans la Prairie) was muzikaal geënt op de stonerrock en grunge. Het drietal in houthakkershemden refereerden aan  Mudhoney, Kyuss en Sonic Youth: een pletwals van sluimerende stevige noisepop, doordrenkt van distortion, fuzz en een onverstaanbare zang. Een fel verbeten sound en noise uitbarstingen door de pedaaleffecten en in de rustige momenten zacht ingetogen.

Nicole Willis and The Soul Investigators (Clubcirquit Marquee) deed de temperatuur nog toenemen met haar warme, groovende soul/jazzypop. De echtgenote van Jimi Tenor deed ons herleven in de Motown sound van eind de jaren ’60. Ze stond garant voor een uiterst aangename, smaakvolle set. Gaandeweg was er meer swing in het optreden, kleur gegeven door een blazersectie, opzwepende percussie, intrigerende ‘70’s toetsen en de prachtig heldere soulstem van Willis. Puike set.

Het Amerikaanse tweetal Two Gallants (The Red Frequency Stage) ging van rauwe garage rock/blues, van gitaar, mondharmonica en drums, tot kippenvelmomenten door slides en soli. ‘What the toll tells’ was een meesterwerk vorig jaar. Live voelde het grootse podium misschien wat onwennig aan, wat niet belemmerde een snedig concert te geven; “Long summer day” en “Las cruces jazy” waren hoogtepunten. De handvol nieuwe nummers maakten ons nieuwsgierig naar de binnenkort te verschijnen nieuwe titelloze cd.

Michael Gira (
La Petite Maison dans la Prairie) lag aan de grondslag van de avantgarde/noise industrial sound die hij met Swans medio de jaren ’80 produceerde; met de jaren klonk Swans toegankelijk en introspectief. In ’97 werd Swans opgeheven en werkte Gira verder aan z’n record label Young God Rec. en z’n project Angels Of Light. Live hoorden we een voorsmaakje van nieuw solowerk; akoestische gitaar en z’n huiveringwekkende bariton stem droegen de intiem, broze songs. Af en toe refereerde hij naar de Swansperiode. Only for fans bleek het, want in de tent waren hoogstens een honderdtal aanwezigen. Emotievolle set.

Griots and Gods feat. The Young Gods & Dälek
(
La Petite Maison de la Prairie) zagen nog net voor hen één van de peetvaders van de industrial scene, Michael Gira.
Hun samenwerking was een avontuurlijke combinatie van donker dreigende (soms traag opbouwend) elektronische soundsapes en hiphop. Een intens, broeierige sound, die qua bezwerende, zwevende zang van Treichler en Däleks spervuur aan raps goed samen paste. Voor herhaling vatbaar!

Het Noorse trio Motorpsycho (The Red Frequency Stage) stonden als een Neil Young & The Crazy Horse opgesteld. Ze kregen ruim de tijd (bijna twee uur) om hun noise/postrock aan een breder publiek voor te stellen. Het drietal ging ervoor, stelde de recente dubbelaar ‘Black Hole/Blank Canvas’ voorop en blikte terug naar hun jaren ’80 muziek. De songs werden lang uitgesponnen, en er waren de begeesterende, bij het nekvel grijpende, gitaar- en drumsoli: zacht ingetogen of fel en scherp met gierende gitaren. Een kunstje beheerste, ontregelde en ontspoorde virtuositeit.

Notwist (
La Petite Maison dans la Prairie) was duidelijk geïnspireerd door de live set van Motorpsycho, want zij  gaven hun anders zo sfeervolle indie (elektronica)rock een stevige, harde tik. Het Duitse vijftal, onder de broers Acher, lieten songs als “Chemicals”, “Pilot” en “Pick up the phone” aanzwellen; Radiohead meets Tool en Pink Floyd? Door de donkere dreigende sound, noise en soundscapes viel dit te herkennen. Na ruim vijf jaar bleek de band er duidelijk zin in te hebben, klonken ze gretig en stonden ze op scherp. Benieuwd hoe hun nieuw materiaal zal klinken…

Girls In Hawaii (The Red Frequency Stage) is de populairste Waalse band. Het zestal uit Nijvel heeft nog maar één plaat ‘From here to there’ uit, en zal in februari klaar zijn met de opvolger. Meeslepende, broeierige en dromerige gitaarpop (soms met drie gitaren), sfeervolle toetsen en een zalvende stem. “Found the ground” en “The fog” gingen er in als zoetenkoek bij onze Franstalige vrienden en het handvol nieuwe nummers waren veelbelovend. De dEUS van Wallonië?!

Voor het alternatieve dansaanbod pendelden we heen en weer tussen Autechre (
La Petite Maison dans la Prairie),  Justice (Eastpak Core Stage) en Venetian Snares (La Petite Maison dans la Prairie).
Met een groot oplichtend kruis achteraan het podium maakte het Franse duo Justice een pompende mix van ‘80’s kitschdisco, breakbeats en drum’n’bass, waarbij tracks van bekende artiesten netjes werden verbouwd; het publiek was te vinden voor dit arty dansconcept
Autechre op z’n beurt bracht abstracte (knisperende) elektronica, bleeps en soundscapes. Een niet toegankelijk geluid, waarbij het Duitse duo binnen de dance nog steeds geen enkele toegeving heeft gedaan.
Venetian Snares, het alter ego van de Canadees Aaron Funk, slaagde erin op twee jaar tijd een vijftal platen uit te brengen van elektronisch vernuft, drum’n’bass, breakbeats, hardcore  en klassiek. Een staaltje experiment voor de ‘die hards’ onder ons!

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2007: vrijdag 13 juli

Geschreven door
Voor het eerst in z’n negentienjarig bestaan mocht Dour dit jaar op voorhand het bordje ‘uitverkocht’ plaatsen. De avontuurlijk muzikale formule en de sfeer van het vierdaags ‘alternative music event’ wordt door de festivalganger geapprecieerd. De Vlamingen kennen sinds een paar jaar de weg naar Henegouwen. 
In totaal waren er op Dour 144000 mensen, waarvan dagelijks 32000 bezoekers op de camping, die getrakteerd werden op toffe belevenissen. Dour gaf je de kans een pak nieuwe groepen en alternatieve bands te leren ontdekken. 
Dour plaatste zich meteen als derde groot festival in ons land. Verdiend!
Een woord van lof aan de organisatie, die erin slaagde ruim 200 acts over zes podia op tijd te laten spelen.  Puik werk, gasten. 
Door werkomstandigheden konden we maar een kleine drie dagen het festival bijwonen.

Dag 2: vrijdag 13 juli
Na een helse werkweek konden we pas Dour 2007 ’s avonds aanvatten.
Meteen werden we ondergedompeld in de rammelende garage punk/rock’n’roll sound van het Britse The Horrors (Dance Hall), die invloeden aanhaalden van The Stooges, Killing Joke, The Cramps, Jesus & Mary Chain, Jon Spencer, Misfits en Joy Division. Het vijftal debuteerde in het voorjaar met ‘Strange houses’. De Britpunkers openden met “No love lost” van Joy Division (of was het toen Warsaw). Ze trokken een muur op van noise en fuzz en er was een haast onverstaanbare, onvaste schreeuwzang. The Horrors speelden een luid en potig setje. 

Een hels tempo werd behouden door de NYse hardcore veteranen Sick Of It All (Eastpak Core Stage), live nog niks ingeboet aan dynamiek. “Step down”, doorbraak van de hardcore naar een breder publiek, een kleine vijftien jaar terug, was al vroeg een hoogtepunt; ze putten uit hun rijkelijk gevuld oeuvre en speelden een handvol songs van het recente ‘Death to tyrants’. Opzwepende songs in een snelvaart tempo! Geen band op retour dus. Op ouderdom staat geen sleet. 

Het Nederlandse duo zZz (Dance Hall) biedt op z’n beurt een puike mix van zompige rock’n’roll, psychedelica en donkere jaren ’70 wave/elektronica. Weirdo dope rock’n’roll suicide = de sound van zZz, gelinkt aan het Vega/Rev duo Suicide. Een stomend setje waarbij ze fel tekeer gingen op toetsen en drums onder een rauwe, soms galmende zang. “Ecstasy” en “Sweet sex” klonken hallucinant en “Soul” werd bepaald een dreunend repeterend orgeltje.

Clap Your Hands Say Yeah
(The Last Arena) bracht de psychedelica terug naar popnormen. De band is sterk ontvangen door onze Franstalige vrienden, remember hun optreden in de AB (februari laatstleden). CYHSY kon het opgezette feestje van de AB niet herhalen. De band speelde slordig en rommelig. Het waren “Over & over again”, “Upon this tidal wave of young blood” en “The skin of my yellow country teeth” van hun klasse debuut, die inwerkten op de dansspieren, onder de neuzelende zang van Gunworth. “In this home on ice” klonk strak en stevig. Met “Satan said dance”, de klassieker van hun tweede cd,  konden ze de set nog redden; op het podium bouwden ze een feestje met de leden van The Rapture. Knap amusant, maar CYHSY kon zich nu niet onderscheiden.

Bright Eyes
(The Red Frequency Stage) is het muzikale project van singer/songwriter Conor Oberst uit Nashville. Live is Bright Eyes momenteel een uitgebreid ensemble: twee drums, viool, toetsen, steelpedal en strijkersarrangementen vullen aan. De meeslepende, pakkende americana/ country/folkpop op het recente ‘Casadaga’ kan de doorbraak betekenen naar een breder publiek. Ze speelden, met Oberst als dirigent, een subtiel uitgewerkte en stijlvolle afwisselende set, wat deed denken aan de Devandra Banhart freefolk stijl. We waren onder de indruk van oudere songs als “First day of my life”, die de band fijn aanpaste. Ze putten rijkelijk uit de recente cd met o.a. “Soul singer in a session band” (toepasselijk in deze bezetting!) en “Four winds”. De ‘open mind’ troubadour onderhield een nauw contact met z’n publiek, wat sterk werd geapprecieerd. Uitstekende overtuigende liveset! 

Het Britse duo Simian Mobile Disco (Eastpak Core Stage) maakt met bands als The Klaxons en Shitdisco deel uit van de nu-rave. Het tweetal houdt het op de elektronica van beats, grooves, trance en dance.  De tent barstte bijna uit z’n voegen met “It’s the beat” en “I believe”. 

De oude Britse ‘rave’ ratten Zion Train (La Petite Maison dans la Prairie) intrigeerde vorig jaar nog op Krakrock te Avelgem. Hun dancehall/dubreggae en de op elkaar aanvullende rapzang, zorgde opnieuw voor een dampend feestje. Op plaat soberder, live venijnig en dansbaar. Puik werk van deze veertigers! 

Digitalism
en Blackstrobe konden de nacht besluiten in de Dance Hall en in de Eastpak Core Stage. Het Duitse Digitalism combineert rock, dance en elektro. Een aanstekelijk, opzwepende set, terwijl Blackstrobe het hield op trance en beats, wat inwerkte op de dansspieren.

Organisatie: Dourfestival, Dour

10 Days Off 2007: DAY 01: Mason en Martin Solveig

Geschreven door
In 1995 begon het allemaal met wat toen nog ‘10 Days Off Techno’ heette. In 1999 werd het dan ‘10 Days Off’ met het bekende gevolg …10 dagen lang kan je kiezen uit alles wat met elektronische muziek te maken heeft, verdeeld over drie podia. Drie podia op een prachtig ingekleed, cosy plaatsje, De Vooruit te Gent. Musiczine maakte z’n selectie.

DAY 01: Mason en Martin Solveig 

Mason
is een 23 jarige Nederlander geboren in Amsterdam met een Nederlandse moeder en een Griekse vader. Op zijn 6e was de viool zijn eerste muziekinstrument maar nadat hij Amerikaanse hiphop DJ’s aan het werk had gezien was de vioolliefde vlug over. Hij begon te draaien in een paar lokale clubs in zijn geboortestad. Eind jaren ‘90 gebeurde dit meer en meer tot hij werd opgemerkt door zijn landgenoot Tiësto. Die vroeg Mason om jaja viool te spelen in zijn sets. 
De echte grote doorbraak kwam er in het voorjaar met zijn superhit “Exceeder”. Dit was de organisatie van 10 Days Off  niet onopgemerkt en zo stond Mason op de affiche. Dat het ‘Exceeder-fenomeen’ aanspreekt was wel duidelijk. De talrijk opgekomen fuifbeesten konden genieten van een vrij elektronische set van techno/house invloeden, in een passend decor. Voor wie hem nog niet kende was de set alvast een geslaagde passage en een fijne start van de avond.

Martin Solveig,
de nu 31-jarige Fransman, kreeg op zijn 13e  zijn eerste draaitafel. Net als zijn voorganger Mason had ook Martin Solveig zijn eerste stappen gezet in de klassieke wereld. Niets voor hem bleek, “geef mij maar de grote, bekende Parijse clubs” dacht hij. De Vooruit mag je nu niet écht een dansclub noemen, maar het legde er wel aardig naar aan. Het waren dure plaatsen voor de mensen die zin hadden om ruim te dansen. En of er gedanst werd? Met zijn typische mengeling van dance en house wist hij de menigte te bekoren. Ook hier was het decor van de “B-live Room” de ideale omgeving voor een party met Martin Solveig. Drie uur fuiven op enkele van z’n gekende songs als “Madan”, “Rocking Music”, Jealousy” en “Everybody”  was snel voorbij. 

Een meer dan geslaagde eerste avond “10 Days Off”. Volgende afspraak: DAY 03 met o.a. Etienne de Crécy en Foxylane.

Organisatie: 5 voor 12

Cactusfestival Brugge 2007: zondag 8 juli

Geschreven door
De Spaanse elfkoppige bende van Ojos De Brujo bracht een zeer aanstekelijke cocktail van rap, flamenco en wereldmuziek.  Met een DJ en een rapper in de rangen weten ze ook wat te doen om hip te blijven. Het geheel was zeer ritmisch en dansbaar en de Spaanse bende had er kennelijk wel zin tot grote vreugde van het publiek.  De minpuntjes van hun set zijn de te talrijke solo uitstapjes van de bandleden. Die muzikale hoogstandjes zijn best allemaal wel leuk,  maar het haalde toch enigszins een beetje de vaart uit hun optreden en dat was des te jammer. Maar toch, het eindrapport voor deze broeierige Spaanse act is overwegend positief.

Met de rootsreggae groep  The Congos gingen we terug naar de generatie van Lee Scratch Perry en Bob Marley. The Congos zijn 4 ouwe makkers die in hun leven al tonnen joints moeten gerookt hebben, want ze zagen er toch allemaal niet te normaal meer uit. De vier hielden het bij vocale prestaties terwijl ze ondersteund werden door een veel jongere begeleidingsband die een fris potje reggae en dub speelden zoals die moet klinken, met lekker stekelige gitaren, een loodzware en diepe bas en roffelende drums en percussie. The Congos waren aangenaam vertier voor het zonnige cactus en verveelden geen moment, wat anders wel eens het geval kan zijn met reggae optredens.

Om de verscheidenheid van een festival als Cactus nog wat meer in de verf te zetten kregen we hierna iets heel anders met de gitaarrock van Buffalo Tom, die hier voor het tweede jaar op rij stonden, maar nu met een nieuw album, het eerste in tien jaar tijd. De set van Buffalo Tom was even scherp, potig en fris als die van vorig jaar. Al van bij de openingssong, het bruisende “Velvet roof” wisten we dat het goed zat. Het drietal ging ongestoord door met klassiekers als “Mineral”,”Taillights Fade”, “Summers gone”, “Tangerine”,  en “I’m allowed”  die allen nog even fris klinken als destijds. De nieuwe songs uit het overigens voortreffelijke ‘Three easy pieces’ konden de concurrentie met de oudjes aan.  Opmerkelijk en lekker stevig was de Rolling Stones cover “Stray cat blues” in de bisronde.  Een zinderend optreden van een band die aan een nieuw leven is begonnen.

Met de neerslachtige muziek van Tom Mc Rae ging de temperatuur alvast een stuk naar beneden. Fuiven was er hoegenaamd niet bij, luisteren naar zijn breekbare liedjes wel.  Mc Rae had enkel een pianist en een cellist meegebracht. Doe daarbij zijn hemelse stem en een stel sublieme songs en je hebt voldoende ingrediënten om het festival in vervoering te brengen. Dat deed Tom Mc Rae dan ook. Met dergelijke donkere muziek op een zonnige weide toch de aandacht van een ganse weide vasthouden, je moet het maar doen (in tegenstelling tot wat een getormenteerde zielenpoot als Rufus Wainwright hier vorig jaar stond te doen, had u ons toen een geweer gegeven, wij hadden die janker meteen uit zijn lijden verlost).

Gabriel Rios hebben we aan ons laten voorbijgaan. Je hoort niets anders dan dat dit een hele mooie jongen is (’t zal wel zeker) maar niemand heeft het over zijn muziek. Dus echt onvergetelijk zal het wel niet zijn, ook zijn twee plaatjes zijn bij ons niet blijven hangen.

Absolute hoogtepunt van de avond was natuurlijk The Flaming Lips. Zelden zo iets indrukwekkends gezien. De aanvang van hun set staat in ons geheugen gegrift. Tientallen grote ballonnen het volk in, tonnen confetti en papierslingers die met een kanon de weide werden ingeblazen en halve zot Wayne Coyne die in een reuzengrote ballon in het publiek ging crowdsurfen. Dat allemaal als intro van de eerste song, het prijsbeest “Race for the prize”. Van dan af kon het niet meer kapot, en dat was ook zo. The Flaming Lips bleven ons verrassen met hun energieke en avontuurlijke set met showelementen waar ze bij Pink Floyd stikjaloers van zijn. Die gelijkenissen met Pink Floyd zijn helemaal zo gek niet, want dit is Pink Floyd na een reanimatiekuur van vodka, buskruit  en de meeste vreemde plantenextracten. The Flaming Lips puurden vooral uit hun laatste drie albums, gingen geregeld een geflipte psychedelische toer op, maakten het publiek al even gek als ze zelf zijn en zorgden voor het meest indrukwekkende totaalspektakel dat we de laatste jaren gezien hebben. Je moet er bij geweest zijn om het te geloven. Een fantastische afsluiter voor Cactus 2007. Dit zal ons nog lang bijblijven.

Tracklist: race for the prize – free radicals – yoshimi battles the pink robots I & II – vein of stars – the yeah yeah yeah song – in the morning of the magicians – the wand – cow/duck jam – the spark that bled – she don’t use jelly - do you realize

Cactusfestival Brugge 2007: zaterdag 7 juli

Geschreven door
Archie Bronson Outfit is een graag geziene band in de Cactus Club. Het Londens drietal kwam al twee keer langs in een goed jaar tijd. Geen ‘Britse lookalike, maar mannen met baarden, lijkend op Grandaddy. Jon Spencer, The Kills en 16 Horsepower zijn referenties. Hun rauw, rammelende opzwepende rock’n’roll werd sterk ontvangen op het vroege middaguur. "Cherry lips", "Dead funny" en "Dart for my sweetheart" klonken stomend, pittig, bedreven en messcherp. Archie Bronson Outfit liet de muziek voor zich spreken. En meteen goed voor een bis! 

iLiKETRAINS verwerkt de ‘80’s wave van Joy Division en The Chameleons, en verbinden dit aan het netwerk van Interpol en de postrock van Explosions in the Sky en Mogwai. Ze debuteerden vorig jaar met ‘Progress-Reform’:  repetitief opbouwende songs, die aanzwellen door feedbackgeraas, bepaald door de bariton zang van David Martin.
“We bring dark music for happy people”. Ze startten als een traag op gang komende locomotief (trouwens de heren hadden oude spoorweghemdjes aan), maar kwamen op dreef met het herkenbare “A rook house from Bobby”.  Nieuwe songs als “We go hunting” en “Death of an idealist” en het afsluitende, lang uitgesponnen - met effectbejag - “Spencer Perceval”  maakten ons nieuwsgierig naar de binnenkort te verschijnen tweede cd. 

The Rakes, ook uit Londen trouwens, vat post in de tweede linie postpunkbands. Het recente ‘Ten New Messages’ klinkt geraffineerder en kan onvoldoende tippen aan het strakke debuut ‘Capture/Release’. Live zat de band verveeld met hetzelfde probleem. Een stevige start was er met “Terror”, “Retreat” en het herkenbare  “We danced together”. Na een matig middendeel klonken The Rakes strakker en krachtiger op  “22 grand job”, “Violent” en “Strasbourg”.  “Work work work” en “The world was a mess” hielden de band op dreef en gaven een fijne finale. 
De hoekige armbewegingen en de (veel te) grote zonnebril van de zanger deden denken aan Jarvis Cocker van Pulp. 

Horace Andy  & The Dub Asante Band: Horace Andy kennen we van z'n vocale bijdrages bij Massive Attack. Mans eigen werk is te situeren binnen een zomerse, relaxte sound van dub, reggae en pop; alvast een aangename verfrissing binnen het alternatief rockaanbod van de dag.

Mogwai
zijn één van de voornaamste exponenten van de postrock. Eerst werd Explosions in the Sky geopteerd, maar de band moest z'n tournee noodgedwongen tijdens de zomer afzeggen door familiale omstandigheden. Met Mogwai had de Cactus Club de peetvader kunnen strikken. Hun instrumentale, filmische sound wordt bepaald door een repetitief opbouwend ritme en opzwepende percussie: van lieflijke, beheerste tot fel uithalende, overwaaiende gitaarpartijen, met feedbackgeraas. Na enkele sfeervolle platen klinkt het recente 'Mr Beast' iets krachtiger. 
De band koos live voor een evenwichtige aanpak: sfeer en  intimiteit zoals op "Friends of the night" en "I know UR" met pianodeuntje en vocodervocals. Gaandeweg dreef Mogwai het tempo op, maar op "Hunted by a freak" liep het vroegtijdig mis; de band had wat tijd nodig om te herstellen, wat pas kon gebeuren met " 2 rights make 1 wrong". "Glasglow mega-snake" en "We're no here" waren een schitterende apotheose met een dosis fuzz, noise en distortion, waarbij de pedaaleffecten stevig waren ingedrukt. Mogwai begon langzaam, klonk wat moeizaam, doch eindigde pakkend en huiveringwekkend!

Het Franse Gotan Project zorgt voor een uniek geluid van Argentijse tango - elektronica. Twee cd's intrigeerden al: 'La revancha del tango' en 'Lunatico'. Deze muzikale formule klinkt loungy, zwoel, warm, aanstekelijk en dansbaar. De band speelde een overtuigende herhalingsoefening van hun twee sets in de AB, vorig jaar. Voor wie hen nog niet aan het werk zag, was dit alvast de moeite waard: tien personen op het podium (bandoneon, piano, strijkerkwartet, gitaar, een DJ en een elektronicatechneut), mooi uitgedost in witte avondkledij of in kostuum. De meeste songs werden door Cristina Villalonga gezongen, die met haar Zuiderse stem de warme partysfeer elan gaf. Op het achterplan waren talrijke projecties te zien en op de koop toe zagen we de leden van Calexico ("Amor Porteno")en de rappers van Koxmoz ("Mi confesion") op het scherm. Gotan Project kon rekenen op een sterke respons, wat hen alvast deugd deed. Gaandeweg klonk de elektronica forser en waren er meer beats: "Santa Maria", "Criminal" en het afsluitende "Triptico". op "El Norte" was er zelfs een vleugje afro, door de dubbele percussie.
Gotan Project speelde een groovy en innemende stijlvolle set. 

Ozark Henry mocht de tweede avond besluiten. De in het zwart geklede heren onder zanger/songschrijver en elektronicawonder Piet Goddaer brak definitief door in 2001 met de cd 'Birthmarks'. Vorig jaar verscheen de derde cd 'The soft machine' in deze rij, die de brug sloeg tussen pop, soul, elektro, triphop en soundscapes in een dromerig jasje.
De band deed de statische sets van vroeger vergeten en was deze avond in topvorm; we hoorden een meer swingende aanpak van beats en elektronica op de instrumentale opener "Echo as metaphor" en van het sfeervolle "Sun dance" op plaat. "Rescue me" liet elektronica en opzwepende percussie voor zich spreken! Goddaer maakte een pak dansbewegingen. Ze speelden een sfeervol middenstuk met gekende songs als "Sweet instigator", "Vespertine" en "Weekenders". "These days" en "Indian summer" dreven het tempo op, en ze dompelden "Intersexual" en "At sea" onder in dansbare grooves. Goddaer gaf de aanzet voor de after party met "La donna é mobile", wat een regelrechte Underworld stamper werd door z'n trancegeichte technobeats,  en "Word up", die de band uitwuifde. Ozark Henry koos na al die jaren uiteindelijk eens voor een verfrissende festivalaanpak.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Rock Zottegem 2007: succes verzekerd

Geschreven door
Voor de 14e maal op rij is er na het week-end van Rock Werchter afspraak in Zottegem voor Rock Zottegem. Wat in 1994 begon als een plaatselijk festivalletje is uitgegroeid tot een begrip in de regio. Met als hoofdact Madness op vrijdag en The Sisters of Mercy op zaterdag was succes terug verzekerd in Zottegem.

The Van Jets
, onder de broers Verschaeve, brachten in februari hun 2e album 'Electric Soldiers' uit. Kort maar krachtig was hun passage in de tent van Rock Zottegem. Snedige gitaar rock’n roll met toch de nodige aandacht voor melodie. Hoogtepunten vonden we terug bij hun hitsingle “Electric Soldiers”, “Ricochet”, “ Our Love = Strong” en “Johny Winter”. Hun 1e volwaardige plaat lijkt een schot in de roos te zijn. Één ding staat als een paal boven water, vervelen doen ze nooit.

A Brand
: Drie jaar terug maakten we kennis met het Antwerpse vijftal A Brand. “Riding your ghost” en “I do as I please” waren de smaakmakers van hun debuutalbum '45RPM' (2005). Ze bleven gestadig groeien en lang was het niet wachten op de opvolger van '45RPM'. 'Hammerhead' bleek een voltreffer te zijn, wat de band nog steeds doet touren. Door hun combinatie van zang, drum en gitaar gemengd tot altijd boeiende pop-rocksongs werd hun halte ten zeerste geaprecieerd in Zottegem. "Beauty Booty”, “ A perfect habitat for foxes” en als afsluiter “Hammerhead”. Opmerkelijk hoe deze band zich heeft weten handhaven tussen, laat ons zeggen, Blur en Queens of the Stone Age.

Gorki
: Gorki lijkt een vast klant te zijn op Rock Zottegem. Dit jaar was het immers de 4e maal dat Luc De Vos en co te gast waren in Zottegem. En het werd al snel duidelijk dat het niet de laatste keer zal worden. Gorki met ‘troetelbeer’ Luc De Vos heeft duidelijk ook in Zottegem een trouwe aanhang. Het leek alsof Luc De Vos blindelings zijn playlist had gekozen. Het werd een mengeling van meer dan vijftien jaar Gorki(y). Een rustig begin met “Schaduw in de schemering” gevolgd door “Molly” en “Joeri” om ons uiteindelijk bij “Anja” te brengen. En dan weet je dat het gaat komen maar de vraag is wanneer. Het was wachten tot het einde om af te sluiten met de meezingers: “Lieve kleine Piranha” en “Mia”. Melodieuze gitaar pop-rock zoals we die gewoon zijn van Gorki.

The Datsuns
: Het viertal uit Niew-Zeeland lijkt wel van België te houden. Met al een optreden achter de kiezen vroeger op de middag in Luik (Les Ardentes Festival) en met Rock Herk in het verschiet zullen de woordjes “Dank u wel” nog van pas komen. Een mengeling werd het uit hun debuutalbum 'The Datsuns' en hun 3e album 'Smoke and Mirrors'. “Girls best friend” was zowat het enige uit hun iets mindere 2e album 'Outta Site/ Outta Mind'. Verder is het verwonderlijk dat de tent er na het optreden nog stond. Het concept is gekend, rechttoe rechtaan, gedreven soms noisy gitaarwerk en een krachtige zang. De superhit van weleer “MF From Hell” leek een beetje te verkommeren tussen de andere songs. Een bevestiging voor wat we zagen bij hun debuut in 2003 maar daar bleef het bij.

Admiral Freebee
na een heuse theatertournee is den Admiraal terug klaar voor het groene gras van de festivalwei. In 2005 was Tom van Laere al onverwachts te gast in Zottegem toen hoofdact Möterhead cancelde. Twee jaar later en een nieuw album ('Wild dreams of new beginnings') verder is den Admiraal er terug bij. Het was weliswaar lang wachten om iets te horen van zijn 3e langspeler: “All True the Night”, “Living For the Weekend” allebei accapella, en
“Perfect Town”.  Verder hoorden we “ Lucky One”, "Recipe for Disaster”, "Einstein Brain” en “Oh Darkness”. Een uitgelaten Admiraal op het podium en het opjutten van het publiek hoort bij deze Brasschatenaar. Tot 5 maal toe wist hij ons te vertellen dat het concert begonnen was, maar na ruim 75 minuten werd hem in de oren gefluisterd dat er nog een band aankwam.

Sisters of Mercy: ruim 25 jaar nu hun debuut staan ze nog eens op een Belgisch festival. Het trio uit Leeds mag je uniek noemen in hun genre. Als eerste slaagden ze erin de drumcomputer te beheersen en stonden ze aan de wieg van de new wave muziek. Met “Alice” en “Temple of love” brachten de Sisters ons terug naar hun glorietijd toen ze nog de hitlijst konden domineren. De tent van Rock Zottegem domineren was een koud kunstje. Nadat de gemiddelde leeftijd was opgetrokken kregen we regelmatig een klassieker. Bij het 2e nummer was het al raak met “First & Last & Always”, even later  “FLOOD 1”, “Alice”, “Temple of Love” en als laatste “Vision things”. The Sisters of Murcy vallen en staan met de lage, donkere stem van Andrew Eldritch, die de aandacht van het publeik behield.

Organisatie: Rock Zottegem

Cactusfestival Brugge 2007: vrijdag 6 juli

Geschreven door
Het Cactusfestival te Brugge was aan z'n 26ste editie toe. Het blijft één van de gezelligste festivals in één van de mooiste parken. Eén podium, diverse stijlen van muziek, heerlijk spijzen, animatie en ...sfeer, gemoedelijkheid.  Hear, See, Feel the world' luidt hun credo: een kleurrijk en multicultureel volksfeest en de versmelting tussen jonge en oudere bands.
Op vrijdag  kwam het festival maar echt op gang met de afsluitende band The Waterboys. Op zaterdag kwam de alternative rockliefhebber aan bod door Mogwai, was er het muzikaal tango-dans avontuur van het Franse Gotan Project en zette Ozark Henry de party doodleuk verder. Tenslotte was er op zondag nog het meest kleur in de affiche met het swingende Ojos De Brujo, het rockende Buffalo Tom, de zwoele meisjescocktail van Gabriel Rios en van de psychedelica weirdos The Flaming Lips. Wat een variëteit.

Dag 1: vrijdag 6 juli 2007

Mintzkov: traditiegetrouw opent een Belgische band het Cactusfestival te Brugge. De eer was dit jaar voor Mintzkov, die met de nieuwe cd 360° een strakker geluid biedt en op die manier nauw leunt aan de dEUSsound van broeierig bedreven gitaarpop. De band liet een goede en frisse indruk na. De winnaar van HRR, een paar jaar terug, was goed op elkaar ingespeeld en viel op met songs als  “Return & smile”, “One equals a lot” en de puike afsluiter “Hitman”.

José Gonzalez is een Zweedse singer/songwriter die met "Heartbeats” van The Knife z’n debuut plaat ‘Veneer’ glans gaf. Breekbare melancholische pop, bepaald door mans gitaarspel/-getokkel en stem. “Crosses” , “Heartbeats”, “Lovestain” en een uitmuntende versie van Joy Divisions “Love will tear us apart” waren de sfeermakers als Minnewaterdecor. In september verschijnt de nieuwe plaat ‘In our nature', en de paar nieuwe songs maakten ons nieuwsgierig. 

Soulsavers feat. Mark Lanegan
was één van de opvallendste samenwerkingsprojecten van het voorjaar: een combinatie van rock, soul, triphop en gospel. Het elektronicacollectief Soulsavers (Machin/Glover) deed beroep op Mark Lanegan die met z’n donker, grauwe stem kippenvelmuziek bezorgde. Lanegan verroerde geen vin op het podium, hij was a.h.w. vastgeroest aan z’n microstatief en keek schichtig om zich heen. Voor wie de man nog niet aan het werk zag met z’n eigen band of bij de projecten met Isobel Campbell en QOSA was het even schrikken. “Ghost of you & me” en “Revival” waren hoogtepunten. Ze dompelden ons onder in een leefwereld van een treurmis en zetten ons met één been aan de hellepoort! Maar na Lanegans vertrek op het podium na een goed half uur, was de kous ook af, wat een koude douche betekende. Een instrumental van het collectief besloot de set voortijdig. Een onverwachtse domper!

Het Amerikaanse collectief Cake, onder de charismatische songwriter John McCrea, brak midden de jaren ’90 door met de plaat ‘Fashion Nugget’: aanstekelijke groovy grungepop, door trompet en toetsen kleur gegeven. De laatste jaren dobberde de band muzikaal wat rond. 
“We are here to serve U” leidde entertainer McCrea de set in, maar was het nu door z’n gebroken rib of door de jetlag, ze speelden grotendeels een rustige, voortkabbelende, sfeervolle set, waarbij swing en dynamiek uitbleef! Grootse songs als "The distance", "Perhaps perhaps" en "I will survive" lieten ze links. De songs vielen live zwak uit, wat resulteerde in een (f)lauwe set, dito onthaal. Soms leken ze een loungy boombal band. Het waren “Never there “en de covers “Excuse Me”en “War pigs” die het vroegere venijn in de band naar boven haalden! 

The Waterboys,
onder Mike Scott, zijn in ons landje een geliefde band. Ze staan garant voor warm aandoende, sfeervolle en broeierige folkpoprock, bepaald door viool, dwarsfluit en Scotts fijne gitaarspel en z’n hese overtuigende stem. Onlangs verscheen ‘The book of lightning’, waarbij ze voorzichtig enkele nummers voorstelden waaronder “The crash of angel wings”. Het klikte alvast tussen Scott en het publiek; het was genieten van prachtsongs als "Glastonbury song", "When will we be married" en "The whole of the moon";  een snedige "Medicine bow" en "Fisherman’s blues" ontbraken niet! Deze jaren ’80 band slaagde er nog steeds in een bedreven emotievolle set te spelen.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Rock Werchter 2007: zondag 1 juli

Geschreven door
!!! (Pyramid Marquee) , een uitgebreid Amerikaans collectief, trad al twee keer op te Hasselt-Kiewit. Ze waren in het voorjaar te zien op het Dominofestival in de AB. Telkens konden we hun !!!feestje ondergaan van aanstekelijke en stomende punkfunk door een live instrumentarium van twee opzwepende drumstellen, fijne gitaarloops, diepe bas, blazers en elektronica onder de bezwerende zang van Nic Offer en weirdo percussionist Pugh.
Het !!! feestje te Werchter leek nog iets te vroeg. Vanaf het derde nummer kwam de band op dreef en in het enthousiasme vloog de microstaander van Offer op een security lid. Offer bezocht de man na het optreden. “Heart of hearts”, “Must be the moon” en “Pardon my frededom” blijven in het geheugen gegrift. !!! paste beter in de Marquee. Volgend jaar te bekijken?!

Cold War Kids (Pyramid Marquee)
intrigeerde als supports van Two Gallants en Clap Your Hands Say Yeah. Het hyperkinetische collectief uit LA ligt muzikaal ergens tussen Starsailor, Ben Folds, Gomez en Cave. Hun debuut ‘Robbers & Cowards’ bevat aanstekelijke, frisse pop, balancerend tussen intimiteit en dynamiek. De groep had het deze keer iets lastiger en was minder snedig dan tijdens de clubconcerten (door het vroege uur?). Overtuigend klonken “We used to vacation”, “Tell me in the morning”, “Hospital beds” en het ingetogen “Saint John”. Er was ruimte voor enkele nieuwe intieme songs.

Maxïmo Park (Pyramid Marquee)
is een beloftevol vijftal uit Newcastle, onder de sympathieke zanger/songschrijver Paul Smith. Deze postpunkband heeft twee cd’s uit en beschikt over een befaamde live reputatie, bepaald door de podiumprésence en dynamiek van Smith. De band gaf al een overtuigende set in de Botanique en deed dit nog eens doodleuk over in de Pyramid Marquee! 
“Girls who play guitar”, “Our velocity”, “Graffiti” en “Apply some pressure”, het waren frisse, springerige (Smith interpreteert dit letterlijk!) nummers, onder een huppelend ritme en intrigerende synthi. Het helse tempo nam wat af met de fijner geraffineerd materiaal als “Book from boxes” en “By the monument”. De band bewees veel in hun mars te hebben!

De jonge Britse twintigers The Kooks (Main Stage) bleken vorig jaar in de Marquee één van de ontdekkingen. “Naïeve” en “She moves in her own way” werden hits, het levende bewijs van een grootse band in wording. Maar ze lieten op het hoofdpodium een vermoeide indruk na, wat zorgde voor een Lazy Sunday Afernoon gevoel. Hun aanstekelijke melodieuze gitaarpoprock miste drive en dynamiek en boeide onvoldoende, waardoor enkel de singles op herkenningsapplaus konden rekenen. “Seaside”, “Eddie’s gun” en “Do you wanna” konden de rest niet redden. 

Het New Yorkse Interpol (Main Stage) kwam (onverwacht) sterk voor de dag. Hun venijnige, broeierige gitaarrock met donkere ‘80’s wave, die knipoogt naar bands als Echo & The Bunnymen, The Smiths, The Chameleons en natuurlijk Joy Division kreeg meermaals een stevig uptemop zwart jasje. Zij blazen deze muzikale stijl, samen met Sophia, We Are Scientists en Editors, nieuw leven in. Zanger/gitarist Paul Banks had iets mee van  Dave Eugene Edwards van Woven Hand. Ze speelden een hechte set door een fris tintelende gitaarspel, diepe bas en een bezwerende percussie: “Slow hands”, “Narc”, “Evil” en “Not even jail” toonden een gretige live band aan.
Af en toe werd een tipje van de sluier gelicht van de te verschijnen derde cd ‘Our love to admire’. “Pioneer to the falls” was de sfeervolle opener en we hoorden ook de fijne, broeierige single “The heinrich maneuver”. Intens sterke set!

Frank Black (Pyramid Marquee)
Na de korte reünie van The Pixies en het uitblijven van een nieuwe samenwerking dito cd, deed Black Francis - Frank Black - besluiten z’n solocarrière her op te nemen, die hij na The Pixies in ’93 begon. Hij heeft al talloze soloplaten uit met een handvol goede nummers. 
’Wolffather’ liet zich omringen door een jonge begeleidingsband en speelde een strakke, stevige en fel verbeten puike set, waar een pak songs de revue passeerden. De sound van The Pixies herleefde, mede door z’n  brullende – als een gekeeld varken – schreeuwerige stem. “Los Angeles” greep naar het begin van z’n solocarrière, er was een ode aan Fatboy Slim en a-capella zong hij over de drie cijfers 666 van de duivel. Frank Black beet van zich af en dat was lang geleden, naast het muzikaal avontuur met The Pixies.

Om het dan maar over Los Angeles te hebben, speelde Incubus (Main Stage), onder Brandon Boyd (lookalike op Chris Cornell), op de Main Stage. Incubus is geëvolueerd van een donker bedreven, spannende crossover naar melodieuze poprock. Ze braken in Europa door met de cd ‘Morning View’ (zes jaar terug!) en ‘A crow left of the murder’. Het recente ‘Light grenades’ klonk flauwtjes, wat de band live deed grijpen naar “Nice to know you”, “Drive”, “Megalomaniac” en “Are you in”, songs die af en toe ondersteund werden van elektronica en scratches.  De groep speelde een afgelijnde set, maar onderscheidde zich niet!

Damien Rice (Pyramid Marquee),
 een Ierse singer/songwriter, heeft op drie jaar tijd twee klassecd’s uit. “9 crimes”, opener van de tweede cd ‘9’ en van de set, betekende de definitieve doorbraak; vocaal kon hij niet ondersteund worden door second voice Lisa Hannigan, die afhaakte tijdens de clubtournee. In een ‘troubadour mentality’ speelde hij ontroerende, breekbare en melancholische songs doordrenkt van (Ierse ) freefolk: een spannende opbouw, snedig, gebald of intiem, gedragen door z’n zalvende, soms overstuurde, stem. De semi-akoestische gitaar- en pianonummers, waaronder “Volcano” en “Coconut skins”, kregen elan door z’n sterke begeleidingsband, met een glansrol voor celliste Vyvienne Long. Intiem was “Me, my joke & I”. Hij liet citaten horen van Nancy Sinatra’s “My baby shots me down (bang bang)” en Radioheads “Creep” in de eigen songs “Canonball”, “I remember” en “The blowers daughter”.
Wat een performance! Om kippenvel van te krijgen! Ook hij was er eentje om Folkdranouter te besluiten…

Metallica (Main Stage)
de headliners voor Rock Werchter 2007 zijn vaste waarden. Hetfield/Ulrichs Metallica kwam voor de vijfde maal en kon ruim twee en een half uur beschikken uit love and respect for the fans.
Metallica was een band op scherp met puike gitaarsoli en drumpartijen. Kortom, het viertal speelde een frisse, afgewerkte set.
Hun ‘Sick of the Studio tour’  blikte spijtig genoeg terug naar oud ‘vertrouwd’ materiaal en liet niks horen wat ze al in de studio verwezenlijkt hebben. Ook ‘St Anger’ lieten ze volledig links. “Creeping death”, “From whom the bells toll”, “Sanitarium”, “And justice for all” en “Master of puppets”, ze zijn in het geheugen van Metallica én van elke fan gegrift. Vuurwerk was er voor de songs van ‘The black album’, ooit hun definitieve doorbraak naar een breder publiek, met “Sad but true”, “Nothing else matters”, “One” en “Enter Sandman”. Met het krachtige, gebalde ‘oi oi’ meezingbare “Seek and Destroy” eindigden ze.

Faithless (Main Stage)
Het Britse Faithless, onder toetsenwonder Sister Bliss en love, peace en untiy predikant Maxi Jazz, slaagden er nog steeds in een hele wei in beroering te brengen, ook al werd het recente ‘To all new arrivals’ lauw ontvangen. De publiekslieveling van de nineties speelde een vertrouwde set van hun hits, maar liet ruimte voor een handvol nieuwe songs met second voice Harry Collier of zangeres Cass Fox. (“Hope & Glory”, “Music matters”). Faithless ging van “Insomnia”, naar “God is a DJ” tot “We come One”, onder de zegrap van Maxi Jazz. Wat een samenhorigheidsgevoel! Sfeervoller klonken “I want my family back”, “everything allright” en “I want more”. Enkele instrumentals leidden de groovende “Mass destruction” en “Bombs” in. “Muhammed Ali” en “Salva mae” (die hun muzikaal avontuur ooit startte!) besloten Rock Werchter 2007 en verve. Faithless was tav Depeche Mode vorig jaar een volwaardige afsluiter van dit beste festival van Europa!

Organisatie: Rock Werchter 2007 (Live Nation)


Rock Werchter 2007: zaterdag 30 juni

Geschreven door
The Bravery (Pyramid Marquee) uit New York opende een paar jaar terug Rock Werchter. Ze hebben momenteel hun tweede album uit ‘The sun and the moon’ dat subtieler en meer afgelijnd klinkt. De tweede lijn linie van Interpol en Editors waren een goede warming up voor de derde dag.  Ze putten afwisselend uit de twee cd’s met enkele puike recente songs als “Believe”, “Bad sun”, en “Fearless” en “An honest mistake” van hun debuut. Ze eindigden sterk met “No brakes” en “Unconditionel”.

The Hold Steady (Pyramid Marquee)
verbaasde in het voorjaar met de nieuwe cd ‘Boys and Girls in America’. Ze  zijn voor het eerst op tournee in Europa. Het Amerikaanse vijftal speelde fijne, potige en dynamische ‘on the roadsongs’ ergens tussen Soul Asylum, The Replacements, Kings of Léon en Randy Newman. Trouwens, de zanger lijkt wel een jonge ‘lookalike’ van Randy. De groep speelde een gretige set en hadden de uitstraling van Weezer en Fountains Of Wayne. Frisse highschool rock, waarbij de leden onder de indruk waren van de respons.

Amy Winehouse (Main Stage)
is een veelbesproken frêle jongedame die er al een zwaar leventje opzitten heeft van fors drank-, druggebruik en gekdoenerij ivm haar huwelijk. De graatmagere Amy kwam al een kwartier te laat op het podium, waardoor de set noodgedwongen moest worden ingekort.
Met haar intrigerende Motown black soul jazz sound en haar diepe, warme doorleefde stem waanden we ons  regelrecht in de ‘50’s. Haar mooi gekostumeerde (bijna volledige) zwarte begeleidingsband en het decor van grote nachtlampen beklemtoonden deze indruk. Tijdens de set liet de souljazzdiva een onverschillige indruk. Als een duivelin bekeek ze haar publiek, dronk een tweetal longdrinks, en vanaf het midden van de set was het hek helemaal van de dam want telkens bevroeg ze welke songs ze nu het best zou zingen. “Back to black”, “You know I’m no good”,  “Rehab”, “Me and Mr Jones” en Sam Cooke’s “Cupid” waren het onthouden waard. Matige set.

Anders ging het er aan toe in de Pyramid Marquee toen The Klaxons optraden. Hun plaat ‘Myths of the near future’ luidde een frisse wind in van Britpop, postpunk en dansbare wave…new rave/art partymusic wordt het omschreven, ergens tussen de oude rave van The Happy Mondays en The Stone Roses en de postpunk van Franz Ferdinand en Bloc Party. 
In de eerste songs, waaronder “The bouncer”, trok het viertal fel van leer en refereerde aan de punkrocks van The Beastie Boys: kort, krachtig en snel op elkaar volgend. Ze klonken geraffineerder vanaf de single “Golden skanz”, wat meer groove en psychedelica bood; tenslotte drukten ze het gaspedaal opnieuw in met als apotheose “Four horsemen”.

Het Schotse collectief Snow Patrol (Main Stage), onder de sympathieke Gary Lightbody, zit het écht niet mee om op tournee te gaan: op Pukkelpop vorig jaar bleven hun instrumenten achter, in Tourcoing mochten ze de luchthaven niet uit en deze maal was hun persoonlijke bagage niet mee. Hun melodieus dromerige, emotievolle gitaarpop boeide en werd ferm gesmaakt.  Songs van de voorbije twee cd’s ‘The final straw’ en ‘Eyes open’ passeerden de revue: “Spitting games”, “Shut your eyes”, “Chasing cars” en “You’re all I have”.  Snow Patrol speelde een sfeervolle set; tav geestesgenoten Starsailor vorig jaar klonken zij  minder krachtig.

Goose (Pyramid Marquee)
won vijf jaar terug de HRR. Het duurde tot vorig jaar vooraleer hun debuut ‘Bring it on’ verscheen. Het viertal uit Kortrijk heeft hard gewerkt en plukt nu de vruchten. Goose  is de nieuw Soulwax Nite Versions, LCD Soundsystem en !!!. Het zijn pompende songs door (gierend) elektronicagefreak en beats, opgezweept door drums, fijne gitaarloops en ondersteund door de zang van Mikael Karkousse. Goose zijn graag geziene gasten op festivals en zetten de Marquee op z’n kop vanaf het eerste “Black gloves”. Een uitgelaten dansende menigte ging totaal loos op o.a.. “British mode” en “Good times”. “Modern vision “ was het meest songgericht. Goose was de  ideale afternoon party pil! Grootse Belgische band in wording… verdiend!

The Killers (Main Stage)
uit Las Vegas zijn samen met Bloc Party en Kaiser Chiefs één van de meest hippe bands van het moment. Er was veel te zien: een podium als een countryhouse, een keyboard met het gewei van een rendier als versiering, bloemen op de instrumenten en de heren gekleed in een moderne outfit van Henry Fonda’s ‘Once Upon A Time’. 
The Killers hebben tot nu toe twee cd’s uit (‘Hot Fuss’ en ‘Sam’s Town’) en hebben alle troeven om een grootse band te worden; ze gaven al een schitterend cluboptreden en te Werchter deden ze het doodleuk over! Zanger Brandon Flowers entertainde het publiek en bood met z’n band stevige en fijn uitgewerkte gitaarpoprock, kleur gegeven door piano en keyboards: “Enterlude (we hope you enjoy your show)” opende, gevolgd door een hitbox van “When you were young”, “Bones”, “Somebody told me”, “When you read my mind”, “Mr Brightside” en “For reasons unkown”. The Killers = grootse festivalband live op dreef.

Peter Gabriel (Main Stage)
In de jaren ‘80 en  beginjaren ’90 zagen we Gabriel verschillende malen. Hij serveerde uiterst sfeervolle sets, waar z’n belangrijke hits niet ontbraken. De laatste keer liet hij zich omringen met strijkers en backing vocalisten, wat de sound verruimde. 
Nu, vijftien jaar later…en vijftien jaar ouder (57) leek het erop dat hij z’n eigen Real World studio van elektronica apparatuur had meegebracht. Er was z’n band van leeftijdsgenoten (Tony Levin en David Rhodes) en z’n dochter Melanie speelde piano en was backing vocaliste. 
Het jonge volkje liet Gabriel links, waardoor het rustig was op het hoofdpodium. “Blood of Eden” en “Family snapshot” (de inspiratie voor Taxi Driver) ontroerden in het eerste halfuur, gevolgd door “Big time”. Oude hits als “Solzbury hill” (hij wou het eens spelen!) en “Sledgehammer” haalde hij uit de kast, waarbij Gabriel en de zijnen een paar synchrone danspasjes waagden. Een paar sfeervolle nummers volgden om tenslotte, traditiegetrouw,  “Biko” op ons los te laten, wat luidkeels werd meegezongen. Voor de jongeren was Peter Gabriel een nobele onbekende, voor de TW Classics onder ons vervroegde de afspraak!

The Good, The Bad & The Queen (Pyramid Marquee)
is het muzikale project van Damon Albarn (Blur/Gorillaz), Tony Allen (afrobeatlegende), veteraan Paul Simenon (bassist van ex The Clash) en Simon Tong  (gitarist The Verve). Een bandje van grootse artiesten,  aangevuld met een strijkerensemble. Het gezelschap flitste ons in de vorige eeuw: het stadsgezicht op de achtergrond, de kostuums, de hoge hoeden en door de spotlights, een soort straatverlichting  (door de voetlichten en witte lampen naast de groepsleden). In het voorjaar verscheen hun rustige, sfeervolle plaat, wat paste in dit decor. Live kregen sommige nummers een lichte groove, ging Simenon een imaginair gevecht aan met z’n bas en was er Albarns zalvende stem. De sound werd breder door toetsen, strijkers en melodica.
Met plezier ondergingen we hun donkere sfeervolle trip: “History song”, “Northern whaler”, “Kingdom of doom”, de single “Herculean”, “Green fields”, “Mr Whippy” en “The good, the bad & the queen”waren mooie voorbeelden.

Het Britse trio Keane (Main Stage) brengt fijne, dromerige en sfeervolle songs, bepaald door een begeesterend pianospel, meeslepende drums en een emotievolle zang. Het was niet het beste jaar van de charismatische zanger Tom Chaplin. Hij kwam op een afdeling terecht om van z’n verslaving aan porto af te geraken, waardoor een deel van de clubtournee in het najaar van 2006 werd afgelast. Hun optreden op Pukkelpop (vorig jaar) was goed, maar de groep onderscheidde zich niet. Momenteel is hij tiptop in orde. 
Keane heeft nog maar twee cd’s uit, maar zoals verschillende ‘jonge Britse’ bands staan ze al ’s avonds geprogrammeerd op de grootse festivals. Op Werchter speelde het trio een vertrouwde, puike set: “Crystal ball”, “Everybody’s changing”, “Bend & break”, “This is the last time”, “Somewhere only we know”,  “Isn’t it any wonder” en vaste afsluiter “Bedshaped”. Jonge meisjesharten braken voor de zanger op de intieme songs “Your eyes open”, “Hamburg song” en “Fly to me”.

The Chemical Brothers (Main Stage)
zijn de vaste waarde geworden om een avond in Werchter te besluiten. Bij elke nieuwe plaat zijn Ed Simons en Tom Rowlands op de afspraak en zien we hen als een schim achter hun immense elektronica apparatuur. Hun sound, beats en visuals werken aanstekelijk in op de dansspieren. Twee jaar terug herinnerden we ons een dansende menigte in de gutsende regen.
Hun ‘push the button’ clubdance, breakbeats en technotrance konden we deze keer beter ondergaan. De songs werden deels aangepast; in het eerste deel was de herkenbaarheidfactor hoog met “Galvanize”, “Do it again”, “Hey boy hey girl”, “Out of control” en “Star guitar”. In het tweede deel werden  songs als “Believe” en “Golden path” afgewisseld met ‘80’s trancegerichte nummers, waaronder twee nieuwe “All rights reserved” en  “We are the night”. Maar ze besloten groots met  de ‘oudjes’ “Chemical beats” en “Private psychedelic reel”. Onder hun motto ‘love us all’ maakten ze er een dansfestijn van!

Organisatie: Rock Werchter (Live Nation)


Pagina 114 van 115