logo_musiczine_nl

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

slift_aeronef_0...
Vive La Fête - ...

Pukkelpop 2010: zondag 21 augustus 2010 Aanbevolen

Geschreven door Pieter Dhondt, John Van De Putte, Erwin Vanlaere en Johan Meurisse
&

Pukkelpop 2010: zaterdag 21 augustus 2010
Ook de derde, afsluitende Pukkelpopdag was een helse rit naar de diverse podia. Op het hoofdpodium bliezen gevestigde waarden Queens of the Stone Age en de 2 Many DJ’s de 25 Pukkelpopkaarsjes compleet uit …

Rond de middag speelden de Noord-Ierse veteranen Ash rond Tim Wheeler, (***) (Mainstage) een strakke set. Onversneden melodieuze rock, subtiel, pakkend, hitsend en explosief, waarbij we niet omheen het doorbraak album ‘1977’ konden, hun sterkste plaat van midden de jaren ’90. Intussen zijn ze een kwartet geworden en werd tweede boegbeeld Charlotte Hatherley uit de band gezet. Ze doken in hun verleden met schitterende songs als “The shining light”, “Girl from Mars” en “Burn baby burn”. “Oh yeah” lieten ze links. We hoorden een band op scherp, met een potig, gebald optreden!

Iets na 13u stonden de Paranoiacs (***) als eerste het podium van de Shelter. ‘Afsluiten’ heeft bij onze landgenoten wel een bijzondere betekenis gekregen. Dit jaar brachten ze op Valentijnsdag niet enkel een nieuwe plaat ‘Love Junks’ uit, maar kondigden ze ook aan dat het welletjes is geweest en dat ze met een afsluitende tournee een punt zetten achter hun 25 jarig bestaan. Het was dan ook mooi dat precies 20 jaar na hun eerste passage op Pukkelpop - toen er nog met louter één podium gewerkt werd en slechts 10 groepen op de affiche prijkten - er opnieuw een plaatsje voor hen was gereserveerd. En de groep rond de broertjes Hans en Rafke Stevens genoten duidelijk van deze gastvrijheid. Met “I Wanna Be Loved” werd snedig begonnen en ook tijdens de andere nummers werd op hun vertrouwde elan van aan  – pakweg –  de Ramones verwante garagerock verdergegaan. Er werd nieuw (“Save My Rock'n'Roll” en “Another Song”) met ouder werk (zoals het onverwoestbare “I’ve been Waiting”) afgewisseld. Helemaal op het einde verliet Rafke zijn op de strijkplank geplaatste synthesizer om zelf de hoofdvocalen voor zijn rekening te nemen. Met een kwinkslag als zijnde “Ik hoop dat dit niet het beste is wat jullie al gezien hebben, maar voor mij was het dat wel", bleef hij zijn sympathieke zelve. Het was inderdaad niet het beste van de afgelopen drie dagen maar ach wat waren we blij er bij te zijn. Tot binnen 20 jaar naar aanleiding van de nu al in de sterren geschreven reünie?

Die Antwoord (***) (Dancehall) , een rapact uit Kaapstad (Zuid-Afrika), kenden we enkel van hun ‘hit’ “Enter The Ninja”. We waren dan ook heel benieuwd wat de band in hun mars had. Die Antwoord, die nog maar bestaat sinds 2009, bracht een erg dansbare set waarbij het stemgeluid die zangeres Yo-Landi Visser voortbracht, ons spontaan aan Fergie deed denken. Tot onze verbazing werd hun “Enter The Ninja” al heel vroeg op het publiek losgelaten,waardoor we schrik hadden dat we het hoogtepunt daarmee wel gehad zouden hebben. Niks was minder waar, hun vuilbekkerij en vele verkleedpartijen zorgden voor genoeg sfeer om te voorkomen dat we ons gingen vervelen. Nummers als “Rich Bitch” en “Zef Side” zijn geen gecompliceerde nummers maar straalden zo een energie uit dat het één groot feest werd! Afsluiten deden de gestoorde Zuid-Afrikanen met “Doosdronk” en ze waren verkleed in iets wat op een pikachu leek (pokémon).

We pikten nog iets mee van Alain Johannes (**) (Marquee), die in de band Them Crooked Vultures zit. Zo te zien was op de afsluitende Pukkelpopdag de ganse muzikale familie rond Josh Homme bijeen. Solo speelde hij enkele intieme, ingetogen songs, die door z’n grauwe zang ergens bleven hangen tussen Mark Lanegan en Chris Goss.

Tot vóór vorig jaar trad de beloftevolle Selah Sue (****) (Mainstage) solo op. Op Novarock toen, in Kortrijk, had ze voor de eerste maal een heuse band rond zich geschaard en intussen is er een sneeuwbaleffect ontstaan rond de mooi ogende sing/songschrijfster Sanne Putseys. Ze meet zich gemak aan Joss Stone en Amy Winehouse. Onmiskenbaar een groots talent die op het grote podium van Pukkelpop een uiterst genietbare, gevarieerde set presenteerde. De soulpop, met Caribische reggae tunes, kreeg nog meer elan door de ‘70’s Hammond partijen, haar indringende, doorleefde en emotievolle stem, haar verleidelijke blik en haar blauwe ogen. Ze heeft heel wat podiumervaring opgedaan en is een ongelofelijke klassemadam geworden, die sterk voor de dag kwam met songs als “Black part love”, “Fyah fyah”, “Raggamuffin” en “Crazy sufferin’ style”. En het nieuwe “Peace of mind” bracht hulde aan Ou est le swimming pool.

Het muzikaal vakmanschap van Tim Vanhamel en Pascal Deweze werd samengebald onder Broken Glass Heroes (**) (Club). De Broken Glass Heroes kan je kennen van de soundtrack uit de tv serie ‘Benidorm Bastards’. Ze maakten een ‘tuimelperte’ in de tijd, van de ‘60’s Beach Boys naar Crosby, Still & Nash tot ‘70’s retrorock. Sfeervol, lichtvoetig, dromerig en stevig knapperig. Op die manier hoorden we een diversiteit, van het krachtige “Poor little rich girl”, een dromerig “Let’s not fall apart” en een fris rockende “U becomes U”. Broken Glass Heroes was een band met verschillende muzikale gezichten, die over talentvolle componisten beschikt, maar onvoldoende eigen identiteit had en kon beklijven.

Het Canadese Caribou (**) zorgde ervoor dat het nog een graadje ‘hotter’ aan toe ging in de Chateau met hun leuke, frisse en aanstekelijke indiecocktail, opgehitst door percussie, stuwende baslijnen en gitaarriedels. Net als bij Fxx Buttons en Holy Fuck stonden de groepsleden tegenover en dicht bij elkaar opgesteld, om de sound nog meer dynamiek te bezorgen. Een exotisch feestje werd het wel nooit, gezien het klankenspectrum minder variërend was, maar meer zalvend en freejazzy; de in wit geklede heren lieten wel een toffe indruk na …

De adembenemende set van The Low Anthem (***) in de Marquee ging de mist in door de beats die binnendrongen van de andere kant van het terrein. De leden wisselden van instrument alsof het niks was en ontroerden zonder enige versterking (vierstemmig dicht bij elkaar achter 1 microfoon!). De ‘do-it-yourself’ band groef in het verleden van Dylan –Cohen - Young en Waits en brachten emotionele schoonheid van hun breekbare alt.country/folk/americana/lofipop, die af en toe een rauw, ruw randje had. Verslavend inwerkende songs, die zich een uniek plaatsje toe eigenden in de scène. Wat een ‘close harmony’ …

The Low Anthem (****) uit Rhode Island hoeft ons niet meer te overtuigen van hun klasse. Zowel hun fantastische platen ‘What The Crow Brings’ als ‘Oh My God, Charlie Darwin’ als hun passages in onder meer de AB en op Crossing Border konden ons keer op keer bekoren. Ook op Pukkelpop stonden ze er. En niet alleen de muzikanten maar ook hun arsenaal aan instrumenten, zoals onder meer gitaar, klarinet, drum, contrabas, althoorn, xylofoon, viool, een oud, gerestaureerd orgel en – jawel – ze hadden ook opnieuw de crotales mee.
Hun set klonk intussen vertrouwd en wiegde van rustige folk en americana  (“Cage The Songbird” en “Charlie Darwin”) tot uptempo bluesgetinte covers als “Don’t Let Nobody Turn You Around”, het wild om zich heen schoppende “Cigarettes And Whiskey, And Wild, Wild Women” en als hoo
gtepunt “Sally, Were’d You Get Your Liquor From”. Op het einde van de set gingen de groepsleden rond één microfoon plaatsnemen en brachten een intieme akoestische versie van de traditionele folksong “The Auld Triangle”. Nu ja, intiem is relatief te noemen gezien het feit dat gedurende het gehele concert de beats van de Boilerroom de brute strijd aanbonden met de muziek van de Low Anthem. Eerstgenoemde tent haalde het qua decibels, de Marquee won afgetekend als het op kwaliteit aankwam. (met dank aan Erwin)

Het was niet te doen om dan aan de Dancehall te geraken om het West-Vlaamse kwartet Goose (****) aan het werk te zien. Ze werden op handen gedragen na een lange afwezigheid. Tot aan de Boiler room was het volk bijeengepakt om het elektronicagefreak, de beats’n’pieces en hun punkfunk te ondergaan. “Black Gloves” en “Bring it on” hadden onweerstaanbare grooves, pompende beats en verwerkten ‘80’s synths, ergens tussen LCD Soundsystem, Soulwax ‘Nite Versions’, Kele en Daan. De nieuwe songs “Can’t stop me now” en een prachtig uitgesponnen “Words” hadden een opbouwende start, waren nog meer gedrenkt in die ‘80’s wavegolf van Front 242 en Fad Gadget en gingen naar een overrompelende apotheose …Goose is ‘hot’ en doen halsreikend uitkijken naar de plaat …

Ook in de Club was het koppen tellen om het beloftevolle Noord-Ierse tienergezelschap Two door cinema club (****) te zien. Aanstekelijke, lieflijke, frisse, catchy, dansbare indiepop, gedragen door de jonge, hoge, dromerige stem van zanger Alex Trimble. Synths en beats spraken de dansspieren aan en een gillende gitaarpartij was er mooi tussenin verweven. De jonge band bezat voldoende drive en potentie en had het dus wél met nummers als “Under cover Martyn” en “This is the life” …

Uitgekeken werd naar The National (****), die met de huidige cd ‘High Violet’ en de single “Bloodbuzz Ohio” definitief doorbrak. Een paar jaar terug hadden ze reeds onze aandacht met de cd ‘Boxer’ … subtiel uitgewerkte, hartverwarmende songs, die een onderhuidse spanning en donkere dreiging van Joy Division, Interpol en Editors hebben, bepaald door een breed instrumentarium van gitaren, toetsen en viool en kleur gegeven door blazers; live krijgen ze een stevig randje mee, gedragen door de bariton zang van Matt Berninger.
De charismatische band was weldegelijk onder de indruk van de bijval en speelde een verschroeiende set door de slepende, opbouwende, aanzwellende songs in een bezielde overgave. Een glansrol vervulde de band, Berninger nipte telkens aan z’n glas witte wijn en rekende af met z’n demonen om de songs nog meer zeggingskracht en diepte te geven. “Anyone’s ghost” was de aanzet en een intens bezwerend tempo werd aangehouden met “Mistaken for strangers” en hun “Bloodbuzz Ohio”. Zelfs de sfeervolle “Conversation 16” en “England” kregen een krachtig staartje bedeeld en tot slot speelden ze een schitterende spannende finalereeks met “Abel”, “Fake Empire”, “Mr November” en “Terrible love”. Talentvolle band met hun mooi herfstige pop, americana en folk, gestopt in een ‘80’s wavekleedje … Groots ...

Nadat broer Tim zijn optreden afgewerkt had, was het aan Lotte Vanhamel om haar ding te doen en dit met de Vermin Twins (***). De Vermin Twins bestaan uit Micha Volder (die je kan kennen van het ondertussen niet meer bestaande El Guapo Stuntteam) en de hier bovengenoemde Lotte. Het heen en weer rondspringen van Lotte gehuld in een sexy zwart witte spandex, zorgde alvast voor de nodige aandacht van de mannelijke toeschouwers. Het knotsgekke electroduo ging erg wild te keer en brak met nummers als “Prelude” en “Human child voice” binnen de kortste keren de hele Wablief?! tent af. In hun erg opzwepende nummers kon je heel duidelijk invloeden horen van Basement Jaxx en Daft Punk. Mijn persoonlijke favoriet en bommetje van formaat “Suffocate” mocht hun zeer geanimeerde en geslaagde set afsluiten …

Broken Bells (***) (Marquee), het samenwerkingsproject van James Mercer van de wat in verval geraakte Amerikaanse o zo beloftevolle melancholische en dromerige indieband The Shins, én multi-instrumentalist en groots producer Brian Burton aka Danger Mouse, wisten aangenaam te raken. Hun ‘bedroom kamerpopelektronica’ klonk door de begeleiding van vijf muzikanten uiterst genietbaar. Danger Mouse was overal wel te zien op het podium, op drums, gitaar, bas en toetsen. Na de herkenbare tunes van “The ghost inside”, “Mongrel heart” en “October” hadden we een hymne aan de Sparklehorse frontman Mark Linkous met “Citizen” en “The high road”, solo ingezet door de beide heren. Broken Bells verraste en speelde evenwichtig, meer dan op plaat …

Eventjes pikten we het avontuurlijke brouwsel op van de underground elektronica, hiphop en dance van Flying Lotus aka FlyLo alias Steven Ellison (**) (Chateau). Moeilijk uit te maken welke richting hij uitging met z’n weirde elektronica. Hij bouwde alleszins z’n sounds op, van sferische naar eerder gejaagde, dreigende stukken …

Moeiteloos palmden de QOSA van Josh Homme (****) de festivalweide in met een ‘best of’. De band wordt nog steeds op handen gedragen en werkt aan een nieuwe plaat die pas volgend jaar zal verschijnen. Die songs waren vanavond nog opgeborgen, maar wat een knallende, retestrakke, ‘fantasmatische’ set speelden ze: “Feel good hit of the summer”, “Lost art of …”, “Battery acid”, “Little sister”, “Go with the flow”, en uitgesponnen ophitsende prijsbeesten als “No one knows” en “Song for the dead”. Ooit waren ze opener op één van de Pukkelpopdagen met hun stonerrock toen ze voor de eerste keer in Europa toerden, nu waren ze terecht één van de headliners met een kolkende rockset … En Homme wist z’n fans te entertainen met enkele luchtige opmerkingen, anekdotes en grappige interventies.

Het eigenwijze Yeasayer (***) (Club) uit NYC, Brooklyn goochelt met diverse stijlen op de laatste plaat, en voegen er world en Indiase elementen aan toe. De toegankelijkheid en stuwende synths en drums worden sierlijk gestoord door bevreemdende, geflipte melodieën, dreigende, tegendraadse ritmes en experiment. Met momenten bizarre muziek dus op plaat, die live gelukkig homogener klinkt, intrigeert en op de dansspieren werkt. Daar zorgden songs als “Tightrope” en van ‘Odd Blood’ “Madder red”, “O.N.E”, “Mondegreen” en “Ambling Alp” voor. Ook hier het nodige spelplezier, verrassende wendingen, ingenieuze muzikale interventies en wisselende toonhoogtes van de twee zangers. Minder overrompelend misschien dan twee jaar terug, maar nog evenzeer boeiend en ontvankelijk …

Vanwege het bijzonder uitgebreide aanbod op Pukkelpop moeten er af en toe verscheurende keuzes gemaakt worden. Ook op dag 3 was dit het geval toen Yeasayer (in de Club) geprogrammeerd stond tegenover Jónsi (Marquee). Na een snel en kordaat overleg binnen de redactie zond Musiczine zijn redacteurs uit en gelukkig werd niemand er echt ongelukkig door, zeker niet wie opteerde voor Jónsi (****) (Marquee)
De zanger van Sigur Rós bracht dit jaar een soloplaat uit die voor- en tegenstanders kent en we waren benieuwd of hij op het podium even sterk zou presteren als twee jaar terug op Pukkelpop met zijn volledige groep (een concert dat trouwens nog steeds in ons geheugen geboekstaafd als bijzonder straf).
Er hoefde echter geen twijfel te zijn. Vanaf de eerste noten bij “Icicle Sleeves” greep de sprookjesmuziek het publiek bij het nekvel en kon Jónsi bij de aanwezigen niks verkeerd doen. Waar bij overwegend rustige passages als “Kolnidur” of “Sinking Friendships” de beats nog onderhuids aan het gloeien waren, werd bij onder meer “Go Do” overgeschakeld naar een hogere versnelling en was het zelfs dansen geblazen. Op het einde van de set tooide Jónsi zich met indianenveren en ging expressief te werk. “Stick & Stones” en vooral “Grow Till Tall” zorgden voor een geweldige climax.
Tevens willen wij er aan toevoegen dat niet enkel Jónsi maar ook zijn begeleidende muzikanten alsook de ontwerper van de projecties een pluim verdienden. We zagen op knappe wijze bloeddorstige wolven, jagende uilen, lieflijke kolibries en herten, tot volledige seizoenswisselingen de revue passeren. Ons inziens nagenoeg het beste wat we dit jaar op Pukkelpop zagen.

Jaga Jazzist (***) besloot het slopende festival in de Chateau. Het uitgebreide Noorse gezelschap, wel 9 man op het podium, had een even uitgebreid instrumentarium mee en dreef ons in een meeslepende jazzy trip door de repeterende, opbouwende ritmes en een klankenspectrum van vibrafoons, toetsen, synths, blazers, gitaar, bas en drums, zoals we horen van een Tortoise. Een filmische sound, live extravert en dynamisch.

De absolute headliner op de Shelterstage was Bad Religion (****). Met hun ‘30 th anniversary tour’ doen ze dit jaar een uitgebreide wereldtournee die hen eerder dit jaar al in ons land bracht op Groezrock. Ook hier zoals een dag eerder een nokvolle tent met zelfs tot ver erbuiten veel nieuwsgierig volk, onder leiding van Greg Graffin. Opener “ Do what you want” duurt welgeteld 59 seconden en in die korte tijdspanne zat alles wat de band voorstelt: melodieuze, catchy meezingbare punkrock.
Met 15 platen op hun actief hebben ze dan ook veel songs waar ze kunnen uit putten, naast onbekende parels werden alle classics zoals “Recipe for hate”, “I want to conquer the world” en “Los Angeles is burning” met volle overgave gespeeld, een zestiende plaat staat eind dit jaar op stapel.
Hier een heel ander verhaal dan die andere veteranen van Nofx, maar liefst 27! songs passeerden de revue op een klein uurtje! Hier weinig gepalaver maar gewoon rechttoe - rechtaan en vol gas. In het slot kregen we 3 absolute klassiekers op een rij, “21th century digital boy”, “Sorrow” en “Punkrock song”.Het beste optreden van Pukkelpop werd bewaard voor het einde maar smaakte daarom niet minder lekker!

Stephen en David Dewaele van 2 Many Djs (***) kregen de eer om de 25ste Pukkelpop in schoonheid af te sluiten met een vet feestje! Dat deden ze met een erg indrukwekkende lichtshow waarbij niet werd gekeken naar een laser meer of minder,ook de enorme plastieken bal die op het publiek losgelaten werd, zorgde voor heel wat leedvermaak.
Natuurlijk was er ook het muzikale aspect van hun optreden, muziek van volgende bands werden vakkundig in de mixer gesmeten: Daft Punk, Boys Noize, Queens of the Stone Age, Justice, MGMT, LCD Soundsystem, Crookers, Prince, ABBA, Pink Floyd, enz...
De feesteditie van Pukkelpop werd afgesloten met een door iedereen meegezongen “Happy Birthday” gevolgd door een spetterend vuurwerk.

Op naar volgend jaar! …

Organisatie: Pukkelpop, Hasselt-Kiewit

Aanvullende informatie

  • Datum: 2010-08-21
  • Festivalnaam: Pukkelpop 2010
  • Festivalplaats: Festivalterrein
  • Stad (festival): Hasselt-Kiewit
  • Beoordeling: 4
Gelezen: 2094 keer