logo_musiczine_nl

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Vive La Fête - ...
DIIV 6-03-2024

Pukkelpop 2010: vrijdag 20 augustus 2010 Aanbevolen

Geschreven door Pieter Dhondt, John Van De Putte, Erwin Vanlaere en Johan Meurisse
&

Pukkelpop 2010: vrijdag 20 augustus 2010
Ook de tweede Pukkelpoprit was er eentje om U tegen te zeggen. Ondanks de muzikale variaties en puike sets had Pukkelpop ook een zwart randje, het overlijden van de geluidstechnicus van BRMC vrijdagavond en gisteren nog de zanger/keyboardspeler van Ou est le swimming pool, die uit het leven stapte. Spijtig dat het 25jaar Pukkelpopfeest op die manier overschaduwd wordt …

Rond de middag schreeuwde en krijste Kate Nash (**) (Mainstage) er maar op los. Het onschuldige meisje van het debuut is een krolse kat geworden en haar klauwen zorgden voor een strak, rammelend geluid. Een handvol songs van de tweede cd ‘My best friend of you’, “Do wah doo”, “Kiss that girrrl” en “Model behaviour” werden op jachtige, nerveuze wijze er door gedraaid. “Foundations” was het enige herkenningspunt met het debuut. Het afsluitende “I just love you more” was alvast een meerwaarde door de gastbijdrage van de gitarist van The Cribs … meer rock … minder punky … slepend en bedreven. Net als haar concert in de Bota konden we ook hier niet direct spreken van een fijne, subtiele set, maar leek het erop de songs op miserabele wijze af te haspelen … is die tweede plaat nu écht zo flets … ?!

Harvey Quinnt, (Wablief?! tent) (***) - Philippe Fierens, is een singer/songwriter uit Antwerpen die dit jaar een naamloze debuut plaat uitbracht, en is tevens de lieveling van Daan.
Hij werd geruggensteund door een paar muzikanten die we kennen van bij Think of One en Zita Swoon. De stekelige danspasjes, die zanger Phillipe Fierens uit zijn lijf schudde en nummers als “Infinite Street” en “Black Pearl”, werden door het publiek ferm gesmaakt. Volgens mij een artiest om in de gaten te houden!

Optimaal genot toen Speech Debelle (***) (Club) begon … Een onderhouden sound van mellow soul en hiphop, een onnavolgbare zegrap en een ongelofelijk goed op elkaar afgestemde band. ‘Laid back dream poetry’ op de leest van Arrested Development, Lauryn Hill en Leela James. Terecht won ze won eerder al de Mercury Prize.

De Chateau was ondertussen in een sauna omgedoopt, de belangstelling voor het charismatische Fanfarlo (***) was groot. De dromerige indiefolkpop neigt naar Aracade Fire en klonk fris, speels, beheerst en pakkend. Hun arsenaal aan instrumenten (het toevoegen van trompet, viool, xylo) en de fijne geluidjes, gaven elan en kleur aan het uitgekiende songmateriaal. De tempowisselingen bracht hen onderhuids naar Mumford & Sons. Een heerlijk geluid. De lang uitgesponnen “Harold T Wilkins, or how to wait for a very long time” en het eind van “Luna” kregen een prachtige swing en meeklapgehalte … Indiefolk op z’n … en een tip voor Festival Dranouter volgend jaar …

Blood Red Shoes, (***) duo uit Brighton, Groot-Brittannië, deed vanaf het begin tot het einde van hun set de temperatuur in de Marquee enkele graden stijgen. De interactie tussen drummer Steven Ansell en gitariste Lisa -Marie Carter was heel vurig en deed de passie oplaaien; de energie straalde op het publiek, met als gevolg dat echt niemand nog stil kon blijven staan. Nummers als “Don’t Ask” en “You bring me down” gingen als zoete broodjes naar binnen en vroegen naar meer,dit kregen we, zodat het optreden van Blood Red Shoes meer dan af was!

De synthpop van We Have Band (**) klonk leuk, jong, fris en dynamisch. Aanstekelijke discokitsch/elektro/danspop door de springerige ritmes, electrobeats en opzwepende danspasjes. Maar hun ravesound klonk wat te eenduidig en ze tapten wat teveel uit hetzelfde vaatje om de grote Dancehall te bekoren, waardoor ze voorlopig een klein, fijn dansbandje blijken …

De waverock van White Lies (**) zal op de volgende plaat giftiger zijn door de trage, slepende ritmes, opbouw en de repetitief dreunende toetsen. White Lies stelde een handvol nieuwe songs voor, die een luisterbeurt meer nodig zullen hebben dan de melodieuze reeks van “To lose my life”, “Death” en “Farewell to the fairground”. De groep had een schitterend debuut uit en neigden te dingen naar Interpol en Editors, maar de nieuwe nummers beklijfden totnutoe onvoldoende. De dramatiek nam alvast nog meer plaats in, wat een bocht naar de typical ‘80’s van Joy Division betekende.

Onze Belgische trots The Black Box Revelation (****) stond voor de 3de keer op rij op Pukkelpop; sinds hun deelname aan Humo’s Rock Rally in 2006 hebben ze op bijna elk festival in Vlaanderen gestaan, wat niet kon verhinderen dat de Marquee bijna uit haar voegen barstte van het volk. Jan Paternoster en Dries Van Dijck trokken meteen de aandacht met kleppers “Set Your Head On Fire” en “High On A Wire”. Na de stevige openers deden ze ietwat kalmer aan met onder meer “Sleep While Moving”. De fans kregen een echt vette show voorgeschoteld waar zelfs problemen met de versterker de jonge knapen niet kon stoppen.

Het jonge Avi Buffalo (***) scoorde al een aardige hit met “What’s in it for?”. De schoonheid en subtiliteit van de dromerige indiepop werd  af en toe gekruid door gecontroleerde pedaaleffects en distortie, en de hoge zang riep referenties van Grizzly Bear en Band Of Horses op. Als een jonge Ira Kaplan van Yo La Tengo ging zanger/songschrijver Avigdor Zahner-Isenberg tekeer op het lang uitgesponnen “Remember last time”. Een speelse ongedwongenheid hoorden we in de Club, maar live kon het nog niet volledig beklijven …  De aanzet van een grootse muzikale carrière lonkt evenwel …

Het Californische Avi Buffalo (**) is een band die te nemen of te laten is. Niet iedereen is namelijk te vinden voor het hoge stemgeluid van de nog geen twintigjarige zanger/gitarist Avigdor Zahner-Isenberg. Wie dit wél een troef eerder dan een nadeel vindt, zal dit jaar al volop genoten hebben van hun gelijknamige, zomergetinte debuutplaat. Ook binnen onze redactie werd het plaatje erg positief onthaald en we keken reikhalzend uit naar hun passage op Pukkelpop.
Jammer genoeg werd het niet de triomftocht die kon verwacht worden. “What’s in It For” waarbij zowel Band Of Horses, The Shins als Mercury Rev om de hoek komen kijken, bleek opnieuw het prijsbeest van dienst te zijn maar de rest van de set kabbelde wat te rustig voort en klonk te vrijblijvend. Dit had deels ook te maken met de afwezigheid van toetseniste en vocaliste Rebecca Coleman die normaal de nummers wat voller laat klinken. Pas toen er wat meer kracht op de ritmesectie werd gestoken en de gitaar wat meer fuzzeffecten meekreeg zoals bij “Summer Cum”, kon de aandacht wel terug aangescherpt worden.
Maar al bij al waren die momenten te schaars. Ook een lang uitgesponnen “Remember Last Time” kon niet meer verhinderen dat podiumgewijs Avi Buffalo het bordje ‘belofte’ opgeplakt blijft krijgen (dank aan Erwin)


Altijd verrassend uit de hoek komt Eels (****) (Mainstage). Mark E Everett heeft al een rijkelijk gevuld oeuvre, en speelt bij elke wereldtour bijna telkens met een andere begeleidingsband, die vandaag even goed bij ZZ Top kon staan .. Als een bebaarde zeerover serveerde hij het drieluik ‘Hombre Lobo’, ‘End times’, (het komende) ‘Tomorrow morning’ en gaf hij het materiaal een fikse geut garagerock, bluesrock en gospel. Ruimte voor intieme songs waren er met “Spectacular girl” en “The look you give”, naast de bekende “My beloved monster”, “Mr E beautiful blues” en “Souljacker”, die hij van een paar alternatieve tics voorzag. En Mr E houdt van covers waaronder “Summer in the city” en “Summertime” … de donkere wolken zijn (eventjes) verdwenen uit E’s leven … Kijk, dit concert was af, en terecht kreeg hij een gouden plaat in de armen … Wat een zonnige namiddag beleefden we hier ...

Een volgend hoogtepunt was Foals (****) (Marquee), die een potige set speelden. De songs hadden een intrigerende, opzwepende opbouw, hyperkinetische ritmes, een nerveuze melodie, hoekige strakke riffs en ondergingen verrassende wendingen. De elektronica gaf een eigen specifieke toets en de zang
van Yannis Philippakis waaide over de songs heen; gebalde energie en intense explosies. Doeltreffend, pakkend, dartelend en twinkelend waren woorden op hun plaats voor hun op punkfunk geënt materiaal, “Cassius”, “Electric bloom” en “Two steps twice” klonken gewoonweg schitterend.

In 2008 zagen we Foals (****) ijzersterk op Pukkelpop uitpakken. Ze hadden hun debuutplaat ‘Antidotes’ uitgebracht en hun set was hoekig, snedig en scherp. Dit jaar verscheen hun tweede album ‘Total Life Forever’ en het aan Bloc party, !!! en Battles verwante geluid wordt daarop sfeervoller uitgebouwd. Rustige passages komen nadrukkelijker op het voorplan en krijgen epische, aan progrock verwante afmetingen.
Bij hun passage op de 25ste editie van hét alternatieve festival werden uit beide albums nummers geplukt en dit vormde een mooie afwisseling. Zo kon er genoten worden van energetische uitspattingen in de vorm van “Cassius” en “Balloons”, alsook van aanzwellende pracht als tijdens “Spanish Sahara” dat ingetogen aanving maar een stevig einde aangemeten kreeg.
Foals palmde het podium en het publiek van de Marquee in en liet dit niet meer los. In die mate zelfs dat tijdens “Electric Bloom” frontman Yannis Philippakis vergezeld van zijn gitaar een wandeling inzette richting de p.a. Knap concert en we mogen terecht zeggen: Total Foals Forever! (met dank aan Erwin)

Benieuwd waren we of de 3de passage van Limp Bizkit (***) hier op Pukkelpop er één teveel zou zijn ... Op de scratchtonen van DJ Lethal en onder luid applaus maakte de band in originele bezetting z'n entree op de Mainstage. Opvallende verschijning was Wes Borland, de topgitarist die teruggekeerd is naar het oude nest en zoals steeds een bizarre outfit om de lenden had en een heksenhoed op z'n kop.
Fred – met de pet – Durst, voor de gelegenheid in een Boston Celtics outfit, loofde het publiek voor het hartelijke ontvangst en opende met “Rollin” en “My generation”. Strak en hard werden ze gebracht en overal werden crowdsurfers gespot. “My way on the highway”, “Take a look around” en “Livin it up” zorgden voor enorm veel beweging in de frontstage en ver daarbuiten, en maakten duidelijk dat de nu metalband terug is van 'nooit' weggeweest.
Durst bleef de menigte bespelen en ophitsen en vertelde ook dat we binnenkort een nieuw album mogen verwachten, helaas kregen we hier geen voorsmaakje van te horen. Cover “Behind blue eyes” is eerder een storend rustpunt in een overigens stomende set maar in het slot maakt kraker “Breakstuff” alles goed.
Het optreden eindigt toch nog met een mindere noot wanneer de jarige frontman even later tientallen jonge meisjes het podium oproept zodat het slot in een enorme chaos eindigt met een overbodige versie van “Faith” waar ze toch beter voor de classic “Nookie” hadden gekozen.

Eerder ontgoochelend was Hurts (**) (Chateau). Gekend van de singles “Wonderful life” en “Better than love” en de aan Brandon Flowers ontleende zang van Theo Hutchcraft, hoorden we onderkoelde electropop met een vleugje bombast en kitsch, die nauw leunde aan de Pet Shop Boys. De songs van het debuut ‘Happiness’ konden ons deze avond niet strikken. Vraag is of dit bandje nog meer deugddoende popsongs kan schrijven …

Mumford & Sons (****) lokten de meeste kijklustigen, tot ver buiten de Marquee. Op een goed jaar tijd zijn ze uitgegroeid tot een immens populaire band. Fris tintelende indiefolk/ country en melodieuze liedjes, die stuwende, opzwepende ritmes en aanstekelijke refreinen hebben en ruimte voor gemoedelijkheid bieden. De sympathieke band houdt van ons landje, want het is hier dat ze definitief konden doorbreken met songs als “Winter weeds”, “Little lion man”, “Roll away your stone” en “The cave”. Wat een succesverhaal met hun speelse songs, die een boeiende broeierige opbouw hadden; ze staken voldoende afwisseling en emotie in de songstructuur. Netjes op een rij stonden ze met akoestische gitaren, synths, contrabas, banjo, dobrogitaar en een bassdrum. Een mooie omkadering , gesierd door de stemmenpracht én geleid door de indringende, gepassioneerde, overtuigende stem van Marcus Mumford … Op nog geen jaar tijd één van de ontdekkingen en festivalbands bij uitstek … Noteren voor Rock Werchter én Festival Dranouter!

Even op adem kwamen we met Isbells (***) (Wablief?! tent), de Belgische folkamericana groep rond sing/songwriter Gaëtan Vandewoude. Wij hadden vooraf schrik om door deze rustige muziek zachtjes in slaap gewiegd te worden, maar al snel bleek deze schrik ongegrond te zijn. De hoge, ijle zanglijnen die de 4-kopige band de tent rondstuurden zorgden voor een magisch gevoel. Bij het nummer “As Long As It Takes” mocht het kleine dochtertje van Gaëtan even op het podium komen … wat een vertederend moment! En ”Reunite” was een pareltje … Isbells is zeker en vast voor herhaling vatbaar.

Ook heel populair was de Zweedse troubadour Kristian Matsson, de jonge sing/songwriter The Tallest Man On Earth (***). Een nokvolle Chateau was gekluisterd aan z’n melancholisch dromerige, gevoelige akoestische bluesy, folky gitaarsongs. Hij slaagde in een dosis entertainment. De man werd steeds aangemoedigd verder te spelen door een ganse meute fans … Alsof hij al jaren bezig was. Mooi toch zo’n warm onthaal.

Ook Radical Slave (***) (Wablief?! tent) , een zoveelste project van Pawlowski, nu met Swartenbroeckx – Perotti, bracht ons terug naar ‘90s alternative noiserock. Ergens tussen NoMeansNo, Shellac en het oude Trans Am. Een rauwe, ruwe metaalklinkende gitaar, gortdroge drums, bezwerende synths en een overgemoduleerde zang. Een onvoorwaardelijk respect koesteren we voor Mauro … en de zijnen …

Intussen beukte de Prodigy (***) er maar op los met hun ‘Invaders must die’ en de reeks classic hits als
“Breathe”, “Poison”, “Firestarter” en “Voodoo people”; genoeg materiaal dus om het publiek te entertainen. Al twee jaar staat de Brits rockende rave/danssensatie op scherp en terecht waren zij één van de headliners. Een verschroeiend goed uurtje volksmennerij … ze zorgden ervoor dat iedereen uit hun dak kon gaan op de energieke, opzwepende, krachtige beats … jawel, adrenalineshots waren het door Liam Howlett, Keith Flint en Maxim Reality in de frontline… ze sloten de zeer gesmaakte set met “Smack My Bitch Up” in schoonheid af.

De dromerige, sfeervolle indiepop van het USA afkomstige Beach House (****) (Club) was indrukwekkend. De meeslepende melodieën door de galmende gitaarlijnen, rudimentaire drums en warme synths voerden je naar een droomwereld, die je door de forsere live aanpak terug bracht in de realiteit. De aanstekelijke vibes, ritmes en de repeterende opbouw werkten in op de dansspieren; een hoofdrol was weggelegd voor de intrigerede zanglijnen van Victoria LeGrand, die The Mazzy Star opriep. Klassesongs serveerden ze en met “Norway” en “20 Mile Stereo” noteerden we alvast twee instant klassiekers.

Snow Patrol (****) is dan de festivalband bij uitstek om het samenhorigheidsgevoel te bevorderen. De charismatische band sprak iedereen wel aan en daar zit zanger/gitarist Lightbody met z’n optimisme wel voor iets tussen. Lofbetuigingen werden het festivalterrein rondgestrooid.
De band trok de kast van een resem hits open, “Open your eyes”, “Take back the city”, “Hands open”, “Crack the shutters”, “Spitting games”, “Run”, “Chasing cars” en “Just say yes”. De U2 riffs slingerden om de oren …Meezinger van de avond was “Shut your eyes”. Opvallend waren de orkestrale partijen en het duet “Set the fire” met Eva De Roovere, een prachtige song met Martha Wainwright op plaat maar live nog nooit gespeeld. Als nieuwe song hoorden we het meeslepende “Big broken”, wat ons nieuwsgierig maakt naar de volgend jaar te verschijnen plaat.

Met The XX (***) (Marquee) kwamen de jaren 80 synthwave spontaan weer boven drijven. De Britse indie pop band die in september vorig jaar een sterk debuutplaat afleverde, bracht een donkere,iets wat deprimerende maar boeiende set van minimalistische prachtsongs als “Crystalised”, “Fantasy”, “Shelter en “VCR”, een spel van aantrekken en afstoten, die zonder al te veel show het publiek raakten. Afsluiten deden ze in schoonheid met het wondermooie “Islands” en “Infinity”.

Nofx (**) sloot een overvolle Shelter af. Begin de jaren '80, ontstaan door Michael Burkett aka Fat Mike, die nog steeds de grote man is achter het punkrocklabel Fat Wreck Records. Misschien bij het grote publiek minder bekend dan Offspring en Greenday maar dat was een bewuste keuze want ze hebben zich steeds als undergroundband geprofileerd terwijl ze meerdere keren benaderd werden door majorlabels. De feestband verkocht reeds meer dan 6 miljoen platen wat al kan tellen voor een punkrockband.
Openen deden ze met “Dinosaurs will die” en het snelle “Linoleum”, zoals steeds was er veel interactie met het publiek en zorgden El Hefe en Fat Mike voor de nodige show. Al snel leek het meer op een ‘spoken word’ optreden dan op een concert, de band oogde loom en speelde slechts 11 nummers op een klein uur én dat voor een punkrockoptreden.
De trompetdeuntjes van El Hefe zorgden af en toe nog voor wat ophef maar algemeen konden we ons niet van een onvoldaan gevoel ontdoen. Klassiekers “Kill all the white men” en “Louise” haalden niet het niveau die anders zo eigen zijn aan de livesound van de band. Ligt het aan het feit dat ze ook een dagje ouder worden of dat ze er weinig zin in hadden, wie zal het zeggen, maar de tientallen vorige shows in België indachtig moesten we teleurgesteld terugdenken aan die energieke liveprestaties uit vervlogen tijden …

Vóór slapen gaan konden we niet omheen het Canadese Holy Fuck (****) (Chateau) … Battles achterna met hun postrock elektronica experiment ... Energiek stuwende, explosieve ritmes van elektronica, drums, pedaal effects en dreunende diepe baspartijen … “Latin America”, Lovely Allen”, “Foxy boxing” en “Stilettos” brachten ons in trance en werkten in op de dansspieren. Een ongelofelijk samenspel … Samen met Fxx Buttons en Foals eerder al te zien, waren zij een even dynamische band in een criminele opstelling …

Tot slot dreunden ‘harder & faster’ de beats van The Bloody Beetroots (**) (Mainstage), een staaltje krachtiger dan de Prodigy. Een nieuwe lichting dansliefhebbers lonkt na Underworld en Chemical Brothers!

Organisatie: Pukkelpop, Hasselt-Kiewit

Aanvullende informatie

  • Datum: 2010-08-20
  • Festivalnaam: Pukkelpop 2010
  • Festivalplaats: Festivalterrein
  • Stad (festival): Hasselt-Kiewit
  • Beoordeling: 4
Gelezen: 2398 keer