De jonge en beloftevolle zeskoppige opener Brazaville won in 2007 de wedstrijd Jong Jazztalent in Gent. Zopas verscheen hun debuutalbum ‘Days of thunder, days of grace’ op het label Evil Penguin Jazz Records. De band mengt op aanstekelijke wijze jazz, funk en afrobeats. Stuk voor stuk zagen we goede, zelfs heel goede muzikanten aan het werk. Maar de composities van baritonsaxofonist Vincent Brijs kwamen helaas in het begin niet goed tot hun recht. De nervositeit en onzekerheid was duidelijk voelbaar. Belgen zijn nu eenmaal te weinig chauvinistisch. Maar gedurende het concert hebben ze dit ruimschoots goedgemaakt en belandden we uiteindelijk in een opwindende, stomende en pletwalsgewijze set. Vooral gitarist Hellings bewees dat hij zijn zessnaar perfect beheerste. Ze mogen gerust naast hun grote voorbeelden Herbie Hancock, Wayne Shorter, The Headhunters, Miles Davis tot Tony Allen, Fela Kuti en The Meters staan. We horen nog wel van Brazaville, maar dan wel op internationaal niveau.
Line-up: Vincent Brijs (baritonsaxofoon), Andrew Claes (tenorsaxofoon), Nicolas Rombouts (bas), Jan Willems (keyboards), Geert Hellings (gitaar), Maarten Moesen (drums).
Marcus Miller is ongetwijfeld een van de meest geniale en virtuoze multi-instrumentalisten, maar vooral een bassist met legio effecten. Naast zijn special guest DJ Logic had hij een hele resem andere effecten mee. We hoorden veel getrek, geslap en getab op zijn bas, de sax, drums en eender welk ander instrument werd door de effectenkast gejaagd, maar we hoorden geen bezieling. Marcus gaf ons vaak de indruk 'band' werk te leveren, maar dan niet in de muzikale zin van het woord. Tussen het bassen door stond hij soms doodleuk in zijn neus te peuteren. Gelukkig sloeg deze uiterlijke ongeïnteresseerdheid niet over op het publiek.
De set begon nochtans veelbelovend met een Indisch klinkende intro (toetsenist Gonzales Pena speelde op een Moog), gevolgd door een schitterend Higher Ground van Stevie Wonder. Probeer de Marcus maar eens te volgen als medemuzikant. Maar toch laat hij nog ruimte voor hen.
Het vervolg werd er zowat aangebreid en ik kreeg de indruk eerder een coverband te horen die hun ding stond te doen (slechts één eigen nummer “Tanned”) Na een funky einde kregen we als bisronde nog maar eens een ode aan Miles in de strot geramd. Sorry, folks, maar ik had echt meer verwacht van dat genie.
Line-up: Marcus Miller (basgitaar, basklarinet), Alex Han (saxofoon), Fédérico Gonzales Pena (keyboards), Jason "JT" Thomas (drums), DJ Logic (turntables).
Gelukkig waren er nog The Neville Brothers, ook wel The First Family of Funk genoemd, en uitgegroeid tot één van de boegbeelden van de rijke muziekgeschiedenis van New Orleans en inspiratiebron voor talrijke bands. En deze reputatie maakten ze volledig waar. De kippenvelmomenten waren niet meer bij te houden en in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Bootsie Collins , die vorige week nog in Cactus een typisch Amerikaans geforceerd do-you feel-allright-an-wanna-funk-sfeertje trachtte neer te poten, deden Art Neville, aka Poppa Funk, en zijn broers waarvoor ze gekomen waren: muziek spelen. Die pipo's ademen gewoon al vijftig jaar funk. En ze hadden ook nog The Funky Meters mee.
Het meest grappige was dat de zanger, een getatoeëerde kleerkast van 150 kg, zingt met een falsetstem. Gelukkig had de percussionist een misthoorn van een stem. We hoorden ondermeer beklijvende versies van “Fever” en “Ain't no sunshine” van Bill Withers (dat overvloeide in heuse reggae). Eindigen deden de broeders met een totaal overbodige “Amazing Grace” (waarom moest dat nou?) en een stomende “One Heart” van Bob Marley.
De aankondiging '50.00 watts of pure funk' klopte als een bus, jammer dat het publiek bij momenten eerden ingetogen enthousiast reageerde.
Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent
info op http://www.gentjazz.com
Fotoshoots door huisfotograaf Jos L. Knaepen