Toch al kort na het debuut is Augustijn al terug met ‘Gin Oge Toe’. Op deze opvolger toont de West-Vlaming zich net iets minder kwetsbaar dan op successingle “In De Schouwte” en debuutalbum ‘Echt’. Opener van dienst en eerste single “Deure” zet je wat op het verkeerde been. Het nummer duurt bijna zeven minuten en is rijkelijk geproduced en gearrangeerd, heel anders dan de minimale bezetting van op ‘Echt’. Thematisch borduurt dit nummer wel voort op het debuut, met de bedenkingen van een zanger die nog steeds twijfelt over het in de spotlights gaan staan. Met de conclusie kunnen we alleen maar blij zijn: Augustijn zet door (ie doe deure).
Op “Een Liedje”, het tweede nummer, zitten we muzikaal wel opnieuw op de lijn van het debuut, met opnieuw een heel beperkte bezetting en de doodeerlijke lyrics heel centraal in de mix. Augustijn heeft het hier over de vele goedbedoelde tips die hij krijgt nu hij plots als solo-artiest uit de schaduw is getreden. Dat tekst-thema is al eerder gebruikt in de popmuziek, maar in het Nederlands zullen toch meer mensen zich aangesproken voelen, reviewers incluis.
“Kan Beter” gaat over tegenvallende schoolresultaten en de toen daaraan gekoppelde toekomstvoorspellingen. Als het nummer autobiografisch is, zet Augustijn zijn vroegere leraren hier mooi een neus . Muzikaal zit hij hier, en op de meeste nummers, ergens tussen Het Zesde Metaal en Yevgueni in. “Klakke” herneemt de rijke productie van “Deure”, maar dan toch weer niet zo voluit, en is ook in lengte bijna zijn evenknie.
Van dit soort nummers hadden we er graag meer gezien of gehoord op ‘Gin Oge Toe’, omdat Augustijn hier zijn eigen speeltuin zoveel interessanter maakt. Hetzelfde geldt in grote lijnen voor “Sterker”, maar deze twee tracks hebben dan weer het nadeel dat de lyrics minder centraal staan. Op “Sterker” komt tekstueel ook weer die twijfel naar voren of hij wel goed bezig is. Het funky en grappige “Misschien” had van Ertebrekers kunnen zijn. “Nummertje” kabbelt op een loungy manier voorbij zonder veel slachtoffers te maken. “Gin Oge Toe” heeft een Elbow-intro en drijft voort op zuinige piano-toetsen. Van alle nummers op dit album heeft deze titeltrack het meeste hitpotentie. Het is fris en verrassend en catchy as hell. Na twee luisterbeurten ben je helemaal mee met het verhaal.
Augustijn moet op ‘Gin Oge Toe’ muzikaal al wat grootser uitpakken om ons na ‘Echt’ een tweede keer omver te blazen. Hij doet dat ook een paar keer en op de andere tracks bevestigt hij al het goede van zijn solo-debuut. Het mooie is dat de beste momenten van dit album die liedjes zijn waar de productie hem een beetje in de schaduw zet, waar dat bij het vorige album net omgekeerd was. Het moet zijn dat het de bedoeling was.