logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 15-11 Legends of rock tribune festival (Guns’n’Roses, Metallica, AC DC) 17-11 The Sugarman 3 meets scone cash players 20-11 The Serfs, VR Seks, badtime (ism Pit’s) 20-11 Ottla, Ciao Kennesy (ism Scratch + Snuff)…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

The Last Dinner...
accept_trix_10
Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 20 september 2018 21:55

Inhale slowly and feel

Kloot Per W/Claude Perwez. De man is een monument in de vaderlandse indierockscene. Hij speelt sinds de jaren ’70 in talloos veel bands en is als gastmuzikant of producer betrokken bij heel wat muzikale projecten. Nu heeft hij zich gewaagd aan een tribute-album voor de Velvet Underground, een band die hij reeds lang bewondert. Mauro Pawlowski mocht als één van de gasten meespelen.
Per W heeft wel iets met tribute-albums. Hij was samensteller van een dubbelalbum met vooral Belgische en enkele internationale bands die nummers van The Ramones coverden (en maakte deel uit van een reeks bands op dat dubbelalbum). Op ‘1,2,3,4... A Lo-Fi Ramones Tribute’ uit 2001 staan heel wat covers die dicht bij het origineel blijven, maar evengoed tracks waarin je nog nauwelijks iets van het origineel herkent.
Per W is onder het pseudoniem The Claudio Serpentino in 2015 ook het brein achter het Wide Album, een door sommigen als pastiche aangeduid album met zo goed als onherkenbare Beatles-tracks. Hij is ook de spilfiguur van de ‘coverband’ Belpop Bastards, de behoeders van het Belgische rockerfgoed.
Op ‘Inhale Slowly And Feel’ blijft Per W verrassend dicht bij de originele versies. “Real Good Time Together” is geen platte kopie, maar wel meteen herkenbaar. “European Son” krijgt een postpunk-bas die diepe voren ploegt in de intro en eigenlijk in heel de track. Per W benadert het experimentele sitar-achtige gitaarsolo-geluid van het origineel, maar dankzij de prominent aanwezige volle, warme bas en de fijne keyboard-lijntjes, is deze versie makkelijker te verteren voor een ‘gemiddeld’ rock-publiek. Ook het oorspronkelijk arty “Venus In Furs” krijgt een donker postpunk/Bauhaus-jasje met broeierige drone-drums.
Wat na een paar nummers opvalt: Per W is een betere zanger dan Lou Reed of John Cale ten tijde van de Velvet Underground. Op “Lady Godiva’s Operation” zit hij ergens tussen de eerder vermelde postpunktoets en het oorspronkelijke, kalere geluid en komt hij vocaal in de buurt van de jonge Lou Reed, al had het net zo goed de jonge David Bowie kunnen zijn. “Foggy Notion” is in zijn oorspronkelijke versie al een – toch voor de Velvet Underground – heel rechttoe-rechtaan bluesrocktrack en Per W doet daar nog een klein schepje bovenop.
Per W’s dochter Mona krijgt de rol van Maureen Tucker op “Afterhours”, een lekker onschuldig nummer dat al werd gecovered door Eddie Vedder, REM, Babyshambles en The White Stripes. Mona brengt een leuke versie van het nummer, die dicht bij het origineel blijft. Ook “Sweet Jane” is reeds vele malen verschenen als cover. Per W’s versie is een brave, klassieke rock-variant. Gelukkig probeert hij de solo’s niet noot voor noot na te spelen, maar kneedt hij die naar zijn eigen gevoel.
De vinyl-versie van ‘Inhale Slowly And Feel’ stopt na “Run Run Run” en “What Goes On”, maar elke koper van het vinyl krijgt tegelijk een CD met het album en nog vijf extra nummers: “Pale Blue Eyes”, “Can’t Stand It Anymore”, het heel bekend “Waiting For The Man”, “Beginning To See The Light” en “Femme Fatale”, met Mona als Nico.
In zijn poging om The Velvet Underground te rehabiliteren heeft Kloot Per W de meeste scherpe kantjes van de tracks afgevijld. Een beetje een gemiste kans, want als je een muzikaal enfant terrible van zijn niveau loslaat op het reeds tegendraadse werk van die band, hoop je eigenlijk ergens uit te komen voorbij de Evil Superstars en de Ugly Papas. Het is pas bij bonusnummers als “Can’t Stand It Anymore” en “Waiting For The Man” dat Per W voorzichtig de teugels viert en het nummer zijn eigen weg laat zoeken. Tegelijk zijn er op dit album nog genoeg scherpe kantjes om de originele intenties van de tracks te herkennen.
Zo kan dit album een respectvolle introductie zijn om alsnog het werk van de Velvet Underground te gaan ontdekken.

donderdag 13 september 2018 18:57

Silent days (single)

Een gebroken hart en het zoeken naar een nieuwe muzikale richting hebben samen een album opgeleverd dat het officiële volkslied van deze herfst kan worden.
The Bony King Of Nowhere heeft zijn singer-songwritermantel afgelegd en toont op ‘Silent Days’ dat hij ook kan excelleren in arrangementen en sfeerzetting. Gedaan dus met de klassieke songopbouw. Voortaan songs die beelden oproepen van weidse, nazomerse landschappen en druilerige, verloren namiddagen. Er zit een beetje een droefgeestige countryvibe in dit album, zoals de Cowboy Junkies en Bonnie Raitt dat eerder ook hadden. Op “Like Lovers Do” komt The Bony King Of Nowhere zelfs uit in het spoor van The War On Drugs, ook al een band met subtiel-melancholische en lichte country-toetsen.
De stem van frontman Vanparys heeft aan maturiteit gewonnen en dat past perfect in dit plaatje. Het engel/jongensachtige is weg. De teksten zijn deze keer ondergeschikt aan de sfeerzetting van de muziek, al zitten er best nog wel een paar pareltjes tussen die doen denken aan pakweg Leonard Cohen of Tim Hardin. Pas met het tekstvel erbij wordt het helemaal duidelijk dat dit album over een liefdesbreuk gaat. Vanparys heeft zijn gebroken hart iets subtieler verpakt dan Matt Watts, de in ons land wonende Amerikaan die vorig jaar op “How Different It Was When You Were Here” zijn liefdesverdriet in dikke plakken opdiende. Maar de twee albums zitten inzake thema en toon wel heel dicht naast elkaar.
Titeltrack “Silent Days” is een goede inleiding tot deze 2.0-versie van The Bony King, maar de echte goudader zit in het afsluitende trio van dit album: “Through The Night”, “Like Lovers Do” en “Still Around”.
‘Silent Days’ is de perfecte soundtrack voor de donkere maanden die ons staan te wachten.

donderdag 13 september 2018 18:55

Grey Clouds

De Leuvense band Black Sun staat voor grommende, grungy desertstoner met een zanger die het midden houdt tussen Tom Waits en Nick Cave. Dat is een huwelijk dat de mooiste kinderen oplevert als de songs enige vaart krijgen en de aandacht afgeleid wordt van die rauwe brombeer, zoals op “Angel In Grey Clouds” en “The Backyard”. In rustiger tracks wil het ook al eens lukken, als zanger Tijs zich wat inhoudt, zoals op “Lost In A Dream” en “Alone”. Zelf gebruiken ze termen als romantic doom en metallic blues om hun muziek te omschrijven en ook die vlaggen dekken de lading.
Black Sun bracht sinds 2016 elk jaar een volledig album uit en dat is misschien wat te ambitieus. De muzikanten zetten bij elk album wel een stap vooruit en de zanger vindt telkens net iets beter zijn plaats in het groepsgeluid, maar inzake compositie en lyrics trappelt deze band een beetje ter plaatse. Ook de productie is rommelig. Het knalt niet en het klinkt niet vet genoeg. Met een strenge hand die deze Black Sun door hun volgende opnames loodst, komen ze misschien in de buurt van een bluesy Soundgarden of een donkere, kwetsbare versie van Monster Magnet of ASG.
Het akoestische “Sunrise” zou een eye-opener moeten zijn voor Black Sun. Zo lang de versterker op 11 en het fuzzpedaal ingedrukt staan, blijft het zoeken naar het juiste evenwicht, maar met die akoestische gitaar klopt het plaatje met die brommende blues-stem plots helemaal. Meer van dat!

donderdag 30 augustus 2018 17:24

Hel Van De Planeet (single)

BEUK verraste in 2016 Vlaanderen met Nederlandstalige hardrock. Rock in het Vlaams hadden we al langer, maar hardrock in onze moedertaal, dat is toch eerder uitzonderlijk.
De band uit Brugge krijgt met elk optreden een grotere aanhang en het in eigen beheer uitgebrachte ‘Strak Plan’ werd een succes. BEUK speelt zelfs regelmatig in de UK. Daar begrijpen ze de teksten niet, maar dat doen ze ook niet als ze daar Rammstein op bezoek krijgen.
Na twee jaar werd het tijd om een nieuw album te maken en de single “Hel Van De Planeet” moet ons daar alvast warm voor maken, een nummer over de eerste Wereldoorlog. De productie van Ace Zec is merkbaar beter dan die op ‘Strak Plan’, die ook al niet slecht was. Deze single knalt echt uit de boxen. De backing vocals van Ines Defurne (Monopole) voegen een leuke vibe toe en inzake teksten schrijven heeft de band nog twee stappen vooruit gezet. Enkele nummers van ‘Strak Plan’ kleefden misschien nog teveel aan het papier, terwijl “Hel Van De Planeet” eerder klinkt alsof het nummer op het podium bedacht werd.

Muzikaal wordt voortgebouwd op het beste van ‘Strak Plan’: Motörhead meets The Darkness

donderdag 30 augustus 2018 17:49

Vor die Hunde

Leto is een Duitse emo-punkband die met ‘Vor die Hunde’ een knap album uit heeft. Emo-punk? Zit er in ‘gewone’ punk dan geen emotie? Tuurlijk wel, maar na één beluistering van dit album snap je meteen waarom het prefix ‘emo’ toegevoegd werd. Leto klinkt als De Heideroosjes meets My Chemical Romance of Janez Detd meets Alexisonfire. Zelf noemen ze het geen emo-punk maar postpunk, maar daar schieten ze toch naast doel. Dan is posthardcore misschien nog dichter bij de waarheid. Maar genoeg nu met het proberen in één vakje duwen van deze band.
Leto is een band met passie en met een voorliefde voor smerige, energieke gitaren. De drive primeert op de techniciteit. Toch zit er best wat complexiteit in de composities en de riffs, maar door de energie van de groep blijven die wat op de achtergrond.
‘Vor die Hunde’ is niet echt muzikaal vernieuwend, maar wordt wel gebracht met veel geldingsdrang en overtuiging.
De algemene sfeer is er een van onbehagen en maatschappelijke, persoonlijke en politieke frustratie.
Leto heeft twee zangers in de band en die zingen beiden in het Duits. Dankzij een uitgekiende mix (goede verstaanbaarheid) en geen al te wollig taalgebruik vallen de lyrics vlot te volgen en te begrijpen. Of dat voldoende is voor een doorbraak in België valt nog te bezien, maar met deze passionele posthardcore moet Leto toch wat fans kunnen vinden.
Wie zich op Spotify aan een luisterbeurt waagt, begint misschien best bij “Anja und Peter”, bij “Gold” of bij “Into The Wild” (Engelstalige songtitel, Duitstalige lyrics).

donderdag 23 augustus 2018 16:31

Survive Sunrise

ASG heeft met ‘Survive Sunrise’ misschien wel zijn meest diverse album uitgebracht. Het album verkent per track alle hoeken van het universum dat begrensd wordt door doom, psych, stoner, Soundgarden-grunge, filmmuziek en southern rock. Dat wordt nog afgekruid met huilende bluesrock en een snuifje hardrock.

Album-opener en zonovergoten titeltrack “Survive Sunrise” mixt stoner met psych. Daarna volgt “Execution Thirst” met heavy swamprock, terwijl het met screams aaneengeknoopte “Up From My Dreams” stoner en sludge op het menu staan heeft. “Lightning Son” opent met heftige bluesrock om dan naar de sludge en bijna drone te verhuizen en nadien toch nog een paar keer de dampende blues te kijken. Ook” Hawks On The Run” heeft wat bluesrock in het bloed, terwijl er ook wat psych en slome hippiefolk door de aderen loopt.

Het gekke is dat welke weg ze bij ASG ook inslaan voor de dertien tracks van ‘Survive Sunrise’, ze telkens hun eigen gezicht weten te behouden. ASG is dan ook in de eerste plaats een monster dat riffs spuwt. Elke track drijft op dikke lagen riffs en catchy hooks. De licht-zeurende lyrics passen er goed bij, maar de screams doen meestal afbreuk aan het gitaarfeestje. “Kubrick Colors” wijkt af van het ASG-patroon door de experimentele, bijna jazzy drumritmes.

Wie ASG nog niet eerder te horen kreeg, begint misschien best bij de eerder vermelde “Survive Sunrise” en “Execution Thirst”. Voorts zijn “God Knows We”, “Weekend Money” en “Heavy Scars” heel toegankelijk. Voor fans van met grunge-geïnjecteerde stoner.

 

‘Salvation’ is het debuutalbum van DodenGod, de extreme metalband die een doorstart is van Ascend-ency. Het laatste album van Ascend-ency dateert van 2011. Waarom heeft het nieuwe zo lang op zich laten wachten?
“We zijn kort na het laatste album van Ascend-ency, in 2012 en 2013, begonnen aan wat oorspronkelijk gewoon de opvolger van ‘Regression’ onder de naam ‘Ascend-ency’ zou worden. In 2015 waren we eigenlijk reeds klaar en zijn we beginnen onderhandelen met verschillende labels. Het Belgische Shiver Records, dat ‘Regression’ uitgebracht had, was het eerste label waar we mee gepraat hebben. Daarna volgden er nog een paar en uiteindelijk zijn we terechtgekomen bij het Britse Antitheus Productions. Ondertussen waren we tot de conclusie gekomen dat het nieuwe album op een aantal punten een breuk vormde met het eerdere werk. Het is muzikaal minder industrial metal en nog meer een mix van black, death en extreme metal. De daaruit volgende beslissing om de bandnaam te veranderen heeft het hele proces nog wat meer vertraagd”, vertellen Yvs en Svn van DodenGod.

Samen met de nieuwe bandnaam staan er op Salvation nog een pak referenties naar religie, in de teksten en in de muziek. Was dat het centrale thema voor het album?
“Religie heeft mij altijd gefascineerd. Ik hou wel van de verwoordingen uit het oude testament. De verhalen die daarin staan waren de horrorfilms van hun tijd. En de manier waarop dat boek geschreven is, is gewoon briljant. Als je deze dan toepast en aanpast naar wat je als tekstschrijver wil zeggen, dan heb je een schat aan prachtige dingen ter beschikking. Wat ik in de lyrics wil zeggen, is voor mij heel belangrijk, maar dat hou ik liever voor mezelf. De luisteraar moet dat zelf uitzoeken en interpreteren. Dit is ook de reden waarom de teksten niet in het boekje staan”, zegt Svn.

Welke betekenis zit er achter de naam DodenGod?
“Veel van mijn teksten handelen over de dood. Het is een onderwerp waar ik al sinds mijn jeugd door gefascineerd ben. Elk geloof en elke cultuur heeft wel een eigen interpretatie van de dood en alle heidense culturen hebben wel een godheid die verantwoordelijk is voor ‘de volgende stap’. Het is iets wat ons allemaal vroeg of laat overkomt”, duidt Svn.

Aan Salvation kan je nauwelijks nog horen dat het een studioproject is van slechts twee mensen. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?
“Het is een hele evolutie geweest sinds de eerste demo-opnames van Ascend-ency. Die hebben we in 1997 en 1998 opgenomen door alles live te spelen in een homestudio en op te nemen op amper vier sporen. Vanaf 2001 zijn we met computers gaan werken en voor ‘Salvation’ hebben we met de beste programma’s kunnen werken en productioneel alles uit de kast gehaald. Het kost wel wat moeite om dat technisch allemaal onder de knie te krijgen, maar het resultaat mag er zijn. Deze band heeft nooit beter geklonken dan op ‘Salvation’. We hebben een vaste rolverdeling in DodenGod. Svn doet de lyrics en de zang en de mix, de mastering en het programmeren van bv. de drums, terwijl ik mij met alle instrumenten bezig hou en feedback geef over de mix en dergelijke. We voelen elkaar daar na al die jaren samenwerken ook goed in aan”, weet Yvs.

Bij Ascend-ency hadden jullie bij elke opname één of meer gastmuzikanten. Voor ‘Salvation’ hebben jullie alles zelf ingespeeld?
“Daar zit geen groot plan achter. Ik heb me, eerder toevallig, een basgitaar gekocht en heb dat instrument vrij snel onder de knie gekregen. Zo komt het dat we deze keer geen gastmuzikanten nodig hadden. Mogelijk werken we voor een volgend album met een ‘echte’ drummer en een gast-bassist. We beginnen altijd met een wit blad”, stelt Yvs.

De volgende samenwerking tussen jullie beide zal niet noodzakelijk onder de naam DodenGod zijn. Wat hebben jullie nog meer in petto?
“Met ons andere project, onder de naam SulphurSworn, brengen we old-school Zweedse deathmetal in de stijl van Grave, Entombed en Dismember. De opnames zijn klaar, maar we zoeken nog een label. Svn werkt nog aan nieuw materiaal van o.m. Thronum Vrondor en heeft nog eigen projecten als Aeons of Old (doom) en iets met ambient. Zelf werk ik onder de naam Toxic Veins samen met Pieter van Chalice aan een album met crossover-thrash, zoals die van DRI. We hebben al twaalf nummers, maar die moeten nog afgewerkt worden. Met Larz van Rompu van het vroeger Leech 54 en Death’s Bride werk ik aan logge oldschool-deathmetal. Het thema daar is WO II en de bandnaam is Reigersvliet. Ten slotte wil ik zelf nog een album met donkere new wave opnemen dat in de richting van de Sisters of Mercy zal gaan. Het leuke is dat het allemaal studioprojecten zijn, waardoor er minder druk is. We kiezen zelf waaraan we vandaag of morgen verder willen werken”, stelt Yvs.

Voelen jullie geen drang om de nummers van ‘Salvation’ live te brengen?
“Dat zouden we op zich wel graag doen, want we hebben er alle vertrouwen in dat er een publiek voor bestaat. We hebben beiden in allerhande bands gezeten die wel live speelden. Maar het ganse voortraject van live spelen – het repeteren, het zoeken van optredens, … - dat is er op dit moment te veel aan. Met een band de baan op gaan zou ons ook niet veel verder brengen dan België en misschien de buurlanden, terwijl het publiek voor deze extreme metal wereldwijd verspreid zit. Dan is het beter om de aandacht volledig op de promotie door het label te zetten. Een label heeft doorgaans een groter bereik dan wat je als live-band kan bereiken”, besluiten Yvs en Svn.

donderdag 16 augustus 2018 02:00

Salvation

Het album 'Salvation' is het debuut van de Belgische metalband DodenGod, het studioproject dat voortbouwt op Ascend-ency. O.m. dankzij verfijningen in het productieproces (opnames en mix) klinkt dit nieuwe materiaal minder als industrial metal als ‘Regression’, het laatste album van Ascend-ency. Minder ruw en minder koud. Tegelijk werden aan het recept van extreme/death metal nog meer elementen van doom en black toegevoegd. Allemaal samen verklaart dat de naamsverandering van Ascend-ency naar DodenGod, maar over het verhaal van de band verneem je later meer in het interview dat binnenkort op deze site verschijnt.

Als album is ‘Salvation’ een klein meesterwerkje. Behalve de betere studiotechnieken valt ook op dat dit duo gegroeid is inzake productionele visie (songopbouw, -volgorde, -keuze, duurtijd, eenvormigheid, …) en zeker in de arrangementen. Er komt al eens een stukje koor, een laagje synths of een strijkersintro voorbij zonder dat het stoort. Het agressieve gitaarwerk en de grunts voeren wel nog steeds de boventoon, maar soms zit de ijzeren vuist in een handschoen van velours. Het komt daardoor uiteindelijk harder aan dan dat je op het eerste gehoor verwacht. Prachtig ook hoe ze elk nummer volledig als DodenGod laten klinken. Je hoort wel vaag referenties naar andere metalbands, zonder dat je er per nummer een naam kan op plakken.

Ook de mix is met heel veel vakkennis gebeurd. De grunts en de cleane vocalen zitten mooi ‘vooraan’ in het geluid zodat je minstens de grote lijnen van de tekst vlot kan volgen. Terwijl bij vele studioprojecten meteen duidelijk is wat het hoofdinstrument is van de muzikant(en) achter het project, zit het evenwicht tussen de verschillende instrumenten hier mooi in balans.

Openingstrack “A Storm In The Emptyness” is meteen een schot in de roos: een flinke uppercut van agressieve en extreme metal die productioneel verpakt zit in die eerder vermelde zachte handschoen. Die lijn wordt aangehouden doorheen zowat alle tracks: heel stevige gitaren in dikke lagen over elkaar, maar toch heel verteerbaar. De sterkste nummers zijn behalve “A Storm In The Emptiness” nog “Angst”, “Banishment” en “Hewn In Stone”. Het vuurwerk komt zoals zo vaak op het einde van het feest: “Gates Of Nations” is een parel van bijna tien minuten.

‘Salvation’ van DodenGod maakt alle beloftes waar die deze band in zijn vorige gedaante al in zich had. Het lange wachten wordt beloond met een album dat op alle punten af is. Voor andere studioprojecten in de subgenres van de metal: dit is de lat waar je over moet.

 

donderdag 16 augustus 2018 02:00

Till The End Of Days EP

Sinds het debuutalbum van Alabama Shakes wereldwijd scoorde, heeft vooral zangeres en gitariste Brittany Howard een grillig parcours afgelegd. ‘Sound & Color’, het tweede album van Alabama Shakes, was heel experimenteel en vermeed vooral alles wat maar een beetje leek op de soulvolle bluesrockhits van het debuut. Daarna werd ze de frontvrouw van Thunderbitch, een soort studioproject dat wel voluit voor bluesrock ging.

Nu duikt ze op in de meidentrio Bermuda Triangle, samen met Becca Mancari en Jesse Lafser. Het trio ontstond in Nashville als een wilde ingeving, maar na het eerste spontane optreden in 2017 volgden er telkens meer. “Till The End Of Days” is reeds de derde single, na “Rosey” en “Suzanne” van vorig jaar. Toch lijkt er weinig planning en structuur te zitten achter deze Bermuda Triangle: er is geen label en voor optredens wordt nooit ver vooruit gekeken. Of er een volledig album komt, is vooralsnog een open vraag.

De drie vrouwen zingen en spelen (vooral) gitaar en nog wat andere instrumenten. De leadzang wisselt volgens de single, maar vaak zingen ze samen. Het lijkt een ode aan de vroege dagen van de rock ’n roll, toen samenzang eerder regel dan uitzondering was. Ook in de lyrics en algemene sfeer gaat het een beetje die kant op. Ging single “Suzanne” nog in de richting van Alabama Shakes, dan staat “Till The End Of Days” daar toch een eindje van. Het is mooi dat de drie getalenteerde vrouwen elk evenveel ruimte krijgen op deze voorlopig drie nummers. Brittany Howard is voor ons Europeanen de bekendste, maar het lijkt erop dat de anderen net zo zwaar doorwegen in de composities, de muziek en de zang.

Bermuda Triangle is niet meteen vernieuwend, maar het is wel een verfrissende aanpak. Of het project een lang leven beschoren is, zal de toekomst moeten uitwijzen. Het is met dit trio een beetje kantje boord, zoals wel vaker bij dergelijke spontane samenwerkingen: te goed om er niet mee door te gaan, misschien toch niet beloftevol genoeg om er hun andere carrières voor op te geven.

 

‘Twee weken niet repeteren met Chalice voelt als een fysiek gemis’

Chalice blaast dit jaar 20 kaarsjes uit en maakt het feest compleet met Ashes Of Hope, het nog maar vierde volledige album van deze Belgische band. De combinatie van death en thrash op Ashes Of Hope staat ver van de old school death waarmee jullie begonnen en ook ver van de melodische deathmetal van vorige albums.


“Ik ben in 1998 met Chalice gestart omdat ikzelf en mede-oprichter Yves Ragolle (nu o.m. bij DodenGod) heel hard de behoefte hadden om agressieve deathmetal te spelen. Ik was net gestopt als bassist bij Iconoclasm, een blackmetal band uit Aalter, waar we eerder inspiratie vonden bij Satyricon, Mayhem en Darkthrone. Herinneringen aan een show met Death, Cannibal Corpse, Tiamat en Gorefest in zaal De Jachthoorn in Pede leidden tot het plan om zélf iets te doen in dit genre.  Het bleef niet bij plannen, we gingen op zoek naar een volledige line up.
Na een paar wissels in de band begon die drang naar deathmetal af te zwakken. Nieuwe mensen brengen nieuwe ideeën en ook de oudgedienden in de band durven al eens iets nieuws proberen. We staan bijvoorbeeld niet schouder aan schouder met z’n vijven te juichen als In Flames speelt, maar die verscheidenheid in voorkeuren zien we tegenwoordig eerder als een troef dan als een splijtende verdeeldheid.
We beoordelen een nieuwe track daarom niet langer op zijn deathmetalgehalte. Het is belangrijker dat iedereen in de band er kan achter staan of geraakt wordt door de muziek en dat de fans zien en vooral horen dat we niet ter plaatse blijven trappelen. Daar zit voorts geen uitgekiende strategie of marketingplan achter. Het zou strategisch gezien zelfs makkelijker zijn om één label te plakken op onze muziek, terwijl we nu ergens in een niemandsland zitten tussen death en thrash”, zegt bassist Chris Lagrange.

Naar goede traditie werd lang gesleuteld aan het materiaal en de opnames, maar deze keer werd ook hard aan de promotie gewerkt.

"
In Vlaanderen zijn we behoorlijk bekend, maar is het aantal fans eerder beperkt. Daarom kijken we met dit album ook naar de buurlanden, waar ze ons stilaan ook beginnen kennen. Vroeger staken we al onze energie en centen in de opnames. We concentreerden ons uitsluitend op het creatieve en gingen er te veel van uit dat een goed album wel vanzelf zijn weg zou vinden naar de luisteraars. Als we maar genoeg optraden, zou iedereen ons wel kennen.
Het resultaat was dat te weinig mensen onze muziek te horen kregen. Daarom hebben we deze keer professionals ingehuurd om het album te promoten, en dat werkt. We bereiken steeds meer mensen in binnen- en buitenland, we krijgen veel meer vragen voor interviews en van radiozenders en organisatoren van festivals en zaalshows. Onze video’s op YouTube worden meer bekeken, zelfs onze oude albums worden volop beluisterd op Bandcamp, enz.

We hebben met Niels nu ook iemand in de band die beseft welk belang social media kunnen hebben voor een band. We hadden dit misschien al veel eerder zo moeten aanpakken, maar je bent nooit te oud om van je fouten te leren", legt zanger Pieter Dewulf uit.

We zijn als band ook een stuk volwassener geworden. Vroeger vonden we het niet kunnen dat iemand behalve in Chalice nog in een andere band zou spelen. Dat zagen we als een gebrek aan toewijding. Vandaag zijn de geesten gekeerd en zien we dat eerder als een verrijking. Onze drummer en één van de gitaristen spelen ook bij Caducity en dat verloopt zonder problemen. Met Pieter zit ik nu zelfs in een band waar we donkere, melancholische muziek maken. Het leuke is dat de rollen in die band omgekeerd zijn. Bij Chalice ligt veel verantwoordelijkheid vooral bij mij, terwijl het bij Blue Monday vooral Pieter is die gebombardeerd werd tot CEO.” stelt Chris.

Muzikaal staat Blue Monday, de andere band van Chris en Pieter, een heel eind van Chalice.

“Nicolas en Niels zitten met Caducity nog dicht bij de old school deathmetal die wij vroeger met Chalice speelden. Blue Monday is een heel ander verhaal. Het is een band met behalve Pieter als zanger en mezelf als bassist nog Hans Depraetere (Desert Drones) als gitarist en Jelle Janssens (Kentucky Daredevils, Les Ananas De Courtrai, Sushi Attack, …) als drummer. Voor Blue Monday zoeken we al een tijdje naar een zangeres die tegelijk gitaar of toetsen speelt, als vocaal tegengewicht voor de bariton van Pieter.
We willen echter niet wachten met live spelen tot we die zoektocht afgerond hebben en dus zal je Blue Monday binnenkort live kunnen zien. De muziek kan je omschrijven als trage, melancholische muziek met een donker randje…  een beetje Nick Cave, een beetje Tom Waits, een beetje Leonard Cohen, een beetje The XX. De sfeer is die van tristesse en melancholie, het is meestal ingetogen en intiem met als contrast geregeld wat agressievere gitaarstukken. Beide bands zijn voor ons belangrijk, maar met Chalice staan we al verder”, vertelt Pieter.

“Repeteren en live spelen met Chalice heeft voor mij iets therapeutisch. In mijn opvoeding werd mij altijd voor gehouden om mijn boosheid niet te tonen en nog steeds heb ik de neiging om woede en frustraties op te kroppen. Dan is repeteren of spelen met Chalice de perfecte uitlaatklep voor mij. Als ik twee weken niet repeteer, voelt dat aan als een fysiek gemis. Als een orgaan in mijn lichaam dat niet meer werkt”, geeft Pieter aan.

Ook voor Chris is de band nog heel belangrijk.

“Chalice is nog steeds de band waar ik mee opsta en ga slapen, maar na 20 jaar kan ik het ook wat gemakkelijker loslaten. Dat is gegroeid met de ‘volwassenwording’ van de band. Als het zo aanvoelt dat ik een remmende factor ben voor Chalice, zal ik met pijn in het hart een stap opzij zetten. Tot enkele jaren geleden zou dat scenario zelfs niet in mijn hoofd opgekomen zijn.
Ik verwacht niet dat Chalice nog eens 20 jaar zal bestaan. We spelen heel graag, we zijn een hechte groep vrienden die gaan voor de band en de muziek die we samen maken. We zijn nu al aan nieuwe nummers aan het werken voor de opvolger van Ashes Of Hope, maar we beseffen ook dat het voortbestaan van een band soms heel snel op losse schroeven staat.
Om de voorbije 20 jaar te overleven als band, hebben we behalve een flinke dosis doorzettingsvermogen ook heel wat geluk nodig gehad. Je weet nooit van tevoren wat er op je weg komt. Ondertussen hebben we al heel wat bereikt: vier goede albums opgenomen, op heel wat toffe festivals gespeeld, coole supports gedaan, voor veel volk kunnen spelen op onze releaseshows, heel wat mensen geïnspireerd of een leuke avond bezorgd…
Op de affiche staan van Graspop, Alcatraz of Ieperfest zou de kers op de taart kunnen zijn, maar ook zonder dat kan ik tevreden terugkijken op wat we bereikt hebben met deze band. Het einde is evenwel nog niet in zicht. We zijn 20 jaar oud, hebben dus een verleden, maar we kijken nog meer vooruit. Wie voortdurend omkijkt, die valt op zijn gezicht. Chalice blijft vechten voor de aandacht van iedereen met metal in zijn of haar hart, met alle beschikbare middelen”, stelt Chris.

Jullie zetten al stappen in het buitenland, met shows in Nederland en Frankrijk. Komt daar een vervolg op?

“Live spelen is nog altijd wat we het liefste doen. We kijken inzake buitenland vooral naar Frankrijk en Nederland. Daar groeit de belangstelling voor ons en komt er stilaan meer interesse van luisteraars en organisatoren. Volgende maand spelen we in Zoetermeer met de Nederlandse bands Shuulak en Incarnate en dan zien we wel wat de volgende stap wordt. We nemen onze tijd om het buitenland te veroveren. Niets moet en alles kan”, besluit Chris. 

Pagina 99 van 107