Entering Polaris (Tom Tee) - Het blijft mijn ambitie om te blijven opbouwen, blijven uitwerken, om zo toch een barst te doen ontstaan in die muren...
Entering Polaris is het solo project rond één van de meest bekwame gitaristen die ons landje rijk is: Tom Tee. Hij etaleert zijn virtuositeit o.a. bij Thorium, maar bracht ook enkele bijzondere parels uit.
Het Entering Polaris debuut-album ‘Godseed’ (2018) werd zeer goed ontvangen: https://www.musiczine.net/nl/chroniques/item/71583-godseed.html
Vervolgens bracht hij in 2023 een eerste dubbel-album uit; ‘Atlantean Shores’ en ‘And Silently The Age Did Pass’, nu gevolgd door ‘Myths in Motion’ en ‘Songs of Ivory and Obsidian’, dat eind 2024 op de markt kwam.
Een hoofdstuk dat werd afgesloten? Of volgt er nog meer? We vroegen het ons af. Hoog tijd dus om Tom eens wat vragen te stellen rond deze releases, zijn verdere plannen en de toekomst. Maar ook over hoe het als Belgisch toptalent nog steeds moeilijk is om de muur te doorbreken naar het buitenland, en hoe je daar mee kan omgaan... tot er ooit barsten in die muur ontstaan.
Een heel fijne babbel van meer dan een uur werd het …
Proficiat met je twee dubbel-albums, Tom! Prachtige schijven vol diversiteit. Hoe kijk je terug op deze huidige vier platen?
Langs de ene kant is het vooral een opluchting, dat alles eindelijk is uitgebracht. Er kruipt immers allemaal zo krankzinnig veel tijd in, want je bent al vlug één of twee jaar verder vanaf de eerste songwriting, doorheen alle opnames en productiewerk, totdat je een plaat eindelijk op de markt kunt brengen. Vaak gebeurt het zelfs dat een album, na de uiteindelijke mix en mastering, pas het jaar dáárna kan verschijnen. Aan de ene kant is dat niet zo heel eigenaardig; ook bij film en theater is dat het geval. Eer bijvoorbeeld een film op het witte doek komt, is de regisseur er ook meestal al een jaar of twee, drie mee bezig. Wel heeft het hele proces deze keer wel wat langer geduurd dan anders; deze vier platen werden immers quasi-tegelijk geproduced doorheen de staart van de Covid periode, en omdat het twee dubbelaars betreft, kon de ene verschijnen in ’23 en de andere pas in ’24. Vandaar dan ook het opgeluchte gevoel bij het eindelijk beschikbaar zijn van al deze muziek.
Hoe heb je het kunnen combineren met al je andere projecten … Je hebt dit dus gedaan tijdens een periode dat het live-gebeuren stil lag, als ik het goed begrijp? Is het vierluik een langgerekte samenvatting van je muzikale horizonten?
Stilistisch gezien is het een inderdaad een mooie doorsnee van alles wat ik persoonlijk graag hoor: de albums zijn zowel duister als opgewekt, energiek maar ook melancholisch; licht en donker. Het is hoe ik zelf muziek, en feitelijk ook de gang des levens, beleef.
Persoonlijk herken ik er o.a. het epische van Dream Theater in, in combinatie met wat je doet bij Thorium … Het donkere kantje. Welke bands zijn een grote invloed geweest?
Dream Theater zit zeker bij m’n invloeden, maar ook bands zoals Symphony X, Blind Guardian, Helloween, Iced Earth,... Verder ook de classics als Iron Maiden en Queensryche aan de ene kant, maar ook invloeden van heavier groepen als Testament, (oude) Metallica en Megadeth komen tevoorschijn. Het is een hele waaier aan invloeden vanuit vele hoeken binnen de Metal. Wat een eventuele “lijn” betreft is er trouwens geen overkoepelende verhaallijn, maar de meeste van de nummers zijn wel conceptjes op zich. ‘Clockwork’ op het ‘Myths in Motion ‘ album, bijvoorbeeld, duurt twintig minuten en is rond een hele verhaallijn gebouwd. Ik hou van conceptalbums, maar de reden waarom ik zoiets vooralsnog niet wil doen is dat er gewoon teveel onderwerpen zijn die me interesseren en fascineren, waardoor het onmogelijk is om er één iets uit te kiezen om er een concept-plaat rond te maken. Ik zou me wat ‘gevangen gezet’ voelen mocht ik een volledig album schrijven rond slechts één onderwerp.
Ben ik correct dat het album ‘Myths in Motion’ teruggrijpt naar je invloeden van pure heavy metal, genre (in ons land) Ostrogoth? Tja, soms muziek met een ferme hoek af. Het piano album ‘Songs of Ivory and Obsidian’ (mijn persoonlijke favoriet van de platen, zonder afbreuk te doen aan de andere) laat dan weer een ander, meer breekbaar kantje zien; weemoedig met momenten. Was het de bedoeling om zo een breder publiek aan te spreken, of is dat naturel gegroeid?
Thuis neem ik bijna in gelijke mate m’n akoestische en m’n elektrische gitaren ter hand – dat in tegenstelling tot veel Metal- of Rock-gitaristen die (meestal) uitsluitend met de elektrische gitaar bezig zijn. En wanneer ik m’n akoestische gitaar bespeel, komt er een heel andere kant van me naar boven drijven. Vooral dat ligt aan de oorsprong van dat contrast, en niet per sé het standpunt “ik heb een elektrisch album en nu moet ik ook een akoestisch album maken om dat te contrasteren”. Eenmaal je op dat pad van twee heel verschillende albums zit, is het dan wel leuk om de verschillen in bvb productie heel breed te maken. Het zorgt voor onverwachte wendingen die je publiek bij de zaak houden.
Nu dat vierluik is afgesloten, wat is voor jou het onderlinge verschil tussen de platen? Los van wat we net hebben gezegd…
Elk van de vier albums heeft z’n eigen stijl, sound, en feitelijk zelfs z’n eigen (sub)genre. En ook z’n eigen instrument, want zoals de albums nu geordend zijn, betreft het een six-string album, een geheel akoestische plaat, een modern seven-string album, en dan de piano-release. Het leuke is wel dat er ook op de heavy, elektrische albums veel akoestisch werk terug te vinden is. Tegenover de lekker energieke elektrische albums, is het akoestische album van 2023 (‘And Silently The Age Did Pass’) bijvoorbeeld heel donker; nog donkerder dan ‘Songs of Ivory and Obsidian’ van 2024. Vooral wat teksten en sfeer betreft is eerstgenoemde heel ‘doomy’ en gothisch. Interessant om op te merken is wel dat, in mijn ogen, de beide akoestische releases wel degelijk ook ‘Metal’ albums zijn, ook al staan er geen elektrische songs op. Het is namelijk geen singer-songwriter materiaal of iets dergelijks, maar grijpt terug naar de sound van bijvoorbeeld Opeth, Nevermore of Evergrey. Zowat elk van de songs op de akoestische platen zou in principe een zogenaamde “ballad” kunnen zijn op een Metal release, alleen zijn er zo dus twee hele albums van gemaakt.
De gastzangers zijn ook imposant; hoe heb je ze gevonden en hoe hebben zij de tijd gevonden om eraan mee te werken?
Er wordt in bijna elk interview een vergelijking gemaakt met Ayreon, omdat er één persoon is die de muziek schrijft en de nummers worden gebracht door een hele reeks gastzangers. Ik lach er wel eens mee, maar al die zangers zijn een gevolg van het feit dat ik absoluut niet kan zingen, haha. Ik zing wel mee met (pop)songs terwijl ik les geef, maar het soort vocalen die je in Metal nodig hebt gaan zulke richtingen uit die m’n stembanden niet aankunnen. Als ik zoals bvb een Devin Townsend zowel agressief als ingetogen, zowel hoog als laag etc aankon, dan had ik het in alle eerlijkheid allemaal zelf gedaan. Mijn ingesteldheid werd hoe dan ook al snel: als ik dan toch andere mensen moet inschakelen, laat ik dan zangers trachten in te schakelen waar ik zelf fan van ben. Dat verklaart ook waarom er zowel grote namen als minder bekende op de platen staan.
Nu dat vierluik is afgesloten, wat nu? Het zwarte gat? Of zijn er al volgende plannen?
Ik ben eigenlijk sinds kort klaar met de songwriting voor de volgende twee albums! Er zit zelfs al een derde plaat in de pijplijn voor dáárna. Maar de releases daarvan zijn uiteraard nog niet voor direct. Eerst moet het hele productieproces weerom worden doorlopen, met drum-opnames, bassen arrangeren, akoestische gitaren tracken,...en weer uitkijken naar zangers. Dat productieproces gaat toch zeker nog een jaartje in beslag nemen. De eigenlijke songwriting van dit alles heeft in ieder geval mijn tijd in 2024 zowat geheel in beslag genomen. Eerder hadden we het al over hoe al die projecten, bands en releases te combineren, en dat wordt wel wat evident als je de opvolging van alle releases bekijkt: ofwel werk ik aan het ene, ofwel aan het andere, dus de projecten lopen niet in elkanders weg. Hier en daar is er wat overlap, maar over het algemeen is het afwisselend.
Met zo’n project was je als Duitser of Amerikaan al wereldberoemd geworden. Is het ‘Belg’ zijn een rem op je groei als muzikant? Bots je op een muur? En is dat een probleem, of zeg je eerder ‘foert’ ertegen?
Die ‘foert’ mentaliteit heb ik al lang, ik kan ook niet anders. Ik wil vooral gewoon muziek maken. Dat gezegd zijnde: ja, het is een probleem... Het is een gigantisch probleem. Dat is iets dat ik tien jaar geleden, nog voor de tijd van Entering Polaris, Ostrogoth of Thorium, al ondervond. Toen speelde ik bij o.a. 23 Acez, Neo Prophet en Quantum Fantay – die laatste zit trouwens weerom volop in een her-opstart. Zowel bij Thorium als met Entering Polaris zitten we intussen aan drie officiële releases…en als ik dan zie wat het allemaal “maar” doet... Ik heb reeds meermaals gedacht dat als ik een Zweed of een Duitser was geweest, ik al verder had kunnen staan. Je begint dan te denken, waar ligt het aan? Wat mij betreft komen er een drietal verklaringen naar voren. In de eerste plaats is Vlaanderen een zakdoek groot. Je kunt dan ook nog eens moeilijk spreken van een “Belgische” band, want er is ook een muur naar Wallonië toe: wat in Vlaanderen leeft, vertaalt zich totaal niet naar het Waals gebied, en omgekeerd. Als je hier twee keer rond de plaatselijke kerktorens bent gereisd, ben je rond. Als je daarentegen een Duitser bent, kun je meteen al in eigen land een veel groter publiek aanspreken omdat het gebied gewoonweg groter is. Dan spreek je al snel over duizenden fans, en niet over een paar tiental of een paar honderd hier in ’t Vlaams territorium.
Een volgende factor? Als je tegen de gemiddelde Amerikaanse Metalhead zegt: ‘heb je al gehoord van die of die nieuwe Duitse, Zweedse of Nederlandse band?’ zal die wellicht de oren spitsen. Begin je over “een band uit Vlaanderen”, is de kans groot dat hij niet eens gaat weten wat Vlaanderen is. Da’s iets dat we, jammer genoeg, niet gemeen hebben met onze Noordenburen – denk maar aan de massa Nederlandse artiesten die wereldwijde bekendheid genieten, zoals Vandenberg, Golden Earring, Eddie Van Halen, Within Temptation, en ga zo maar door… Dat hebben we hier niet, net zoals we hier ook niet de studio’s, producers, of de rijke geschiedenis hebben op Rock-vlak.
De derde reden leidt me naar promotie; video’s op YouTube en posts op sociale media. Je ziet dan bijvoorbeeld beelden passeren van een Amerikaanse of Canadese band waar je nog nooit van hebt gehoord, en die heeft na drie dagen 75.000 views. Als je als Belgische artiest je video uitbrengt, moet je die zitten boosten en promoten om ocharmen aan duizend views te geraken. Dat is heel frustrerend allemaal.
Het mag je natuurlijk niet tegenhouden om vol te houden, het is en blijft een passie in de eerste plaats. Los daarvan, ga je met dit project ook optreden?
Jammer genoeg niet, ook om de redenen waar we het net over hadden. Als ‘k zie hoe weinig aandacht er maar is voor wat we doen bij het toch heel “catchy” Thorium (alsook voor zovele andere, kwaliteitsvolle Belgische bands), dan is er vrees ik al helemaal niks ‘live’ te beginnen met het ietwat “experimentelere” Entering Polaris. Het brengt ons weerom terug naar die muren, en die muren staan er zelfs binnen Vlaanderen. ’t Is hier al zo klein, en dan moet je er bizar genoeg ook nog rekening mee houden dat een band uit West-Vlaanderen weinig gaat teweeg brengen in bvb Antwerpen, en omgekeerd. Het vertaalt zich naar de weinige aandacht die er is van Oost-Vlaanderen richting West-Vlaanderen, Antwerpen richting Limburg,... Onbevattelijk, feitelijk. En dan met een project als Polaris, waarbij de comfortzone van doorsnee metal wordt verlaten, gaan optreden? Nee, dat lijkt me een onmogelijke piste. Ook zou ik dan toch op z’n minst een aantal van de zangers moeten kunnen strikken om het podium (en de repetitieruimte etc) op te gaan. Het is gewoon niet doenbaar.
Wat is dan wel de bedoeling met dit project, is het een soort uitlaatklep?
Het is m’n bedoeling om Entering Polaris groter en groter te maken. Het blijft mijn ambitie om te blijven opbouwen, blijven uitwerken, en zo toch een barst te doen ontstaan in die muren... Totdat het “doorbreekt”...hoewel dat een mistige term blijft met onzekere en variabele parameters. Entering Polaris is in ieder geval geen ‘bij-project’; integendeel zelfs. Mijn ambitie bij zowel Thorium als Entering Polaris is om een stempel te drukken. Jammer genoeg brengt dit me bij wellicht de grootste muur van allemaal, namelijk de interesse vanuit de muziek-business zelf. Zeker richting het buitenland heb je dat nodig, besef ik nu maar al te goed – aandacht van een boeker, een manager, van labels en promotors,... En zo’n internationale machine die je muziek uitdraagt op alle juiste manieren? Het ontbreekt bij ons, waardoor je dus rond die kerktoren blijft draaien. Zulke mensen die werkzaam zijn in deze scene, zijn zich immers ook maar al te bewust van alle muren waar we het over hadden.
Hoe zit het met de andere bands Thorium en Quantum Fantay, en ben je nog met andere bezig?
Met Quantum Fantay hebben we intussen ook al een lange weg afgelegd. In tegenstelling tot Entering Polaris of Thorium, is Quantum Fantay niet ‘mijn groep’, maar een effectieve band; daar ben ik ‘gewoon’ gitarist, en da’s helemaal goed voor mij, haha. De groep heeft vooral stil gelegen door COVID, maar krijgt nu dus ook weerom een boost. Er is trouwens net een nieuw album uit: ‘ONEIRONAUTS’. Met Thorium is dan weer een jaartje geleden het derde album uitgekomen. We blijven ook bij Thorium, ondanks die voornoemde muren, gewoon verder doen. al is het niet altijd makkelijk om dat vlammetje brandende te blijven houden.
Ondanks alles mag je toch best tevreden zijn over wat je bereikt hebt. Wat houdt je recht om vol te houden? Ik merk dat het huidige tweeluik toch meer aandacht krijgt dan ooit, als ik je sociale media bekijk?
Het is inderdaad leuk om te eindigen op een positieve noot: ik ben zeker zeer tevreden over het parcours dat ik heb afgelegd. Wat interviews en extra aandacht betreft, ben ik in positieve zin geschrokken van de massa aandacht die deze twee nieuwste albums krijgen. Met meer interviews en artikels dan ooit, in gerenommeerde magazines, en nog steeds aandacht nu, zelfs ettelijke maanden na de release! Het is zeker en vast gegroeid tegenover m’n vorige releases. En het is nog niet gedaan; er komen nog enkele grote magazines aan die hier aandacht aan willen besteden. Nee, in dat opzicht loopt het wel als een treintje moet ik toegeven.
Dan kom je bij de juiste mensen om je te promoten, en dan kom ik bij een man met passie voor Metal als Mike De Coene …
Absoluut! Ook Mike heeft meer los kunnen krijgen dan ooit wat Benelux betreft – veel aandacht vanuit onverwachte hoeken, en daar ben ik hem (zoals steeds) eindeloos dankbaar voor... Op internationaal vlak zit onder andere Against PR achter de promotie. Ook zij hebben veel kunnen gedaan krijgen, en nog steeds. En het blijft van mijn kant uit natuurlijk ook essentieel om interviews te blijven geven, te blijven posten op sociale media...en vooral om de mensen die interviews en reviews schrijven toe te voegen op die social media en wat contact te onderhouden; met een simpel bedankje in dat opzicht kom je al ver. Ik merk trouwens ook dat net díe dingen vaak worden vergeten door vele bands, vaak vanuit de mentaliteit dat “het toch allemaal maar niets opbrengt”. Niets is echter minder waar. Zeker vanuit de Vlaamse underdogpositie waar we het over hadden, heb je echt elk contact, elke review, elke fan en elke koper nodig. Het zijn ook net die dingen, merk ik, die na een paar jaren beginnen aantikken, in de goeie zin; want het zijn die mensen die ook je volgende releases gaan kopen en promoten.
Is er een soort einddoel dat je voor ogen hebt?
Een echt einddoel heb je in principe nooit (of zou je toch nooit mogen hebben), want blijven groeien kun je altijd, zowel wat betreft aandacht en verkoop etc als in de effectieve kwaliteit van wat je brengt. Wel vind ik het interessant om dat meteen ook wat te nuanceren, want op ’t eind van de dag moet je natuurlijk ook wel een zekere tevredenheid kunnen ervaren in waar je staat met je muziek. Het zou maar triest zijn als je voortdurend teleurgesteld zou zijn omdat je nieuwste video-single bijvoorbeeld maar tienduizend views heeft, want als de volgende dan wel aan die views geraakt, kun je dan weer teleurgesteld zijn omdat ie niet aan twintigduizend raakt...en ga zo maar door. Er is altijd dat volgende doel; die volgende stap, die volgende groeimogelijkheid, en het blijft uiteraard zaak om ook voldoende te genieten van de reis langs al die haltes.
We blijven alles wat je doet uiteraard op de voet volgen. Veel succes in het nieuwe jaar