logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Editors - Paasp...
Manu Chao - Bau...
Erik Vandamme

Erik Vandamme

Toen Loyle Carner zijn optreden in een uitverkochte AB enkele weken geleden had geannuleerd, was dit ook voor ons een streep door de rekening. Binnen de hip hop en de aanverwante stijlen is dit namelijk een artiest die langzaam maar zeker aan het doorbreken is naar de hoogste regionen. Uitstel is gelukkig geen afstel. Op maandag 16 december kregen wij, en een overvol Ancienne Belgique een herkansing. Loyle Carner zet een wervelend en vooral zeer gevarieerd hip hop feestje op poten, dat duidelijk vanuit het hart komt. Daarvoor krijgt de man een extra pluim op zijn hoed.

De avond werd geopend door Lucy Lu (***). Een collectief van spraakzame artiesten die eerder een vorm van zogenaamde 'laid-back' hip hop voorschotelen. Waarbij vooral dus op de emoties van de aanhoorder wordt ingespeeld, maar ook de dansspieren voldoende worden aangesproken. In eerste instantie komt de frontman op zijn eentje een ingetogen intro brengen, waaruit blijkt hoe breekbaar en warm zijn stem wel is. Diezelfde warme gloed doet Lucy Lu over de gehele lijn over de aanwezigen neerdalen. Binnen een wellicht iets te gezapige omkadering. De aandacht verslapt daardoor na een tijdje wel een beetje. Gelukkig worden alle registers naar het einde van de set nog eens volledig open getrokken, waardoor we terug bij de les zijn.
Kortom,  zagen we hier een band aan het werk die dus dromerige hip hop brengt en duidelijk op het gevoel speelt, en over potentieel beschikt ooit wel potten te breken. Groeimogelijkheden naar die toekomst zijn er dus zeker, voorlopig blijven we echter wat op onze honger zitten.

Loyle Carner (****1/2) heeft ondertussen, met het nodige vallen en opstaan, een lange weg afgelegd. Eerder dit jaar stond hij nog in Rotonde van Botanique. En ook de dance hall op Pukkelpop wist hij deze zomer moeiteloos in te pakken. Voor een uitzinnige menigte in de AB legt de man al vanaf de eerste noot de lat zeer hoog. Gerugsteund door klasse muzikanten, ontpopt Loyle Carner zich prompt tot een klasse entertainer. Hij spreekt zijn publiek, entourage en mede muzikanten met veel respect aan. Het succes is hem duidelijk niet naar het hoofd gestegen, integendeel zelfs. Meermaals haalt hij zeer persoonlijke verhalen uit zijn jeugd naar boven, en geeft aan waar hij echt vandaan komt en dat hij is blijven vechten om te bereiken wat hij nu heeft bereikt. Die bescheidenheid siert hem. Uiteraard zijn er eveneens de songs, en daaruit blijkt dat Loyle Carner het soort hip hop brengt vanuit het hart van die muziekstijl, zonder de overdreven pling pling of het al te patserige gedoe daarrond.  Of dat nu is door op een oorverdovend wijze en wervelend feest te doen uitbarsten, of op een ingetogen moment de zaal compleet stil te krijgen.
Loyle Carner doet zijn publiek vanaf de eerste tot de laatste noot moeiteloos uit zijn hand eten. Het publiek gaat dan ook volledig uit zijn dak. Waarop Loyle Carner reageert door die lat prompt nog hoger te leggen dan voorheen. Alsof dat nog kon.
De man schuwt bovendien geen controverses in zijn bindteksten, en stelt zich maatschappij kritisch op. Brexit en Trump komen daarbij voldoende aan bod. Ook dat is de soort hip hop, met een duidelijke boodschap, waar wij van houden. Ook daarvan smulde het publiek met volle teugen. Het resulteert uiteindelijk in een wervelende finale waarbij het dak van AB er nog maar eens compleet afgaat.
Eindigen doet Loyle Carner echter met wederom een ingetogen moment bij “Loose Ends”, waarbij hij de zaal voor de zoveelste keer volledig stil krijgt. Om daarna weer over te gaan tot een feestelijk slot van de regulaire set met “Nothing Changed”.  Daaruit blijkt nog maar eens wat voor een veelzijdige artiest deze man toch is. In de bisnummers worden alle registers voor de laatste keer volledig open gegooid, en barst dat feest nog eenmaal compleet los. “No CD” is dan ook de ultieme kers op de taart van een zeer geslaagde hip hop avond.
Besluit: Aan de lachende gezichten te zien bij het verlaten van de zaal heeft niet alleen Loyle zelf, maar ook het publiek intens genoten van deze spetterende hip hop show komende vanuit het hart van de hip hop. Waardoor hij ook ons hart op een gevarieerde wijze heeft veroverd.

Setlist: Ice Water - You Don’t Know - Stars & Shards - The Seamstress - Angel - Damselfly - Florence - Dear Jean - Deloseil (Brilliant Corners) - No Worries - October - Looking Back - Still - Ottolenghi - Loose Ends - Nothing Changed
Encore: NO CD

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel (ism Liveurope)

donderdag 14 november 2019 10:56

Macro

De uit Oekraïne afkomstige progressieve metal band Jinjer bracht eerder dit jaar zijn tweede plaat op de markt: 'Micro'. Logisch gevolgd door een volgende schijf die nu op de markt kwam: 'Macro'. De band is aan een steile opmars naar boven toe binnen de metal scene en bewijst met deze knappe schijf waarom.
Jinjer het label progressieve metal opkleven is hen namelijk tekort doen. We horen invloeden die gaan van deathmetal, naar groovemetal en naar flirten met nu-metal. En dat maakt zowel de band als deze plaat zo een bijzonder pareltje om te koesteren. “On The Top” laat al een gevarieerd aanbod horen waarop niet alleen de verschroeiende riffs door je hart klieven maar vooral die bijzondere vocale inbreng van zangeres Tatiana Shmayluk de sound van deze band en plaat zo uniek maakt. Mede omdat ze zowel cleane vocale aankleding als oorverdovende screams bovenhaalt, doet ze enerzijds de aarde onder je voeten beven van angst maar streelt ook zacht je ziel op een zalvende wijze.
Die veelzijdige aanpak had hen geen windeieren gelegd en ook op deze nieuwe 'Macro' blijft het zeer gevarieerde aanbod door middel van songs als “Judgement (& Punishment)”, “Retrospection” en “Pausing Death” de reden waarom we van begin tot einde op het puntje van onze stoel zitten te genieten. Een elan waarop Jinjer over de gehele schijf tekeer gaat. Dit is bovendien het soort gevarieerde metal dat er trouwens voor zorgt dat de toekomst van het metalgenre er rooskleurig uitziet. Want in tijden waarin oude bands langzaam afhaken, is er behoefte aan potentiële opvolgers die het metal genre de injectie kunnen geven die het nodig heeft.
Jinjer is zo een band die elke liefhebber van het hardere of zeker de extreme kant daarvan, over de streep zou moeten trekken. Met deze klasse progressieve, death en groovemetalschijf wordt dat meermaals in de verf gezet. Het feit dat de band trouwens voortdurend buiten de lijntjes kleurt, de bijzonder tot de verbeelding sprekende vocale inbreng en een perfecte instrumentale kers op de taart zorgen er dan ook voor dat we deze band een gouden toekomst voorspellen.

donderdag 14 november 2019 10:51

Birth of Joy (EP)

De Gentse band RAMAN timmert al een paar jaar aan de weg. In eerste instantie bouwde de band een stevige live-reputatie op, won verschillende wedstrijden en vond het nu tijd worden om eindelijk een eerste EP op de markt te brengen.

Eerder werden al twee singles uitgebracht waaronder: 'Maestoso'. De recensie hiervan kunt u hier nog eens nalezen: http://www.musiczine.net/nl/cd-reviews/item/76081-maestoso-single.html.
De debuut EP 'Birth of Joy'  kwam in november op de markt. We gaven het kleinood enkele luisterbeurten en stellen vast te maken te hebben met een band die een muziekstijl brengt waarop je geen label kunt kleven. Dat laatste trekt ons zelfs nog het meeste over de streep. Dit trio bestaat uit één voor één klassemuzikanten. Simon Raman is niet alleen een gitarist die een klankentovenaar blijkt te zijn, ook zijn heldere stem doet je wegzweven naar andere oorden, zonder de ziel van pure rockmuziek uit het oog te verliezen. Geruggesteund door drummer Bernd Coene en bassist Jasper Peeters ontstaat een hemelse kruisbestuiving die ons doet uitzien naar een gouden toekomst. Dat de heren lang hebben kunnen werken om al die songs te perfectioneren, het werpt zijn vruchten af. “Birth Of Joy” is een binnenkopper van formaat, waar rock en emoties met elkaar worden verbonden tot een magisch geheel.
Want het meest opvallende aspect aan deze band en EP is inderdaad het verbinden van die dunne lijn tussen melancholie en weemoedigheid met krachtige rocklijnen die je doen headbangen in de huiskamer. Die hoekige rockmuziek hoor je bijvoorbeeld ook terug bij “Without Whiskey” en “Maestoso”. Het bewijst nogmaals dat RAMAN van vele markten thuis is.
In de bijgevoegde omschrijving lezen we het volgende: ''RAMAN is rauwe emotie, een no nonsense gitaargeluid, melancholische instrumentale intermezzo’s en een stem die je nooit meer loslaat als hij je eenmaal vastgrijpt. Hun ‘back to basics’ attitude zorgt voor een rauwe maar soulvolle sound die geworteld is in blues- en rootsmuziek die je doet denken aan oudere zielen als Chris Whitley, Jeff Buckley en een vroege Triggerfinger" . Een stelling die zeker steek houdt, maar vooral beschikt deze band over een eigen rocksmoel, en is niet vies van je hart eveneens sneller te doen kloppen. Daardoor kan een ruim publiek worden aangesproken. Dat laatste merk je bijvoorbeeld bij het zeer emotioneel startende “Pieces” waar weer die bijzonder breekbare en hoge stem van Simon je meerdere kroppen in de keel bezorgt. Wederom geruggesteund door een muzikale omlijsting die perfect past binnen dat plaatje, worden langzaam maar zeker alle registers open getrokken tot de  vulkaan compleet losbarst in een verschroeiende climax waarbij geen geluidsmuren sneuvelen maar harten wel geraakt. Dit allemaal in het verlengde van bovenstaande voorbeelden, en daar is uiteraard nooit iets mis mee. RAMAN bewijst trouwens dat eerst een live reputatie opbouwen, en noest werken aan songs ervoor zorgt dat het perfecte product kan afgeleverd worden. Luister maar naar wederom een knap in elkaar gebokst meesterwerk als “Big Sky Country”. Weer zo een song die letterlijk alle hoeken van de kamer uitgaat. Dat laatste zet de band in de verf bij “Come Back Home”, waar je ook de jazzinvloeden voelt naar boven komen.
RAMAN is zonder meer een band die graag buiten elk lijntje kleurt en daardoor je voortdurend, zeer bewust op dat verkeerde been zet. De aanhoorder die in hokjes wil denken of houdt van een label kleven op een band zal het daar wellicht moeilijk mee hebben.
De rock- en alternatieve rockliefhebber echter die houdt van bands die voortdurend uit de comfortzone treden, die zullen watertanden bij zoveel veelzijdigheid.
Ook wijzelf waren dus vooral onder de indruk over deze EP net omdat RAMAN op avontuur trekt in een landschap waar rock en melancholie hand in hand dansend de horizon tegemoet gaan.

vrijdag 27 december 2019 18:05

Acid Doom Rites

De Russische doomband Megalith Levitation wordt in de biografie als volgt omschreven: ''live rituals erase the thin line between illusion and reality, guiding the audience through parched walkways of eternity. Psychedelic sermons that take your mind on a trip to unknown recorded on a debut album of occultists from Chelyabinsk.''
Daar hebben wij, wat de introductie van deze band betreft, niets aan toe te voegen. Met 'Acid Doom Rites' brengt de band een instrumentaal doomalbum uit dat traag als een gif naar boven drijft, waarna ijzingwekkende klauwen je de adem ontnemen, binnen songs van circa zestien tot vijfentwintig minuten. Dan moet je wel sterk in je schoenen staan om de aanhoorder niet in slaap te wiegen.
Het is de hypnotiserend inwerking van de songs die daar voor zorgen. Zo voelt althans “Spirit Elixir Drunkard” aan. Een zestien minuten lange trip die je letterlijk moet ondergaan om het te begrijpen. Ook wij legden even de pen neer, om deze lange wandeling tot ons te laten doordringen. Want eerlijk? Dat is echt nodig. Deze songs zijn zo opgebouwd dat ze het best floreren in een donkere en intieme omgeving, waarbij je met de ogen gesloten je gewillig kunt laten in een duistere trance laten meevoeren en tot gemoedstrust laten brengen. Want aan geluidsmuren afbreken doet Megalith Levitation zeker niet. Maar aan loom en dreigend je onderdompelen in bijzonder donkere gedachten, die de fantasie prikkelen dan weer wel.
De songs zijn quasi instrumentaal gebracht, behalve een akelig vocaal geluid uit het duister, dat bijna fluisterend de haren op je armen doet rechtkomen van pure angst. Dat is de zwartgeblakerde draad op elk van de lange songs trouwens. Ook bij “Eternal Trip/The 4-th Plateau”, een huzarenstuk van vijfentwintig minuten lang, is dat het geval. Nee, wie graag uit de bol gaat en houdt van een gevarieerd aanbod komt niet echt aan zijn trekken, want het gaat allemaal nogal de monotone en trage weg op bij deze band.
Wie echter houdt van zich neervlijen in dampen van intense, intieme doomklanken die een duistere gemoedsrust doen neerdalen in zijn of haar hart, die zal in dit langdradige kunstwerk van een donker allooi zeker zijn gading vinden. Dat wordt verder in de donkere verf gezet bij “Acid Doom Rites”, een song van amper elf minuten lang, en de afsluiter “Smouldering Embers /Pyromagic”. Dat is weer zo een klepper van drieëntwintig minuten lang.

donderdag 14 november 2019 10:32

Silently Loud

Doet de naam Popol Ace geen belletje rinkelen? Dan zal de naam Popol Vuh dat wellicht wel doen. De Noorse progressieve pop/rockband bracht namelijk reeds vanaf 1972 platen uit onder die naam. Om de verwarring met de Duitse band met dezelfde naam te voorkomen, verschenen twee latere albums onder de naam Popol Ace. De Noorse band haalt invloeden uit pop, opera, jazz en dergelijke meer. En worden in sommige media vergeleken als een mix tussen Genesis, Chicago en Procol Harum. In 2003 mocht de band twee optredens verzorgen met The Norwegian Radio Orchestra (KORK) in Oslo en Drammen. Dat werd vastgelegd op het album 'Silently Loud'. Een must have pareltje voor wie houdt van de sound uit de '70's zo typisch aan voornoemde bands.
Deze band was mij eigenlijk onbekend en dat blijkt toch een zeer groot gat in mijn cultuur te zijn. Want een song als “Bury Me Dead” doet ons rock/jazzhart al sneller slaan. Op de gehele plaat blijkt hoezeer Popol Ace een even toonaangevende band blijkt te zijn in dat genre, dan die voorbeelden uit die gouden jaren '70. Elke song doet ons van verwondering, een traan wegpinken en bezorgt je dat kippenvelmoment dat deze bands ons ook bezorgden. Is dat door lekker rockend het tempo op te drijven, of eerder door een intieme maar o zo wondermooie omkadering rust te brengen in ons gejaagde hart zoals bij “I Can See Tears” - prachtig aangevuld door KORK die de songs naar een nog hoger niveau doen stijgen. Nergens valt er een speld tussen te krijgen. Het warme en gemeende applaus dat je na elke song hoort is dan ook gemeend en vanuit het hart. Op dit elan blijft de band trouwens doorgaan tot het eindpunt van “Queen Of All Queens”.
Op “Silently Loud” worden geen nieuwe Popol Ace-songs naar voor gebracht, maar doet de band de sound van toen wel herleven, binnen een unieke omkadering net door die inbreng van KORK. En daarom is dit een grensverleggende plaat die ieder beetje van zowel het genre als de band zelf met gerust gemoed in huis kan en zou moeten halen. Want deze live-registratie is toch een vrij uniek collectors item dat we niet elke dag onder de neus geschoven krijgen.

Silently Loud
Popol Ace & KORK
Grappa/PIAS
 

donderdag 14 november 2019 10:25

Skarbø Skulekorps

Wat we persoonlijk het mooie en interessante vinden aan jazz is het spelen met uiteenlopende emoties, blazers en trompetklanken die je enerzijds tot tranen toe bewegen en anderzijds doen dansen, de horizon tegemoet. Als een jazzplaat aan die voorwaarden voldoet, dan worden wij gegarandeerd over de streep getrokken. Nu, eerder kwam er via Hubro een schijf uit van Skarbø Skulekorps die op alle vlakken aan deze hoogstaande voorwaarden voldoet.
De band rond drummer Øyvind Skarbø bestaat dan ook uit topmuzikanten die geen jazz spelen maar het echt leven. Met “1-555-3327” worden de heupen aangesproken, want door een aanstekelijke sound met een vocale aankleding daarbovenop is hierop stilstaan onmogelijk. Ook al gaat het over een eerder verdrietig onderwerp. De titel verwijst namelijk naar een persoon die omkwam in een hotelbrand in kamer nummer 3327.  In sombere tijden die eraan komen voelt deze song echter ondanks alles dan ook eerder zeer zonnig aan en doet hij je wegdromen naar verre zuiderse oorden. Dat zuiders temperament zullen we nog een paar keer tegenkomen op deze plaat. Zo ook bij opvolger “Turnamat”. Vooral biedt Skarbø Skulekorps een veelkleurig allegaartje aan waar aanstekelijke dansmomenten worden afgewisseld met intieme momenten die een gemoedsrust over jou doen neerdalen zoals bij het prachtige “Gliploss”, een song die trouwens opbouwt naar een climax, gedreven door de combinatie tussen trompetklanken en een verdovend percussiegeluid. Er is ook de toch unieke inbreng van marsmuziek gebracht door een lokale band. En dat laat toch een andere en onuitgegeven zijde zien van jazz, vinden we toch.
Dit pareltje van een jazzplaat laat een band en bedenker horen die buiten de lijntjes van jazz om, de comfortzone buiten treedt op zoek naar avontuur. Dat is een extra reden om achterover leunende in onze stoel, gewillig te laten meevoeren over de vele kleuren die deze band ons aanbiedt. Of dat door intieme schoonheid is binnen een weemoedige aankleding zoals bij “50 MB RAM” of door lekker loos te gaan. Het zit allemaal verborgen in deze zeer gevarieerde jazzplaat die jazzliefhebbers moet aanspreken die verder kijken dan het genre, en grenzen durven verleggen.
Want dat is wat Skarbø Skulekorps over de hele lijn doet op deze schijf.

donderdag 07 november 2019 21:08

Lanzarote

Het uit Noorwegen/IJsland afkomstige duo Jo Berger Myhre & Olafur Bjorn Olafsson slaan de handen in elkaar om een emotioneel, experimenteel pareltje van een ambientjazzplaat voor te schotelen. Waarbij improviseren zodanig intensief klinkt, dat het recht doorheen je hart boort. In 2017 resulteerde dit reeds in het meesterwerk 'The Third Script’. Onder de titel 'Lanzarote' werd nu een nieuwe schijf op de markt gebracht via Hubro.
Dat dit duo houdt van mensen op het verkeerde been zetten komt al tot uiting bij de eerste song “Grain Of Sand”, een klepper van ruim vijf minuten. Waarop het duo experimenteert tot in het oneindige en alle aspecten van voornoemde instrumenten tentoon spreidt. Ook “Atomised - All We Got” is zo een pareltje waar het duo experimenteert met geluidsnormen. Ergens tussen de dunne lijn van oorverdovend en intensieve walmen van absolute stilte , vind je Myhre & Olafur voortdurend terug. Piano en bas vormen, puur instrumentaal, de rode draad op deze schijf.
Maar het is dus vooral een kruisbestuiving tussen de muziekstijlen ambient en jazz dat ons nog het meest over de streep trekt. Iets wat het duo niet alleen in de titel van “Both Worlds” maar ook puur muzikaal voortdurend in de verf zet. Het perfect verbinden van twee uiteenlopende muziekstijlen, die op het eerst gezicht niets met elkaar te maken hebben. Het zorgt voor een kunstwerk dat alle ambient- en jazzkanten uitgaat. Dit duo tast ook de lijnen van zijn kunnen tot in het oneindige af.  Dat blijkt nogmaals uit de daarop volgende songs als “Current”, “Conjure Up The Past” en de korte afsluiter “Grain Of Sand (Reprise)”. Een sluitstuk dat mooi weergeeft waar het om draait bij Myhre & Olafur.
Elk apart zijn deze muzikanten toptalenten in hun kunnen, samen gevoegd ontstaat iets onaards van schoonheid. Ten minste als je doorheen de subtiele berg van experimenteren met piano, percussie en baslijnen heen kijkt. Het duo doet niet aan binnen de lijntjes kleuren en vult ook daar elkaar aan.
'Lanzarote' is een bijzonder avontuurlijke trip geworden tussen alle aspecten van zowel ambient als jazz, perfect met elkaar verbonden door muzikanten die weten waar ze mee bezig zijn. Een dik half uur word je meegezogen in deze bonte wereld, waar je bovendien bij elke intensieve luisterbeurt nieuwe ontdekkingen doet die je voorheen nog niet had gehoord.
Zeer fijne ambient/jazzplaat voor mensen die houden van muzikanten die bewust buiten de comfortzone treden wat  deze muziekstijlen betreft, en bovendien experimenteren daarbinnen ook experimenteren en improviseren tot in het oneindige.

Blues/Jazz
Lanzarote
Myhre & Olafsson

zaterdag 21 december 2019 12:03

Et Hån Mot Overklassen

Drummer Gard Nilssen, Rune Nergaard (bas, orgel, piano) en gitarist Even Helte Hermansen vormen samen de formatie  Bushman's Revenge. Het trio debuteerde in 2007 met het album ‘Cowboy Music’. Voor hun acht volgende releases vonden ze onderdak bij het door Rune Kristofferson (Fra Lippo Lippi) opgerichte label Rune Grammofon. Met ‘Et Hån Mot Overklassen’ maken ze de overstap naar het eveneens Noorse Hubro. Op deze plaat, binnen een verstilde atmosfeer, hoor je dat deze muzikanten weten waar ze mee bezig zijn. In eigen land hebben de heren een soort cultstatus opgebouwd, wat resulteert in een meesterwerk waarbij geen geluidsmuren worden afgebroken, maar waarin de stilte zo oorverdovend intensief klinkt, dat je je wel voelt wegdrijven naar andere oorden.
De serene aanpak op “Sly Love With A Midnight Creeper” vormt feitelijk de rode draad op deze volledige schijf. Knap hoe de heren elkaar aanvoelen, maar vooral de rust bewaren en je daardoor niet in slaap wiegen. Maar eerder een gemoedsrust over jou doen neerdalen waardoor je prompt een ander mens wordt. Fluisterende tonen, hypnotiserende klanken en een psychedelisch drumwerk doen je dan ook in een soort trance belanden waaruit je niet wil of kan ontsnappen. Luister maar naar zeer mooie pareltjes als “A Bottle A Day Keeps The Wolves At Bay” of “Moves Away From The Door”. De band slaat trouwens aan het improviseren met die klanken en doet daardoor een zeer filmisch landschap open gaan. Hoogstens bij enkele songs gaat het tempo de hoogte in, maar de tendens is toch rust en kalmte tot het oneindige. Op afsluiter “Hei Hei Martin Skei” wordt deze stelling nog maar eens in de verf gezet.
Elke song ademt feitelijk diezelfde intense sereniteit uit. Waardoor deze schijf een aaneenschakeling wordt van elementen die je compleet 'zen' doen worden, waardoor je dan ook  de problemen in het leven prompt beter aankan.
Zonder meer is 'Et Han Mot Overklassen' dan ook een intensief mooi  jazzschijfje, gebracht door een band die stilte tot een jazzkunstwerk verheft.

Blues/Jazz
Et Hån Mot Overklassen
Bushman's Revenge

zaterdag 21 december 2019 11:43

To Whom Who Buys A Record

De Noorse drumvirtuoos Gard Nilssen was dit jaar 'artist-in-residence' op het prestigieuze Molde Jazz Festival. Hij gaf shows met zijn formaties SpaceMonkey, Bushman’s Revenge, Amgala Temple en het speciaal voor dit festival opgerichte Supersonic Orchestra. Ook Gard Nilssen Acoustic Unity trad er op met de Amerikaanse trompettist Ambrose Akinmusire als gastmuzikant. Samen met contrabassist Petter Eldh en saxofonist Andre Roligheten bracht bandleider Nilssen al twee platen met dit trio uit. Ook op “To Whom Who Buys A Record” haalt hij alles uit de kast om de jazzliefhebber een oorgasme van jewelste te bezorgen.
Vanaf “Cherry Man” wordt die jazz-lat direct zeer hoog gelegd. Dit trio slaat aan het experimenteren en improviseren tot in het oneindige. Daarbij is het die combinatie met blaasinstrumenten, aanstekelijke contrabas en zeer warme drumpartijen die de rode draad vormen doorheen het geheel. Zoveel virtuositeit keert ook terug op de daaropvolgende songs als “Acoustic Unity”, “Omkalfatring” en “Rat On A Skateboard”. Die immense kruisbestuiving tussen deze talentvolle muzikanten is een streling voor ons jazzhart. De heren verleggen prompt een grens binnen dat genre, waar grenzen doorgaans vervagen. Dat merk je niet op de songs apart. Eigenlijk moet je deze schijf bij voorbaat in zijn geheel beluisteren.
Song na song merk je dat Gard Nilssen Acoustic Unity vooral een band is die geen jazz speelt, maar jazz leeft. Dat zorgt ervoor dat er nergens een speld valt tussen te krijgen. Maar de perfectie in bespelen van die instrumenten zorgt ook niet voor het afleveren van een routineklus. De spontaniteit en spelplezier stroomt uit de boxen bij intieme songs als “Jon” en “Skienselva”. Waarmee deze plaat op een warme en zachtmoedige wijzen wordt afgesloten. Alsof de band je na toch enkele dansbare parels tot gemoedsrust wil brengen.
Gard is een drum virtuoos die de aandacht niet alleen naar zich toetrekt, maar ook zijn medemuzikanten de vrijheid geeft om zich volledig uit te leven. Met alle magische gevolgen van dien. Zonder meer brengt dit trio dan ook een knappe jazzschijf uit, die je dat oorgasme van jewelste bezorgt, waarop je als liefhebber van pure jazz op had gehoopt.

Blues/Jazz
To Whom Who Buys A Record
Gard Nilssen Acoustic Unity
Odin/PIAS

donderdag 07 november 2019 20:52

Scarred for Life

Medicine is het geesteskind van Brad Laner. In de jaren '90 heeft de band baanbrekend werk verricht. Het heeft hen geen windeieren gelegd, integendeel. Ze worden zelfs pioniers genoemd in verlengde van Slowdive, Ride, Swervedriver en  My Bloody Valentine. Het debuut  ‘Shot Forth Self Living’ (1992) was  een schot in de roos. Gevolgd door ‘The Buried Life’, dat een al even succesvol album kan genoemd worden. De ambitieuze band hield ermee op na ‘Her Highness’ in 1995. Medicine  werd heropgericht in 2003 als een duo  met Laner en Shannon Lee (dochter van Bruce Lee), met het  album ‘The Mechanical Forces of Love’ als resultaat. Er volgden nog enkele albums, toen Lane terug ging samenwerken met voormalige bandleden Thompson en Goodall. Op de nieuwe schijf 'Scarred For Life' brengt de band covers uit de jaren '70.
De band bestaat nu uit: Jim Goodall op drums, Brad Laner op gitaar, bas, vocals, keyboards, percussie , Annette Zilinskas vocals en harmonica, Matt Devine - gitaar en vocals, Solo Goodspeed - keyboards en chapman stick.
Songs van artiesten als Neil Young, Judee Sill, Miles Davis, The Monkees, en  Bob Welch passeren de revue. Echter worden de songs door Medicine zodanig onherkenbaar gemaakt dat ze een nieuw leven lijken te leiden. Luister maar naar “Listen To The Band” van The Monkees, met een noise-intro en gekruid met de nodige shoegaze-invloeden. Het zal wellicht zorgen voor gemengde gevoelens en gefronste wenkbrauwen, maar het is zeer gedurfd dat Medicine deze songs zo durft uitkleden, ontleden en terug in elkaar stoppen alsof ze het zelf hebben geschreven. Annette’s stem klinkt soms donker en soms schreeuwt ze haar keel schor. Het samensmelten van haar stem en deze van Brad is telkens een meerwaarde binnen het geheel. Die vocale inbreng is vaak zo overweldigend dat we haast de instrumentale sterkte uit het oog verliezen. Luister maar naar het verschroeiende “Pick Up Song” of de oorverdovende afsluiter “Black Satin” waar alle gitaar-, drum- en keyboard-registers worden opengetrokken in een wervelende finale. Indrukwekkend.
Je zou kunnen stellen dat veel songs teveel afwijken van het origineel, maar net het feit dat de band buiten de comfortzone durft treden, trekt ons nog het meest over de streep. De liefhebbers van de jaren '70 die graag eens een band bezig horen die durft buiten de lijntjes te kleuren, en een shoegazegeluid daaraan toevoegen, zullen zeker hun gading hierin vinden. Een band die niet zomaar aan nostalgietrip doet, maar met die songs daadwerkelijk iets doet? Daarvoor rennen ook wij met plezier naar de platenboer.

Pagina 129 van 165