Fat Bastard - Jorn (Fat Bastard) - Er is geen mooier compliment om vergeleken te worden. Maar we proberen niet Motorhead of Peter Pan Speedrock te zijn, we zijn Fat Bastard! We maken de muziek die we zelf graag horen
Fat Bastard werd opgericht in 2007. We zagen hen pas voor het eerst live aan het werk bij de release van hun EP in 2018. De invloed van Peter Pan Speedrock en Motörhead is onmiskenbaar aanwezig in hun geluid — een link die ook op hun nieuwste plaat, ‘Barely Dressed’, duidelijk hoorbaar is. Maar deze keer verrassen ze ook met frisse, onverwachte wendingen.
We spraken met zanger en frontman Jorn over de nieuwe release, de persoonlijke verhalen achter enkele nummers, de gemiste kansen door COVID, en hun plannen en ambities voor de toekomst. Het werd een boeiend en openhartig gesprek.
Jorn, ik volg jullie al sinds het prille begin in 2007. Ondertussen is er heel wat gebeurd. Kun je kort schetsen hoe het parcours van Fat Bastard eruitzag totnutoe?
Fat Bastard startte met vijf man. Maar onderweg krijg je soms te maken met tegenslagen, en dan haakt er wel eens iemand af. In ons geval zijn er twee bandleden gestopt, en in 2009 lag de band zelfs volledig stil. Kurt en ik zochten versterking… In 2010 kwam onze bassist Geller erbij — en die is gelukkig gebleven. Vanaf dat moment zijn we opnieuw beginnen bouwen. Oorspronkelijk hadden we Wannes Vinck en Sven Stoelen op gitaar, maar zij zijn om uiteenlopende redenen uit de band gestapt. Daarna is Jan (opnieuw) ingestapt, en sinds 2014 hebben we een stabiele line-up, soms met 5, maar de laatste tijd met 4.
Was het door die wissels in de line-up dat het zo lang duurde voor jullie eerste EP er kwam? Er zit behoorlijk wat tijd tussen de oprichting en jullie eerste echte release
Onze eerste officiële release kwam er in 2013 met ‘Feel the Pain’. Toen klonken we trouwens nog een stuk meer “metal” dan nu. Die plaat werd geproduceerd, gemixt en gemastered door Martin Furia (Destruction, Bark, Furia). Maar eigenlijk hadden we in 2009 al wat opnames gemaakt. We waren toen nog behoorlijk groen achter de oren en eigenlijk helemaal niet klaar voor een studiosessie — en dat hoorde je ook. Uiteindelijk hebben we wijselijk beslist om die opnames niet uit te brengen. Dus ja, de personeelswissels én het feit dat we nog moesten groeien als band hebben zeker bijgedragen aan die vertraging.
In 2018 besprak ik jullie EP en was ik onder de indruk van de dosis energie. En toen kwam corona... Heeft dat jullie groei geremd? En heb je ooit overwogen om ermee te stoppen?
Corona heeft voor veel bands een rem gezet op hun groei, en bij ons was dat niet anders. Je brengt een cd uit en weet dat het vaak een jaar duurt voor je daar echt de vruchten van plukt. Net op het moment dat we in een mooie flow zaten en regelmatig geboekt werden, sloeg de pandemie toe. We waren volop bezig met het plannen van een Europese tournee, met optredens in Tsjechië, Frankrijk en Duitsland. Dan is een lockdown natuurlijk een serieuze domper.Maar ondanks alles hebben we nooit overwogen om de handdoek in de ring te gooien. Integendeel, ik heb die periode aangegrepen om iets nieuws te leren: hoe je muziek opneemt. Om dat te oefenen hebben we vier Fat Bastard-nummers volledig herwerkt in een akoestische versie. Die heb ik samen met telkens één bandlid opgenomen in onze repetitieruimte, en daarna zelf gemixt. Een superleerrijk proces! Maar ja, wat doe je dan met die nummers? We hebben ze uiteindelijk op YouTube gezet — maar niet onder de naam Fat Bastard. We hebben een fictieve Poolse band bedacht: Smokin’ Jay & His Rizla’s, en de nummers op hun kanaal gegooid. (lacht) Die vier tracks staan daar nog steeds, en ik denk dat hun Facebookpagina ook nog bestaat!
We zullen het eens opzoeken….Wat me persoonlijk opvalt op de nieuwe plaat, is dat het concept overeind blijft. Maar ook dat er een meer melodieus, zelfs donker kantje verbonden is aan deze plaat. Is dat om de voortdurende vergelijking met Motorhead en Peter Pan Speed Rock een beetje te ontlopen of is dat kort door de bocht?
Die vergelijkingen storen ons niet — we zijn allemaal fan van die bands. Het is een compliment. Maar we proberen niet hen te zijn. We zijn Fat Bastard. We maken muziek die we zelf graag horen. En ja, we worden ook een dagje ouder. Het is nog steeds snel, maar eerder 95 dan 100 km/u. We willen gewoon klinken zoals wij.
We waren al over de nieuwe plaat begonnen. De plaat klinkt gevarieerd, en naast het donkere kantje blijft er die rock-’n-roll spirit, waardoor ik jullie heb leren kennen. Maar er zitten ook persoonlijke verhalen in, oals het eerbetoon aan Jan Kilowatt, de bezieler van Frietrock
Klopt. Het nummer “Hammer” is een ode aan Jan Kilowatt van Frietrock, die drie jaar geleden uit het leven stapte. Ik schreef het nummer eind mei, kort na zijn overlijden. De tekst kwam snel, en we hebben de muziek aangepast aan de emotie van de tekst. Het laatste nummer, “Kill My Soul”, gaat over iemand in de band die in zijn jeugd slachtoffer was van kindermisbruik. Tijdens corona, als gevolg van het gebrek aan veel menselijk contact, kwam dat opnieuw naar boven. We hebben als band hier veel over gepraat en besloten er iets mee te doen. Het is geen donker nummer geworden — bewust niet. De boodschap is er één van hoop: “You couldn’t kill my soul.”
Wat me ook nu weer opvalt is hoe jullie er steeds in slagen die ‘live sfeer’ op plaat weer te geven. Dat lukt niet elke band
Dat is een heel bewuste keuze geweest. We hebben samengewerkt met Ira Black, maar we wilden absoluut geen afgekuiste, gepolijste band zijn. We willen klinken zoals we écht zijn. Daarom hebben we geen studio geboekt, maar gewoon alles opgenomen in ons repetitiekot. Eén van de weinige voordelen van corona was dat ik de tijd had om te leren hoe je zelf muziek kunt opnemen. Die kennis hebben we meteen toegepast: deze plaat is volledig in eigen beheer opgenomen. We hebben de tracks daarna doorgestuurd naar Ira. Samen hebben we enkele nummers besproken, hij gaf ons tips en tricks, en we bekeken hoe we bepaalde zaken eventueel anders konden aanpakken. Maar in elk gesprek benadrukten we hetzelfde: het moet eerlijk klinken. Het moet klinken zoals we live spelen. Je kunt in een studio allerlei trucjes gebruiken om je sound te verbeteren, maar dat is niet wat wij willen. We willen geen illusie verkopen. De titel van de plaat, ‘Barely Dressed’, vat dat perfect samen: geen foefkes, geen franjes — gewoon wij, zoals we zijn.
Ondanks dat jullie ook ‘andere wegen verkennen’, is er nog altijd die heel herkenbare Fat Bastard sound
Ik ben nog altijd zeer trots op die nummers van onze EP ‘Junk Yard Fest’. Dat blijft een belangrijk deel van wie we zijn. De stijl die we spelen is sindsdien gewoon wat geëvolueerd. Op ‘Barely Dressed’ hoor je een iets andere kant van ons, maar het is eerder een natuurlijke groei dan een breuk met het verleden. Onze roots laten we zeker niet los — integendeel. De mensen die ons live zien, appreciëren wat we doen. En zolang dat zo blijft, is er geen reden om daar veel aan te veranderen.
Met de muziek die jullie brengen is het bijzonder moeilijk om grote zalen uit te verkopen, maar dat is wellicht ook niet de ambitie?
We willen natuurlijk altijd blijven groeien — groter en groter gaan. En ja, uiteraard dromen we ervan om ooit op Graspop te staan. Maar die ambitie is niet onze hoofdzaak. Wat voor ons telt, is spelen, ons amuseren en het publiek een goeie tijd bezorgen. Als de mensen die ons willen zien, met een glimlach naar huis gaan, dan is onze avond geslaagd. Zolang we zalen zoals de Barok in Brugge kunnen uitverkopen, zijn we tevreden. Daar hebben we trouwens onze tweede releaseparty gehouden, samen met Speedmobile — dat is de band met leden van Peter Pan Speedrock en Batmobile. Een geweldige avond!
Wat zijn de verdere plannen voor dit jaar, eventueel Alcatraz?
Voor dit jaar staat Alcatraz helaas niet op de planning, maar we hopen er in 2026 bij te zijn. Line-ups voor festivals liggen meestal al lang op voorhand vast, vaak al het jaar ervoor. Als je vroeg in 2025 een plaat uitbrengt, is het doorgaans moeilijk om datzelfde jaar nog op de affiche van zo’n festival te belanden. We hopen volgend jaar zeker een aantal mooie dingen te kunnen doen, zowel in eigen land als daarbuiten.
Als Belgische band is het nog steeds bijzonder moeilijk om op de affiche van Graspop terecht te komen, ook bij jullie?
Graspop zou eigenlijk een voorbeeld kunnen nemen aan Alcatraz, waar ze een volledig podium wijden aan Belgische – of op z’n minst locale - bands. Begrijp me niet verkeerd — ik snap dat een groot festival als GMM bepaalde normen hanteert en dat de bookers zorgvuldig selecteren wie er op de affiche komt. Maar het blijft jammer dat het aantal Belgische bands op zo’n groot, internationaal festival zo beperkt is. Net omdat Graspop zo’n breed en internationaal publiek aantrekt, zou het een enorme duw in de rug kunnen zijn voor de Belgische scene. Meer lokale bands programmeren zou niet alleen een sterk signaal zijn, maar ook een vorm van erkenning. Iets van: support your locals ofzo.
Ligt het ook niet aan de Belgische mentaliteit, de Belg is niet chauvinistisch genoeg , denk je?
Als je diezelfde vraag stelt aan Nederlandse bands over waarom ze zelden op Pinkpop staan, hoor je hetzelfde verhaal. En ook bij Duitse bands die proberen door te breken op Wacken is het niet anders. Het is gewoon erg moeilijk om als band uit eigen land op de affiche van een groot festival te geraken. Dat is dus geen typisch Belgisch probleem, maar een algemeen fenomeen. Lokale bands krijgen vaak minder kansen op de grootste podia in hun eigen land, terwijl net die podia een springplank zouden kunnen zijn.
Je krijgt nog voldoende andere speelkansen, maar toch is er een probleem bij festivals die afhaken door tegenvallende ticket verkoop … meer dan vroeger
Voorverkoop werkt vandaag de dag nauwelijks nog. En festivals die geen financiële buffer hebben, trekken dan vaak de stekker eruit. Volgens mij is daar echt iets fundamenteels aan de hand. Wat speelkansen betreft, is het dubbel. Er zijn zeker genoeg evenementen, maar er zijn ook veel bands die bereid zijn om voor een appel en een ei te spelen. En dat doet de scene pijn. Het ondermijnt de waarde van live muziek en maakt het voor bands die een eerlijke gage vragen veel moeilijker om nog geboekt te worden. Dat vind ik persoonlijk een groot probleem.
We hadden het al even over de nieuwe plaat. Ik las al positieve recensies. Hoe zijn de algemene reacties tot nu toe?
De meeste reacties zijn positief. Natuurlijk zijn er ook wat kritische stemmen — sommigen geven ons een 6 op 10. Er was zelfs een website die ons een “sub-standaard Motörhead” noemde (lacht). Hun insteek is dat we Motörhead proberen te kopiëren, terwijl dat net is wat we níét doen. We maken gewoon muziek die wij zelf graag horen. Gelukkig is zo’n 80% van de reacties wél positief. Rock Tribune gaf ons bijvoorbeeld een mooie 8,5.
Ik merk dat je soms wat afwijkt van de vroegere sound, maar tegelijk trouw blijft aan je roots. Nooit overwogen om, puur commercieel, een compleet andere richting uit te gaan?
Wat die twee persoonlijke nummers betreft: ik zou liever hebben dat er géén vrienden van mij sterven, dan hoef ik ook geen ode te schrijven. En ik hoop ook dat er geen andere pijnlijke verhalen meer naar boven komen binnen de band. Die nummers ontstaan uit pure emotie, niet uit planning. En uit commerciële overwegingen iets anders doen? Nee, dat is niets voor ons. We doen gewoon ons ding. Eigenheid is voor ons veel belangrijker dan iets maken waar je hart niet in zit, alleen maar om er wat meer geld mee te verdienen.
Zijn er plannen om met deze plaat ook in het buitenland op te treden?
Nog geen concrete plannen, maar er beginnen wel deuren open te gaan. We speelden onlangs samen met Speedmobile en dat opent perspectieven. Die speedroc/rockabilly-scene voelt wel wat voor het kantje van onze muziek dat in die richting neigt. We hopen daar een paar deuren open te trappen.
Jullie zouden perfect passen op een festival als Sjock, dat ook punk, hardcore, country en rockabilly programmeert. Maar jullie worden vaak in het metalvakje geduwd. Is dat een probleem?
Als er één festival is waar we thuishoren, is het Sjock. Maar tot nu toe is het, ondanks alles, nog niet gelukt om daar te spelen. En ja, we worden vaak in het vakje “metal” gestopt, terwijl de metalfestivals ons dan weer als een “rockband” zien. We zitten een beetje tussen de stoelen. Toch blijven we trouw aan wie we zijn. We gaan geen andere richting uit, alleen maar om ergens binnen te raken. Commercieel klinken als Regi? Dat zie ik mezelf toch echt niet doen. (lacht)
Jullie hebben een mooi parcours afgelegd. Zijn jullie tevreden met de weg totnutoe? Of zou je, met de kennis van nu, de dingen anders aanpakken?
Wij hopen nog altijd op werelddominantie! (lacht) Al mag dat gerust nog zeventig jaar duren. De weg ernaartoe is eigenlijk veel leuker dan de bestemming zelf. Wat je vraag betreft: iedereen maakt fouten. We zijn begonnen als een groepje vrienden die gewoon muziek wilden maken. We wisten totaal niets van de scene. Nu, zoveel jaren later, weten we een klein beetje meer. We maken nog elke dag fouten, maar dat is niet erg. Ofwel win je, ofwel ben je aan het leren. En wij leren nog altijd heel veel.
Tot slot: wat is jullie meest realistische ambitie nu?
We mikken op een plek op Sjock Festival en op Alcatraz in 2026. En als het even kan, zouden we ook graag eens op een degelijk festival in pakweg Barcelona spelen. Buitenland mag gerust verder gaan dan de Benelux — Portugal bijvoorbeeld, dat zou ook geweldig zijn.
Ik hoop dat je de doelen kan bereiken
bedankt voor dit fijne gesprek…en veel succes in alles wat je doet