Op zondag 2 mei overstemde het festivalgeluid van het Roots & Roses Festival de plaatselijke kermis in Lessen of Lessines. Dit festival was ingericht op een sportterrein gelegen langs de Ancien Chemin d’Ollignies. Onder de twee tenten stond het beste geafficheerd van wat momenteel bestaat in de moderne folk, blues, rock naast gevestigde waarden, de zogenaamde roots.
De organisatie had kwaliteit hoog in het vaandel gezet, zowel voor de namen op de affiche, als voor de inrichting. Het festivalterrein was dan ook gezellig ingedeeld met kraampjes en overdekte eetgelegenheden. Geen grote merken of snelle (vettige) festivalkost, maar kwalitatieve (h)eerlijke producten van plaatselijke producenten die smaakten! Dit kon allemaal betaald worden met festivalgeld, waarvan de waarde gekoppeld was aan de Euro. Een schitterend detail. Ook de twee podia waren overdekt, niet onnodig zo bleek tegen de avond.
De eerste die we meepikten op de Rootsstage was The Experimental Tropic Blues Band. Deze Belgische band met de leden Devil D'Inferno, Dirty Wolf en Boogie Snake brengt ruige moderne blues. Het drietal bracht een verhitte en opwindende live act waar de vonken van af vlogen en die prikkelde om hun nieuw album Captain Boogie beter te leren kennen.
Daarna stond op de Rosesstage Fred Lani & Superslinger op het programma. Deze Belgische gitarist en componist, bekend van Fred and the Healers en X-Three, keerde terug met een nieuwe band en een nieuw album 'Second life'. Deze set kon in eerste instantie minder bekoren, maar werd na verloop van tijd steviger en interessanter. Een krachtige mix van rock, pop en moderne blues, gevuld met groovy klanken en melodieën, met inspiratie van ondermeer Jimi Hendrix, G Love, Tom Waits, de Rolling Stones en zo veel anderen zodanig dat de bandleden het zelf ‘unstable blues’ noemen.
De eerste echte revelatie op het podium was Slim Cessna’s Autoclub uit Denver, Colorado. Dit zestal staat bekend als één van de stevigste live acts in de huidige Amerikaanse scène en put invloeden uit rock, country en gospel. Hieruit breien ze een unieke sound vol pedal steel, banjo, piano, contrabas en drums geleid door twee zangers. De heren konden ons zowel muzikaal als ‘live on stage’ vermaken op onnavolgbare wijze. Geflipt, gek, zot, prettig gestoord,… zijn zeker termen die door de gedachten van het publiek gingen bij het bekijken van deze band. De twee zangers zetten, tot groot jolijt van het publiek, de security menigmaal op het verkeerde been met hun kapriolen op en naast het podium en eindigden hun set in het publiek. Velen verlieten de tent met een smile op het gezicht en de albums ‘Always Say Please & Thank You’ en ‘Cipher’ onder de arm. Zeker een aanrader!!
Next in line was de eerste legend van de dag Andre ‘Mr Rhythm’ Williams. Dit ondertussen 74-jarige icoon staat bekend om zijn soulvolle krachtige stem en funky groove. Hij serveert pure Blues en American R&B en grijpt geregeld terug naar de oude soul muziek. Zijn set werd op gang getrokken door The Goldstars. Een vierkoppige band die strakke rock and roll brengt met een hoog fun gehalte, want ‘the only way to rock seriously, is by not taking rock and roll too seriously’.
Andre Williams zette zelf direct de toon met zijn fenomenale kleurige opkomst. He is indeed a ‘Baaaad Motherfucker’ en met een gevarieerde lijst van rock and roll, naar blues, naar soulnummers bracht hij de tent in een wat sleazy sfeer. Een zeer warm “I can tell” werd gevolgd door “Bacon fat” dat hij opdroeg aan the new breed. De show werd nog even verstoord door een gesprongen snaar van de gitarist van The Goldstars, maar deze werd ter plekke vliegensvlug vervangen. Band en icoon gingen verder met hun sleazy show en kwamen tot een hoogtepunt met “Mustang Sally”.
De programmatie van het festival was strak geregeld. De optredens op de Roots- en de Rosesstage volgden elkaar met 5 minuten tussentijd op. De afstand tussen de tenten liet dit gerust toe en het is tevens handig om niet te moeten staan wachten tijdens de soundchecks. Anderzijds liet het weinig speling toe om de gezellig ingerichte weide met kraampjes te bezoeken en iets te eten of te drinken zonder iets op te offeren.
Voor mij werd dat Jon Allen. Deze Britse folkzanger draagt de stempel van beste vertegenwoordiger van de nieuwe folk ‘made in London’ en is momenteel de hype in de Britse muziekwereld. Zijn muziek wordt voornamelijk gekenmerkt door de folk en rock scène uit de late jaren ‘60, begin jaren’70. Maar zoals gezegd liet ik deze kelk grotendeels voorbij gaan, om de lokale (h)eerlijke kwaliteitsproducten te nuttigen. De laatste nummers pikte ik wel mee, maar het was heel duidelijk dat deze Britse hype vermoedelijk in de aswolk boven de Noordzee is blijven hangen.
In de Rosestent was ondertussen veel volk samengekomen voor een Belgische hype, The Black Box Revelation. Er werd veel verwacht in Lessines van dit Brussels duo bestaande uit Jan Paternoster (zang en gitaar) en Dries Van Dick (drums). Vanaf de eerste noten verkende het duo de grenzen van de geluidsinstallatie. Loeihard perste het duo de songs “Our town has changed”, “High on a wire”, “I am the one” en “In touch with the devil” door de speakers. The Black Box Revelation ging, even luid maar erg inspiratieloos en met weinig energie, verder met “I think I like you”. Dit spoorde het publiek wel tot bewegen aan. Ook “Do i know you” en “I don’t want it’, inclusief een lange gitaarsolo, passeerden de revue. The Black Box ging open maar de revelatie bleef deze keer toch uit. Ik bleef nog tot “Set your head on fire” om dan te verhuizen naar de Rootstent voor een echte gitaargod.
Surflegende Dick Dale, is dan misschien bij naam relatief onbekend bij het grote publiek. Quasi iedereen kent zijn nummer “Miserlou” uit soundtrack van ‘Pulp Fiction’ en Luc Bessons’s ‘Taxi’-films en uit het game ‘Guitar Hero II’. De gitaarlijn uit dit nummer diende tevens als basis voor “Pump it” van The Black Eyed Peas, een versie die hij tijdens zijn laatste tournee smalend persifleerde. Dick Dale is back !! Want enkele jaren geleden werd bij de man kanker vastgesteld, waardoor zijn World Tour 2009 werd uitgesteld. Maar na een zware behandeling met chemokuur en bestralingen, die hem naar eigen zeggen binnenin kapot maakten en constante pijn veroorzaken, staat hij terug op podium. Ik had de eer deze 73-jarige koning van de surfgitaar vrijdag al aan het werk te zien in de 4AD te Diksmuide, en ook nu keek ik er naar uit. De tovenaar met de Fender Stratocaster en de mythische uitvinder van surf muziek opende met de typische surfklanken van “Nitro”. Vliegensvlug weven de vingers van Dick Dale uit de gitaarsnaren, de klassiekers “Riders in the sky” en “Smoke on the water” aan elkaar. Met donkere stem ging hij over naar “House of the rising sun” dat het publiek luidkeels meezong. Dat publiek bleef gefascineerd de vlugge vingers over de gitaar volgen bij “Summertime blues”, "The California girls I love the most" (NOT!) en “Let’s go trippin”. En het blijft niet bij gitaar, ook uit een mondharmonica weet Dick Dale het onderste uit de kan te halen. En ook om een beetje reënactement zit de man niet verlegen: “Hey everybody, my name is Johnny Cash !” met “Ring of fire”.
Hoe erg Dick Dale ook lijdt na zijn behandeling, het is uit zijn performance op podium helemaal niet op te maken. Even energiek als voor zijn ziekte bespeelt hij samen met zijn drummer Bryan Head de drum, bewerkt hij de voor- en achterkant van de bass van bassist Sam(my) Bolle, ook bekend van Agent Orange en Slacktone, met de drumstokken en speelt hij trompet. Als afsluiter kreeg het publiek nog “Miserlou” en een eigen versie van “Amazing Grace” voorgeschoteld. Alweer een waar genoegen om op het podium mee te maken!!
De afsluiter van Roots & Roses waren The Paladins. Toegegeven, mij enkel bij naam bekend want ik had nog niet de eer het trio, Dave Gonzalez gitaar & zang, Thomas Yearsley op contrabas en drummer Brian Fahey, te mogen aanschouwen. Dit trio uit San Diego California was er namelijk een tijd geleden mee gestopt, maar staat nu voor enkele gelegenheden terug op het podium en hoe!! De heren laten direct zien dat ze de kunst van optreden nog niet verleerd zijn. In een swingende combinatie van rockabilly, country en blues overgoten met Tex Mex saus zweepten ze de tent op. De heren spelen echt alsof hun leven ervan afhangt en zijn voor geen stunt verlegen. De contrabas werd door Thomas ondermeer achter zijn rug bespeeld en om beurten kregen de muzikanten de kans hun kunnen in een solo te verzilveren. Een waar muzikaal genoegen en een waardige afsluiter voor deze eerste editie van het Roots & Rosesfestival in Lessines.
Wij hopen alvast op een sequel van het Roots & Roses festival in 2011!!
Neem gerust een kijkje naar de pics
Organisatie: Roots & Roses, Lessines