logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Editors - Paasp...
mass_hysteria_a...

Elbow

Elbow: magistraal

Geschreven door

Dat Elbow frontman Guy Garvey een sympathieke peer is zullen we geweten hebben. Zelden gezien dat een zanger zijn eigen voorprogramma aankondigt en dan ook nog een nummertje komt meezingen. Verder was dat voorprogramma, met name de kirrende neo-folk hippie Jesca Hoop, niet echt te pruimen, maar dat was bijzaak, Guy Garvey had al de harten van zijn publiek gestolen nog voor ie aan zijn optreden was begonnen.

Van bij het eerste trompetgeschal in de fantastische opener “Starlings” voelden we al dat er magie in de lucht hing die avond en dat al hetgeen zou volgen wel eens van een ongehoorde pracht zou zijn. En wat bleek: Elbow was magistraal. Guy Garvey bracht zijn band naar eenzame hoogtes, hij zong de sterren van de hemel en bespeelde tussenin het publiek met zijn fijn gevoel voor humor. Het laatste album ‘The seldom seen kid’ stond centraal in deze set, de songs die al bijzonder sterk zijn op de plaat bloeiden hier volledig open en kregen vaak nog wat meer elan en elegantie dankzij de ingehuurde strijkers. In combinatie met de prachtstem van Garvey zorgde dit voor pareltjes van het puurste soort. Eigenlijk een onbegonnen werk om hier hoogtepunten uit te halen, de set was een opeenstapeling van kippenvelmomenten. Toch maar een poging: “New Born” was fenomenaal in opbouw en werkte zich naar een orgastische opbouw toe, “Grounds for divorce” greep ons dankzij enkele forse uithalen bij het nekvel , “Weather to fly” was bloedmooi, “The loneliness of a tower crane driver” was een 18 karaats diamant, “Leaders of the free world” was ronduit groots en “One day like this “ zette de zaal in vuur en vlam .

Elbow overtrof zichzelf in de AB. Wij waren al onder de indruk van hun vier fijne platen, maar met deze set hebben ze ons toch wel volledig overdonderd.

Organisatie: Live Nation

Nitin Sawhney

Nitin Sawhney: zien & beleven!

Geschreven door

Het was  alweer van ‘FeestInHetPark – editie 2005‘, Oudenaarde geleden dat ik Nitin Sawhney aan het werk zag. Een paar jaar voordien had deze Britse Indiër of Indische Brit mij volledig in de ban geslagen, na een volstrekt weergaloos concert in l’Aéronef te Lille. Sindsdien bleef ik Sawhney volgen, al moet gezegd dat dit bij een artiest als de man in kwestie vrij moeilijk is. Dat heb je met van die muzikale duizendpoten alias multi-instrumentalisten. Het valt hoegenaamd niet meer bij te houden wat deze kerel allemaal heeft gedaan, laat staan uitgebracht.
Nitin Sawhney is dus van vele markten thuis, en niet in het minst kan ik de man enorm appreciëren omwille van zijn songwriterkwaliteiten, flamenco – en jazzgitaar en produceruitstappen, dj-sets, en zijn gevestigde waarde(n) in het wereldje van orkest- en filmmuziek.

Het was dus uitkijken naar de set, niet in het minst omdat de man net een nieuwe CD uit heeft ‘London undersound’, die op goeie (wat zeg ik?), uitstekende recensies is onthaald, en dit op wereldwijde schaal. Hij werkte er met talrijke gastmuzikanten, waaronder Paul McCartney. Dat deze laatste er niet bij was in de Handelsbeurs, betreuren we, maar kunnen we, gezien zijn status, ergens begrijpen.
Nithin Sawhney had een bandje mee om duimen en vingers van af te likken. Inhoudelijk muzikaal stuk voor stuk raspaardjes, maar ook visueel vrij aantrekkelijk om gedurende anderhalf uur te staan bekijken en beluisteren; in de aankondiging stond al zoiets dat je Sawhney niet enkel moet bekijken, maar ook beleven. Niets is minder waar. Met zangeressen (en vergeef mij eventuele schrijf- en/of andere fouten, maar ze zijn zo talrijk in zijn oeuvre dat je het bos door de bomen niet meer ziet) Roxanne Tataëi en Marina Abad, fluitist Ashwin Srinivaran (die ook een deel  van de vocals voor zijn rekening nam), drums en percussion (heerlijke tablas) en een fenomenale cellist, die haast alle baspartijen voor zijn rekening nam. Een indrukwekkend allegaartje, die in vergelijking met vorige passages veel akoestischer voor de dag kwam. Het was wat wennen in den beginne, maar het achterwege blijven van electronica werd niet als een gemis ervaren.
Less is more, moet de mens gedacht hebben, en gelijk had ie. Vaak was de cross-over van World, electronica, dance en folk zo indrukwekkend dat je er moeilijk nog iets kunt op kleven. Wat speelt die man nu eigenlijk?
De setlist was zorgvuldig samengesteld met werk uit vele voorgaande CD’s. Ik som op: “Letting go” uit Beyond Skin (1999), “Hererica Latino” en “Voices” uit ‘Displacing the priest’ (1996/2002), “Fragile wind” uit ‘Human” (2003), “Noches”, “Vela” en “Dead man” uit ‘Philtre’ (2007), “Sunset” en “Prophesy” uit ‘Prhophesy’ (2001).
Dat Nitin materiaal genoeg heeft om een show vol te maken, hoeft geen betoog. Indrukwekkend is hoe hij zijn set samenstelt, en als klassiek gitarist met gevoel en virtuositeit zijn band vooruit stuwt. Het geheel klinkt als een ‘plaatje’, en dit zonder franjes nog overbodig geklingel, ook niet in de voor de hand liggende muzikale wereldlijke uitstapjes die hij maakt.

Een schitterend concert op een grijze 11 november. Waarvoor een verlofdag allemaal niet goed is…

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

The Ting Tings

The Ting Tings: Shut up en let ‘em go!

Geschreven door

We noteerden een nokvolle Orangerie om het beloftevolle Britse duo Jules de Martino (drums/vocals) en de bevallige Katie White (gitaar/vocals) aan het werk te zien. Het concert kreeg al weken het kaartje ‘sold out’ opgehangen. Hun sprankelende, springerige, frisse en speelse gitaarpop ligt duidelijk in de lift; de strakke popsingles met hun meezingbare refreinen “Great DJ”, “That’s not my name” en ”Shut up, let me go” stonden al in de hitlijsten. Samen met Blood Red Shoes zijn één van de ontdekkingen van 2008.

Terecht vormen zij zo een beetje de jonge B 52’s, die optimisme en levensvreugde uitstralen. Het sympathieke duo zorgde alvast voor opwinding, zweepte het publiek op en wist in geen mum van tijd hen in te palmen. Ze werden warm tot sterk onthaald, maar een feestje zoals bij Blood Red Shoes bleef net uit.
De Martino mepte er naar hartelust op los en Katie dartelde als een jonge Debbie
Harry over het podium. Ze speelden een korte, krachtige set en op nog geen uur tijd hadden ze bijna alle songs van hun aanstekelijke debuut ‘We started nothing’ erdoor gejaagd.
Het goed op elkaar ingespeelde duo stoeide met gitaar, drums en elektronica. “We walk” opende het stomende setje en had een opbouwende groove door een rauwe repeterend klinkende gitaar en beats. Hun doorbraaksingle, het tintelende “Great DJ” volgde. De dubbele bassdrum en de hitsende ritmes op “Fruit machine” en “Keep your head” hielden het tempo hoog. Het duo ontpopte zich als een jonge JohnTravolta en Olivia Newton-John op het aangename en sfeervolle rustpunt “Traffic light”. “We started nothing” klonk broeierig, had een intense spanning en werd mooi uitgesponnen tot de laatste mokerslag. De zang van Katie deed denken aan Polly Harvey. “Shut up & let me go” werd het lijflied van de avond; beiden fokten het op door enkele stiltes, dubbele percussie en trom, wat iedereen aanzette tot dansen, springen, zingen en handclapping. Vijfenveertig minuten jong geweld passeerde aan ons voorbij. Als toegift zorgde De Martino voor wat animatie door pics te nemen van de eerste rijen, hen een happy birthday te laten zingen en z’n eigen DJ kunstjes te tonen. Run DMC, Grandmaster Flesh en Ray Parker Jr leidden het pompende electro funky “Impacilla carpisiung” in , en tenslotte kon iedereen nog eens z’n keelgat openzetten op “That’s not my name”.
Beloftevolle Band met charisma, een positive vibe en … toekomst. Meer moet dat soms niet zijn …

Organisatie: Botanique, Brussel

Grant Hart

Na 20 jaar staat hij er nog steeds, Grant Hart

Geschreven door

Eind jaren ’80, in het West-Vlaamse hol W.: een bleke puber sloft elke maand de plaatselijke bibliotheek binnen om er weer buiten te wandelen met een aantal LP’s onder de arm. Tot dan toe waren dit meestal foute hardrockplaten van geföhnde testosteronbommen als Whitesnake, Van Halen of Judas Priest, het leven kon hard zijn in West-Vlaamse holen in de jaren ’80…
Tot op een memorabele dag de bleke puber een plaat meenam met een wat vreemde hoes van een groepje met een heel vreemde naam (blijkbaar waren de foute hardrockplaten die dag allemaal uitgeleend): ‘Candy Apple Grey’ van Hüsker Dü. De puber kwam thuis, legde de plaat op de platenspeler; draaide de volumeknop open in afwachting van een eindeloze gitaarsolo…en werd vervolgens uit zijn sloefen geblazen. Een mijlpaal in het leven van de bleke puber en op muzikaal gebied was niets nog hetzelfde, een nieuwe standaard werd gezet. Eeuwige dank aan de verantwoordelijke voor de platenafdeling van de bibliotheek in W. is hier op zijn plaats.
Om maar te zeggen dat ik een hoge dunk op heb van Grant Hart die samen met de heren Mould, Hart en Norton, het trio Hüsker Dü vormde van 1979 tot 1987.

Maar Grant Hart was weer in het land (hij speelde ook op ‘De Nachten’ in Antwerpen). De verwachtingen waren hooggespannen, maar tegelijk ook wat gematigd, want met ‘oude gloriën’ is het oppassen geblazen. Menig rockheld tourt nog rond enkel en alleen om de alimentatie/verslaving/grote villa te kunnen blijven betalen of wil hardnekkig tonen dat hij/zij nog vernieuwend is en speelt dan geforceerde nieuwe songs waar niemand een boodschap aan heeft. Grant Hart heeft na het Hüsker Dü - tijdperk weliswaar nog een paar soloplaten gemaakt en een tijdje met Nova Mob het mooie weer gemaakt, maar de laatste jaren was er toch weinig nieuws van de man (tot Arsenal met hem een nummer opnam voor hun laatste plaat).
Wij dus naar de Handelsbeurs, een zaal met klasse en standing, waar het publiek werd uitgenodigd om plaats te nemen aan ronde tafeltjes, met een kaarsje op en een streekbiertje naar keuze, very NOT punkrock, maar hey, de punkrockers van weleer zijn ook niet meer hetzelfde.

Als support-act stond ene Pete Molinari geprogrammeerd, een beleefde jonge Britse troubadour die blijkbaar al twee cd’s uit heeft maar waar ik nog nooit van gehoord had. De zoetgevooisden bleek een kruising tussen Bob Dylan en Roy Orbinson. Een gitaar, een mondharmonica (het Bob Dylan-gen) en een klok van een stem (van papa Roy O.) waarmee hij een aantal trage tot mid-tempo songs bracht die zo uit de jaren zestig bleken te komen. Mooi, goed gespeeld en gezongen maar of Pete veel potten zal breken valt te betwijfelen, daarvoor zijn de songs misschien iets te braaf en te gepolijst, net als de jongeman zelve. Nadat hij vriendelijk had gevraagd of hij nog een laatste nummertje mocht spelen ‘for the ladies’, en het eveneens beleefde publiek dit welwillend had toegestaan, was het halfuurtje Pete Molinari gepasseerd.

Pete weg van het podium en daar kwam Grant Hart, hij zag er minder rock ’n roll uit dan degene die na afloop van het concert de zaal moest vegen. Na nog eens goed zijn broek te hebben opgetrokken nam hij de gitaar ter hand, blikte de zaal in en begon Please don’t ask” te zingen. Voorwaar een sterke opener. Grant had er blijkbaar zin in want het publiek werd uitgenodigd om de nummers te kiezen.  Het maakte hem blijkbaar ook niet uit of er dan wel Hüsker Dü-, Nova Mob of solonummers, gelukkig was iedereen genoeg bij de pinken om geen nummer van Bob Mould te vragen, want de mythe wil dat het tussen die niet echt goed botert.
Blijkbaar speelt Grant Hart zijn eigen nummers nog heel vaak want bij elk verzoek moest hij maar twee seconden nadenken en hij was vertrokken, een human jukebox.”Letter from Anne-Mari” en “Admiral of the sea” passeerden, sterk gezongen en een verrassend afwisselend gitaarspel (Grant was destijds de drummer van Hüsker Dü). Er volgde een mij onbekend nummer (“Barbara”?, Iets nieuw?) en toen keek Grant op zijn playlist en was er een moment van verwarring. Blijkbaar had hij iets onleesbaar genoteerd maar na wat denkwerk bleek het “Keep hangin’ on” te zijn.
Er zat vaart in, er passeerden een aantal Hüsker Dü nummers die toch ook al 2 decennia oud zijn maar nog altijd fris van de lever klonken. Tijdens “Where Are You Gonna Land Next Time You Fall Off Your Mountain” brak een snaar en dat was de aanleiding voor een korte pauze. In de ware punkrock-filosofie herstelde de artiest zélf zijn gitaar (en zo wordt een roadie uitgespaard natuurlijk) en waren we dus een 10-tal minuten getuige van een relaxte Hart die het technisch mankement niet aan zijn hart liet komen.
Hij hernam de set met zichtbaar plezier om er nog een achttal nummers door te jagen. De man had echt niet veel nodig om terug te komen voor een bisronde, hij deed wat passen achteruit, deed alsof hij ging stoppen maar na vijf seconden stond hij al terug aan de micro. “Old Empire” en het machtige “Don’t wanna know if you are lonely” werden vol overtuiging ten beste gegeven.
En na 22 nummers kon hij nog eens terugkomen om ons, na wat gespeeld tegenstribbelen, “All of my senses” te schenken, 18 jaar geleden een bescheiden radiohit die eigenlijk een wereldhit had moeten zijn.
Om daarna af te sluiten met kippevel: “Diane’, de rauwe moordballade waar Therapy? sterk mee scoorde in de hitparade, maar dus geschreven door Grant Hart.

Grant Hart zal geen nieuwe fans gewonnen hebben in de Handelsbeurs, de zaal was matig gevuld met reeds overtuigde aanhangers maar die hebben hun oude held goed bezig gezien, niets vernieuwend maar zeker niet versleten, en het belangrijkste, de songs staan er nog altijd en dat na 20 jaar, Respect!

Playlist:
”Please don’t ask”; “Letter from Anne-Marie”; “Admiral of the sea” ;”Barbara(?)”; (?); “Keep hangin’ on” ; “2541”; “Girl who lives on heaven hill”; (?) ; “Never talking to you again”; “The main”; “Where Are You Gonna Land Next Time You Fall Off Your Mountain”; “No substance”; “Books about UFO’s”; “Evergreen memorial drive”; “She floated away”; “Green eyes”; “Pink turns to blue”; “Flexible flyer” ; “Last days of Pompeii”; “Old empire” ; “Don’t wanna know if you are lonely”; “All of my senses”; “Diane”.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Los Campesinos!

Onbezonnenheid, speelsheid en humor van het vrolijke Los Campesinos

Geschreven door

De organisatie van de Botanique gooide er in de pittoreske kleine Rotonde zomaar drie enthousiast energieke, bruisende en opzwepende beloftevolle bands te grabbel. De gesmaakte formule was weggelegd voor overtuigende acts van Los Campesinos, Lovvers en Sky Larkin.
 
Los Campesinos uit Wales brengt songs uit met de vleet. Ze hebben op anderhalf jaar tijd een EP ‘Sticking fingers into sockets’ en twee (full) cd’s uit, ‘Hold on now, Youngster …’ en ‘We are beautiful, we are doomed’. Het septet leidt nog niet direct aan ideeënarmoede, zo te horen.
De sound is een bruisende cocktail van frisse, sprankelende en zwierige gitaarpop en folk; hun aanstekelijk materiaal werkt in op de dansspieren, heeft een uptempo melodie en bevat aanstekelijke refreinen. Een handig alternatief voor wie houdt van het rauwe Pavement en de springerige dynamiek van bands als Architecture In Helsinki, Polyphonic Spree, I’m from Barcelona en Broken Social Scene. Oorstrelende ‘feel good music’, wat wordt omschreven in de cd titels en de ellenlange songtitels en … het voordeel zit ‘em dat ze net korte, kernachtige nummers schrijven.
Het publiek onderging een uurtje hun enthousiasme, onbezonnenheid en speelsheid. Ze zweepten de boel op door gitaarinjecties, drums, toetsen, xylo en viool, maar ook door de afwisselende zang van de weirdo Garreth en Aleksandra Compesinos en de meerkorig schreeuwerige zang. Meteen zat de vaart erin met nieuwe songs als “Ways to make it through the wall”, “The international tweexcore underground” en de klassieker “Death to LC”; de subtiliteit klonk door op “Miserabilia”, “You’ll need those fingers for crossing”en “Documented minor emotional breakdown”.Het waren net deze songs die het schoentje wat deden wringen; ze klonken fatsoenlijk, verzorgd en voorspelbaar.
In het tweede deel hielden we alvast van het opbouwende “This is how you spell “Hahaha”, I destroyed …”, ” My year in list” en “We are beautiful, we are doomed”.
Ze zorgden voor een evenwichtige set, variatie, humor en spontaniteit (Garreth boorde zich zelfs een weg naar de PA en ging in duet met Aleksandra). En met “You! Me! Dancing!” en “Sweet dreams , sweet cheeks” ging het hyperkinetische septet naar een charmant hoogtepunt: ze zongen op de geluidsversterkers, mepten op de drums en cimbalen en lieten gierende gitaren, kleurrijke toetsen, xylo en een zwierig viooltje doorklinken. Een krachtige, verbluffende apotheose .

De Bota trakteerde op volgende supports: Het jonge Britse trio Sky Larkin, onder Katie Harkin, een jonge Polly Harvey/ Kim Gordon/Kim Deal, speelde een goed half uur broeierige en opwindende rammelende gitaarrock: een krachtige, gebalde gitaarpartij, een diepe bas en een opzwepende percussie. Meer moest dat niet zijn om in de spotlights te komen. Ze tekenden voor het Wichita label van Bloc Party en The Dodos. Ook Lovvers uit de UK valt binnen hetzelfde schuitje ; ze speelden een ultrakorte set van een twintigtal minuten, waarbij de ene snelle song(riff) de andere opvolgde: rauw rommelende en rammelende krachtige gitaarpunk. Een hard, bedreven ontregelde sound en een ontstemd galmende stem weerklonken van de heen en weer huppelende zanger. Hun set, regelrecht vanuit het repetitielokaal, was er eentje die met verstomming sloeg.

Organisatie: Botanique, Brussel

Shearwater

Shearwater’s muzikale wandeltocht doorheen een herfstig decor

Geschreven door

We maakten onlangs kennis met de onvolprezen Amerikaanse band Shearwater uit Texas. Shame on me, want ze hebben al vijf platen pareltjes van songs afgeleverd en bewegen zich binnen de alternatieve indiefolk/americana. Will Sheff en zanger/componist Jonathan Meiburg, spil van Shearwater, zaten in Okkervil River (die trouwens vorige week in ons land waren) en kwamen de nieuwe plaat ‘Rook’ eventjes in de spotlights plaatsen. Eventjes? Inderdaad, het merendeel van die plaat kwam aan bod en ze speelden een ultrakorte, gevarieerde set van kleurrijke ontroerende, ingetogen songs.
De teksten van Shearwater zijn doorspekt van natuurbeelden, want Meiburg is behalve muzikant ook nog vogeldeskundige. (btw Shearwater staat voor stormvogel!).
Een uitgebreid instrumentarium hadden ze meegebracht voor een sfeerscheppend geluid, want naast gitaar, bas en drums , kregen nummers kleur door toetsen, piano, xylo, banjo en trompet. En ze hadden strijkstokken mee, die ze over hun instrumenten en over een speciaal metalen kop lieten schuren.
De set zat vernuftig in elkaar: de intieme opener “On the death of the waters” op piano, onder de helder, indringende hoge vocals van Meiburg (denk aan Jeff Buckley en Bon Iver), het subtiele en sfeervolle “Leviathan, bound” spaarzaam begeleid op cello, xylo, piano en een soort speciaal houten plaat met staafjes en het broeierige “The snow leopard”, die werd ingeleid door de soundscapes van “South col”, had een intense opbouw en klonk gaandeweg krachtiger.
De drummer nam een glansrol in op het sfeervol, dromerige “Home life”. En tenslotte werden we meegezogen door het stevig rockende “Century eyes”. Meiburg zong alsof z’n leven er van af ging. De band werd warm onthaald door een bijna volle Rotonde. “Lost boys”, één van de sterkste songs op die nieuwe plaat, ontbrak niet.

Shearwater slaagde in hun trektocht doorheen het tot de verbeelding sprekend herfstig decor. Maar de trip was te kort, veel te kort, om van al die kleine elementen te genieten en te proeven die op ons afkwamen. Shame on them!

Het uit Seattle afkomstige trio The Dead Science aka Baby Dee, een Morrissey/Isaak lookalike, overdonderde met z’n twee kompanen door een potje rauwe, zompige bluesrock te spelen. Songs die van hard naar zacht gingen, onverwachtse wendingen hadden en uptempo konden klinken. Een intrigerende sound vol dwarrelende kronkels en stemveranderingen (= ‘Antony Hegarty (van The Johnsons) sitting on a vibrator stem’) waarbij de band verwant was aan het oude Cave’s ‘The firstborn is dead’, G Love, Spain en het onvolprezen Lift to Experience. Naast eigen materiaal hoorden we een schitterende versie van Terence Trent D’Arby’s “Sign your name”. Ergens las ik dat de band galoppeerde in onvervalste cowboystijl in een muzikale prairie. Inderdaad, met deze is dit beeld bevestigd van het beloftevolle The Dead Science.

Organisatie: Botanique, Brussel

The Hanson Brothers

The Hansons Brothers Circus Magic Music Show

Geschreven door

Muzikale indruk: het is altijd partytime wanneer Johnny, Tommy, Robbie en Errnie Hanson terug in ‘Diksmuda’ zijn. Ze toerden niet met nieuw werk, wel met een stevige live plaat. Er bestond gewoon geen beter eerbetoon aan de peetvaders van de punkrock van die andere vier broers, heu, zat daar ook geen Johnny (Ramone) bij? The Hanson Brothers zongen ook over bier en meisjes, maar vooral over ijshockey. ‘Puckrock’ noemen ze het, dat supersnel én grappig klinkt. Bijna non-stop, alleen de hockeyscheidsrechters waren in staat ze even stil te leggen; ze speelden het beste uit hun drie albums, plus een verplichte Ramones cover (“Commando” ditmaal). Zesentwintig nummers die bruisten van de energie en in een hels tempo werden gebracht … ‘and those granddads looked like they could play for hours!’. Absolute top in de Premier hockeyleague!

Fotoshoots: zie live foto’s

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Gossip

Gossip – Band met een ‘positive vibe’

Geschreven door

Gossip – Band met een ‘positive vibe’

De belangstelling voor Beth Ditto en haar Gossip uit Portland is groot. Een bijna volle Zénith droeg Ditto ‘figuurlijk’ op handen . En Ditto genoot van de respons en probeerde aardig een mondje Frans mee te praten . De dynamiek, de doorzetting  en de interactie geven naast haar imposante uitstraling de show extra elan  . Het Gossip materiaal teert vooral op de aanstekelijke en de sfeervol broeierige singles, die dan de rest van de plaat en de set voldoende kunnen dragen .
We hoorden een goede, afwisselende , gevarieerde set en de singles zaten mooi verdeeld , in een decor die verwees naar de Romeinse tijd van beelden en zuilen .
Gossip: Een duidelijke image , een vlezige dame met een heldere, indringende soul schreeuwende stem en een band met een handvol hits .

Een heuse band zagen we aan het werk , vroeger nog met 3, bij hun doorbraak ‘Standing on the way of control’, intussen met vijf, waarbij de synths en de beats hun  plaatsje opeisen . Een groeiende versmelting van pop en dance .
Haar rock’n’roll heeft een soepele, groovy, stampvoetende tune, met uitstapjes richting disco , funk en kitsch , wat op zich goed wordt ontvangen . De springerige, huppelende ritmes bieden intensiteit, swing en opwinding . Ook de tussendoortjes van Talking Heads , Black Sabbath, Nirvana en Queen waren een leuke toevoeging.
Gossip ging er met het volle gewicht tegen aan , de opzwepende, zwierige “Move in the right direction” en “Listen up” brachten publiek meteen in de juiste stemming, spraken de dansspieren aan en zorgden voor de eerste heupwieg . Wat verder werd gezet met “8th wonder” , “Your mangled heart” en “Love long distance”. Groovy pop , exploderende ritmes, leuke meezingrefreinen en ambiance. Een stuwend eerste half uur kon je wel zeggen .
Het popgehalte is en blijft de rode draad; de reeks gewone warme, charmerende songs “Into the wild”, “Men in love”, “Four letter word”, “Eyes open” en “Get a job” verrassen muzikaal niet echt misschien , maar door de gretigheid van Ditto , opgefokt door enkele glazen whisky, krijgen ze een meerwaarde; als een Medusa vleit ze op de boxen neer en ze ontpopt zich als publiekslieveling nummer 1.
Het tempo wordt opnieuw opgedreven met een “Get lost”, “Melody emergency” en een lang uitgesponnen “Standing in the way of control”, dat luidkeels wordt meegezongen .
In de bis had Ditto een t-shirt aan , waarop met grote letters ‘HOPE’ stond; ze was geflatteerd met een grote vlag die de lesbiennecultuur een hart onder de riem gaf. “A perfect world” en “Casualities of war” waren de ideale songs hierop.  En zonder een rockende “Heavy cross” kon een ‘vet’ Gossip feestje niet eindigen !

Aan adrenaline, energie , passie , enthousiasme en interactie ontbrak het Gossip niet , maar muzikale ideeënarmoede komt om de hoek loeren bij al te veel voortborduren op hetzelfde deuntje.
Gossip, band met een ‘positive vibe’ …  Op naar het concert op 30 november in de Lotto Arena, Antwerpen

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/gossip-08-11-2012/

Organisatie: Agauchedelalune, Lille

Le Loup

Le Loup: gecontroleerde chaos

Geschreven door

Het Amerikaanse Le Loup uit Washington DC onderscheidde zich op z’n vorig jaar verschenen debuut ‘The throne of the third heaven of nations’ millenium general assembly’ (wat een titel!) als een soort Animal Collectieve, als ‘em gaat om elektronicagestoei. Verantwoordelijke is zanger/songschrijver Sam Simkoff, die z’n muzikale dwarrelgeest laat versmelten met frisse gitaarpartijen, ritmische drums , trommelwerk, handclapping, bleeps en beats. De meerkorige harmoniezang heeft dan op z’n beurt iets mee van Arcade Fire.

Ze waren al in het voorjaar eens te zien in een ruimere bezetting van zeven man (in de Bota), nu waren ze met zes voor concerten in de Bota en in de Trix,.
Op het eerste zicht zou je deze kleine jonge gast met pet en nerdbrilletje z’n muzikale inventiviteit niet toegeven. Hij kon vocaal hoog gaan en gebruikte zelfs twee microfoons om de galm te laten doorklinken; en hij speelde als een kronkelende schildpad op z’n op de grond geplaatste elektronica-apparatuur en veerde recht om enkele begeesterende banjopartijen op ons los te laten. Z’n muzikale uitspattingen werden moeiteloos opgevangen door de andere vier bandleden, wat ervoor zorgde dat we een snedige, gestructureerde indie rockende trip hoorden. Een vrij directe, minder nerveuze sound dus.
De groep liet een ontspannen indruk na in de voor de gelegenheid omgebouwde Trix Bar; tafeltjes en stoelen stonden opgesteld, om iedereen knus te laten genieten van de gecontroleerde chaos van deze bende.
Ondanks de geringe opkomst, stond er een uiterst gemotiveerde (wolven)band op het podium , die ons een klein uurtje lang liet genieten van hun op americana gebaseerde indiefolkelectronica, ergens tussen Arcade Fire, Port O’Brian, Tunng en Animal Collectieve.

Het Antwerpse kwintet You Raskal You kreeg ruim de kans hun dromerige americana met een psychedelisch tintje door toetsen voor te stellen. Ze speelden een evenwichtige set en het was vooral de drummer, die in de spotlights kwam: uiterst beheerst, maar op het juiste moment, mepte hij de song naar een hoger niveau. You Raskal You valt te situeren ergens tussen Wilco en Grandaady; hou vooral hun single “The year I bleached my hair” in het oog!

Organisatie; Trix, Antwerpen

Syd Matters

Syd Matters: Franse band die de doorsnee Franse rock overtroeft!

Geschreven door

Een heel interessant avondje vormde het duo concert van Mariee Sioux en Syd Matters; ze kregen elk een uur de kans om hun muzikale formule van dromerige, herfstige pop met een folky/psychedelische inslag voor te stellen.

Het uit Parijs afkomstige Syd Matters, onder songschrijver Jonathan Morali, scoorde al hoge ogen tijdens les Nuits Bota toen ze hun derde cd ‘Ghost days’ voorstelden. Ze bereikten vooral onze Franstalige vrienden. In Vlaanderen heeft het kwintet nog maar weinig armslag. Toch moeten we even over de taal- en landsgrens durven kijken en stilstaan om deze band te (willen) ontdekken. De groep put uit de semi-akoestische scène van Donovan, Belle & Sebastian, Loney, dear, Sufjan Stevens en Elbow: meeslepende songs met een hoog (semi-) akoestisch gehalte, gedragen door een stemmenpracht. Kleurrijke toetsen bieden een psychedelica inslag. Kwalitatieve schoonheid dus! Tja, niet voor niks haalden ze Syd Barrett aan van Pink Floyd in hun groepsnaam!
Op het Dourfestival wist de Franse band me te intrigeren door een goed uur lang het publiek te beklijven met hun subtiel uitgewerkte fijne popsong.
Het ingetogen “Everything else” vatte de set aan: akoestisch toongezet, die dan door de volledige band mooi werd opgebouwd door aanzwellende gitaren, toetsen, drums en de op elkaar afgestemde vocals. De daaropvolgende nummers “Cloudflakes” en “Obstalcles” lagen in het verlengde en waren door toetsen en dwarsfluit een regelrechte ‘70’s retrotrip, met een knipoog naar Devandra Banhart. Op “It’s a nickname” kon de toetsenist loos gaan binnen het muzikaal concept van de band, en het sferische “Louise /my lover” had een Elbow bombast gehalte. Ze beheersten en wisselden moeiteloos van instrument. En ze hielden zich niet in om de pedaaleffects in te drukken; we hoorden een steviger “Anytime now” en het gekende “Me & my horses” werd een retropsychedelische trip, met onverwachtse wendingen, handclapping en een snedig, noisy einde.
Een ontroerende “Untitled”, een ingetogen “To all of you” en een krachtig uitgesponnen “Bones” besloten definitief de overtuigende set.
Syd Matters is een Franse band die zich duidelijk weet te onderscheiden van de doorsnee (armoedige) Franse poprock.

De 23 jarige folky singer/songschrijfster Mariee Sioux uit Nevada City, met de lange zwart krullende haren over haar schouders, was al op het Domino festival te zien als support van Alele Diane. Zij maakt deel uit van de vernieuwende (free)folkscene en onderstreepte haar Sioux’ verbondenheid (van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika btw) in haar materiaal. De songs van haar debuut ‘Faces in the rock’ werden warm onthaald. Het zijn innemende, ingetogen folky popsongs, tussen droom en nostalgie, bepaald door haar hemels hoge zweverige (praat)zang en een spaarzaam emotievol akoestisch gitaargetokkel. De minimale inkleding zorgde voor een adembenemende, heerlijke live trip. Ze was onder de indruk van het aandachtig luisterende publiek, wat maakte dat ze een gretig setje speelde. Ze koesterde de enthousiaste reacties van het publiek in het zaaltje van de Bota, waar ze een tweede keer optrad. Ze trakteerde ons zelfs op een moeilijk herkenbare Cure cover "Love song". Na dit optreden zijn we het erover eens: Mariee Sioux gaat haar grote folkdames Alele Diane, Jana Hunter en Joanna Newson achterna. Respect!

Organisatie: Botanique, Brussel

Pagina 815 van 880