logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

DIIV 6-03-2024
Editors - Paasp...

The Faint

De ADHD van The Faint

Geschreven door

Een betere start van de najaarsprogrammering kon de Botanique zich niet voorstellen met de electrorock van het Amerikaanse kwintet The Faint uit Nebraska. Ze zijn al van ‘95 actief en bewegen zich binnen de electronic body wave, postpunk en punkfunk.. Hun sound klinkt rauw, dansbaar, energiek en opzwepend.

Live hoorden we lekker vettige, ronkende en gierende gitaren, een diepe bas, dreunende synthi en aanstekelijke, springerige en hoekige ritmes. We zagen een weirdo hyperkinetische zanger (Todd Fink) in doktersjas en oude vliegeniersbril die heen en weer hotste op het kleine podium. In een arty punky attitude gingen ze als bezetenen tekeer , deden hun instrumenten afzien en haalden muzikale beelden aan van Devo, John Fox, Radio 4 en Hot Hot Heat.
In een hels tempo speelden ze een spannende set van ruim vijftien songs, die vervaarlijk op elkaar geleken. Ze grossierden in hun oeuvre van vijf platen; ze trokken het feestje op gang met de snedige “Agenda suicide” en Dropkick the punks”. De aandacht behielden ze met overtuigende versies van “Take me to the hospital”, Worked up so sexual” en “Posed to death”. Een ‘Best of’ keuze, die de party in de Rotonde maar feestelijker kon maken. De sterke songs van de nieuwe cd ‘Fasciination’ zaten vooral in het tweede deel van de set: “Get seduced”, “I treat you wrong”, “Machine in the ghost” en “Mirror error”.
Het publiek kon uitzinnig beginnen dansen op het bruisende, groovende en pompende “Paranoiattack” en “I disappear”; in de bis was er het bekende “Glass danse” (uit ‘danse macabre’)  en de huidige single “The geeks were right”.

Kortom, we hoorden een in overdrive zwierig The Faint, die het débâcle op Dour, zo’n drie jaar terug, volledig had goedgemaakt.

Onze Franstalige Brusselse vrienden Cafeneon stelden hun debuutplaat voor en verbaasden al op ‘Les nuits bota’ samen met Tunng.: ze halen de mosterd uit de electro/wave van Joy Division/The Cure, Clashdub , psychedelica (Stereolab) en de ‘wahwah/ shoegaze’ van My Bloody Valentine en Swervedriver, onder de meerstemmige rauwe zang van Rudolphe Coster en de zweverige ‘ Birkin’ zang van Catherine Brevers. De groep bewees (nog maar eens) heel wat in petto te hebben met hun goed opgebouwd, broeierig materiaal; het rommelig tikkeltje namen we er maar al te gaarne bij! Band met potentieel, die gaat voor z’n publiek! Goed gedaan!

Organisatie: Botanique, Brussel

Mogwai

De filmische melancholie en uitspattingen van het Schotse Mogwai

Was het Belgische weertje in de zomer (alweer) niet te vet, het avondje superieure postrock van Motek en Mogwai in combinatie met de charmante locatie in het Openluchttheater Rivierenhof te Deurne was de perfecte afsluiter van een zomervakantie.

Het Vlaamse Motek opende de avond met “Combi Collina” uit hun nieuwe ‘Port Sunshine’ album. Al vlug werd het duidelijk waar Motek voor stond: dromerige, zwevende en rustige nummers nu en dan afgewisseld met turbulerende gitaaruitbarstingen, pittig gekruid met feedback, delay en stereosounds.
We hoorden dat Motek een audio-visuele groep kan zijn. Wel deze keer was hun set van voornamelijk nieuwe songs, sterk genoeg om het publiek te vervoeren zonder de visuele steun. Alles telde om het publiek te doen dromen en ze namen er hun tijd voor: “Risist”, “Epoxy”, “Another seamans song
“, “Tryer” en “Immer Blei” volgden.
Rustige, opbouwende lange nummer, intensiteit creëren om dan later uit te spatten, of net weer niet. Motek’s zoektocht tijdens de set om emoties om te zetten in muziek was positief. Als afsluiter brachten ze uit hun vorige plaat het weemoedige, sentimentele “I am your son”.
De atmosferische vibe die Motek bracht, werd geaccentueerd door de locatie in open lucht, waar het publiek omringd was door de bomen van het park Rivierenhof en de zitplaatsen van het
Colosseum-achtige Openluchttheater. Indrukwekkend rustgevend. Iedereen tevreden … en opgewarmd voor Mogwai.

Na 13 jaar is en blijft Mogwai één van de boegbeelden van het postrock genre. Van Mogwai krijgen we nooit genoeg; hun laatste optreden dateert al van het Cactusfestival vorig jaar … Een kanjer van een setlist (14 (lange) nummers) nam ons mee doorheen de eenvoudige, maar toch verfijnde denkwereld van het Schotse vijftal.
Uit het binnenkort te verschijnen ‘Hawk is Howling’ trokken ze met “The Precipice” het anderhalf uur durend gitarengordijn (3 gitaren, bas en drum) open; wij werden spontaan uitgenodigd om mee te zweven. Reden voor velen om de zitplaats te ruilen voor een staanplaats om zo dicht mogelijk de postrock pioneers te bewonderen; dan pas werd het duidelijk dat het concert uitverkocht was. Een terecht nokvol Openluchttheater!

Per nummer veranderde er wel iets aan de bezetting: de gitaar werd ingeruild voor keyboard of omgekeerd en gitarist en bassist ruilden af en toe van plaats. Een kwestie om de klankkleur zoveel mogelijk schakeringen te geven, vermoeden we. Drum en bas zorgden voor een constante “steady beat” die als maagdelijke witte canvas diende, waardoor gitaren en keyboard doorspekt met effecten rijkelijk over de ritmesectie heen schilderden.
Na een goeie tien minuten in de set liep het even fout met de gitarist die plots zijn klank kwijt was. De gitaarroadie rende een halve marathon om alle kabels en verbindingen te checken, maar het probleem kon echter maar verholpen worden bij aanvang van het volgende nummer. Bij vele bands zou zulk een voorval een nummer ten gronde kunnen brengen, maar niet bij Mogwai. Het nummer bleef overeind door een perfecte volume afregeling; een pluim voor de roadie en de PA man trouwens, perfecte volumeafregeling.
Vijf nummers uit het nieuwe ‘Hawk is Howling’ verspreidden ze over de set (“The Precipice”, “Scotland’s Shame”, “I’m Jim Morrisson”, “Batcat” en “Space Expert”), afgewisseld met nummers uit het vroegere repertoire: “Friend of the night” en “We are no here” uit ‘Mr Beast’ van 2006, en oud werk, waaronder “Like Harod”, “Cody”, “2 Rights Make One Wrong” en “Helicon”. Trouwens, ze besloten met een magnifiek uitgesponnen “We’re No Here”, overstelpt van feedbackgeraas, noise, delays en andere effecten.

Mooie set dus van filmische melancholie, ergens tussen ingehouden emoties en oncontroleerbare uitspattingen en soms monotoon repetitief. Niet echt iets nieuws, tenzij dat er af en toe met cleane brave stem werd gezongen.
Mogwai zocht naar sfeerschepping en verwezenlijkte het als geen ander. De nieuwe nummers zijn een stuk rustiger dan de zwaardere oudere, die soms apocalyptische uitspattingen bevatten. Maar de naadloze overgangen tussen oud en nieuw zorgde voor een boeiend Mogwai avontuur! … Een geslaagd postrock zomeravondje.

Organisatie: OLT, Deurne ism Arenberg, Antwerpen

Soul Designer

Evolutionism

Geschreven door

Charleroi resident DJ, technomuzikant en producer Fabrice Lig komt aandraven met een fijne plaat. Op ‘Evolutionism’ horen we een gevarieerd aanbod binnen deze stijl, van trancy elektronica soundscapes tot meer techno met een funky randje.
Hij kreeg de hulp van de Japanse geluidstovenaar Ken Ishii, wat de plaat in z’n totaliteit zeker ten goede komt, want de diverse avontuurlijke geluidsexperimentjes en de dansbare grooves zorgden voor een aanstekelijk plaatje. “Children of Galapagos”, “DDNA”, “Australian P-Tek Funk”, “The power of the city” (met zangeres Cleo), en Herbie Hancock’s “Rockit” mogen voor het uitstalraam van deze knoppenfreak geplaatst worden!

Info op http://www.fabricelig.com en http://www.third-ear.net

Moony

Holy clowns in a post-carnival town (EP)

Geschreven door

Er zijn van die bands die het op dezelfde achternaam houden; na The Datsuns en The Ramones zijn er de vier Moony’s. Het kwartet met roots uit West en Oost-Vlaanderen tappen muzikaal uit een totaal ander vaatje. Ze spelen broeierige, dromerige gitaarpop en halen de mosterd uit singer/songwriting, ‘70’s retro, americana en psychedelica. Elementjes Young en PinkFfloyd horen we, maar ook bands als Tragically Hip en The Jayhawks zijn hier op hun plaats.
Veelzeggende, beeldrijke songtitels en talentrijk songschrijverschap geven aan dat er over de nummers is nagedacht: subtiel uitgewerkt, een goede opbouw en herfstig, melancholisch. De Hammond partijen en het gitaargetokkel nemen een prominente rol in en sturen ons naar een mistig muzikaal decor, zoals “Misty trip” en “The paradise project”. “The All-Time High” is een beestige rocker, die ons wakker schudt. Vocaal is er voldoende afwisseling in de stem van Bram, die op het intieme “Where have you been” ongelofelijk sterk is. Puik EP’tje van deze mannen.

Info op http://www.moony.be

Eisbrecher

Sünde

Geschreven door

Oké, welke grapjas heeft er mij dit gelapt? Toen ik deze cd liet afspelen met Windows Media Player bleken er in plaats van 13 nummers 91 op te staan, met een wel héél korte speelduur. Maar toen ik verder ben beginnen denken, zag ik in dat dit was om het illegaal downloaden tegen te gaan.
Want de reden dat sommige cd’s al weken voor de releasedate op het net staan  kun je vinden bij sommige reviewers, maar van een volledig ander soort dan ik dan. Maar goed, laten we even een kijkje gaan nemen naar de muziek.
Het ijs wordt veelbelovend gebroken(heb je hem, Eisbrecher?) met “Kann Denn Liebe Sünde Sein”, de eerste single van het album. Onmiddellijk werd mij duidelijk dat we hier te maken hebben met een soort kloon van Rammstein. Nou ja, een kloon is het nu ook niet. Maar de muziek vertoont toch veel kenmerken die me doen denken aan Rammstein. Duitstalige, zwaardere zang en een kruising van elektronische geluidjes en bruut gitaargeweld.
Na het middelmatige “Alkohol” komt “Komm Süsser Tod”, een donkere song met hoog meezinggehalte.
Dit nummer doet wat denken aan de vroegere dagen van Rammstein, toen ze nog echte Industrial Metal maakten. Bij “Heilig” worden de gitaren wat meer naar de achtergrond verschoven, waardoor het wat toegankelijker wordt. “Verdammt Sind” is een raar stukje elektronica dat moet dienen als intro voor “Die Durch Die Hölle Gehen”, een lekker nummer dat begint met bruut gitaargeweld. Zo hebben we het graag!
”Herzdieb” doet het wat kalmer aan, dat mag ook wel eens. “1000 Flammen” begint met een riff die me verdomd veel doet denken aan “Of Wolf And Man” van Metallica. Ik durf dit gerust één van de beste dreigende nummers van de plaat  noemen. “This Is Deutsch” neigt wat naar het belachelijke, toch zeker qua lyrics, “Wir Sind Deutsche Robotter?”
In tegenstelling tot Rammstein heeft Eisbrecher ook veel aandacht voor het Electronic/Dance publiek. Na het wat onopvallende, maar niet onaardige “Zu Sterben” en “Mehr Licht” komen we aan bij “Kuss”, het laatste nummer van het album(als je de Remix van “This Is Deutsch” buiten bespreking laat). “Kuss” is een saai instrumentaaltje waar de gitaren niet mogen meedoen. Wat mij betreft mocht ‘Sünde’ gerust geëindigd zijn met “Mehr Licht”.
Al bij al zijn de heren van Eisbrecher er in geslaagd mij ongeveer 55 minuten te boeien met hun Electronic Trip Rock. Voor liefhebbers van Rammstein is dit zeker een aanrader, of gewoon voor mensen die eens iets nieuws willen proberen. Want daar gaat het toch om in ons korte mensenleven?

Judas Priest

Nostradamus

Geschreven door

Maar liefst drie jaar heeft Judas Priest zitten broeden op hun nieuwe album, een conceptalbum rond Nostradamus. En door deze dubbelaar is Judas Priest erg in mijn achting gestegen. Want ze hebben bewezen dat ze ook nog iets anders kunnen  dan simpele ‘gay metal’. Zelf Rob Halford zingt beter dan ooit. Ik erger me zelf bijna niet meer aan zijn anders zo ééndimensionele stem.

Na de intro krijgen we een heavy riff te horen die het begin inluidt van wat mij betreft het beste nummer van de eerste cd. “Prophecy” is niet gewoon een lekker nummer in de typische Priest traditie, maar toch net iets meer dan dat. I am Nostradamus, do you believe?
Revelations” laat ons voor het eerst kennis maken met de leuke combinatie van Heavy Metal riffs en een strijkersorkest. Alleen de zang kan me niet helemaal overtuigen in dit nummer.
Met “War” beginnen we aan het vierluik rond de vier ruiters, waar er overigens een prachtig stukje artwork van gemaakt werd. Het nummer begint kalm als een soort stilte voor de storm. Na de gezongen inleiding mogen we genieten van een orkestraal stukje dat plots overslaat in pure dreiging. Je ziet als het ware de vier ruiters rijden door een brandend landschap waar ze dood en verderf zaaien.
”Pestilence & Plague” is alweer een topper die vooral blijft hangen dankzij zijn Italiaans refrein.
”Death” is wat kalmer, duisterder en dreigender. Je voelt de kilte van de dood hangen. Hier laat Rob Halford door enkele hoge uithalen horen dat hij het hoge zingen nog niet verleerd is.
Op cd toch niet, tenminste. Het vierluik wordt afgesloten door “Conquest”, een nummer dat begint met een veelbelovende intro. Alweer een lekker nummer dat blijft hangen. Priest is goed bezig!
Na het rustige “Lost Love” worden we nog getrakteerd op een lekkere Heavy Metal song in de vorm van “Persecution. Under the hand of persecution. Defy the institution”. Dit wordt een klassieker!

De tweede cd vind ik persoonlijk wat minder dan de eerste cd. Het gaat er ook allemaal een stuk kalmer aan toe. Oké, het is allemaal wel sfeervol en er is voldoende diepgang.
Het tweede deel van dit conceptalbum begint met een sombere toon. Het ietwat melancholische “Exiled” vertelt over de verbanning van Nostradamus. Normaal dat het geen vrolijke rocker is.
”Alone” begint met een akoestische intro die later in het lied nog terugkeert. Dit is toch wel één van de hoogtepunten van de plaat. Het refrein is er één die duidelijk blijft hangen. En zo hebben we het graag natuurlijk.
Na “Visions” en “New Beginnings” krijgen we hét hoogtepunt van Nostradamus, namelijk het titelnummer. Na de bombastische opera intro krijgen we een heerlijk nummer dat wat doet denken aan Painkiller. Nostradamus is avenged! “Future Of Mankind” vind ik een overbodig nummer, of op zijn minst een nummer dat niet op het einde van het album gestaan mocht hebben.
Tot zo ver het meesterwerk van Judas Priest. Ik was diep onder de indruk, want dit werkje dit mijn metalen hart  sneller kloppen. Voor de mensen die niet genoeg hebben aan muziek alleen, kan ik gerust de luxe-edition aanraden. Het is een boekje met harde kaft en een verzameling aan artwork om je vingers bij af te likken. Hier is duidelijk over nagedacht!

The Fall

Imperial Wax Solvent

Geschreven door

Het Britse The Fall uit Manchester is al zo’n 32 jaar bezig en heeft al een reeks platen uit die niet meer bij te houden zijn. De band van Mark E Smith, in wisselende bezetting, heeft een briljante nieuwe cd uit; het zijn overwegend repetitief opbouwende, slepende en dreunende avontuurlijke (indie)popsongs, die onverwachtse wendingen ondergaan en gedragen worden door de (herkenbare) neurotische praatzang van Smith. Luister maar naar “I’ ve been duped”, “Strange town”, “Tommy shooter” en “Latch key kid”.
Ook zijn er een paar heerlijke retrorockers terug te vinden: “Wolf kidult man” en de afsluitende “Senior twilight stock replacer” en “Exploding chimney”. Op “Is this new” lijkt Meatloaf herboren. Tenslotte is het elf minuten durende autobiografische “50 year old man” het hoogtepunt van de cd. Wat een muzikale samenvatting van Smiths leven en sound …
’Imperial Wax Solvent’ bevat kwalitatief sterk materiaal waarbij de groep balanceert tussen de ‘alternative’ bands als David Thomas’ Pere Ubu, Alan Vega’s Suicide, de ‘70’s rock van Iggy en Meatloaf en de huidige rits indie. The Fall’s liedje is verre van uitgeschreven. Pluim voor deze grillige band!

Tindersticks

The Hungry Saw

Geschreven door

Het Britse Tindersticks stond vijf jaar op non actief. De solo uitstap ‘Leaving Songs’ van zanger/songschrijver Stuart Staples met leden Neil Fraser en David Boulter was een half geslaagd succes. Een reünie met deze twee kon niet uitblijven.
Resultaat is een homogene plaat van heerlijke, adembenemende romantische pop, in smachtende soul en retro gedrenkt, onder die typische ‘crooner’ zang (grauwe baritonzang) van Staples. De luisteraar wordt ondergedompeld in die zalvende melancholie van fijnzinnig en zorgvuldig uitgekiend materiaal, als ”Yesterdays tomorrow”, “The other side of the world” en “The turns we took”, ondersteund door toetsen, blazers en strijkers. De plaat heeft drie instrumentale tussendoortjes (“Introduction”, “E-Type” en “The organist entertains”).
”Boobar come back to me” en de titelsong hebben de sterkste hitpotentie en behoren tot het sterkste wat Tindersticks maar kon uitbrengen. ‘The Hungry Saw’ was het wachten waard.

Fleet Foxes

Fleet Foxes

Geschreven door

Band voor de toekomst is het vijfkoppige Fleet Foxes uit Seattle . Met de deur in huis vallen heet zoiets. De band combineert dromerige indiepop, psychedelica americana, folk en ‘60’s pop onder een meerstemmige zang: fijne gitaarakkoorden, psychedelicatoetsen en een zalvende percussie, bepaald door de warme, hemelse vocale pracht van songschrijver van Robin Pecknold.
Na de EP ‘Sun Giant’ onderscheidt de band zich met de naar hun vernoemde plaat.
”White Winter Hymnal”, “Ragged Woods”, “Tiger Mountain Peasant Song”, “Your protector” en “Blue Rige Mountains” zijn subtiel uitgewerkte songs, die tekenen voor een prachtig zorgeloos ‘laidback’ weekendgevoel. Knipoog naar bands als The Shins, My Morning Jacket, Band of Horses, Belle & Sebastian en Beach Boys.

FeestinhetPark 2008 : vrijdag 22 augustus 2008

De dertiende editie van Feest in het Park aan de oevers van de Oudenaardse Donkvijvers zijn een groot succes geworden. Met ruim 32.000 bezoekers over de 3 dagen (zeker 10000 meer dan vorig jaar nota bene!) stevende FihP af op een record. Dit was vooral te danken aan het sterke en gevarieerde programma: pop, alternatieve rock, reggae/ragga, postrock, funk, hiphop, drum 'n' bass en de huidige dancetrendsetters.
Grootste kleppers van dienst waren George Clinton (feat Parliament), The Roots, Front 242, Hooverphonic, Goose, Shameboy en Arno.
De muzikale smeltkroes, het sfeerrijke decor, de partysfeer, de ontspannen vibe en de herschikking van het terrein (gezelliger en compacter!) en (al bij al ) het goede weer waren de troeven van deze succesvolste editie. Niks anders dan lachende gezichten van de uiterst tevreden organisatie, die er probleemloos nog een tandje konden bijsteken. Verdiend!

dag1: vrijdag 22 augustus 2008

Het Antwerpse rockcollectief A Brand (Grand Mix) kwam hun nieuwe, derde album 'Judas' voorstellen op FihP. Ze konden op redelijk wat belangstelling rekenen. De vijf heren die keurig in een wit glanzend maatpak waren gestoken, openden met hun grootste hit "Hammerhead". De sfeer zat er meteen in. "Time", de nieuwe single en Afrekeningshit, volgde. Daarna nam de vaart wat af en was er plaats voor het ingetogen, sfeervolle "Where's your heart?", het groovy "Beauty booty killer queen" en het opzwepende "Judas". Het speelse "Lesser God" bevatte inventieve gitaarpartijen. De heavy cover/medley van "Block rockin' beats"(The Chemical Brothers) en "Poison"(The Prodigy) werd net als het frivole "Mad love, sweet love" fel gesmaakt..Afgesloten werd er met de leuke uitgelaten AC/DC-cover "Thunderstruck". Een sterke en overtuigende set van een kwintet dat opvalt met een meerstemmige zang en een variërende sound.

Het Franse Peuple de l’Herbe (Bar Bizar) vermaakten met hun melt van rock, hiphop, dub, reggae en electro. Ze hitsten het publiek op met hun snedige raps. Knappe dance , dreunende beats en een boeiende show.

De golf van electro, trance, techno en breakbeats onder pulserende pompende beats van het Antwerpse Shameboy (Grand Mix) wordt sterk ontvangen door de jonge (techno) danslustigen. Ondanks de maatstaaf van een ‘oohooh’ meezinggehalte en crowdsurf is hun ‘Heartcore’ tour wel een beetje teveel van hetzelfde geworden. “Sunday Punk” , “Monofour”, “Timeskipper”, “Splendit”, “Heartcore” en de traditionals “Rechoque” en “Strobot” zorgden voor een dampend feestje.


De 'Electronic Body Music'-pioniers Front 242 (Grand Mix) beklommen daarna het podium. De invloedrijke en baanbrekende band, opgericht in '81(!), in Brussel, zijn één van de voorlopers van de huidige dance-, electro/techno- en wave/industrialscene. De vier heren, allemaal in zwarte, futuristische (combat) outfit konden rekenen op hun trouwe fanschare, die grotendeels bestonden uit dertig en veertigers. De band bestaande uit Jean-Luc De Meyer (vocals), Richard 23 (vocals, keyboards), Patrick Codenys (keyboards/programming/mixing) en Tim Kroken (live drums) bewezen dat ze nog altijd een act zijn om rekening mee te houden en dat ze nog maar weinig van hun goede live reputatie verloren hebben.
Na de intro "98", ging men van start met het duistere "Together", het pompende "Take one" en het militante "In rhythmus bleiben". Daarna volgden het luid meegezongen "Welcome to paradise", het dreigende "Loud" en het rustige "Until death". Vervolgens werd het tempo terug opgeschroefd met "Funkhadafi" en "Moldavia".Het dak ging er bijna af met het gekende materiaal: een stuwende "Religion" en "Headhunter" en het vette' "Punish your machine".
Een degelijk uitgebalanceerd concert dus, maar jammer dat er een paar klassiekers als “no shuffle”, “body to body”, “commando (mix)” en “quiet unusual” in de koelkast bleven en dat het iets jongere publiek maar weinig interesse toonde voor de verrichtingen van deze 'veteranen'! Het waren de oude wave liefhebbers die genoten of pogoë-den op deze electronic’ trance’ body music.

De Kortrijkse electro-rockers van Goose (Grand Mix) waren duidelijk de publieksfavorieten op deze eerste festivaldag. Hun energieke mix van dance/electro en rock werkte zeer aanstekelijk op de dansspieren. Hun set bestond uit songs van het inmiddels twee jaar oude 'Bring it on'; we herkenden de singles "British mode", "Black gloves" en "Low mode". Het overige songmateriaal hoefde daar zeker niet voor onder te doen, getuige daarvan de uitstekende intense nummers "Audience", "Human resource", "Girl", "Everybody" en "Modern times".
De mannen van Goose verkeerden in topvorm en zorgden voor een feestje met hun opzwepende synths, pompende beats, vette gitaren en strakke drums! Een goed geoliede machine en absolute topper!

De Bar Bizar bleek veel te klein voor Andy C., de drum 'n' bass-grootmeester en 'zwaargewicht' van het eerste uur. Deze Engelse DJ die al sinds '92 actief is, bevestigde moeiteloos zijn status als beste jungle-DJ ter wereld met zijn snoeiharde, maar sfeervolle, zalvende en dansbare drum 'n' bass die ook elementen bevatte van soul, reggae/ragga, hiphop en zelfs jazz. Originaliteit troef dus!
Live werd hij bijgestaan door een MC/volksmenner die het al uitzinnige publiek ophitste met zijn militante kreten en oneliners. Stilstaan was dan ook onmogelijk. Andy C. demonstreerde een knap staaltje van zijn kunnen! Indrukwekkend!

Afsluiter in de Grand Mix was Discobar Galaxie. Hun recept van dance/beats, hiphop, rock en popnummers in een grappig en speels jasje was dan ook bekend. Jammer genoeg konden ze op weinig bijval rekenen en was de tent dan ook maar voor de helft gevuld. Toch lieten DJ Lars Capaldi, DJ Bobby Ewing en MC Loveboat het niet aan hun hartje komen en maakten ze er het beste van. Tevergeefs zo bleek, de Grand Mix bleef matig gevuld.
Misschien lag het aan de moegefeeste jongeren of aan het feit dat hun trukendoos bij de meesten bekend was. Ook het feit dat dit hun zoveelste passage was op FihP had er waarschijnlijk wel iets mee te maken. Een lichte teleurstelling!

Organisatie: FihP, Oudenaarde

Pagina 823 van 880