logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Editors - Paasp...
Vive La Fête - ...

10 Days Off 2008: DAY 03: TLP, Kraak & Smaak en Sven Van Hees

Geschreven door

TLP
TLP stond aan de wieg van de Belgische hiphop/rap. Met zijn eerste groepje: Rhyme Cut Core schopte hij het tot de finale van Humo’s Rock Rally. Binnen de scene heeft deze charismatische DJ al heel wat watertjes doorzwommen. Hij kroonde zich tot dé party-DJ bij uitstek!, van interessante clubs tot jeugdfuiven.
TLP ging van start in de ‘Ball Room’. Twee uur onvervalste feest-beats met DJ TLP. Spijtig genoeg moesten velen nog de weg zoeken naar deze huisDJ …

Kraak & Smaak
De Noorderburen
Wim Plug, Mark Kneppers en Oscar de Jong komen uit Leiden en stonden het voorbije jaar al dikwijls op de affiche van één of ander (elektronisch) muziekfestival. Hun technisch vernuft van elektronica, funk en breakbeats klonk leuk en aanstekelijk, met de single “Squeeze me” als hoogtepunt meteen een hoogtepunt.

Sven van Hees
De Belgische DJ/ producer Sven van Hees zorgde voor een onvervalste house party met vettige en zalvende beats. Al ruim 20 jaar is hij actief in het danswereldje. Alle grote discotheken en Ibiza stranden zijn van Hees en z’n publiek niet vreemd. Synthese van z’n laatste worp ‘Synesthesia’: kleur en muziek moet perfect samengaan; kleuren moet je zien en muziek moet je horen. En die combinatie gaf een geslaagde DJ set!

Organisatie: 10 Days Off, Gent

10 Days Off 2008: The Subs

Geschreven door

The Subs
De ‘Culture Club’ te Gent lijkt wel de ideale kweekvijver voor Belgische elektronicatechneuten en DJ’s. De heren werden de resident DJ’s in ‘Dirty Dancing’ te Brussel, en in Antwerpen waren ze al sinds de start van de ‘Petrolclub’ graag geziene gasten.
The Subs zijn net als Shameboy ‘hot’, want naast de clubs in ons landje, volgden succesvolle passages in Frankrijk en Duitsland.
De basis van The Subs ligt ‘em in het duo Starski & Tonic (ondertussen uitgegroeid tot één van de meest gegeerde in de dance) die beroep deden op DJ/danceproducer en songschrijven Jeroen de Pessemier.Hun muzikale wapens zijn een laptop en een aantal synthesizers.
Hun opzwepende sound van ‘80’s electro, trance, techno, housebeats en ‘chemical’ breakbeats zorgden voor een geslaagde party, met de instant clubdance klassieker “Kiss my trance” als hoogtepunt. Het viel op dat deze Belgische dancefloorkillers net dat tikkeltje meer konden bieden om het publiek op te hitsen dan hun muzikale partners …
Overtuigende set…’dance music for happy people’ luidt hun motto , wat we na deze avond volmondig konden onderstrepen

Organisatie: 10 Days Off, Gent

The Notwist

The devil, you + me

Geschreven door

Pakkende melancholie is de muzikale noemer van het Duitse Notwist, onder de broers Acher en Martin Gretschmann, die hun muzikale creativiteit na zes jaar opnieuw konden botvieren; na ‘Neon Golden’ waren er talrijke omzwervingen met projecten als Ms John Soda, 13 + God, Tied & Tickled Trio en Console.
Ze brachten een toegankelijke plaat uit, luister maar naar “Good lies”, “Gravity”, “On planet off”, “Boneless” en de titelsong. Hun unieke indie/knisperende elektronica wordt toegevoegd  op “Where in this world” en “Alphabet, binnen de dromerige, weemoedige pop, die een krachtiger en strakker gitaarloopje kan hebben. En tenslotte laat Notwist ruimte voor ingetogen werk: “Groomy planets”, “Sleep” en “Gone gone gone”, een combinatie van akoestisch gitaargetokkel, spaarzame toetsen en xylofoon.
The Notwist leidde hun technisch vernuft in een minder avontuurlijke baan, maar onderstreept hun muzikaal vernuft binnen een melodieus toegankelijk pad.
’The devil, you + me’ is een ingenieus plaatje geworden.

Lacrimas Profundere

Songs for the last view

Geschreven door

Het lot heeft bepaald dat de eerste cd die ik review het nieuwe werkje is van Lacrimas Profundere, getiteld ‘Songs For The Last View’. Wat kan je juist verwachten van het nieuwe werk van deze Duitse Gothic Rock formatie? Het is een Gothic Rock plaat zoals Gothic Rock platen horen te zijn. Niet meer, niet minder.
Na de intro vliegt de band er onmiddellijk in en krijgen we een reeks simpele, maar niet onaangename nummers te horen. Na vier snellere nummers wordt het tijd voor een rustig nummer, namelijk “And God’s Ocean”. En laat dit nu toch wel het beste nummer van de schijf zijn! Sfeer en diepgang zijn in elke noot aanwezig en zanger Rob Vitacca bewijst dat hij beter zingt als hij zijn mond wat meer opendoet. Want in de meeste nummers van de schijf ergerde ik mij een beetje aan de zang, die nogal onverstaanbaar is en een beetje klinkt als een buikspreker die probeert te zingen.
Het grootste minpunt aan dit album is het feit dat het niet blijft boeien. Na een paar nummers is de fun er af en heb je het wel gehoord.
Nog even kort samenvatten welke indruk ‘Songs For The Last View’ op mij heeft gemaakt: een simpele plaat die goed is als achtergrondmuziek, maar toch niet lang kan blijven boeien. Aanrader voor de liefhebbers, niet meer, niet minder …

Arsenal

Lotuk

Geschreven door

Nog meer van hetzelfde? Dat was de vraag die centraal stond bij de derde worp van John Roan en Hendrik Willemyns. Het antwoord is net iets complexer dan een eenvoudige ‘ja’. Laten we de fans in ieder geval gerust stellen, wie de vorige twee albums van het duo kon smaken, moet ‘Lotuk’ gewoon kopen. Want Arsenal blijft de garantie op zomerse muziek die de éne keer heerlijk complexloos is, een andere keer zalig intiem blijft en langs je ruggengraat tot in je trommelvlies kruipt. Het belangrijkste verschil? ‘Lotuk’ durft nog verder te gaan dan zijn twee voorgangers.
Opener “Estupendo” springt vrolijk op en neer als een dolgelukkige peuter. Ook “Not a man” gaat er probleemloos in. En wat met “Lotuk”, die heerlijke single met de vocals van Shawn Smith (ken je misschien van Brad), die als een preutse maagd pas na een aantal luisterbeurten echt alles prijs geeft.
Maar het kan ook intens intiem. En daar gaat Arsenal nog verder dan vroeger. Op “Who we are” (één van onze persoonlijke favorieten) stelt de nachtegalenstem van Cortney Tidwell wel enkele heel existentiële vragen (Arsenal ontdekte de zangeres van het Amerikaanse, jonge groepje Office tijdens een bezoek aan een platenwinkel in LA.). En de zuiver instrumentale afsluiter “Sandness” ontroert door een zorgvuldig opgebouwd geluidenlandschap.
Als u het nog niet begrepen zou hebben, Arsenal is met deze derde plaat weer een stap verder in hun muzikale ontdekking en heeft met ‘Lotuk’ een perfect uitgebalanceerd album gemaakt. Groots!

 

Weezer

Weezer (The Red Album)

Geschreven door

De ‘college-rock’ van Weezer wordt in de VS erg smaakvol ontvangen. In Europa worden ze koeler onthaald en viel de band vooral op met het wondermooie titelloze debuut in ’96, met songs als “Undone, the sweater song”, “Buddy Holly” en “Say it ain’t so”.
Dit is de derde titelloze plaat in de reeks: ‘The Blue Album’ als debuut, vervolgens verscheen in ‘01 ‘The Green Album’ en nu opnieuw zeven jaar later ‘The Red Album’, met op de hoes een knipoog naar Village People.
De band rondom songwriter/gitarist Rivers Cuomo heeft een goede, doch onevenwichtige plaat uit. Het goede nieuws: “Pork & Beans” springt er torenhoog uit; “Heart songs”, “Cold dark world” en “The angel & the one” hebben een puike opbouw, en klinken broeierig en spannend. Tenslotte is de vermakelijke rock en ‘60’s pop op “Troublemaker”, “Dreamin’” en “Automatic”. Het minder goede nieuws dan: het richtingloze “Everybody get dangerous” en “Thought I knew” en de sferische song “The great man that ever lived” met raps (Cuomo is een grote fan van Eminem!). Rare band met verschillende gezichten …

Gorki

Voor rijpere jeugd

Geschreven door

Sinds ‘Plan B’ uit 2004 brengt Gorki onder zanger/tekstschrijver/volksmens/entertainer Luc Devos opnieuw een resem eenvoudige, mooie , meeslepende, broeierige Vlaamstalige gitaarpoprocksongs. Het schrijverstalent van Devos, z’n frisse gitaarspel en mans rauwe , melancholische stem zijn en blijven bepalend voor de sound.
”Veronica komt naar je toe” is de eerste single van de plaat en is net als “Joeri” (van de vorige cd ‘Homo Erectus’), de song met de meeste hitpotentie. “Ik kan nooit meer naar huis”, “Surfer Billy”, “Driekoningen” en “Surfen op de golven’ zijn subtiele, sfeervolle poprock met kleurrijke toetsen. Dromerige songs (over de liefde) voor alle leeftijden.
”United Kashmir” laat je verleiden tot een danspas en refereert aan de ‘80’s wave/industrial met een heftige elektronicabeat. Devos en de zijnen besluiten op ingetogen, pakkende wijze deze nieuwe overtuigende plaat met “Geluk in het spel” en “Spiegelbeeld”. Rock’n’roll rules bij Devos , maar met een gevoelig randje …

Dourfestival Dour 2008: zondag 20 juli 2008

Team William (club circuit marquee) behaalde een derde plaats op Humo’s Rock Rally. Deze jonge snaken brachten aanstekelijke, kwalitatieve, sterke poprock. Een gemotiveerde band en een overenthousiaste toetsenist zorgden voor een aangenaam setje, waarvan “Lord of the dogs” en “Hotel” al meteen twee grootse songs inluidden van dit beloftevol bandje.

Kruger, een Zwitserse metalband uit Lausanne mocht de laatste festivaldag in de dance hall op gang trappen. Ze presenteerden vooral materiaal van hun laatste wapenfeit ‘Redemption through looseness’. De postmetal met hardcore-invloeden was misschien niet origineel of vernieuwend, maar werd wel met veel enthousiasme en overtuiging gebracht. Zanger Reno stond een groot deel van het optreden tussen het publiek; hij ging helemaal op in de muziek.Gitaristen Margo en Jak zorgden voor een massieve sound. Ook de ritmesectie was goed op elkaar ingespeeld en maakten het plaatje compleet. Een krachtige en overtuigende performance van deze heren! Hier gaan we nog meer van horen!

Het Noorse Madrugada (the red frequency) zal binnenkort Scandinavische rockgeschiedenis zijn, want de band onder zanger/songschrijver Sivert Hoyem liet uitschijnen dat met de titelloze nieuwe cd een definitieve lijn wordt getrokken. 15 jaar hielden zij het midden tussen Cave en Tindersticks. Vorig jaar stierf vrij onverwachts mede oprichter Robert Buras. Een terechte ode horen we aan hem in één van de nummers!
Live trok de band de kaart van potige, dreigende rock met een vleugje bombast. “Whatever happened to you” en “The hour of the wolf” waren meteen twee strakke, gebalde, vettige rockers om iedereen vroeg in de namiddag wakker te schudden. “Look away Lucifer” klonk adembenemend: bij aanvang akoestisch toongezet, maar wat een spannende broeierige finale. Enkele sfeervolle songs volgden, waaronder “Majesty” en “Strange colour blue”. Na het Cave-iaanse “New woman/new man”, besloten ze op bezielde Madrugada wijze met The Stooges’ “I wanna be your dog”.

Asva (la petite maison dans la prairie) bracht ons dronedoom van de zwaarste soort. De band met frontman Trey Spruance (Secret Chiefs 3, Mr. Bungle, Faith No More) en leden van Sunn o)) en Burning Witch serveerde ons twee epische en sfeervolle 'songs' van hun laatste fullength  ‘What you don't know is frontier’. We hoorden de titeltrack en “A trap for judges", twee mastodonten van ruim twintig minuten. Elementen uit de avantgarde en ambient gaven een extra touch aan het geheel. Ook de minimale percussie en atmosferische geluidseffecten droegen bij tot dit adembenemend optreden. Ze lieten velen met verstomming achter! Absoluut een hoogtepunt!

Efterklang (la petite maison dans la prairie) liet z’n warm, ingetogen klankentapijt en knisperende elektronica ten dele links en koos voor een steviger aanpak door percussie en gitaren. Hun dromerige sound kwam pas meer op het voorplan in het tweede deel van de set. Enthousiast gezelschap, een open houding naar het publiek en een opwindend optreden! Troeven genoeg om te spreken van een uiterst geslaagde set!

Heavy Trash (the red frequency) katapulteerde ons vijftig jaar terug naar de hoogdagen van de rock 'n' roll. Jon Spencer, Matt Vertay-Ray en kompanen brachten het beste van rock 'n' roll, rockabilly, country, blues en garage punk samen. Echo's van Elvis, Gene Vincent, Link Wray en The Stray Cats doorklonken in hun gevarieerde sound. Leden van de Deense rockband Powersolo versterkten het gezelschap bij enkele songs. We konden spreken van een degelijke show, goed gebracht, maar toch kon dit niet tippen aan de explosieve en opwindende Blues Explosion!

De garagerock van het Zweedse The International Noise Conspiracy (the last arena) kon maar matig boeien. Te veel van hetzelfde en te weinig sterke songs bewezen dat de main stage wat te hoog was gegrepen. Het ontbrak hen wel niet aan uitbundigheid en dynamiek…

In chroomkleurige zilveren kapmantels zagen we Chrome Hoof (la petite maison dans la prairie). De band stoeide met stijlen als rock, funk, soul, jazz, psychedelica, doom en beats. Maw Parliamant, Bootsy Collins, James Brown, The Bellrays, Noisettes en doorsnee deathmetalbans bijeen. Er was sprake van een complexe songstructuur en onverwachtse wendingen. Songs die kop noch staart hebben. Op zich een sterkte maar ook een zwakte. Een beetje het Mars Volta probleem … De show die het uitgebreide dansende gezelschap bracht, was alvast mooi meegenomen.

De band van Jonathan Wolf, Why? (club circuit marquee) was duidelijk nog bezig aan hun ‘sunday afternoon delight’, want de statische, rustige, relaxte aanpak, de traag slepende melodie, de verfijnde subtiliteit en het uitblijven van enige dynamiek zorgden ervoor dat Why? lichtjes teleurstelde

Ook de rock’n’roll/Britpop van het Luikse Hollywood Porn Stars was op the last arena iets te hoog gegrepen. Zij vervingen The Fall onder Mark E.Smith op de main stage, die in het weekend afbelde. Foei!
‘Satellites’ is hun tweede plaat die ‘Year of the tiger’ opvolgt. Net zoals een Zornik, heeft het kwartet goede melodieuze rocksongs uit, maar ze hadden net iets te weinig intensiteit en zeggingskracht om de aandacht te behouden. Een gemiste kans?

De pioniers van de droondoom, Earth, (la petite maison dans la prairie) is een band die nooit de erkenning gekregen heeft die ze verdienden. De belangstelling was groot voor deze grondleggers uit Seattle, USA, reeds opgericht in '90. Bandleider en gitarist Dylan Carlson bracht vooral materiaal uit hun laatste meesterwerk ‘The bees made honey in the lion’s skull’: de titeltrack, "Engine of ruin", "Hung from the moon" en "Rise to glory". We hoorden ook een exclusief, nieuwe track "Junkyard priest" en een song van ‘Pentastar’. Steve Moore zorgde voor donkere en minimale keyboardpartijen. Dit was muziek om je ogen te sluiten en je te laten meedrijven op een kosmische reis. Spijtig genoeg duurde het maar een uurtje. In november komen ze terug, be there!

The Raveonettes (the last arena) bracht met de eindejaarswisseling een toffe nieuwe plaat uit ‘Lust lust lust’ die het zeemzoeterig rock‘n’roll geluid van de twee vorige platen wat opzij schoof. Een sound, die opnieuw kon gelinkt worden aan het poppier The Jesus & Mary Chain. Een beperkt instrumentarium van bas, gitaar, twee trommels en een drumcomputer, waarbij zanger Sun Rose Wagner werd bijgestaan door de zus van Sharin Foo (hoogzwanger?!). Een gevarieerde set van stevig werk als “Dead sounds”, “That great love sound” en “Let’s rave on”, combineerden ze met het melodieuze “Love in a trash car”, “”Attack on the …” en enkele slepers. De ‘60’s rock’n’roll/rockabilly/fuzz herleefde.

Tortoise was alvast één van de kleppers van de avond (la petite maison dans la prairie). Het Amerikaanse postrock gezelschap komt maar sporadisch bijeen om cd’s op te nemen en op tournee te gaan. Medio de jaren ’90 was hun sound vernieuwend met platen als ‘Millions now living will never die’ en ‘TNT’.
Het kwintet was live een geoliede machine, een sterk op elkaar ingespeelde band waarvan het spelplezier afdroop; ze wisselden van instrumenten en stapten moeiteloos over in de verschillende overgangen; ze gaven hun sferisch materiaal een percussief karakter en een broeierig, steviger rockconcept. Hun ‘freewheelen’ van stijlen binnen een avantgarde geluid klonk fris, sprankelend en energiek, wat een sterke respons opleverde. Kortom, intellectuele pop van klassenbakken, van een band die vergeten werd gewaand!

Het meeste volk daagde op met Gogol Bordello (the last arena), een ideale afsluiter, die er een muzikaal festijn van maakte met hun zigeunerpunk en Balkan. Een zwierige sound, door gitaar, percussie, accordeon en viool, een hyperkinetische zanger en twee dansende en zingende meisjes. Gogol Bordello was de muzikale noemer van Les Negresses Vertes, Sergent Garcia en Manu Chao. Chaos, gekte en opzwepende melodieën, beter kon de twintigste editie van een geslaagde ontdekkingstocht niet worden besloten …, om dan definitief uit te deinen op de pompende beats van het Antwerpse Shameboy (club circuit marquee). Exit Dour 2008!

Organisatie: Dourfestival Dour

Dourfestival Dour 2008: zaterdag 19 juli 2008

Overdag was er sprake van een ontdekkingstocht van kleine beloftevolle bands; het parcours: Een toffe start hadden we alvast met Ufo goes UFA (la petite maison dans la prairie), een Brits/Belgisch gezelschap die zich meteen onderscheidde met ingehouden, frisse gitaarpop, onder een vocale voordracht. De drumster haar basdrum was zijdelings geplaatst. Aangenaam om te horen en te zien hoe het gezelschap op een los, ontspannende wijze bezig was. Het Waalse Abyss ( dance hall) speelde melodieuze broeierige gitaarrock met toetsen en vulde aan met een vleugje bombast en psychedelica. Goede pop die meer erkenning verdiende. The Elegant Garage Gunners (dance hall) bracht zwierige ‘70’s retro rock’n’roll en Britpop. Coming Soon (the red frequency) overtuiigde met een sferisch geheel van The Decemberists, Arcade Fire, Pavement en The Feelies. En besluiten deden ze met een nummer van Cohen binnen hun indiepop. Maar het was vooral het Franse Syd Matters (la petite maison dans la prairie), die de sterkste indruk naliet: een ‘60’s Donovan en een tedere, ontroerende stijl van Belle & Sebastian, Loney, dear en Sufjan Stevens; een enthousiast bandje, opbouwende songs van een kwalitatieve schoonheid en een subtiele verfijnde sound, onder de heldere, emotievolle vocals van Jonathan Morali.

De jonge Zwolse rapper Typhoon ( club circuit marquee) bracht de sterkste hiphop show. De MC heeft bij onze noorderburen zowat de status van superster en wonderkind/redder van de Nederlandse rap. Op zijn album ‘Tussen licht en lucht’ staan sociale, maatschappijkritische en persoonlijke thema's centraal. Uit die plaat hoorden we o.a. "Brand los", "Bumaye", "Hotel beschaving", "Los zand" en "Volle maan". Een trompettist en saxofonist zorgden voor de extra muzikale versterking. Zijn oudere broer Blaxtar, de vrouwelijke MC en vocaliste DiNova en een dj (zijn naam ontglipt mij) maakten het plaatje compleet. Middelpunt van de energieke en sfeervolle set was natuurlijk Typhoon zelf, die met zijn intelligente rhymes en originele en feilloze flow de concurrentie ver achter zich liet. Geen nodeloos gezever en stoerdoenerij, maar een performance waarbij de muziek het voor het zeggen had. Hier kunnen veel Amerikaanse rapmiljonairs nog wat van opsteken!

De nu 54 jarige Chuck Dukowski (echte naam Gary McDaniel) doet niet bij iedereen een belletje rinkelen. Een korte introductie: hij was de oprichter en originele bassist van de legendarische en invloedrijke punkband Black Flag met daarin ook ene Henry Rollins en Greg Ginn. Tevens fungeerde hij enkele jaren als manager van de band en oprichter van SST Records (met oa. Sonic Youth, Dinosaur Jr., Minutemen en Meat Puppets). Sedert enkele jaren heeft hij samen met zijn levenspartner en tevens zangeres Lora Norton, The Chuck Dukowski Sextet (live een kwartet) (the red frequency) opgericht. Op Dour was er maar weinig interesse voor de verrichtingen van dit bonte gezelschap, hooguit een paar honderd mensen. De songs uit hun albums ‘Eat my life’ en ‘Reverse the polarity’ waren een mengeling van alternatieve rock, post-hardcore, punk, (free)jazz en psychedelica. Het bespelen van de vijfsnarige Fender bas was Chuck nog niet verleerd, ook de sterk solerende gitarist Milo Gonzalez gaf een goede performance. De flexibele stem van frontvrouw Lora Norton hield het midden tussen Kim Gordon (Sonic Youth), Courtney Love en Donita Sparks (L7) en was beslist het aanhoren waard.
Toch wou de vonk niet overslaan op het publiek, dit was waarschijnlijk te wijten aan het weinig opzienbarende en zwakke songmateriaal waarbij niets boven de middelmaat uitsteeg. Hier hadden we meer van verwacht, een gemiste kans!

De samenwerking tussen het Italiaanse punkjazz trio Zu (saxofonist, bassist en drummer) en het experimentele Amerikaanse hiphopduo Dälek (samen met dj/producer the Octopus) leek op papier een mooie combinatie (la petite maison dans la prairie). Beide acts zijn getekend door Mike Patton op diens Ipecac Recordings. Een label dat gekend is voor hen allesbehalve mainstreamacts (oa. Fantomas, Tomahawk, Mouse on Mars, Isis, Melvins, Kid 606, Ruins...).
We hoorden noisy soundscapes, een moeilijk verstaanbare en doorratelende Dälek en explosieve uitbarstingen die nergens toe leidden. Wel waren we onder de indruk van de op free-jazz gebaseerde solo's van bariton-saxofonist Luca Mai en de inventieve, onnavolgbare en diepe baspatronen van Massimo Pupillo. Dit zijn niet de eerste de beste muzikanten, ze zijn meesters in hun vak.
Toch bleek de 'industriële' hiphop, doorspekt met jazz, noise, rock en elektronica, steken in goede bedoelingen en halve aanzetten tot nummers. Misschien was het de bedoeling van dit optreden om het experiment op te zoeken en meer een soort van totaalgeluid neer te zetten, toch verlieten we de goedgevulde tent met een gevoel van lichte teleurstelling. Hier had meer ingezeten, jammer!

Johnson Barnes, aka Blu, is een 25 jarige undergroundrapsensatie uit LA, California (club circuit marquee). Op Dour bracht hij tracks uit zijn albums ‘Below the heavens’ en zijn nog te verschijnen plaat ‘God is good’. We hoorden "Blu collar worker", "The narrow path", "Simply amazing","There is no greater love" en "The world is". Samen met zijn Koreaanse DJ Exile (producer voor o.a. Mobb Deep, Jurassic 5, Ghostface Killah), zorgde hij voor een relaxte en bescheiden rapfeestje, ondanks de matige opkomst. Enerzijds waren de invloeden van NWA en Public Enemy (hij groeide op aan de Westcoast)merkbaar, anderzijds hadden zijn spirituele en persoonlijke teksten raakpunten met MC's/acts zoals Common, De La Soul, Black Star, Talib Kweli en The Roots. Hij bezat tevens een knappe techniek. Een dikke voldoende en bijzonder genietbaar, maar niet wereldschokkends!

Grunge pioniers Meat Puppets (the red frequency),onder de broers Kirkwood, zijn na 2002 terug bij elkaar en brachten vorig jaar ‘Rise to your knees’ uit. Hun rauwe gitaarsound is door de jaren beïnvloed door americana , folk en pop. Ze boden een broeierig doch tam setje, waarin “Oh me”, “Plateau” en hun doorbraaksingle “Backwater” niet ontbraken.Een Nirvana ‘unplugged’ song kregen we als toemaatje van het trio.

Punkroutiniers Lagwagon (the red frequency), uit Santa Barbara, probeerde er een feestje van te maken met hun snedige, opzwepende, ontspannende punkrock in de beste traditie van Bad Religion, NOFX en Pennywise. Goed maar onvoldoende beklijvend. Half geslaagde party!

Dave Eugene Edwards kon zich met z’n band Woven Hand (the red frequency) geen beter moment van optreden indenken: op z’n rechterzijde zag hij een verlichte kerktoren en torenhoog boven hem zagen we de volle maan. Het ideale decor om het adembenemende, onheilspellende, dreigende en pakkende materiaal van deze singer/songwriter, religieus predikant te ondergaan: de songs waren mooi uitgewerkt, klonken sfeervol en opwindend, kregen slides en feedback en hadden een broeierige spanning. Een intense rockshow: “Roma”, “Your russia”, “Whisting girl” en “Tin finger” waren solide songs met een knipoog naar 16 Horsepower.

De verwachtingen waren hooggespannen bij het optreden van de oldschool hardcore hiphopformatie Black Moon uit Brooklyn, New York (club circuit marquee). Jammer genoeg werden deze maar half ingelost, dit was vooral te wijten aan het ontbreken van tweede MC 5FT (hij zat in de gevangenis). Oprichter Buckshot en DJ Evil Dee (ook lid van Da Beatminerz) moesten de klus alleen klaren. Dit deden ze behoorlijk, maar toch was het gemis van 5FT voelbaar. Buckshot (tevens lid van de Boot Camp Clik) bracht dan ook goed beredeneerd een dwarsdoorsnede van zijn inmiddels zestien jaar durende carrière, hij bracht songs uit de Black Moon-catalogus (de classics "Buck 'em down", "How many emcee's?”, "Who got the props?"), zijn twee albums met DJ 9th Wonder ("The formula" en "Chemistry") en enkele solonummers ("Hold it down", "Stay real"). De agressieve en stoere raps verveelden na een tijdje en waren nogal monotoon en beperkt. Toch dachten velen daar anders over en genoten ze zichtbaar van hun helden. Ondergetekende was van mening dat er meer had ingezeten, spijtig!

Het Britse uitgebreide gezelschap The Herbaliser (eastpak core stage) brengen een mix van soul, funk, rock, free jazz en hiphop. De vorige keer dat we hen aan het werk zagen op FihP te Oudenaarde, trokken ze vooral van de kaart van een lounge geluid. Met de nieuwe cd in het achterhoofd ‘Same as it ever was’, klonk de band met zangeres Jessica Geenfield energiek, bedreven, swingend en dynamisch. Een geslaagde set.

De grootste publiekstrekker van de zaterdag was ongetwijfeld de hardcore-iconen van Hatebreed uit New Haven, Connecticut, US. Ze zijn de populairste en bestverkopende hardcore/punk/metalcoregroep van de laatste tien jaar. Het was dan ook bijzonder druk aan The Last Arena, duizenden fans verzamelden aan de mainstage. De invloeden van hardcore-acts (Sick Of It All, Agnostic Front, Cro-Mags, Madball) en metalbands (Slayer, Sepultura, Crowbar) is onmiskenbaar in hun sound; Toch weten ze er hun eigen unieke draai aan te geven. FrontmanJamey Jasta en zijn vier kompanen deden hun naam van strak geoliede machine en sterke liveband alle eer aan. Ze verkeerden in bloedvorm en gaven een mooi overzicht van hun vier albums: ‘Perseverance’, ‘Live for this’, ‘Destroy everything’, ‘Tear it down’, ‘Defeatist’ en ‘I will be heard’ waren enkele van de mokerslagen die ze uitdeelden. Er werd massaal meegebruld en gemosht, dit was topklasse!

En in onze nachtelijke tocht pikten we volgende bands en DJ’s op:
Het Waalse Superlux, die opvallend laat en hoog geprogrammeerd stonden op het festival. Ze waren erg geliefd door onze Waalse vrienden. Hun kitscherige electropop had de juiste groove, beat en melodie. Doch de band beschikte nog niet over voldoende potentieel om een uur lang te boeien.
Na zijn succesvolle doortocht vorig jaar, mocht de meester van de wansmaak, Otto von Schirach, zijn kunsten nog eens vertonen. Ditmaal werd hij bijgestaan door DJ 666Cent (tevens drummer), DJ Urine (een Française), DJ Esperanza en een grapjas verkleed als krokodil (echt waar, zijn rol was onduidelijk?). Het in Miami, Florida, USA, residerende fenomeen is al tien jaar actief, heeft reeds zes fullengths, talloze ep's en singles op zijn naam staan en is na Venetian Snares zowat de bekendste breakcore-artiest. De explosieve cocktail van breakcore, gabber, drill-'n-bass, booty bass, gangsta rap en (death)metal sloeg in als een bom en deed de afgeladen tent zowat uit zijn voegen barstten! De humoristische samples uit obscure horror- en pornofilms gaven een extra tint aan het geheel. Dit was zowat het extreemste en meest geschifte optreden van het hele festival en zeker niet voor gevoelige zieltjes. Dit was 'dansmuziek', maar dan op een ander, bijna buitenaards niveau, iets dat je echt eens moest gezien hebben. Otto, see you next year!
DJ Krush had een best aardige zachte tune en beats in een dreigend triphop decor, doorspekt van rock, reggae, jazz, drum’n’bass, dub en techno. Hij klonk alvast interessanter  dan z’n Amerikaanse vriend DJ Shadow.
De zeskoppige bende Japanners Soil & Pimp Sessions betrokken het publiek nauw bij hun set van catchy jazzy loops, en lounge.
Aaron Spectre, alias Drumcorps uit Massachusetts, USA, is nog zo'n groeiende ster aan het breakcorefirnament. Hij groeide op in de hardcore/metalscene van Converge, Botch en Neurosis, in '99 verhuisde hij naar NY waar hij blootgesteld werd aan jungle, ambient en breakcore. In '03 kwam hij in Berlijn terecht, waar hij besliste om muziek te maken en de wereld rond te reizen. Live bracht hij het beste van beide werelden samen: hij zorgde voor een furieuze mix van harde techno, industrial, noise, breakbeats en drum 'n' bass. Daarbij injecteerde hij ook nog eens ultraheavy metalgitaren. Enkele titels uit zijn meedogenloze maar gevarieerde set: "Thin retro God", "Forgive and forget", Down", "Relief" (cover van cybergrindband Genghis Tron) en de lange, noisy afsluiter "Grist". Een intense live ervaring die beslist naar meer smaakte en absoluut één van de hoogtepunten van het weekend!
Na tournees in de States, Japan en China stond Droon, de Gentse breakcoreproducer en organisator van de befaamde 'Breakcore gives me wood feestjes' eindelijk op het podium van Dour. Onafscheidelijk met zijn keytar, een toetsenbord in de vorm van een flying V-gitaar en een piloothelm bracht hij een excentrieke mashup van breakcore, electro, rave, noise, punk, rock, pop en hiphop. We hoorden fragmenten van Metallica (“Master of puppets”), Snoop Dogg (“Drop it like it’s hot”), Christina Aguilera (“Genie in a bottle”) en Peaches (“Rock show”). Zoals Droon het zelf zegt op zijn myspace: "The best and worst from twenty years of rave, thirty years of punk and fifty years of rock 'n' roll! Ik zou het niet beter kunnen verwoorden!
En tenslotte kon het Gentse The Subs rekenen op een nokvolle tent; het publiek ging totaal loos op hun opzwepende, neurotische sounds, ‘80’s electro, techno, house en chemical breakbeats, waarbij ze af en toe samples van rock- en waveklassiekers inpasten. “Kiss my trance” vatte de muzikale noemer samen onder ‘dance music for happy people’!

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2008: vrijdag 18 juli 2008

My Mortality was de opener op vrijdagmiddag in de eastpak core stage. Deze band met in de gelederen Life of Agony/Type O Negative drummer Sal Abruscato, bestaat nog maar één jaar en stond al op Dour. Daar had zijn 'hoofdband' Life of Agony waarschijnlijk wel iets mee te maken. Hun muziek was een mengeling van groovy rock, grunge en metal. Alice in Chains, Staind, Godsmack en Stone Temple Pilots zijn enkele referenties. Het niveau van deze groepen haalden ze bijlange nog niet, daarvoor waren hun nummers nogal inspiratieloos, inwisselbaar en monotoon. Enkele positieve uitschieters van hun nog te verschijnen debuut waren "Swallowing my gun" en "Pulling me down". Misschien had de magere opkomst (max. 200 personen) en het vroege uur iets te maken met hun matige performance.

In de club circuit marquee werd de spits afgebeten door The Germans. Ze stonden garant voor een mix van (noise)rock, punk, psychedelica, krautrock en elektronica. Alsof leden van Millionaire, Girls Against Boys, Barkmarket, The Pixies, Captain Beefheart en Liars in één en dezelfde band zaten.
Live stonden ze hun mannetje en overtuigden ze met vooral materiaal van hun debuut 'Elf shot lame witch', één van de sterkste platen van eigen bodem van dit jaar. We herkenden "Your DNA" met nerveuze gitaarrifs van Cauwels, het prachtig opgebouwde "Carolife Daisy"en het aan The Jesus Lizard herinnerende "Waiting for the band". Ook "Lalaliar", "Witch" en "Lame" werden enthousiast de tent ingevuurd. Dit was een sterk op elkaar ingespeelde band met een redelijk origineel geluid en eigen gezicht. Respect!

Het Brussels/Luikse viertal Ultraphallus (la petite maison dans le prairie) bracht noise/doom/sludge van de bovenste plank. Ze stelden hun tweede album 'The clever’ voor. Invloeden van the Melvins, Today is the Day, Voivod en Eyehategod waren hoorbaar in hun totaalgeluid. Centraal stonden de schreeuwerige vocals, de diepe bassound, de heavy gitaarritmes, de strakke drumpatronen en de overstuurde keyboardeffecten. Tijdens de sterke 'finale' van hun set kwam een saxofonist de band versterken, wat wel deed denken aan het legendarische Naked City en Painkiller met John Zorn.
Subtiliteit en nuance ware niet aan hen besteed, waardoor soms weinig structuur en echte songs te ontdekken waren. Het optreden verzandde soms in een geluidsbrij en chaos. Desalniettemin kon dit tellen als wake-up call!

Het uit Wales afkomstige Future Of The Left (club circuit marquee) heeft het McCluskey avontuur heel goed verteerd. Ze verwerken ‘80’s Virgin Prunes, ‘90’s Shellac/Barkmarket en voegen er doodleuk een scheutje psychedelica aan toe. “Real men hunt in packs”, “Small bones, small bodies”, “The lord hates a coward” en “Plague of ones”, songs in snelvaart: een noisy wervelwind, met een ronkende, diepe bas, scherp gitaarspel en kurkdroge, opzwepende drums. Het trio was sterk op elkaar ingespeeld en genoot van de respons op hun venijnige teringherrie; ook de ietwat verfijnde rock kreeg een push forward. Overtuigende set.

Harvey Milk uit Athens, Georgia, USA, ( la petite maison dans la prairie) is een cultband van formaat en een persoonlijke favoriet. De band, genoemd naar de vermoorde politieker en voortrekker van de homorechtenbeweging in San Francisco, Harvey Milk, is een band die nooit de erkenning heeft gekregen die het verdiend heeft. Dit komt vooral door hun moeilijk te vinden platen van de jaren '90 (‘My love is higher’, ‘Courtesy and good will’, ‘The pleaser’) en hun moeilijk te plaatsen geluid (een mengeling van doom, sludge, noise en indierock). Gelukkig heeft het alternatieve en toonaangevende metallabel Relapse Records daar verandering in gebracht en deze ferm miskende albums vorig jaar terug uitgebracht. Kortom, een tweede kans om deze band te ontdekken. Het kwartet neemt het beste van Black Sabbath, The Melvins, Swans, Earth, Sleep en ZZ Top en geeft er hun eigen unieke draai aan. Vooral de indringende en eerlijke vocalen (de pijn is bijna voelbaar) van zanger/gitarist Creston Spiers en de massieve gitaarpatronen van 'nieuw' lid Joe Preston (The Melvins, Sunn o)), Earth) zijn indrukwekkend en onontkoombaar. Enkele hoogtepunten uit hun set: "Crush them all", "Plastic eggs", "War" en de alltime classic "The anvil will fall" (met orkestraties op achtergrond, blijft een wereldnummer!!). Spijtig van de povere opkomst (zo'n 400 personen) en de korte speelduur (het uurtje was zo voorbij).  Dit was een ongelooflijk knap en overdonderend optreden, waar veel heavy acts nog wat kunnen van leren!!

Het tempo werd retestrak gehouden met ons Belgisch trio Triggerfinger, - met nieuwe bassist Renauld?, die Paul verving -(club circuit marquee). In pak en das wisselden ze nieuw en oud werk af, van “What grabs ya?”, “First taste” naar “On my knees” en “Lil’ teaser”. Een knipoog aan ZZ Top met hun solide en krachtige show onvervalste retrorock’n’roll, ‘straight from the heart’.

Nog zo'n legendarische en miskende band is het uit San Francisco afkomstige viertal Oxbow (la petite maison dans la prairie). Deze band draait al twintig jaar mee en brengt een ongeziene cocktail van noiserock, experimentele (art)rock, freejazz, blues en avantgarde. Denk daarbij aan The Birthday Party, Pere Ubu, The Fall, The Jesus Lizard, Tom Waits en Howlin' Wolf.
Zanger/provocateur Eugene Robinson is een spierbundel van jewelste, hij ziet eruit alsof hij elk moment de boksring moet betreden. Hij trok de aandacht naar zich toe met zijn wilde en intense bewegingen; hij had ook wel wat weg van een 'zwarte' Henry Rollins. Tijdens de stomende set speelde hij zijn maatpak uit, waarna hij enkel in onderbroek op het podium stond!! Zien is geloven! Uit hun zeven fullenghts herkenden we "Lucky","Music for adults", "Down a stair" en "Time, gentlemen, time".
Dit was meer dan zomaar een optreden, het had wat weg van een totaalspektakel en liet rauwe emotie en muzikale chaos wonderwel in elkaar vloeien. Een confronterende, intense en kolkende performance!

Het uit San Diego afkomstige Pinback (the red frequency) verbaasde vorige week al op het Cactusfestival; ze voorzagen hun sfeervolle, dromerige, intimistische songs, doordenkt van melancholie, van een rammelend, snedig, krachtige aanpak in de beste traditie van Pavement. Een boeiende set van deze charismatische band, die wat onwennig op het grote podium stond, maar genoot van de die-hard fans. Tof setje alvast van gekende songs, “Penelope”, “Tripoli”, “Loro”, en nieuw werk.

Een interessant samenwerkingsproject, gegroeid van De Vooruit te Gent, was Flat Earth Society (onder Peter Vermeersch) en Jimi Tenor (club cirquit marquee). Een avontuurlijke verkenningstocht van jazzy gefreak, funk, soul, electro en klassiek. Een link naar Gent Jazz was op z’n plaats van dit muzikaal experiment.

Het New Yorkse Life Of Agony (the last arena) is bij velen nog altijd de band van de 'klassieke' metal/hardcore plaat ‘River runs red’ uit '93.  Dit beseffen Keith Caputo en zijn kompanen ook en daarom brachten ze de gehele debuutplaat (behalve"The stain remains") live ten gehore. Het publiek reageerde uitzinnig en zong alle nummers luidkeels mee. Verder kwamen "Lost at 22", "The other side of the river"(beiden van 'Ugly'), "Weeds" (van 'Soul searching sun') en "Love to let you down"('Broken valley') aan bod.
De combinatie van persoonlijke, diepgravende teksten en groovy, krachtige melodieën doet het live nog altijd. Ook de grote inzet van gitarist Joey Z. en bassist Alan Robert dragen bij aan het gezellige en intense livegebeuren. Minpunten waren de matige zangprestaties van de charismatische Keith Caputo (hij gaf toe dat hij dronken was!) en de ietwat onevenwichtige, rommelige sound. Verder hoor je mij niet klagen, dit was een degelijk maar niet wereldschokkend optreden. We hadden ze al beter gezien, herinner hun passage op Graspop vorig jaar.

Vorig jaar blies het Duitse Notwist, onder de broers Acher, (the red frequency) ons bijna omver door hun sfeervolle indietronica een ferme, stevige rocktik te geven. We omschreven hen als een band op scherp, ergens tussen Radiohead meets Tool en Pink Floyd. Ze klonken minder heftig deze keer, boden een mooie afwisseling tussen dromerige, weemoedige popelektronica en strakke poprock, van hun oeuvre ‘Shrink’, ‘Neon golden’ en het pas verschenen (na zes jaar nb!) ‘The devil, you + me’. Uitschieters waren “Gloomy planets”, “Where in this world” en de klassiekers “Pick up the phone” en “Pilot”, die mooi uitdeinden in technische snufjes.

Een salvo aan dancebeats, kitsch, disco en oldschool hiphop hoorden we van de Braziliaanse gekke bende Bonde Do Role (eastpak core stage). Twee wild om zich heen springende zangeressen/danseressen en twee MC’s speelden een uiterst leuke ‘bal populaire’.

Godfather van de gangsta rap, Ice Cube, mocht als opener fungeren voor de Wu-Tang Clan. Samen met Ice-T, Dr. Dre, Eazy E, The Geto Boys en zijn eigen N.W.A. stond hij aan de wieg van de hardcore hiphop of gangsta rap. Zijn hoogtepunt situeerde zich zo'n vijftien à twintig jaar geleden met albums als ‘Straight outta Compton’ met N.W.A., ‘Amerikkka's most wanted’ en ‘Death certificate’. Toch stond een bomvolle the last arena deze hiphopgrootheid op te wachten. Hij bracht vooral oldschool tracks zoals "Check yo'self"(met befaamde sample van "The message" van Grandmaster Flash), "You can do it", "Hello" en "Straight outta Compton". Ook het recentere "Why we thugs" en nieuwe tracks van zijn in augustus te verschijnen album ‘Raw footage’ kwamen aan bod: "Gangsta rap made me do it" en "Do ya thang". Live werd hij bijgestaan door rapper WC (wat een leuke naam, van de Westside Connection) en vaste dj Crazy Tunes. Ondanks al het nodeloze gepalaver en stoerdoenerij werd dit toch een vet hiphopfeestje! Misschien niet echt origineel, maar toch leuk en entertainend!

Heel wat volk was er voor het Amerikaanse Battles (the red frequency); ze gooiden er hun meesterlijke ‘Mirrored’ tegenaan. Een groovy, aanstekelijke sound van hun grotendeels instrumentale mix van avantgarde, grillige pop, jazz, symfo en prog. Een bezeten drummer(ex Helmet drummer!, + nota bene een cimbaal van twee meter hoog om op te slaan), een psychedelische vocoderzang, en de onverwachtse wendingen van gitaar en bas gaven een uitgesponnen “Tij” en “Atlas” als hoogtepunten. Een weirdo klankkleur, die zich meester maakte en inwerkte op de dansspieren. Na Pukkelpop sloeg het kwartet ons een tweede keer  met verstomming.

G
rootste publiekstrekker op vrijdag was Wu-Tang Clan (the last arena). Na hun matige passage vorig jaar op Dour, hadden velen hun twijfels bij deze tweede doortocht. Zoals verwacht lieten ze ons een klein half uurtje wachten om daarna vooral materiaal te brengen van hun debuut ‘36 chambers’: "Bring da ruckus", "Shame on a nigga", "C.R.E.A.M.", "Wu-Tang Clan ain't nuthing ta f' wit" en "Protect ya neck". Van ‘Wu-Tang Forever’ werd o.a."Reunited", "It's yours" en "Cash still rules".  Hun grootste hit "Gravel pit" mocht natuurlijk niet ontbreken. Spijtig dat hun laatste wapenfeit ‘8 diagrams’ (hun sterkste album in tien jaar) en voorgangers ‘Iron flag’ en ‘The Wu’ bijna niet aan bod kwamen. Maar dit kon de partymood van de duizenden jongeren niet deren.
Een ietwat overbodige en veel te lange ode aan de overleden Ol' Dirty Bastard haalde de groove uit het optreden.
Vooral de tomeloze inzet en sterke en intelligente rhymes van Methodman, Ghostface, RZA en Raekwon bevestigden hun status als één van de sterkste hiphopacts van de laatste vijftien jaar! Een prettige verrassing!

Het Britse Dreadzone (la petite maison dans la prairie) zijn er na een onderbreking van een drietal jaar terug bij met hun frisse, dansbare mix van dubreggae, ragga, trance, elektronicableeps, hiphop en dance, onder Earl 16 en MC Spee. Er werd rijkelijk geput uit hun succesplaat ‘Second light’ van ’95 met “Captain dread” en “Little britain” als kroonstuk. Een puike afsluiter van dag 2, wat deed denken aan Zion Train vorig jaar in deze la petite maison dans la prairie.

Tenslotte waren er de nachtelijke toegankelijke en hard pompende beats van Ritchie Hawtin en Boys Noize, van het Duitse wondertalent Alex Richa: chemical trance, breakbeats, techno, pulserende beats, sampling en scratches. Resultaat: een uitgelaten menigte tot vroeg in de morgen …

Organisatie: Dourfestival, Dour

Pagina 827 van 880