Lavender Diamond, een viertal uit LA, nestelt zich ergens tussen Bjork, Joanna Newsom, Cat Power en CocoRosie. Zangeres Becky Stark, in een onschuldig kleedje en bloemetjes in het haar, bewoog zich als een ballerina of als een nymf over het water. Het viertal bracht sfeervol dromerige freefolk/elektronica popsongs, af en toe forser en feller, gedragen door de hemels, hoge, breekbare stem van Becky. Het deed me denken aan XTC's ?Grass??looking at the blue sky. De onschuldige flowerpop verraste en werd sterk onthaald.
The Decemberists uit Portland, Oregon, onder de charismatische zanger/gitarist Colin Meloy en Jenny Conlee op toetsen/accordeon, is een uitgebreid gezelschap, dat al voor de twee maal halt hield in de Botanique. Vorig jaar kwamen ze langs voor de doorbraakcd `Picaresque', en onlangs verscheen `The crane wife'.
Deze Amerikaanse tegenhanger van Belle & Sebastian en Arcade Fire leveren de ideale soundtrack bij bizarre verhalen, legendes en dichtbundels; in hun knap gearrangeerde, sfeervolle en broeierige pop zit een Keltische folky ondertoon. Ze verwerken zelfs `70's psychedelica van Pink Floyd en Focus. Het songmateriaal is boeiend door de avontuurlijke aanpak, heeft een opzwepend ritme en krijgt kleur door een uitgebreid instrumentarium als staande bas, accordeon, draailier, viool en steel pedal.
The Decemberists boden een fijne, subtiele afwisselende set, betrokken en animeerden het publiek door leuke interventies, verhalen en anekdotes. Een knus en gezellige show van een goed anderhalf uur, waar de klemtoon lag op de recente twee cd's. In een musicalsfeertje vatte het zestal de set aan. Eén van de drie ?The crane wifes?, mooi uitgesponnen, opende de set, gekenmerkt door een spannende opbouw, een intrigerend psychedelisch klinkend orgeltje en een folky inslag. ?The island? en ?Billy? klonken innemender. Een ELO refererende ?We both go down together? klonk broeierig. ?The engine driver? (wat een psychedelica intro!) speelden ze uiterst sfeervol bepaald door fijne gitaargetokkel en toetsen. ?Shankill? werd spaarzaam begeleid, gedragen door accordeon, gitaarspel en Meloys overtuigende stem. Een niet terug te vinden track ?Culling?, was freaky, met de zanger als podiumbeest in een hoofdrol. Na het poppy ?Oh Valencia? jamden ze, op verzoek, ?Breakfast in America? van Supertramp. Plezierig! ?16 military wives? vormde alvast de apotheose: Meloy verdeelde de Bota in vier en liet het publiek in kano `meeoohhen'. Het meeslepende ?Sons & Daughters?, samen met de leden van Lavender Diamond, kreeg een tof tintje: folky/gospel door draailier, accordeon, een meezinggehalte en handgeklap.
De bis werd aanvankelijk sfeervol ingezet met ?Angels & Angels? en ?Eli, the barrow boy?. ?July July?, een snedige poprocksong van hun debuut uit 2002, werd aardig gekruid door een dosis fuzz en distortion; drummer Holbrook waagde een weirdo danspas en Meloy jamde een drumpartijtje, wat het einde van de set betekende.
We beleefden met het sympathieke zestal een fijn avondje speelplezier en animatie. De ideale aanzet voor een zware zaterdagnacht?
Organisatie: Botanique, Brussel