Iggy Pop is samen met de broertjes Ron en Scott Asheton als The Stooges verantwoordelijk voor twee van de meest essentiële en invloedrijke platen uit de rockgeschiedenis, zijnde hun debuut `The Stooges' uit 1969 en opvolger `Funhouse' uit 1970. Meer dan 30 jaar later hebben de heren elkaar teruggevonden wat resulteerde in een reeks weergaloze concerten die niets aan energie en intensiteit hebben ingeboet in vergelijking met vroeger. Integendeel, The Stooges kregen nu wel de erkenning die ze verdienen en konden met deze réunie wel rekenen op een massale opkomst van de fans, wat vroeger wel eens anders geweest is. Want vergeet niet, de twee albums die zij uitbrachten flopten destijds omdat ze hun tijd te ver vooruit waren en toen zo wereldvreemd klonken dat geen kat ze kocht. Het is pas jaren later dat deze twee rockmonumenten zijn uitgegroeid tot eeuwige klassiekers.
Onze verwachtingen voor de nieuwe plaat waren dus enorm hoog gespannen, zeker nadat we ze live aan het werk zagen, en we konden het geweten hebben, deze verwachtingen inlossen was gewoon onmogelijk, en zo is het ook.
Nochtans hebben ze Steve Albini binnengehaald als producer, hij die ervoor gekend is om rock'n' roll rauw en onbezonnen te laten klinken. In zekere zin is dat ook zo, The Stooges spelen hier rauw en gedreven, alles is zonder veel poespas op band gegooid, de gitaren klinken ranzig, de drums roffelen aardig rechtdoor. Het is gewoon met de songs zelf dat er iets schort, deze zijn wel rechttoe rechtaan, maar ze vallen te licht uit, klinken te simpel en bij momenten zelfs stompzinnig. Nergens is er een nummer te bespeuren die ook maar in de buurt komt van klassiekers als ?I wanna be your dog?, ?No fun?, ?Loose?, ?Down on the street?, ?Tv eye? of ?Dirt?. Met een beetje goede wil halen we er toch een paar halve krakers uit die de plaat toch nog enigszins de moeite maken (let wel, we zijn The Stooges hier vooral met zichzelf aan het vergelijken, dus deze `The weirdness' is nog altijd veel beter dan hetgeen vele kandidaat imitators op vandaag voortbrengen) : ?Trollin? is een aangename vunzige binnenkomer, ?ATM?, ?Fried? en vooral ?My idea of fun? rocken een flink stuk door en ?Mexican guy? is niet bepaald een slechte song. De overige songs, met als dieptepunt de titelsong waar Iggy zo aan het zwalpen gaat dat het niet meer om aan te horen is, missen ballen en passie en zijn de naam The Stooges onwaardig.
Iggy mist gewoon de inspiratie en de feeling om nog echt goeie en gevaarlijke songs te schrijven. Aan zijn band ligt het niet, want zij produceren nog steeds een energieke sound. Had Iggy wat betere songs geschreven, dan hadden The Stooges er ongetwijfeld dynamiet van gemaakt, want ze hebben er hoorbaar zin en staan hier steeds met een onbegrensde verbetenheid te spelen. Daarom is dit des te jammer.
Deze verzameling songs haalt slechts het niveau van Iggy's soloplaten als `Beat em up' en `Naughty little doggie' die, ook al hebben ze hun momenten, niet bepaald als zijn beste wapenfeiten kunnen worden beschouwd. We kunnen gerust stellen dat Iggy's laatste solo plaat `Skull ring' een heel pak beter en feller is dan deze `The weirdness'.
Laat Iggy misschien nog eens raad gaan vragen aan zijn ouwe gabbers van The New York Dolls, want zij zijn er wel in geslaagd om dertig jaar na hun heetste periode met hun nieuw album een geslaagde come back te maken; Iggy was er trouwens bij want op één song mocht hij zelf meedoen (?Gimme love and turn out the light? heet de song en hij is beter dan zowat alles wat hier op deze nieuwe Stooges staat, we kunnen u trouwens de volledige plaat van The New York Dolls streng aanbevelen, `One day it will please us to remember even this' heet het ding).
Moeten we The Stooges dan nu definitief begraven ? Misschien wel, maar niet vooraleer we ze nog een laatste keer op het podium zullen gezien hebben, want het is pas live dat deze band ten volle ontploft, en dat zal er niet om veranderen omdat ze nu een ietwat mindere plaat hebben gemaakt.
Als Stooges fan valt het ons zwaar om dit verdict te vellen, maar we moeten hard zijn, en vooral eerlijk.
Het is mooi geweest, maar niets blijft voor eeuwig duren.