logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 15-11 Legends of rock tribune festival (Guns’n’Roses, Metallica, AC DC) 17-11 The Sugarman 3 meets scone cash players 20-11 The Serfs, VR Seks, badtime (ism Pit’s) 20-11 Ottla, Ciao Kennesy (ism Scratch + Snuff)…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

The Last Dinner...
accept_trix_09

Blackfield II

Blackfield

Geschreven door
Porcupine Tree's frontman Steve Wilson heeft met zijn hobbyclubje Blackfield misschien wel de plaat van het jaar uitgebracht. Samen met de Israëlische stermuzikant Aviv Geffen maakte hij `Blackfield II' of de opvolger voor het uitstekende `Blackfield' uit 2004.

Terwijl Wilson met Porcupine Tree steeds meer metal-invloeden in hun sound verwerkt, is dit album een oerdegelijke popplaat geworden. Een plaat die zowel popliefhebbers als progressieve rockfans zal aanspreken. Wie ?Lazurus? uit Porcupine Tree's `Deadwing' liefhad moet deze plaat zeker gaan beluisteren want de songs op `Blackfield II' liggen in diezelfde lijn. Geen ingewikkelde, lang uitgesponnen progressieve rocksongs maar wel 10 uitmuntende korte emotievolle poprock liedjes. Opener ?Once? klinkt al vanaf de eerste tonen zeer vertrouwd maar wordt via verrassend stevig gitaarwerk (à la Placebo) toch nog een echte rocksong. Het is één van de weinig momenten dat de elektrische gitaren uitbundig tekeer gaan. In ?1000 People? is hun liefde voor Pink Floyd heel duidelijk hoorbaar. Wat een kanjer van een song! ?Miss You? is de enige song waarin Aviv Geffen de leadvocalen voor zijn rekening mag nemen. Gelukkig maar, want hoewel hij zeker geen slechte zanger is, is het toch aangenamer luisteren naar Wilson's stem. Het is moeilijk om nog meer hoogtepunten op deze plaat aan te duiden omwille van het feit dat op dit album geen enkele zwakke song staat. Het dromerige ?This Killer? is waanzinnig sterk, terwijl ?Epidemic? een zeer aanstekelijk dreigend pianothema heeft. Na een goede 42 minuten loopt met ?End Of The World? de plaat op zijn einde. De productie deed Steve Wilson opnieuw zelf en ook op dit vlak behoort hij tot de allergrootsten. Een subliem, sensibel en modern klinkend meesterwerk. Een absolute aanrader voor elke poprock liefhebber!

Een album dat je steeds opnieuw en opnieuw wil beluisteren.

The Stooges

The weirdness

Geschreven door
Iggy Pop is samen met de broertjes Ron en Scott Asheton als The Stooges verantwoordelijk voor twee van de meest essentiële en invloedrijke platen uit de rockgeschiedenis, zijnde hun debuut `The Stooges' uit 1969 en opvolger `Funhouse' uit 1970. Meer dan 30 jaar later hebben de heren elkaar teruggevonden wat resulteerde in een reeks weergaloze concerten die niets aan energie en intensiteit hebben ingeboet in vergelijking met vroeger. Integendeel, The Stooges kregen nu wel de erkenning die ze verdienen en konden met deze réunie wel rekenen op een massale opkomst van de fans, wat vroeger wel eens anders geweest is. Want vergeet niet, de twee albums die zij uitbrachten flopten destijds omdat ze hun tijd te ver vooruit waren en toen zo wereldvreemd klonken dat geen kat ze kocht. Het is pas jaren later dat deze twee rockmonumenten zijn uitgegroeid tot eeuwige klassiekers.

Onze verwachtingen voor de nieuwe plaat waren dus enorm hoog gespannen, zeker nadat we ze live aan het werk zagen, en we konden het geweten hebben, deze verwachtingen inlossen was gewoon onmogelijk, en zo is het ook.

Nochtans hebben ze Steve Albini binnengehaald als producer, hij die ervoor gekend is om rock'n' roll rauw en onbezonnen te laten klinken. In zekere zin is dat ook zo, The Stooges spelen hier rauw en gedreven, alles is zonder veel poespas op band gegooid, de gitaren klinken ranzig, de drums roffelen aardig rechtdoor. Het is gewoon met de songs zelf dat er iets schort, deze zijn wel rechttoe rechtaan, maar ze vallen te licht uit, klinken te simpel en bij momenten zelfs stompzinnig. Nergens is er een nummer te bespeuren die ook maar in de buurt komt van klassiekers als ?I wanna be your dog?, ?No fun?, ?Loose?, ?Down on the street?, ?Tv eye? of ?Dirt?. Met een beetje goede wil halen we er toch een paar halve krakers uit die de plaat toch nog enigszins de moeite maken (let wel, we zijn The Stooges hier vooral met zichzelf aan het vergelijken, dus deze `The weirdness' is nog altijd veel beter dan hetgeen vele kandidaat imitators op vandaag voortbrengen) : ?Trollin? is een aangename vunzige binnenkomer, ?ATM?, ?Fried? en vooral ?My idea of fun? rocken een flink stuk door en ?Mexican guy? is niet bepaald een slechte song. De overige songs, met als dieptepunt de titelsong waar Iggy zo aan het zwalpen gaat dat het niet meer om aan te horen is, missen ballen en passie en zijn de naam The Stooges onwaardig.

Iggy mist gewoon de inspiratie en de feeling om nog echt goeie en gevaarlijke songs te schrijven. Aan zijn band ligt het niet, want zij produceren nog steeds een energieke sound. Had Iggy wat betere songs geschreven, dan hadden The Stooges er ongetwijfeld dynamiet van gemaakt, want ze hebben er hoorbaar zin en staan hier steeds met een onbegrensde verbetenheid te spelen. Daarom is dit des te jammer.

Deze verzameling songs haalt slechts het niveau van Iggy's soloplaten als `Beat em up' en `Naughty little doggie' die, ook al hebben ze hun momenten, niet bepaald als zijn beste wapenfeiten kunnen worden beschouwd. We kunnen gerust stellen dat Iggy's laatste solo plaat `Skull ring' een heel pak beter en feller is dan deze `The weirdness'.

Laat Iggy misschien nog eens raad gaan vragen aan zijn ouwe gabbers van The New York Dolls, want zij zijn er wel in geslaagd om dertig jaar na hun heetste periode met hun nieuw album een geslaagde come back te maken; Iggy was er trouwens bij want op één song mocht hij zelf meedoen (?Gimme love and turn out the light? heet de song en hij is beter dan zowat alles wat hier op deze nieuwe Stooges staat, we kunnen u trouwens de volledige plaat van The New York Dolls streng aanbevelen, `One day it will please us to remember even this' heet het ding).

Moeten we The Stooges dan nu definitief begraven ? Misschien wel, maar niet vooraleer we ze nog een laatste keer op het podium zullen gezien hebben, want het is pas live dat deze band ten volle ontploft, en dat zal er niet om veranderen omdat ze nu een ietwat mindere plaat hebben gemaakt.

Als Stooges fan valt het ons zwaar om dit verdict te vellen, maar we moeten hard zijn, en vooral eerlijk.

Het is mooi geweest, maar niets blijft voor eeuwig duren.

Cuban Heels

Gutbucket music

Geschreven door
Deze Nederlandse garage blues rockers hebben niet alleen qua sound van de Black Keys afgekeken, ook het Warhol-achtige hoesontwerp doet sterk denken aan `Thickfreakness', de song ?As I holler? is pure Black Keys, en bovendien hebben ze ook nog eens ?Work me baby? gecoverd, de song van Fat Possum lieveling Junior Kimbrough die ook staat te pronken op `Chulahoma', het eresaluut die The Black Keys hebben gebracht aan de overleden bluesman.

The Black Keys doen het wel maar met zijn tweetjes, terwijl Cuban Heels een vijftal is. Hier dus wel van de partij : een bas en een snerpende mondharmonica (van Richard Koster) die doet denken aan de rauwe rudimentaire bluesrock van de Red Devils. Songs als ?Dig me a hole? en vooral ?So unfair? hebben een Tom Waits inspuiting gekregen. De lekker rollende instrumental ?Gutbucket? is een compositie van de voortreffelijke gitarist Rico Gerfen die de hele plaat sterk op dreef is en de meest smerige riffs uit zijn instrument haalt. De andere eigen songs zijn van de hand van Jan Hidding die een overtuigende en vettige bluesstem weet neer te zetten, denk aan het vuilste van Paul Rogers, of aan Tom Waits (?Unfair?), en ook weer aan de onvermijdelijke Dan Auerbach (van The Black Keys, dat had u wel begrepen).

Naast Junior Kimbrough's ?Work me baby? zijn er ook nog twee covers van Fred Mc Dowell, waaronder nog maar eens ?you've got to move? die hier een beetje een mislukte gospel versie meekrijgt. Klein foutje op een voor de rest best wel aangenaam ronkende bluesplaat.

Masterplan

MK II

Geschreven door
Masterplan bracht met zanger Jorn Lande twee schitterende albums uit. Toen het bericht de wereld werd ingestuurd dat hij Masterplan zou verlaten, hadden wij gevoel dat dit wel eens het einde zou betekenen voor de band. We vroegen Jorn dan ook om uitleg vorig jaar op de Lokerse Feesten maar konden uit zijn zeer uitgebreid antwoord niet achterhalen wat nu de echte reden was voor het verlaten van Masterplan. Live op de Lokerse Feesten waren we ook niet echt onder de indruk van zijn prestatie, want meerdere malen viel het op dat hij die avond niet steeds toonvast was. Maar het was dan ook een uitgemaakte zaak voor Lande. Masterplan bezieler en gitarist Roland Grapow maakte er een erezaak van om voor de band al vlug een waardige vervanger te zoeken, die men dan ook al vlug vond in Mike DiMeo (ex-Riot zanger).

Ook drummer Uli Kush verliet de band en werd vervangen door Mike Terrana. Beide nieuwe bandleden hebben hun 'roots' in echte metalbands en dat is dan ook op `MK II' duidelijk te horen. Allereerst moet ik bekennen dat Mike DiMeo een zeer waardige vervanger is voor Jorn Lande. Qua stembereik en kleur liggen beiden zangers erg dicht bij elkaar. Al gaf Lande wel een iets warmere klank aan de songs. Deze nieuwe start is dus allesbehalve een valse start en toch maakt dit album minder indruk dan de twee voorgaande platen. Masterplan brengt op 'MK II' nog steeds zeer hoogstaande power-metal, al zijn niet alle composities van een even hoog niveau. Ook het epische karakter in de songs is soms zoek, waarbij de band dan kiest voor onvervalste power-metal à la Helloween. Al zijn de songs soms minder catchy toch blijft dit nog steeds een topper in het genre. Op 'MK II' staan 12 nieuwe songs en 1 videoclip van de single "Lost And Gone". De Limited Edition zit ook in een prachtig metalen doosje (tincase).

Het vertrek van Lande is op zich dus geen reden om deze nieuwe Masterplan schijf links te laten liggen.

My Chemical Romance

Welcome to the Black Parade

Geschreven door
`Three Cheers for the sweet revenge' betekende eind vorig jaar een eerste kennismaking met het vijftal uit New Jersey. Ze brachten door de populariteit van de single ?Welcome to The Black Parade?, titelsong van de huidige cd, de vorige cd opnieuw uit; een cd die we onlangs bespraken in afwachting van `The Black Parade'. My Chemical Romance maakt deel uit van een nieuwe lichting emoglampoprockers. Ze staan garant voor stevige, snedige, mooi uitgekiende poprocksongs, deze maal meer georkestreerd, en dichter dan ooit bij de opera van ?Bohemian Rapsody? van Freddie Mercury en Brian Mays Queen.

Het is een afwisselend plaatje met een pak poppy hits in spé als ?Famous last words?, ?I don't love you?, ?Mama?, ?Sleep?, ?Teenagers? en ?Disenchanted?, die een fijne opbouw hebben. Ze leunen nauw aan het stevige werk van de vorige cd met nummers als ?The end?, ?Dead!?, ?This is how I disappear? en ?The sharpest lives?, die de cd openen, met een paar pittige gitaarsoli, een opzwepende percussie en een helder overtuigende zang. ?Cancer?, op piano, is de meest intieme song.

Dit wordt de grote doorbraak voor het vijftal. De emopoppunk zit in de lift en zo'n band als My Chemical Romance kan er maar baat bij hebben, niet?

Savana Station

The Hubbub of City Streets

Geschreven door
`The Hubbub of City Streets' volgt het ietwat onvolprezen `Clash' op van dit multiculturele gezelschap uit Antwerpen. Hun aanstekelijke groovende rootsreggae/pop verwerkt latin, soul, funk en Caribische ritmes. Het zijn fijne, subtiele songs die inwerken op de danspieren. De toetsen, de blazersectie en de zang geven kleur aan de sound.

Savana Station deed beroep op een blazerpartij van Roy Paci op de opener ?Mind the frequency?. Ook Rude Boy (vroegere UDS en Junkie XL) op ?Babalou?, Emma Louise Silva op ?Nbairo Alto? en Lize Accoe op ?Hey man U can't come in? leverden vocale bijdrages en zorgden voor pit en dynamiek.

Op de tweede cd zijn ?Bright lights? en de sfeervolle instrumentale afsluiter ?Seconds later?, met een intrigerend orgeltje, de rustige songs.

Het negenkoppig reggaecollectief brengt een `positive vibe' en zorgt dat zonnetje in huis is gebleven na de lange winteravonden.

Een uiterst broeierig plaatje voor een sfeermakende band op de zomerfestivals!

Zita Swoon

Big City

Geschreven door
Na de kamermuziek op `Asong about a girls' en het `BandinaBox' avontuur , bracht Zita Swoon, onder Stef Camil Carlens en Tom Pintens, een warme, broeierige en freakende plaat uit. `Big City' laat indrukken op z'n Cohens horen van de grootstad. De songs zijn mooi uitgewerkt, hebben een sterke opbouw en worden gedragen door Stef Camils melancholisch hese stem. Pop, funk, soul, latingroove, Balkan en af en toe een vleugje reggae en blues zijn het ideale muzikale ingrediënt. Een prominente rol is weggelegd voor toetsen en de backing vocals van de zusjes Gysel.

`Big City' bevat aanstekelijk materiaal die Stef Camils leuze beklemtoont van `Love love love, Happy happy happy'. De plaat straalt levensvreugde uit.

De cd biedt een mooi evenwicht tussen groovy, luchtig materiaal (?Everything is not the same?, ?l'Opaque paradis? en ?Infinite down?) en sfeervolle, ingetogen songs (?Je range?, ?Dare to love?, ?Oser aimer? en de titelsong). Gewoontetrouw, sinds een paar cd's, zijn er enkele Franse chansons terug te vinden, die refereren aan Arno en Jacques Brel.

Dylans ?Series of dreams? en het donkere dreigende ?The night? van Morphine zijn de twee covers die op de cd werden gezet. Zita Swoon speelde ze al regelmatig live.

`Wereld'klasse van een `Wereld'band! U Zegge het voort?!

The Ponys

Turn the lights out

Geschreven door
The Ponys, een kwartet uit Chicago, heeft een duivels derde plaat uit, de eerste op het Matadorlabel. De groep liet de vroegere garagesound grotendeels terzijde en brengt een boeiende en snedige combinatie van `80's waverock, rock'n'roll, psychedelica, voorzien van een portie galm en fuzz. De groep nestelt zich op die manier ergens tussen de wave van The Cure en Joy Division, het oude Jesus & Mary Chain, de `90's noise van My Bloody Valentine en Sonic Youth, de psychedelica van Primal Scream en Spiritualized en de huidige sliert iLiKETRAINS en Editors.

De zang van Jared Gemmere heeft iets mee van Lux Interior van The Cramps en Jim James van My Morning Jacket.

The Ponys zijn van alle markten thuis binnen die indie-scene; twaalf broeierige songs die krachtig en directer kunnen klinken of een spannende opbouw hebben. The Ponys starten met het oude garage rock'n' roll gehalte op ?Double vision? en ?1209 Seminary?; de fuzz-, noise- en galmpedalen en de psychedelicatoets worden ingedrukt op songs als ?Small talk?, ?Shine?, ?Poser psychotic?, ?Harakiri? en ?Maybe I' ll try?. ?Everyday weapon?, ?Kingdom of hearts? en de titelsong zijn de meest rechttoe-rechtaan songs.

Het afsluitende, mooi uitgesponnen ?Pickpocket song? is alvast een song om in te lijsten: alle muzikale ingrediënten, onder een intrigerend orgeltje, zijn aanwezig.

The Ponys huppelen als dartelende veulens door de diverse stijlen en onderscheiden zich op `Turn the lights out'.

The Horrors

Strange house

Geschreven door
Ze noemen zich The Horrors, zien er uit als als gedrogeerde vleermuizen met zwarte mascara en opgeschoten New York Dolls kapsels, brouwen iets opwindends uit flarden Birthday Party, Cramps, Stranglers, Damned, Fall, Nine Inch Nails en Virgin Prunes en omschrijven die hete cocktail zelf als ?psychotic sounds for freaks and weirdos?. Als kennismaking kan dit wel tellen.

Hun garage-gothic-punk-rock mengsel bevat een gezond show- en fungehalte waaruit we afleiden dat die gasten zichzelf ook niet al te serieus nemen. We twijfelen er dan ook niet aan dat hun imago bedacht is door een gewiekste manager en dat er waarschijnlijk wel een uitgedokterde marketing strategie achter steekt. Maar laten we het spelletje meespelen, want achter de gimmicks schuilen er toch wel een handvol opzwepende songs die ons behoorlijk goedgezind stemmen, zoals het hete ?Draw Japan? en het psychotische ?Jack The Ripper?.

Bij The Ramones was Sheena nog een punkrocker, hier heet het ?Sheena is a parasite?, een geschifte lap fuzzrock van amper anderhalve minuut.

Een ophitsend orgel draaft doorheen nagenoeg alle songs, de gitaren botsen, hotsen en kotsen en de zanger bedient zich van een gepaste dosis Britse arrogantie. Allemaal leuk, als u het ons vraagt.

Het plaatje, dat maar 35 minuten duurt, heeft een gezond `80's gehalte in de zin van prettig gestoorde wave en post-punk, maar dan zonder de depri ondertonen. Dus, als u zich wil ophangen, hou het dan maar bij Joy Divison. Wij bouwen inmiddels een feestje.

The Datsuns

Smoke & Mirrors

Geschreven door
Het Nieuw-Zeelandse viertal The Datsuns zet de muzikale lijn van hun tweede cd `Outta sight/Outta mind' verder: gedreven zompige retro rock'n'roll, inbreng van synthi en ruimte voor sfeervoller werk.. Net zoals hun tweede cd is `Smoke & Mirrors' een matige plaat. De rechttoe-rechtaan sound van hun debuut lijken ze niet meer te evenaren.

De band overtuigt in onvervalste rock'n'roll nummers, met gitaarslides en -soli op songs als ?Who are you stamping your foot for??, ?Such a pretty curse? en ?Emperor's new clothes?. Gewaagder klinkt ?All aboard?, met gospelkoortje en een vleugje soul en blues. Voor de rest hebben we goede, niet écht overtuigende nummers. Het afsluitende ?Too little fire?, acht minuten lang, kan het vuur nét niet uit de pan doen slaan.

The Datsuns namen zelf de productie in handen. Opportuun is een `vijfde' man in te schakelen om hun rock'n' roll sound van vroeger te doen heropleven.

Pagina 897 van 903