logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

dropkick_murphy...
Crows
Johan Meurisse

Johan Meurisse

Triggerfinger
Drie heren in das en maatpak spelen zinderende garage rock’n’roll en beschouwen hun instrument als hun eerste lief. ‘Can you feel the muscles in your boobs’ vroeg zanger/gitarist Ruber Block zich al af na het derde nummer. Inderdaad, een goed half uur lang voelden en ondergingen we hun zompige, retestrakke sound met stoner- en bluesslides. AC DC en ZZ Top flitsten door het hoofd toen we songs hoorden als “Short term memory love”, “Faders up”, “First taste” en “On my knees”. En ze schuwden hun oude helden niet, want ze speelden in een ‘Triggerfinger’ groove “Boris the spider” van The Who en sloten af met een uitgesponnen “Commotion” van CCR. Triggerfinger op z’n 25 jaar Stu Bru. Beklijvende rock’n roll met een prikkelende melodie. ‘What grabs Ya’?

Sonic Youth
Sonic Youth staat al meer dan 25 jaar garant voor wonderschone dwarrelende gitaarpop; te interpreteren als indiegitaarnoise/poprock en omschreven als spannend, intens, hartverwarmend, bedreven …en avontuurlijk door de diverse tempowisselingen, onverwachtse wendingen en een juiste dosis noise, fuzz en gitaarstormen. Kippenvelmuziek noem ik dit!
De band hield een korte Europese tournee en vergat daarbij de fans in ons landje niet. Het kwartet , aangevuld met los/vast lid Mark Ibold, maakte een synthese van hun twee voorbije concerten in de Hallen Van Schaarbeek (december 2006) en hun ‘Daydream Nation’ tour op Pukkelpop 2007, de SY klassieker bij uitstek!.
En inderdaad, die songs hebben ze stevig in de vingers, want ze putten opnieuw rijkelijk uit deze plaat, die net 20 jaar geleden verscheen.
Na het muzikaal experiment van opener “Burning spear” (speelgoedpiano, radiotunes, voices, pedaaleffects, noise versterking) overdonderden ze met hun noiselandschap van ‘Daydream Nation’, een uiterst beheerste Do It Yourself en hoe komt het uit aanpak: “Sprawl”, “Cross the breeze”, ”The wonder”, “Hyperstation”, “Eric’s trip” en “Silver rocket”. Poprock, gitaarknoppengefreak, feedbackgeraas, drumsticks en strijkstokken over de gitaarsnaren. Verbluffend!
Als een punkrock diva ontpopte bassiste Kim Gordon zich op “Bull in the heather”, “Drunken butterfly”en het recente “Jams run free”: hitsend gekreun en sensuele, verleidelijke danspasjes en pirouettes makend op het podium als een dolle twintiger …
Op “Mote” leverden ze een gevecht met hun pedaaleffects en versterkers, stootten we op een geluidsmuur met Lee Renaldo in een hoofdrol. En Thurston Moore kon zich op het afsluitende uitgesponnen “Ratspink steam” uitleven op z’n gitaar. Wat een gitaarbrij. Drummer Steve Shelley hield de anderen goed in het oog om steeds gepast de songs in het juiste ritme te steken.
In de bis gooiden ze er nog het stokoude “Shaking hell” en “Teenage riot” bovenop,met alle mogelijke noise en versterkersgeflirt…, die onder controle werden gehouden door de bezwerende percussie.
Een klein anderhalf uur waanden we ons twintig jaar jonger en flitsten de beelden van hun allereerste optreden te België (Futurama in de Brielpoort te Deinze!) door het hoofd.

Supergrass
Al heel wat volk was richting centrum of aan de toog toen het Britse Supergrass, onder zanger/gitarist Jazz Coombes, het gitaaravondje beëindigde. Ze brachten na meer dan drie jaar (en een ‘best of’) de nieuwe cd ‘Diamond hoo ha’ uit, die totnutoe praktisch geen airplay verkrijgt.
Potige melodieuze retroBritpop is hun handelsmerk, waarbij ze met de jaren wat subtieler klinken. Supergrass stelde in het begin nieuw werk voor (“Bad blood”, “345”, “Rebel in you”, “Ghost of a friend” en de titelsong) en gaf ze elan door kleurrijke ‘70’s toetsen.
Ze moesten het vooral hebben van de herkenbaarheid van “Mary”, “Late in a the day”, “Moving” en “St Petersburg”, die freakier klonken. Tenslotte speelden ze een snedig en opzwepend tweede deel met “Richard III”, “Pumping on your stereo”, “Caught by the fuzz” en het zomerse “Sun hits the sky”. In de bis koppelden ze aan “Lenny” “Whole lotta love”.
Supergrass heeft nog steeds voldoende power, maar het intrigeert en pakt minder dan vroeger, waardoor de ‘jus’ er een beetje van is …

Ons Antwerpse Shameboy mocht de nacht ingaan met hun nerveuze electrodance. Voor de alternatieve gitaarfreaks ietwat bevreemdend, voor de opgedaagde jongeren aangenaam pompend vertier …

Organisatie: Lokerse Feesten, Lokeren

maandag 04 augustus 2008 03:00

Folkdranouter 2008: zaterdag 2 augustus 2008

Dag 2 werd ingezet met één van de Vlaamse legendes binnen de kleinkunst Zjef Vanuytsel (Flamundo). Samen met Kris De Bruyne, Wim De Creane , Johan Verminnen en Jan De Wilde, gaf Vanuytsel, inmiddels 61 geworden,  het Vlaamse lied elan door z’n ‘Zotte morgen’. Hij nam vorig jaar een nieuwe plaat op, ‘Ouwe makkers’. Onze architect nam z’n bouwverlof ter harte en grossierde met z’n begeleidingsband en strijkerensemble diep in z’n oeuvre. Het songmateriaal was breder van opzet en werd mooi uitgediept; “Ik weet wel, mijn lief”, “Tederheid”, “Stil inde Kempen”, “Zonneschijn” en “Zotte morgen” klonken emotievol, sfeervol en meeslepend. Nostalgische pop van een sympathiek man, die genoot van de sterke opkomst!

Woven Hand (Kayam) is het vervolgverhaal op 16 Horsepower van singer/songwriter en religieus predikant, Dave Eugene Edwards. Een uurtje onheilspellend, donker dreigend, pakkend materiaal. Adembenemend, spannend en beklijvend. Kippenvelmomenten ervaarden we op songs als “Whistling girl”, “Speaking hands”, “Iron feather” en “Winter shalker”. Sommige nummers als “Tin fingers”, “Deerskin doll” en “Your Russia” klonken pittig, snedig en stevig; ze werden overstelpt door de pedaaleffects, een diepe bas en opzwepende percussie. Tussen de nummers hoorden we een soort kerkgezang. Edwards was nog net tekort voor een ticketje zondagsmis te Dranouter !, doch overschouwde band en publiek op z’n draaistoel… Mooi!
 
Na een ietwat tegenvallende set op het Cactusfestival herstelden Rios, Neve en Proesmans (Kayam) zich. Er zat meer swing en dynamiek in de set, een uitstraling als tijdens hun theatertournee. De moderne kruisbestuiving van pop, latino, jazz en modern klassiek boeide en werkte aanstekelijk. Zuiderse klanken met een knipoog naar de tango van Gotan Project. Een intens samenspel onder Rios’ warme vocals en tintelende gitaarspel, Neve’s beheerste pianospel en de droge drums van Proesmans. Een greep van hun songs: “Baby lone star”, “Angelhead”, “I’m gonna die tonight”, “Auscensia” en “Stay”. Overtuigend optreden!

De New Yorkse singer/songschrijfster Suzanne Vega (Kayam) zagen we al in verschillende gedaantes: met full band, elektronica vernuft en solo. Op Dranouter werd ze een sober begeleid van een bassist en een drummer. Ze besloot haar Europese tournee te Dranouter. Het trio vormde een geoliede machine, wat de melodieuze folky popsongs ten goede kwam. Haar bekendste nummers zaten mooi vervat in de set, aangevuld met enkele nieuwe. Een boeiende set van korte, kernachtige songs. Een spaarzame start met “Rock in this pocket”, “Frank (Sinatra) & Ava (Gardner) (een sprookjeshuwelijk van ups &downs) en “Cracking”. Op het juiste moment stak het trio er meer vaart en ritme in met de dromerige “Marlene on the wall” en “When heroes goes down”. Haar bassist speelde een hoofdrol op “99.9 F” en “Blood makes noise”; z’n diepes bastunes vingen de elektronicabeats op.
Af en toe neuriede het publiek al “Tom’s Dinner”, maar Vega onderschepte dit handig met prachtsongs “Left of centre”, “Solitaire” en “Luka”. “Tom’s Dinner” was de obligate bis, die naast het meezinggehalte een dansbare groove meekreeg. Puike liveset van een vastberaden dame op het podium.

Ozark Henry (Kayam),onder multi-instrumentalist Piet Goddaer, stelde z’n ‘A decade’ voor, de overzichtsplaat van mans oeuvre van vijf cd’s. Een perfect uitgebalanceerde sound van het kwartet (al een tijdje zonder gitarist!) en pareltjes van subtiele, melodieuze songs, die sfeervol, meeslepend klonken of een steviger beatje hadden, onder Goddaers warme stem.
Het publiek werd op z’n wenken bediend van deze hitmachine: van een ingetogen, intiem “Godspeed” en “Vespertine” naar “Word up”, “Rescue me” en “Sweet instigator” tot de dansbeats op de instrumental “Echo as a metaphor”, “Sun dance” en “La donna e mobile”. “Inhaling” kreeg ‘80’s electro mee. Het recenter materiaal “These days”, “At sea”, “Indian summer” en in de bis “Get yourself a chance with me” was de finalereeks van het concert. Poprock op z’n best. Klasse! Een welgemeende Merci en handjes wuiven.

Tenslotte besloot het Engelse The men they could’t hang (Palace), die al 25 jaar bezig trouwens en nog maar sporadisch te zien waren in ons landje. De band is een goed bewaard geheim, die het midden hield van The Pogues, The Waterboys, The Levellers en The Saw Doctors. Een fijn concept van gevarieerde, speelse, vrolijke en ontspannende nummers. De band zong in een verschrikkelijk Brits dialect. Ze trakteerden ons op enkele Schotse traditionals en zeemansliederen. Kortom, het sympathieke The men they couldn’t hang was een rockend boombal.

Organisatie: Folkdranouter Dranouter

donderdag 31 juli 2008 03:00

For Emma, Forever Ago

Een gans verhaal schuilt achter deze prachtplaat van singer/songwriter Justin Vernom aka Bon Iver. Na het uiteenvallen van z’n band, het totaal onbekende DeYarmond Edison, in 2006, ging hij ruim 3 maand in totale afzondering in een hut in de bossen naar het Noordwesten van Wisconsin. In onmenselijke vriestemperaturen sprokkelde hij hout en joeg hij op herten om te overleven; in inspirerende momenten nam hij z’n akoestische gitaar ter hand om liedjes te componeren. Na deze periode van eenzaamheid en isolement bracht hij z’n handvol nummers eerst in eigen beheer uit (in 2007).
Meeslepende en intieme songs van pakkende weemoed, die kwalitatief sterk waren. Ze werden heropgenomen en soms spaarzaam begeleid door toetsen, blazers en percussie, ondersteund van stemmen (een soort Gregoriaanse mannenstemmen), wat een gospel tint gaf.
Z’n songschrijverstalent is optimaal te horen in de warme nummers”Skinny love”, “The wolves (act I and II)”, en “For Emma”.
Dit is een prachtplaat van immense schoonheid, een winterplaat …in volle zomer.

 

donderdag 31 juli 2008 03:00

Port Sunshine

Het Oost-Vlaamse Motek onderscheidde zich binnen de postrock al met hun titelloze debuut uit 2006; met deze opvolger gaan ze muzikaal zelfs een stapje verder, want hun postrock krijgt een avontuurlijk klanklandschap mee door pop, jazzy loops en hemelse melodieën en zang. In het eerste deel van de cd horen we verrassende wendingen, een intense spanning en een sferisch karakter. Een breder concept die menig Amerikaanse, Schotse of Britse postrock doet verbleken. Luister maar eens naar  “Resist”, “Combi collina”, “Epoxy”, “Sevves confetti girl” en hun meesterlijk beklijvende single “Tryer”. De grenzen van de postrock vervagen en wordt nieuw leven ingeblazen. Subliem.
Postrock pur sang zit ‘em vooral in het tweede deel van de cd met “Another seamans song”, “Immer blei”, “Ponderosa”, “Corvo” en “Carnivale”: intiem verradelijk door een forser klinkende opbouw en een geluidsorkaan of die dromerig, zalvend klinkt en filmisch is.
Wat een Belgisch bandje presteren kan …

donderdag 31 juli 2008 03:00

Penguins Know Why (EP)

Het Gentse Penguins Know Why kaapten vorig jaar al de hoofdprijs weg op het Oost-Vlaamse rockconcours ’De Beloften’. Het jonge kwartet onder de broers Dhuyvetters intrigeert door de rauw rammelende rock van Pavement te versmelten met de schuurpapieren gitaarmetaalklank van Steve Albini’s Shellac en het noisy uithalen van Sonic Youth. En ze kruiden het met wat postrock.
De vijf songs op hun EP zijn alvast de moeite waard. “Antfucker” en “Titled” dompelen de luisteraar in de muzikaal dwarrelende leefwereld van Shellac en Sonic Youth, “Teenage Jesus” en “Nifty” beklijven door hun repetitieve opbouw en de rauwe, noisy klanken, en tenslotte “Xoyo” door z’n slepende, subtielere melodie.
Een meedogenloos intrigerend Ep tje, die zich in allerlei bochten wringt tussen melodie, onverwachtse wendingen, diverse tempowisselingen en pedaaleffects stevig indrukken.
Origineel is de hoes: twee kartonnen bordjes met een rood rekkertje. Laat het niet voor uw neus wegschieten …

Info op http://www.penguinsknowwhy.be

donderdag 24 juli 2008 03:00

Weezer (The Red Album)

De ‘college-rock’ van Weezer wordt in de VS erg smaakvol ontvangen. In Europa worden ze koeler onthaald en viel de band vooral op met het wondermooie titelloze debuut in ’96, met songs als “Undone, the sweater song”, “Buddy Holly” en “Say it ain’t so”.
Dit is de derde titelloze plaat in de reeks: ‘The Blue Album’ als debuut, vervolgens verscheen in ‘01 ‘The Green Album’ en nu opnieuw zeven jaar later ‘The Red Album’, met op de hoes een knipoog naar Village People.
De band rondom songwriter/gitarist Rivers Cuomo heeft een goede, doch onevenwichtige plaat uit. Het goede nieuws: “Pork & Beans” springt er torenhoog uit; “Heart songs”, “Cold dark world” en “The angel & the one” hebben een puike opbouw, en klinken broeierig en spannend. Tenslotte is de vermakelijke rock en ‘60’s pop op “Troublemaker”, “Dreamin’” en “Automatic”. Het minder goede nieuws dan: het richtingloze “Everybody get dangerous” en “Thought I knew” en de sferische song “The great man that ever lived” met raps (Cuomo is een grote fan van Eminem!). Rare band met verschillende gezichten …

maandag 28 juli 2008 03:00

Persoonlijke top 10 Dourfestival 2008

- Top: Harvey Milk, Otto Von Schirach, Oxbow, Earth, Life of Agony, Asva, Kruger, Typhoon, Drumcorps, Battles
- Ook sterk: Tortoise, Alter Ego, Eli 'Paperboy' Reed, Dub Trio, Wu-Tang Clan
- Hoogtepunten: het ontmoeten van Trey Spruance (Asva, Secret Chiefs 3, Mr Bungle), een vriendelijke en intelligente persoonlijkheid. Een praatje kunnen slaan met rapper Blu.
- Minpunten
De zwakke programmatie op donderdag
Het annuleren van The Fall (Mark E. Smith doet zijn naam alle eer aan). Het missen van de shows van Beans, DJ Krush, Soil and Pimp Sessions en Woven Hand.

Frank Verwee

donderdag 17 juli 2008 03:00

Funplex

Ze werden omschreven als ’The world’s greatest party band’ sinds de plaat ‘Cosmic thing’ uit ’89, met singles als “Love shack” en “Channel Z”. Begin jaren ‘80 waren zij met “Planet claire”, “Rock lobster” en “Private Idaho” één van de voortrekkers van de dansbare wave .
Na 15 jaar brachten Fred Schneider en z’n twee vocalistes Cindy Wilson en Kate Pierson (de dames met hun suikerspinkapsels!) een nieuwe plaat ‘Funplex’ uit; het plezier blijft een voornaam gegeven , want de groep wenst en wil een party gevoel behouden, maar slaagt er met deze nieuwe plaat maar ten dele in. De eerste songs zitten alvast goed in elkaar en hebben de juiste versnelling van pop, wave en funk, opbouwend, aanstekelijk en een ‘shaking’ feeling: “Pump”, “Hot corner”, “Ultraviolet” en de titelsong.
Naarmate de cd vordert , lijkt de begeestering van hun groovende rock verdwenen, en is er sprake van ordinaire fletsige popdance: “Juliet of the spirits”, “Eyes wide open” en “Deviant ingredient”.
Hun ‘doowop’ is enkel nog te horen op de afsluitende track “Keep this party going”.
‘Funplex’ is niet de plaat waarop we hebben gewacht en is maar een half geslaagde comeback van deze Amerikaanse bommenwerpers …

donderdag 10 juli 2008 03:00

Rockferry

Duffy maakt deel uit van de damesrevolte Estelle, Adele en Amy Winehouse. Ze refereert aan de Motown sound, Dusty Springfield en Petula Clark. Melodieus sensuele, zwoele soulpop, met jazzy loops en orkestraties (die rijkelijk of spaarzaam de songs begeleiden). Haar blanke nachtegalen/soulstem geeft diepte en zeggingskracht aan de nummers, en doen menig persoon van het andere geslacht wegdromen.
’Rockferry’ biedt een gevarieerd geluid. “No mercy”, “Warwick avenue”, “Stepping stone” en de titelsong hebben meer groove en vaart, “Changing on too long”, “Delayed devotion” en “I’m scared” klinken emotievol en ingetogen, en “Distant dreamer” tenslotte besluit in schoonheid met bredere arrangementen. Avondlijke muziek van tijdloze kwaliteit.

dinsdag 08 juli 2008 03:00

Rock Werchter 2008: vrijdag 4 juli

Een paar jaar terug kregen ze al een verdiende ereplaats op Humo’s Rock Rally. Het duo The Black Box Revelation (Mainstage) doen knallers als The Kills, The White Stripes en The Black Keys verbleken en stelden zich meteen naast een Blood Red Shoes. Op een losse, ontspannende wijze speelden ze fris en ongedwongen hun rauwe, vettige en retestrakke garage rock’n’roll blues: “Gravity blues”, “I think I like you” en een schitterend gespeelde “Set your heart on fire” wisselden ze moeiteloos af met een beklijvend “Never alone/always together”. Het jonge duo ging intens en vakkundig te werk op het hoofdpodium. En het leek er op alsof ze daar met twee gitaristen en drummers waren. Wat een puike prestatie!

The Cool Kids (Pyramid Marquee) hitsten het publiek op met hun ‘old school’ hiphop, een mixmax van Cypress Hill, Beastie Boys, Eric B & Rakim, gelinkt aan de funk van Snoop Dogg en enkele ‘80’s klassiekers; van heftiger beats en grooves naar een meer softere aanpak. Niks nieuws , maar goed als opener in de Marquee.

En strak bezielde en een goed geoliede Monza (Mainstage), onder Stijn Meuris, toonde aan dat de Nederlandstalige rock staande bleef op het hoofdpodium. Een snedige aanpak, wat fuzz en een knipoog naar de ‘80’s Belgenpop, met songs als “Tanken in Luxemburg”, “Attica” en “Schuld van de deejay”. “Van God Los” klonk meeslepend, en de meezingers op dit vroege uur waren “Gigant” (één van de Noordkaap klassiekers) en “Wie danst er nog?”.

Met ‘Close to Paradise’ kreeg de Canadese songwriter Patrick Watson (Pyramid Marquee) menig recensent achter zich. Hij schrijft grillige, gesofistikeerde en subtiele verfijnde droomsongs, die onverwachtse wendingen kunnen ondergaan, zonder in te boeten aan intensiteit en gekruid zijn met een vleugje jazz en freefolk.
Het jeugdige enthousiasme van de band bracht hen niet van hun voetstuk. Zelfs niet toen een stroomspanne hen velde en de eerste harde tonen van Slayer op het hoofdpodium te horen waren. Nee, Watson begaf zich onder z’n publiek, en net als tijdens de clubconcerten, jamde hij zonder versterking met enkele bandleden er rustig op los, wat ontwapenend mooi was! Respect! Kippenvelmomenten waren “Weight of the world”, “Luscious life” en de titelsong van z’n plaat. Ergens tussen Buckley, Waits, Devandra Banhart en Radiohead en The Residents te situeren.

Op de duivelse thrashmetal van Slayer (Mainstage) is er na al die jaren nog geen sleet (al van ’82 actief nota bene!). We hoorden een ‘wall of sound’ van het kwartet (wat een versterkers!), die de eer aan zichzelf hielden met een Slayer t-shirt, kettingen en tatoeages. Hun praktisch niet te evenaren gitaarsoli en drumpartijen dwongen respect af. In schril contrast met hun muziek en teksten van satanisme, chaos en terreur kon er bij zanger Tom Araya na elk nummer een verlegen glimlach vanaf, over schouwde hij z’n publiek met z’n indringende blik en gaf  op het einde doodleuk de gouden tip mee “Celebrate life”. Ze haalden enkele klassiekers aan: “Chemical warface”, “Ghosts of war”, “War ensemble”, “Mandatory suicide” en “Angel of death”. Een professioneel coole en beheerste aanpak, wat weinigen hen maar kunnen nadoen.

We bliezen even uit op de vermakelijke, speelse, vrolijke pop van Ben Folds (Pyramid Marquee). Folds ging gretig tekeer en kon praktisch niet stilzitten op zijn piano. De broeierige pianopop kreeg live een forse injectie. Hij kon rekenen op een sterke respons. Zijn Folds Five behoren tot het verleden, maar met z’n huidige band leverde hij een stomend, opzwepende setje af.

Ondertussen verraste op het hoofdpodium Air Traffic (Mainstage) een tweede keer, ter vervanging van Pete Doherty’s Babyshambles.

Het nodige spelplezier beleefde het Amerikaanse My Morning Jacket in de Pyramid Marquee. Deze indie/americana band geeft de laatste jaren hun songs een stevige, krachtige prik mee en laat ze dikwijls ontsporen. Ze onderscheiden zich als een jonge Neil Young & Crazy Horse.
De band, onder zanger/gitarist Jim James, speelde een boeiende set, waarbij ze in eerste instantie fel en hard klonken met “Magheeta”, “Off the record” en “Gideon”, vaart afnamen met sfeervoller werk als “Way he sings”, “Smokin from shooting” en “Evil urges”, titelsong van de nieuwe cd, gedragen door de zalvende, hemelse en melancholische stem van James. My Morning Jacket tekende voor een pittig, bedreven setje.

Duffy ( Pyramid Marquee) maakt deel ut van de damesrevolte Estelle, Adele en Amy Winehouse en refereert aan ‘60’s Dusty Springfield en Petula Clark. Melodieus sensuele soulpop met jazzy loops van een jonge, aantrekkelijke blonde zangeres, - kortgerokt, hoge hakken en verleidelijke blik -, uit Wales, die over een nachtegalenstem beschikte, en menig mannenhartje sneller deed slaan in de komende midzomernachten. “Syrup & honey” en “Rockferry” waren de groovy openers, “Serious” en “Breaking my own heart” het sfeervolle middendeel en “No mercy “en “Distant dreamer” het zwoele slotstuk.

De comeback van The Verve (Mainstage), onder Richard Ashcroft, is er eentje van gemengde gevoelens. De songs kwamen niet echt uit en de groep kon maar schitteren in het tweede deel van de set toen ze enkele klassiekers speelden: “The drugs don’t work”, “Lucky man” en de instant klassieker “Bittersweet symphony”, samen met de huidige single “Love is noise”. Te pas en te onpas straalt Ashcroft een Gallagher mentaliteit uit. Ok, ook “Sonnet” en het nieuwe “Sit & wonder” overtuigden door hun sterke opbouw.
Het ontbrak The Verve aan elan en uitstraling (hoewel Ashcroft een knalgele t- shirt aanhad!). Kortom, een goede, doch weinig spraakmakende set.

Onder de slogan ‘rock’n’roll will never die’ rekenen we twee muziekiconen van de ‘60’s, nl Iggy Pop (die er al was op TW Classic) en Neil Young. Neil Young (Mainstage) was onlangs nog te zien voor een twee uur intense set ifv z’n ‘Continental Tour’; op z’n gezegende leeftijd van 62 jaar boette hij nog niks in van z’n begeesterende, verschroeiende gitaarsoli en doorleefde zang. Voor wie geen (duur en duurzaam) ticket kon bemachtigen tijdens deze clubtournee, was het nu een uitgelezen kans om onze veteraan met vrouwlief Pegi aan het werk te zien. Hij speelde met een tweede generatie Crazy Horse leden een zorgvuldige, uitgekiende en bezielde set, waarbij een pak songs werden gespeeld uit de ‘Harvest’ plaat (’72), waaronder het ingetogen materiaal “Needle & damage done”, “Heart of gold” “Old man” en “Words”. Hij beet van zich af met rockende windvlagen op “Love & only love” en “Hey hey, my my” en varieerde met sfeervoller werk als “Everybody knows this is nowhere” en het recente “Spirit road”. Hij nam de draad opnieuw op met “Fuckin’ up” en Dylans “All along the watchtower”. Ook z’n country roots verloochende hij niet, want hij selecteerde “Get back to the country”. Hij trakteerde, samen met z’n goed op elkaar ingespeelde band, op twintig minuten spelplezier van “No hidden path” uit het recente ‘Chrome Dreams II’.
En verve besloot hij met een unieke Beatles klassieker “A day in the life”, een gierend gitaarspel, waarbij de gaspedaal stevig ingedrukt bleef…
Een grootse prestatie, een levende legende en een rocker met grote R voor jong & oud …

Het Britse kwintet Hot Chip (Pyramid Marquee), onder de tandem Taylor/Goddard, trok de kaart van aanstekelijke popelektronicadeuntjes, bleeps en beats. De soms vreemde wendingen, onverwachtse melodielijnen en dwarrelende sounds van op plaat werden opgeborgen. Ze kozen voor ambiance: heupwiegende en springende dancepop, groovende ritmes en funky loops op songs als “Shake a fist”, “Over & over again”, “And I was a boy from school” en “Ready for the floor”. Hot Chip deinde de party uit met een origineel aangepakte “Nothings compares to U”, die hun andere, eerder zalvende aanpak onderstreepte. Fijne set.

Waar the Chemical Brothers niet in slaagden, was wel weggelegd voor Moby (Mainstage). Hij toverde de wei om in een discotheek! en zorgde voor een dansfeestje om de tweede nacht te besluiten. Vooraf aangekondigd werden z’n hits geremixt en bepaald door keyboards, drums en beats , waarover de gelaagde soulzang zweefde van Joy Malcolm, af en toe geruggensteund door de onvaste stem van Moby, die met het nodige effectbejag het geheel aanscherpte.
Anderhalf uur lang, zonder rust en adempauze, stelden ze er in snelvaarttempo z’n ‘very best of’ voor: “Honey”, “In my heart”, “In this world”, “Go”, “Porcelain”, “Natural blues”, een ophitsende “Lift me up”, “We are all made of stars” en “Why does my heart feel so bad”. Enkele nieuwe songs waaronder “Disco lies” (wel geen “I live to move in here”?) zaten mooi verweven tussen de hits. Te bewonderen waren de drumster en een hyperkinetische Moby (liep als een bezetene over het podium), die het strakke tempo aanhielden. “Bodyrock” (scherpe gitaren ) en “feelin’ so real” werden luidkeels meegezongen. Zegetocht voor hitmachine Moby!

Organisatie: Live Nation

Pagina 257 van 282