Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2025 - Het Zesde Metaal op 22, 23 oktober 2025, Capitole, Gent - Graham Nash op 24 oktober 2025, Koninklijk Circus, Brussel - Old Dominion op 25 oktober 2025, Trix, Antwerpen - Tony Hadley op 27…

logo_musiczine_nl

Democrazy Gent - events

Democrazy Gent - events Concerten 2025 Hypnotic brass ensemble, Echoes of zoo, Club Wintercircus, Gent op 16 oktober 2025 Nosedrip B2B Victor Verhelst, Gossamer, Club Wintercircus, Gent op 17 oktober 2025 49 Winchester, Wyatt Flores, Club Wintercircus, Gent…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Kim Deal - De R...
Amyl And The Sn...
Johan Meurisse

Johan Meurisse

donderdag 14 april 2011 02:00

Lokemo

Het vierde album, van de tandem Hendrik Willemyns – John Roan, van Arsenal is er terug eentje om van te snoepen. Ze herdefiniëren hun geluid zonder de zomerse eigenheid te verliezen, en geven steeds verrassende wendingen. Hun warme zomerse, sfeervolle, aanstekelijke multi –culterele sound durft iets scherper, venijniger, dwingender en onheilspellender te zijn.
Ze deden (opnieuw) beroep op enkele gastzangers als Johnny Whitney (die z’n ervaring uit de hardcore/punk laat horen), die de songs “Glitter & Gold” en de titelsong een bepalende push geeft. Voor een donkere Arsenal tintje zorgt zangeres Mélanie Pain van Nouvelle Vague, die “Fear of heights” linkt aan The XX, door het spaarzame arrangement van meeslepende gitaarakkoorden en haar indringende stem … Ook het afsluitende “Sunn drumms” is meer dan moeite, met de hiphippers van Depotax, die het nummer doen huiveren en het een broeierige spanning bieden. Nieuw zijn de soundscapes tussen de nummers, die als rustpunten fungeren en de volgende song inleiden …
Natuurlijk graait de band moeiteloos in de bak van exotische, dromerige, dansbare pop, een mengelmoes van zwoele, opzwepende beats, Braziliaanse klanken en variërende zangpartijen die de Arsenal sound naar een hoger niveau tillen, “One day at the time”, “High venus” en de single “Melvin”.
Ze zullen live terug meer dan voldoende instaan voor opwindende live acts, zonnige cocktails, en kleuren je zomer. Prosit!

vrijdag 01 april 2011 02:00

The dangerous return

De Belgische Puertoricaan Gabriel Rios groeide de voorbije jaren uit tot ‘El sympatico’ met een knuffelbeergehalte. Z’n broeierige, aanstekelijke sound van pop, latino, salsa, soul en hiphop, z’n uitstraling en z’n warme stem zaten hier voor tussen. Ook de sing/songwriter kwam boven in hem op de  twee cd’s ‘Ghostboy’ en ‘Angelhead’. In het volgende initiatief met Jef Neve en Kobe Proesmans zorgde hij voor een intrigerende kruisbestuiving, die een brug sloeg met modern klassiek en jazz.
Op de nieuwe plaat werkte hij verder met deze twee en het virtuoze pianospel en de speelse drums zijn belangrijke pijlers. De songs kunnen ingetogen , rijkelijk gearrangeerd zijn en kunnen onverwachtse en originele wendingen hebben. Degelijk vakmanschap dus.
We vinden een paar toegankelijke songs, “Dauphine” en “Gulliver”  met hitpotentie.
Hij biedt meer avontuur, finesse en doordachte subtiliteit op “You will go far , opener van de derde plaat; de bredere stijl wordt gesteund, net als op “The things we know”. En hij verrast nog meer, “Tida wave”, “Orion”, “Diamond” en de titelsong hebben een ‘Broadway’ musical inslag, zijn sprookjesachtig en filmischer. “Natural disaster” is ongehoord sterk door de hoempapa en de tempowisselingen. “Straight song” en “Old shoes” zijn op hun beurt akoestisch, puur en ongekunsteld!
De dertigjarige artiest klinkt ongewoon mooi, goudeerlijk en bewandelt nieuwe paden. Het ondertreept Rios’ veelzijdigheid en talent!

vrijdag 01 april 2011 02:00

Swanlights

Antony Hegarty – aparte meneer – aparte zang – apart popgeluid – arty farty, die een eeuwige zoektocht maakt naar intimiteit, lichamelijkheid en spiritueel contact. De gevoelige, klassieke kamerpop blijft gebaseerd op het pianospel van Antony, omfloerst van een sobere, beheerste begeleiding van viool, flutes en strijkers, die net niet overhellen naar bombast. De nieuwe plaat biedt meer ruimte en ademt positivisme uit in die bezwerende , melancholische cirkel. Getormenteerd kan hij nog steeds klinken als op “The spirit was gone”, “Ghost” en “The great white ocean”; z’n kunsten beheerst hij tot in de puntjes. Extravertie schuilt om de hoek in het bredere materiaal als “Thank you for your love” en het sprookjesachtige “Salt silver oxygen”. Ook het duet “Flétta” met Bjork is een schot in de roos; of ze nu fluistert, zingt of krijst, het maakt iets los. Op de titelsong stoeit Hegarty met soundscapes … iets wat regelmatig terugkomt …
Op die manier heeft hij een mooi vervolg op ‘The crying light’ en is het opnieuw een ingetogen, betoverende, bevreemdende, doordachte en volstrekt unieke plaat geworden, met een minder geladen boodschap en in een ‘alles is nieuw’ princiep.

Het Noorse Kaizers Orchestra van de sympathieke zanger Janove Ottesen en Helge Risa, de geheimzinnige organist met gasmasker, zitten niet stil. Ze hebben al vier platen uit, 2 goede – 2 minder, maar hun muzikaal vuur blijft smeulen … ‘Maskineri’ uit 2008 gaf het al aan en nav hun tienjarig bestaan komen ze aandraven met de kers op de taart, een trilogie (over twee jaar verspreid); op de huidige tour stellen ze de eerste ‘Violeta violeta’ in de spotlights.
Het sextet brengt een soort zigeunermuziek, (Balkan) pop, polka, gypsy rock en ska en lijkt een balorkest op de scène. Naast een traditioneel instrumentarium geven ze hun opwindende, zwierige en broeierige sound kleur door een kermis-/pumporgel, contrabas en hebben ze afbraakmateriaal mee als olievaten, wielschijven en koevoeten als straffe ingrediënten.

Het leuke huiskwartet speelde een puike set, een stoomtrein waren ze, die maar al te graag live optreedt, zorgt voor entertainment en hun publiek betrekt bij de songs. Ottesen trekt aan de kar en laat z’n trouwe aanhang wat refreinen meezingen, ondanks het feit dat we van de Scandinavische taal geen jota begrepen … De Vooruit werd eventjes de eerste kermisfoor.
En Ottesen houdt van z’n gezin … Toen ze ruim zes jaar geleden nog in Gent optraden, wou z’n dochtertje bij thuiskomst een teddybeer; hij vond een hele grote aan de Kouter, die ze ‘Ghent’ hebben genoemd. Een lieve man met een teddybeer ‘knuffel’ gehalte, die het aanstekelijke materiaal aan elkaar rijgt met grappige interventies, een vleugje humor en een dosis zelfrelativering.
De set deelden ze in drie stukken. Twee met ouder materiaal en een middendeel met het nieuwe die de koers van de vorige cd verderzet en het houdt op luchtige muziek met een gevoelig randje.
Een strak, stevig tempo hielden ze aan van zwierige melodieën, huppelende ritmes, verrassende harde en zachte wendingen, gedragen door die helder indringende, emotievolle vocals van Ottesen. Nummers als “Delikatessen”, “Djevelens orkestar”, “Senior torpedo” en het meezingbare “Sigoynerblod” spraken voor zich ... Een kermiscarrousel leek het wel …
We maakten dan kennis met frisse, energieke songs van de nieuwe cd; de synths klonken wat meer door , hadden een intense en broeierige opbouw en het hoempapa gehalte verloochenden ze niet … Ballerinapop … door o.m. een spannende en smaakvolle “Philemon Arthur & the dung”, “Femtakt filosofi”; “Din kjole …” en “Psycho under min hatte”. “Svarte katter & flosshatter” was filmischer, donkerder, maar was origineel door de megafoon, misschien wel een link naar hun muzikale trilogie.
Het avontuurlijke “Bon fra hellvete” op de tonnen en wielschijven leidde het derde deel in … Creatief, ophitsend, dynamisch en eentje die elan kreeg door stroboscoops. “Kontrol Pa Kontinentet” en “Maestro”, op accordeon, behielden de feestelijke stemming … een gekke, gecontroleerde chaos, die sterk werd onthaald.
Ze trakteerden nog op 1 bis op deze zondagavond; het weerhield hen niet om een ‘singalong’ ronde te houden en “Bak et halleluja/De grind” in een acapella zeemanslied om te toveren.

Kaizers Orchestra trekt live de kaart van entertainment, feest en vertier; de nummers krijgen een polkaswing en ze zorgen ervoor dat de woorden ‘Kaizer’ en his ‘Orchestra’ terecht op hun plaats staan. 

Support was het  éénmansproject Bernhoft, ook uit dezelfde (Noorse) stal van Kaizers Orchestra. Een talent die swampt met pop, blues, soul en jazz, en over een heldere, doorleefde soulstem beschikt. Synthloops en beatbox vullen aan op z’n akoestisch gitaarspel. Een kruising van G Love, Bobby Sichran, Jamie Lidell  en de huidige Aloe Blaccs en Cee-Lo Greens. De cover “Shout” van Tears For Fears moest niet onderdoen van het origineel en werd gedragen door een prachtige falsetto vocal.

Organisatie: Democrazy, Gent

zaterdag 19 maart 2011 01:00

Woods – Muzikale rijdom

Een mooi bewaard muzikaal geheim in de Amerikaanse lofi alternative americanafolk is Woods, uit Brooklyn NY , gecentraliseerd rond Jeremy Earl, die met Jarvis Tavernier sinds 2005 de kern vormt. Ze zijn al toe aan de vierde cd ‘At Echo Lake’ en waren onlangs te vinden op de compilatie ‘Welcome home diggin’’, met eerder niet uitgebrachte nummers.
In een DIY - attitude zijn ze geëvolueerd van lofi trash folk pop tot meer indie/ psychedelische rock; kwalitatief puike pareltjes van songs met een hoge stemmenpracht, vooral die falsetto stem van Earl.
Earl is ook nog beeldend kunstenaar, zorgt voor illustraties en van zijn hand verscheen nog het boek ‘Skull’, met daarin een selectie van zijn tekeningen.

Niet te onderschatten dus, dit bandje die een fris geluid bracht met semi-akoestisch materiaal, die door klanken en voices van home tapes en cassettes kleur krijgen. Op een mengpaneel zijn ze een klankbron, en het inspireert hen op het moment zelf. Ze worden in de nummers gemanipuleerd. Ook pedaaleffects en een vervormde, hoge stem in een oude koptelefoon als micro vormt een absolute, toegevoegde waarde.
Woods ademt de sfeer van Guided by Voices, Sebadoh, Fleet Foxes en Local Natives en biedt deels meezingpareltjes. Onderschatte huiskamerpracht waarbij de nummers mooi in elkaar vloeien. Een klein uur lang genoten we van die originele, dromerige aanpak van o.m een “Sufferin’ season” en “Time fading lines”; galm en echo’s vulden aan en er was ruimte voor hun instrumentatie en soundscapes.

In de kleine Maison des Musiques kwam de zelfingenomen band ideaal tot z’n recht. Een breder publiek kan bereikt worden.

Eerder al bracht Sylvester Anfang II een overweldigende, langgerekte, bezwerende trip van postrock, retropsychedelica en donkere folk; hier ook de nadruk op improvisatie. In het handvol nummers dat ze speelden, hoorden we repetitieve ritmes, drones, schemersoundscapes en aanzwellende gitaar - en synthpartijen; een transfusie van klanken. Instrumentale muziek met een grauw, zwart randje.

Organisatie: Vk*, Sint-Jans Molenbeek

donderdag 10 maart 2011 01:00

More Light

I Do I Do zijn een goed op elkaar ingespeeld West-Vlaams viertal die wel wat houden van die sound van Pavement. De songs klinken melodieus gevoelig, warm, drieggeestig en durven wel eens uit bocht gaan en klinken dan steviger en(g) rauwer. Inderdaad, de emotionaliteit van fungeren als rode draad op hun tweede cd ‘More light’, drie jaar na ‘None’. Ze hebben Jeff Goddard van ex Karate in de band.
We horen gevarieerde composities, fijnzinnig, semi- akoestisch, lofi en verbeten werk die onderhuids postrock geënte repetitieve ritmes laten horen. We houden wel van “the wheel is molten”, “sit on the ground” en “this is not America” naast het handvol instrumentals die de cd sieren, waarvan “she still lacks coordination” in te lijsten valt. Of je houdt van een leuke, ontspannende “onwards, love”. Het kwartet weet te verbazen en laat lekkere, uiterst genietbare solo stukken horen … 

Info op http://www.i-do-i-do.be

donderdag 10 maart 2011 01:00

TuesdayAfteR8 EP

Uit Mechelen komt TuesdayAfter8 met een overtuigende EP aandraven. Ze hebbern Gaëtan Vandewoude op de kop kunnen tikken die een nummer als “Ancient lullaby” mee onder handen nam. Een muzikale pracht van dromerig verstild semi-akoestisch werk, een ingehouden instrumentatie en kleur gegeven door viool (folky inslag) en warme vocals … het handelsmerk voor de overig broeierige en fijne composities, die ergens hangen tussen het vroegere Hothouse Flowers, The men they couldn’t hang en ons eigen Sois Belle (waar is de tijd ) en Absynthe Minded. “Days like these” en “Never ever” klinken iets krachtiger.
Een gevarieerde EP van een band die voor ons nog wat in petto kan hebben

Info op http://www.tuesdayafter8.be

donderdag 10 maart 2011 01:00

Write about love

Het heeft nu wel vijf jaar geduurd eer spil Stuart Murdoch z’n Glasglow’s finest band Belle & Sebastian terug bij elkaar kreeg om een nieuwe plaat te maken. Vijftien jaar zijn ze al bezig, die de indiepop een belangvolle push hebben toegediend. Belle & Sebastian staat garant voor een fris, sprankelende, zomers, kleurrijk en sfeervol breekbaar geluid, die iets sprookjesachtig heeft. Pop, folk en rock reiken elkaar moeiteloos de hand in zeemzoeterige, venijnige en puike droomsongs.
Op plaat horen we belangrijke samenwerkingen met Norah Jones (“Little you, ugly Jack, prophet John”)  en Carey Mulligan.
We houden deze keer vooral van het rockerige Belle & Sebastian, “I didn’t see it coming”, “I want the world to stop”, “I’m not living in the real world” en de titelsong. “I can see the future” kan zo in een Franse zwart/wit ‘70s film worden gebruikt.
Fijne pop met opnieuw voldoende variaties .…We koesteren met plezier de band …

dinsdag 08 maart 2011 01:00

MC Mike Posner brengt het er goed van af

De jeugd van tegenwoordig was op de afspraak om de beloftevolle Mike Posner aan het werk te zien in de pittoreske Rotonde, die zo goed als eivol zat. Hij scoorde in het najaar een aardige hit met “Cooler than me”. De Amerikaanse jonge producer/sing/songwriter heeft zich in korte tijd opgewerkt en veroverde na z’n ‘A matter of time mixtapes’ met het debuut ‘31 Minutes to take off’ de jonge meisjesharten. Muzikaal hebben we een mix van r&b, hiphop, pop en clubdance, goed voor een dansfeestje, en die ook ruimte biedt van lijf tegen lijf …
Posner is een MC die goed bij stem is en die terecht vergelijkingen van Justin Timberlake, Enrique Iglesias en Miike Snow opwerpt. Hij wist een klein uur lang z’n publiek te vermaken, hitste de jonge fans op door een pompende, opzwepende beat en naast een danspasje werd duchtig met de armen heen en weer gezwaaid; bij sommige refreinen kon men z’n keelgat eens goed openzetten.
“Please don’t go”, “Do U wanna”, “Drug dealer girl”, “Gone in september”, “Cheated” en de wereldhit “Cooler than me” zorgden voor de eerste lentekriebel en zomerzon en hadden de juiste frisse, sensuele, energieke groove en beat. Tussenin mocht een meisje van de eerste rijen op het sfeervolle “Bow chicka wow wow” het podium betreden en in de armen vallen van de afgetrainde Posner; ze kreeg een grote teddybeer mee naar huis en na dit onvergetelijke slowtje kwam het intieme “Falling”, die Posner sober en elegant op keyboards speelde, en iedereen eventjes deed wegdromen …

Samen met de DJ bracht het jeugdidool Posner er al bij al goed van af; hij amuseerde zich, was goed op dreef en genoot van de respons en het warme onthaal. Een leuk ontspannende set dus!

Eerder deed de DJ de temperatuur in de Rotonde stijgen met enkele ambiance tracks van o.m. Martin Solveig (de dansklassieker bij uitstek btw), Black Eyed Peas, Ceelo Green en Rihanna. Als ontvangende partij hebben we er met de heren een leuk feestje van gemaakt. Mooie remedie tegen een lazy zondagavond …

Organisatie: Botanique, Brussel

De Botanique kon met de ‘double bill’ Yuck en Cloud Nothings onovertroffen z’n muzikale strooptocht van ontdekkingsbandjes rustig verder zetten.


Cloud Nothings  is de band van de vriendelijke Dylan Baldi uit Cleveland die een hoop lofi rammelrock speelt, energiek, fris, aanstekelijk, en gekenmerkt van een fijne melodieuze opbouw … een ‘back to basics’ geluid, lekker rauw en hard, van het kwartet. En ondanks de losse praatjes met het publiek raasden en gaspelden ze in snelvaart er de songs door. We lusten de sound wel van het jonge, dynamische bandje die z’n EP’s samenbalde op ‘Turning on’ en net de eerste echte studioplaat uitheeft.
In een kleine 45 minuten hoorden we een glimp van de gitaarmagie, te situeren binnen het huidig concept van Wavves, Vivian Girls, Woman en die teruggrijpt naar Band Of Susans en Sebadoh. We waren meteen gewonnen voor songs als “Nothing’s wrong”, “Hey cool kid” “Should have” en de titelsong …

En een mooie toekomst wenkt ook Yuck. Het Engelse kwartet plaatst zich in de spotlights met het titelloze debuut en brengt heerlijke onstuimige en beheerste noisy (lofi) gitaarpop, die de brug slaat naar charmante, rakende catchy gitaarpop en wat durft af te wijken met shoegaze pedaaleffects.
De band zorgde in hun klein uur durend optreden voor het gepaste evenwicht en variaties en pootte op die manier een boeiende, overtuigende set neer. Daniel Blumberg en Max Bloom zijn de spil van de band. Als jonge Thuston Moore’s hebben ze nog een jonge Kim Gordon, bassiste Mariko Doi en een Mars Volta ‘lookalike’ Jonny Rogoof,  in de band.
Yuck intrigeerde door jengelende, rauwe, broeierige, intens meeslepende gitaargeluidjes, - golven, - erupties en uitgeklede, verrassende, melodieuze wendingen. Ze nestelden zich ergens tussen Pavement, Buffalo Tom, Dinosaur Jr, Yo La Tengo, Teenage Fanclub, het oude Soul Asylum, Luna en de shoegaze van Swervedriver en Jesus & Mary Chain. Deze referenties zijn duidelijk op hun plaats als je bezwerende nummers hoort als “Georgia”, “Get away” en “Rubber”. Tussenin hoorden we een sfeervolle “Shook down” en “Suicide policeman” , het springerige “Milkshake” en “Operation”, die gitaarriffs en baspartijen onderhuids verborg van Sonic Youth’s “Teenage riot”.
Kortom, energiek en ingetogen stuiterend materiaal door het korrelige geluid, een set die emotievol raakte en af en toe wat gladjes klonk. “‘t jukte” met Yuck, dat was bewezen na vanavond!

Een geslaagde ‘double bill’ Cloud Nothings en Yuck …

Organisatie Botanique, Brussel

Pagina 259 van 323