logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

frank_carter_an...
Zara Larsson 25...
Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

donderdag 20 mei 2021 13:27

Tonic Immobility

Duizendpoot Mike Patton heeft nog maar net een geslaagde Mr Bungle rëunie achter de rug met de hardcore splinterbom ‘The Raging Rat Of Easter Bunny’, en hij haalt alweer één van zijn andere bands van stal, Tomahawk, en dat was ook al weer geleden van 2013. Duane Denison (The Jesus Lizard), John Stanier (Helmet) en Trevor Dunn (Melvins, Mr Bungle) zijn ook terug van de partij en de lijm tussen al die straffe muzikale achtergronden plakt nog altijd even fel. De furie en het venijn zijn geenszins verdwenen, de tomahawk is vers geslepen en staat terug vlijmscherp.
‘Tonic Immobility’ is, naar goeie Tomahawk gewoonte, strakke metal met een hoek af. Een geschift papje van schreeuwerige vocals, abrupte tempobreaks en dwarsliggende gitaren. Alles verpakt in een set potige korte kopstoten van songs waarin het DNA van de groepsleden stevig genesteld zit.
De invloeden van Mr Bungle, Melvins en The Jesus Lizard zijn met name sterk voelbaar, en dat zorgt voor alweer een pittig en energiek schijfje.  

donderdag 20 mei 2021 13:24

Dirty Honey

Hou u vast aan de takken van de bomen, er komt nieuw zogenaamd ‘classic rock’ talent overgewaaid uit Los Angeles. Ze heten Dirty Honey, het zijn imago-rockers en onbeschaamde Aerosmith- en Led Zeppelin-copycats. Alsof de wereld nog niet genoeg heeft aan één Greta Van Fleet.
Ze kopiëren klakkeloos de sound van hun voorbeelden, maar vergeten er degelijke songs bij te schrijven. De looks zijn belangrijker, weet je wel. Gevolg, een debuutplaat die bol staat van de hard-rock cliché’s met dertien-in-een-dozijn-riffs, onbeduidende gitaarsolo’s en irritante hoge vocale uithalen. Dit is op maat gesneden van de Amerikaanse markt, en het zal daar gegarandeerd wel aanslaan zoals dat ook het geval was met die potsierlijke aanstellers van Greta Van Fleet, maar onze kouwe kleren raakt het niet. Voor dit soort muziek moeten ze de schuilkelders terug openstellen.   

donderdag 20 mei 2021 13:19

Ding Dong. You’re Dead

Als je deze band tracht uit te pluizen dan zal je algauw op de term jazz-rock botsen. What’s in a name ? Als jazz-rock betekent dat dit geen alledaagse maar eerder moeilijk doordringbare muziek is, dan heeft men ergens een punt. Maar het heeft niks te maken met het soort arty farty shit die enkel door omhooggevallen jazzpuristen gesmaakt wordt.

Wij volgen de Noorse geweldige gitariste Hedvig Mollestad nu al een tijdje en hebben op elke plaat al die zogenaamde jazz-rock gevonden, maar al evenzeer striemende stoner-rock, hypnotiserende post-rock, subtiele hard-rock, bevreemdende psychedelica of tegendraadse avant garde.
Hedvig Mollestad doet immers niet aan hokjesdenken, ze speelt gewoon gitaar op een onnavolgbare wijze en laat zich daarbij begeleiden door een stel doorwinterde rasmuzikanten. Op de vorige plaat ‘Ekhidna’ was Mollestad even afgestapt van de trio-formule en breidde ze haar muzikale spectrum uit met keyboards en blazers. Dit zorgde voor een ietwat breder kleurenpallet, maar de gitaar stond nog altijd even centraal.
De terugkeer naar de basic begeleiding met Ellen Brekken op bass en Ivar Joe Bjornstad op drums is dus niet echt een koerswijziging. Het gaat er even avontuurlijk aan toe, ook al doen ze het maar zijn drieën.
‘Ding Dong. You’re Dead’ is wederom een volledig instrumentale plaat die hoofdzakelijk gefocust is op de gitaar van Mollestad, en deze laat zich van alle kanten bewonderen, bij momenten melodieus en subtiel, elders dan weer striemend en explosief. Invloeden gaan van Robert Fripp tot Buckethead, van Jeff Beck tot Dick Dale, van Zappa tot Marc Ribot. Niet de minsten, horen wij u denken. Klopt, Hedvig Mollestad is dan ook een gitaarvirtuoze die haar instrument zowat alle hoeken van de kamer laat zien, zonder dat ze daarbij persé de guitar-hero moet uithangen. Laat dat maar over aan Slash en consoorten.

Ding Dong. You’re Dead
Hedvig Mollestad Trio
 

donderdag 13 mei 2021 10:19

Bright Green Field

Nieuw, fris, dwars, spannend, avontuurlijk, energiek, spits, bijzonder en uniek. Mogen wij u voorstellen: Squid, jonge Britse creatieve geesten die in het kielzog van andere eigenzinnige bands als Black Midi en Black Country New Road de Britse rock compleet binnenstebuiten keren. Bij momenten is dit dansbaar als de pest, elders dan weer zo tegendraads dat een mens er haast gek van wordt, maar steeds is het opwindend en zuigt het al onze aandacht op.
Hier valt geen genre op te plakken. Doe vooral geen moeite, Squid omzeilt met verve alle hokjes. Dit klinkt eigenwijs en vooral onvoorspelbaar. Nerveuze gitaartjes landen plots in een poel van noise (“2010”), prikkelbare postpunk slaat halverwege om in een verwarde sonische geluidseruptie (“Boy Racer”), punk-funk à la LCD Soundsystem wordt door een Sonic Youth molen gedraaid (“Peel St”) en een streep gekraakte jazz snijdt doorheen een dreigend “Global Groove”. Hoogtepunten “Narrator” en “Pamphlets” zijn zowat de meest opwindende dingen die we de laatste maanden gehoord hebben, bruisend, prettig gestoord en bijzonder aanstekelijk.
‘Bright Green Field’ is sowieso één van de meest vernieuwende en spannende albums van het jaar.
Squid speelt, als tante Corona het belieft, op 08/10 in de Brusselse Botanique. Eentje om absoluut bij te zijn.

donderdag 13 mei 2021 17:34

Delta Kream

Na de belegen mainstream-rock van hun laatste twee albums ‘Turn Blue’ en ‘Let’s Rock’ hadden wij The Black Keys al bijna bij het grof huisvuil gezet, maar de heren Dan Auerbach en Patrick Carney roepen ons prompt terug met het verrassend frisse ‘Delta Kream’, een plaat waarmee ze teruggrijpen naar hun eerste liefde, de blues.
Met de albums ‘The Big Come Up’ (2002) en onze favoriet ‘Thickfreakness’ (2003) stak het duo destijds de neus aan het venster met de meeste vettige en compromisloze bluesrock die enkel zijn gelijke vond in de eerste platen van The White Stripes. Het is met dit soort blues dat The Black Keys nu terug het mooie weer maken, niet meer zo venijnig en vettig als toen, wel meer relaxed en groovy. Geen eigen werk deze keer, The Black Keys graven in delta-blues originals van John Lee Hooker, RL Burnside en hun all time favorite Junior Kimbrough, die ze ook al prezen met het geweldige ‘Chulahoma’ uit 2006.
John Lee Hooker’s “Crawling King Snake” mag dan al ettelijke keren gecoverd zijn, de Black Keys versie mag er toch maar best wezen met dat heerlijke slide gitaartje die doorheen de song rolt. Een ander prijsbeest is “Going Down South” (van RL Burnside) die bediend wordt van dat hoge soulstemmetje die The Black Keys zich na al die jaren hebben toegeëigend. “Come On And Go With Me” van Junior Kimbrough is ook zo’n soulvolle laidback-blues waarbij wij ons maar al te graag laten doorzakken, whiskeytje binnen bereik.
Niet zelden doen The Black Keys ons denken aan The North Mississippi Allstars, ook al toegewijde bluesadepten uit de entourage van RL Burnside die de blues van een frisse wind voorzien.

Voor Carney en Auerbach, die zich hier trouwens ook laten begeleiden door een stel rasmuzikanten die de stiel rechtstreeks hebben geleerd bij RL Burnside en Junior Kimbrough, is ‘Delta Kream’ maar een corona-tussendoortje. Het heeft hen echter meer dan goed gedaan om even opzij te stappen van hun mega-groep allures, want ze hebben in tijden zo fris en puur niet meer geklonken.
Laat ons hopen dat ze die herwonnen fleur en energie kunnen overzetten op het nieuwe werk dat er nog zit aan te komen.  

donderdag 13 mei 2021 17:28

A Better Dystopia

Doorgaans halen wij onze neus op voor weer eens een coverplaat van een band die zijn helden wil eren. Meestal betreft het dan in het beste geval deugdelijke versies van een resem songs waarop wij niet echt zitten te wachten, omdat veel van die songs al zo goed als platgecovered zijn en uiteindelijk de originele versies toch nooit overtroffen worden.
Maar wat Monster Magnet hier doet kan ons wel bekoren, omdat Dave Wyndorf met zijn bende hulde brengt aan een handvol halfvergeten wilde psych- en garagerockbands uit een ver verleden.  
De Hawkwind klassieker “Born To Go” komt hier meteen de toon zetten, een song die Monster Magnet op het lijf geschreven is, want daarop is immers hun ganse sound gebaseerd. Zonder Hawkwind was Monster Magnet immers nooit uit de bloemkolen ontsproten.
Hawkwind en The Pretty Things (“Death”) zijn zowat de meest bekende bands die hier bejubeld worden. Verder heeft Wyndorf gekozen voor obscure covers van bands die in hun tijd onder de radar gebleven zijn, maar die stuk voor stuk een stel vergeten pareltjes hebben voortgebracht. Seventies bands als Poobah, Dust, Pentagram, Josefus, Jerusalem en Morgen worden hier met branie van onder het stof gehaald, en het blijkt alleen maar een schande dat ze daar de ganse tijd hebben liggen wegteren. Vandaar een dikke pluim voor Wyndorf om de ongekuiste wilde psych-rock van die bands terug onder de levenden te brengen. Monster Magnet doet dat dan nog eens met de furie van hun beste jaren, ze lijken hier de tijd van hun leven te hebben.
Met de primitieve fuzz en garagerock van Fuzztones en Scientists weten ze ook wel raad, ze brengen “Epitapth For A Head” en “Solid Gold Hell” met evenveel vunzigheid en punk-attitude als de garagerockers van weleer. Ook de proto punk van “It’s Trash” (Cavemen) gulpt hier op zijn vuilst uit de rioolbuizen. De enige hedendaagse band die een beurt krijgt is Table Scraps, hun “Motorcycle” is een regelrechte punkrocker die stijf staat van de adrenaline.

Met ‘A Better Dystopia’ graaft Monster Magnet op plaatsen die gedurende jaren onberoerd zijn gebleven, maar waar kolkende rock’n’roll blijkt te bruisen. Dit is wat wij noemen een geslaagde coverplaat. Maak er uw werk van om al deze bands te gaan uitspitten, het zal u niet beklagen.

donderdag 06 mei 2021 13:04

Detroit Stories

Voor de release werd alom aangekondigd dat Alice Cooper met zijn nieuwe plaat zou teruggrijpen naar de rauwe beginperiode, naar de wilde jaren waarin zijn band samen met The Stooges en MC5 de straten van hun hometown Detroit onveilig maakten met wilde, onstuimige en ranzige rockmuziek die hard en luid door de motor-city knalde. Klinkt veelbelovend, toch even checken of daar iets van in huis is gekomen.
Alice Cooper neemt helaas een serieuze valse start wanneer hij zich vergrijpt aan de VU klassieker “Rock’n’Roll”. Een erbarmelijke en banale cover, niet bepaald een respectvolle hommage aan de legendarische Velvets. Leefde onze favoriete brompot Lou Reed nog, hij had gegarandeerd Alice Cooper voor de rechter gesleept. Het is ons trouwens een raadsel wat The Velvet Underground, dé New York band bij uitstek, komt doen op een plaat die zich presenteert als een ode aan Detroit.
Over de behandeling die “Sister Anne” van de geweldige MC5 meekrijgt zijn we dan wel weer iets enthousiaster. Alice Cooper komt hier een stuk vinniger uit de hoek, hoewel deze versie niets toevoegt aan het reeds fantastische origineel maar wel fel genoeg klinkt om ons de rebelse rock van MC5 terug voor de geest te halen.
Verder krijgen we een wisselvallige vintage Alice Cooper plaat waar banale meezingers (“Our Love Will Change The World”, “Wonderful World”) afsteken tegenover een stel aardige en potige rockers (“Go Man Go”, “Independence Dave”), waar een poging tot een stomende soulsong op een sisser uitloopt (“$1000 High Heel Shoes”) maar de blues een betere beurt krijgt (“Drunk and In Love”), waar Dictators achtige punk-hardrock knap geëerd wordt (“I Hate You”) terwijl een potsierlijke en waarschijnlijk onbedoelde Weezer persiflage (“Hanging On By A Thread”) dan weer totaal de mist ingaat.
Haal er zelf uw voordeel uit, maar wij grijpen toch liefst terug naar platen als ‘Killer’, ‘School’s Out’ of ‘Billion Dollar Babies’ waar Alice Cooper echt op scherp stond. En stijf van de drugs, dat ook.

donderdag 25 maart 2021 13:46

Kingdom Of Oblivion

Tradities zijn er om in ere te houden, er gaat geen jaar voorbij zonder minsten één nieuw Motorpsycho album. De fans weten ondertussen al wat hen te wachten staat met het zoveelste nieuwe schijfje van deze hardnekkige Noren. De band gaat inmiddels al een paar decennia onverstoord door met het brouwen van hun gekende prog-rock sound die zich steevast vertaalt in alweer een marathon-album. In vinyl termen gaat het hier zowat altijd over een dubbelaar met daarop gegarandeerd een stel flink uit de kluiten gewassen songs die niet zelden tegen de tien-minutengrens aan schurken. 
Ook met het nieuwe ‘King Of Oblivion’ is het weer van dattum. Niets nieuws onder de zon dus, maar dat hoeft daarom geen slecht nieuws te zijn, integendeel. Motorpsycho doet immers gewoon waar ze zo goed in zijn. Daarom is ‘King Of Oblivion’ geen verrassend album, wel een aangename aanvulling van hun inmiddels indrukwekkende discografie.
Het zijn alweer de langste songs die met de schoonheidsprijzen gaan lopen. Zo klinkt opener “The Waning Pt 1&2” heel vertrouwd in de oren met een bronstige riff waar een resem heerlijke gitaarsolo’s achteraan schuren. Ook “The United Debased” en “At Empire’s End” zijn in die zin parels van het zuiverste formaat, Motorpsycho op zijn best. Absolute topper is “The Transmutation Of Cosmoctopus Lurker”, een uitgebreide psychedelische stonertrip die de verste uiteinden van het heelal verkent.
Motorpsycho flirt wel eens met bombast, maar nooit gaan ze erover, check “Dreamkiller” dat via een akoestische intro overgaat in een orkestrale apotheose maar nergens opgezwollen klinkt.
‘Kingdom Of Oblivion’ ademt de gekende Motorpsycho sound uit alle mogelijke poriën, wij zouden het niet anders willen.

donderdag 25 maart 2021 13:42

Pick A Day To Die

Wie vertrouwd is met de muziek van Sunburned Hand Of The Man mag nu zijn vinger opsteken. Niemand? Troost u, wij ook niet. Even de backcatalogue van deze weirdos checken? Veel plezier ermee, wij tellen meer dan 80 albums in een dikke 20 jaar. Daar kunnen andere halve gekken als John Frusciante, Thee Oh Sees of Ty Segall een puntje aan zuigen.
Als u zich er toch zou aan wagen zou u wel eens na enkele maanden totaal verward uit dit avontuur kunnen komen, want dit is nu niet bepaald het meest toegankelijke of hapklare muzikale voer. Maar het helpt wel als u geregeld een portie Sun Ra, Heliocentrics of CAN achter uw kiezen kapt.
Laten we het hier dus voorlopig houden bij de nieuwste plaat ‘Pick A Day To Die’.
Fijne titel alvast. Als dit maar goed komt. Het is donker, maar nu ook weer niet meteen om een koord om uw nek te binden. De ingehouden krautrock van de titelsong klinkt verslavend als de pest en “Flex” heeft iets van de elektronische rave-post-rock van Maserati, maar dan in een soort van slow-motion modus. “Solved” is JJ Cale die met Fat White Family een met helium geladen opblaasbol binnenwandelt en “Prix Fixe” is ontspoorde noise rock die halverwege plots in een relaxed badje stapt waarin een stukje oude Pink Floyd ligt te garen. Om een geschifte en bedwelmende song als “Initials” tot u te nemen twijfelen we er niet aan dat u dat best doet in combinatie met de nodige geestesverruimende middelen, maar dat heeft u niet van ons gehoord.
Bevreemdende maar spannende plaat. Nog een stuk of tachtig te gaan.

In 1992, in volle grunge periode, kwamen de culthorror adepten van White Zombie aanzetten met ‘La Sexorcisto : Devil Music vol 1’, een klassieker wat ons betreft, een hap die met een serieus korreltje zout werd geserveerd, wat een zeer aangename verwelkoming was in een tijd waarin rockmuziek veel te serieus werd genomen. Op ‘La Sexorcisto’ konden horror, metal en humor het perfect met elkaar vinden en werd de fun verpakt in een resem geweldige riffs. White Zombie had eigenlijk zomaar een nieuw genre uitgevonden. Wij zouden het culthorror-comedy-metal durven noemen, iets waarvan je de roots misschien bij Alice Cooper mag gaan zoeken, maar dan in een nineties griezelkleedje gehuld.
White Zombie heeft met hun daaropvolgende releases nooit meer ‘La Sexorcisto’ kunnen evenaren en gaf er in 1998 de brui aan. Frontman Rob Zombie maakte tussendoor een heuse horror-movie maar ging gelukkig ook door met het creëren van gortige metalplaatjes met een vette knipoog, overladen met gortdroge riffs en doorspekt van allerhande horror-uitstapjes.
Met het nieuwe -hou u vast voor alweer een prettig gestoorde albumtitel- ‘The Lunar Injection Kool Aid Eclipse Conspiracy’ heeft Rob Zombie misschien wel zijn allerbeste nekschot in jaren afgevuurd. Waar zijn vorige platen -hoe geestig, straf en wild die ook klonken- een beetje leden aan een gebrek aan variatie, is dit album voorzien van talrijke spitsvondige uitstapjes, verrassende tempowisselingen, gestoorde tussendoortjes, stampende riffs en vlammende songs die al eens diverse richtingen durven uit te gaan. Toch klinkt het allemaal vooral als vintage Rob Zombie, met name knallende metal in een geestige horrormarinade. Er worden wederom een paar gekscherende uitstapjes gemaakt die het spektakel steeds spannend houden. Het is de combinatie van die typische Zombie-akkefietjes met prettig gestoorde metalsongs die van deze plaat een absolute voltreffer maakt.
Met “The Triumph of A King Freak”, “The Ballad Of Sleazy Riders”, “Shadow of The Cemetery Man”, “The Eternal Struggles of The Howling Man” en “Get Loose” deelt Zombie een stel mokerslagen uit die langs alle kanten de pan uit swingen. Zo is “Crow Killer Blues” is een beest van een hardrocker waarvoor Zakk Wylde een moord zou begaan.
Als Rob Zombie zich even buiten zijn comfortzone begeeft is het hek helemaal van de dam,
“18 th Century Cannibals, Excitable Morlocks and a One Way Ticket on the Ghost Train” gaat schaamteloos over van country-hillbilly naar verschroeiende metal en weer terug, “Boom Boom Boom” klinkt als Depeche Mode die zich na een zware acid trip aan de blues waagt en zelfs een onvervalste mijmerende instrumentale ballad als “The Much Talked of Metamorphosis” is hier volledig op zijn plaats.

Rob Zombie is op dreef zoals hij in jaren niet is geweest. Dit is bruisende zombie-fun.

Pagina 9 van 103