Het Depot Leuven - concertinfo 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2025 events16-10 Overdrive: indoorfestival Belgisch talent – info zie site 18-10 Over the rainbow (internationale waacking- en queer dance community) 20-10 Sad boys klub 21-10 Black leather jacket 23-10 Hef 25-10 Monto space 27…

logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

The Datsuns - 2...
Warhaus - De Ca...
Erik Vandamme

Erik Vandamme

Les Nuits Botanique 2025 - WU LYF – Stereolab - Moin – Een experiment aan gevoelens en emoties

Les Nuits Botanique 2025 zit erop. Het nieuwe concept, het organiseren van telkens een thema avond, was een schot in de roos. Op enkele minpuntjes na, zoals het vaak lang aanschuiven voor toilet, drinken of eten op heel drukke momenten en als een zaal als de Orangerie of Museum overvol loopt voor een band, was het soms onbehagelijk staan.
Toch moeten we toegeven dat de formule aanstekelijk werkt.
Meer nog, die laatste festival dag/avond met WU LYF, Stereolab en Moin bleek zelfs op een vijfsterren avond uit de te draaien. Een experiment van gevoelens en emoties.

Het was verzamelen geblazen in de Museum voor Chaton Laveur (****) een uit Luik afkomstig Krautrock duo. Julie en Pierre zijn in het dagelijkse leven een koppel, en vullen elkaar muzikaal ook ideaal aan. De oogstrelende meppen van Pierre op zijn drumvellen, zachtmoedig oorverdovend zijn perfect op de inbreng van multi-instrumentalist Julie, die gitaarlicks en een aanstekelijke pianoklank toevoegt.
Er werd in het Frans gezongen wat het boeiender maakte. Die muzikale versmelting, speels, ongedwongen, groovy was top.

Toen we het fragiele meisje helemaal op haar eentje zagen staan op de Fountain Stage vreesden we dat ze helemaal door de mand zou vallen. Maar Quiet Light (****) wist iedereen diep te ontroeren.
Quiet Light is de projectnaam van de 24-jarige elektronische folk artieste Riya Mahesh, die in Boston woont. Haar muziek brengt folk intimiteit met ambient geluidscollages en pop songwriting. Ze maakt gebruik van samples via haar laptop, die een meerwaarde zijn. Haar muziek krijgt nog meer gestalte door de gestructureerde arrangementen van gitaar, bas en drums en de teksten. Maar het was toch vooral Riya’s breekbare, soms krachtige engelenstem die intrigeerde. Een erg interessante ontdekking.

We zakten af naar de Orangerie voor Acopia (*****) "Acopia nodigt luisteraars uit om hun hart te openen en weg te zinken in hun gevoelens, en voert ze mee in een wazige droomwereld vol zwoele zang, peinzende synthese en smeulende baslijnen." lezen we in de biografie.
Het trio zoekt ons bang hart op, om een baken van troost te bieden. Muzikaal te situeren tussen shoegaze en de betere trip-hop. De vurige vocals waren een deken tegen de donkere gedachte. De warme, aanstekelijke refreinen spraken de dansspieren aan. Een goed gevulde Orangerie wiegde van begin tot eind mee.

Op de Fountain stage bezorgde Mark William Lewis (****) ons een kampvuurgevoel, door die warme gitaren en drums. De band stond wel apart op het podium, maar gaf je het gevoel alsof je neervlijend in het gras zat te luisteren naar dit gitaargepingel van gitaren, omringd van gelijkgestemden. Opmerkelijk alvast op het grotere podium in de buitenlucht.

Dorian Dumont 'La Volte' (****1/2) is geen onbekende, als pianist zagen we hem in enkele projecten schitteren. Een uitzonderlijk talent. In de Museum brengt hij met 'La Volte ' een overtuigend project. Er wordt voortbouwend op zijn werk met de groep ECHT!, die de grens tussen jazz, elektronische muziek en hiphop doorbreekt; op zijn solo pianoproject ‘Dorian Dumont plays Aphex Twin’, tilt Dorian zijn muzikale verkenningen naar een nieuw niveau.
'La Volte' vermengt verschillende invloeden en verlegt de genregrenzen.
Zijn doel is om organische clubmuziek te maken met alleen akoestische instrumenten, zonder gebruik te maken van effecten of elektronica, lezen we in debiografie.
Samen met twee drummers en een bassist slaat Dorian Dumont een brug tussen elektronische en akoestische muziek. Hij biedt een frisse, moderne geluidservaring. Wat een improviserend karakter van dit project, met bijzonder warme, groovy sounds. Iedereen staat in de spotlight , maar z’n brede, uiteenlopende piano virtuositeit, al dan niet met een hoekje af, van Dumont zelf dus, valt nog het meest op. Dit was een uurtje aparte jazz ten top, voor fijnproevers.

Het trio Still House Plants (****), met Jess Hickie-Kallenbach op zang, Finlay Clark op gitaar en David Kennedy op drums, is erop uit om een bepaalde groove te creëren, en je te hypnotiseren met hun unieke geluid. Betoverende zanglijnen, spanningsbogen creëren zijn de rode draad doorheen dit concert. Gemakkelijk in het gehoor liggende muziek brengt het gezelschap niet; het is genieten van die avontuurlijk aanpak , iets wat Les Nuits siert. Ze kleurden buiten de lijntjes en hier hield men van!

In een vrij donkere Orangerie stond het duo Julie Rains (*****) niet op het podium, maar middenin de zaal, met het publiek rond hen opgesteld. Julie Rains, aka Julie Rens zat nog bij Juicy, en gooit het nu solo over een andere boeg. De multi-instrumentaliste/zangeres overweldigde door haar diverse aanpak, soms intiem, dan weer lichtjes dreigend, maar vooral gekenmerkt van een bevreemdende, donkere wolk. Het duo deed ons wegdrijven in duistere gedachte.
De oorverdovende beats van de keyboardspeler waren opvallend. De aanpak boezemde geen angst in. De warme, veelzijdige vocals klonken intrigerend in dit concept. Toch wel iets magisch.

Terug naar de Fountain Stage … WU LYF (****) - De Britse alternatieve band WU LYF zorgde letterlijk voor een muzikale aardverschuiving. Het rauwe, lo-fi debuutalbum 'Go Tell Fire to the Mountain’ is er eentje om te koesteren. Na jaren stilte is er nu een nieuwe single uit: "A New Life Is Coming."
De band uit Manchester werd opgericht in 2008 en bestond uit Jeau (Joe Manning), Lung (Tom McClung), Elle Jaie (Ellery Roberts) en Evnse (Evans Kati). In 2012 stopten ze en leek het einde verhaal. Maar nu zijn ze dus terug. Een geëmotioneerde geordende muzikale  chaos in heavy pop kun je zeggen, met een streepje Pink Floyd experiment, rauw, krachtig en atmosferisch. Boeiend Sterk .

'Weerbarstige klankentapijtjes in groen licht' schreven we over MOIN (*****). De Museum stond helemaal vol voor dit gezelschap. We zagen de band in 2024 op het BRDCST festival in de AB. We herinneren ons ''Binnen de set waren de gitaar en de keys en de hemelse percussie belangvol. Ze overtuigden door het uitgesponnen instrumentarium en ze tastten hun eigen mogelijkheden voortdurend af. Het geheel was pittig gekruid.''
In de Museum klonk het nog rauwer, intenser, spannender. Het ging naar lang uitgesponnen oorverdovende climaxen en intieme soundscapes die beiden even dreigend konden klinken. MOIN was geen voer voor tere zieltjes en deelde uppercuts uit in die bredere, gevarieerde aanpak.

Hoe later in de avond, hoe meer publiek er kwam opdagen. Dé absolute publiekstrekker van was Stereolab (*****), die recent hun nieuwste plaat op de markt brachten, ‘Instant holograms on metal Film'.
De band werd opgericht in 1990 door Tim Gane (gitaar, keyboards) en Laetitia Sadier (zang, gitaar, keyboards). In 2002 overleed bandlid Mary Hansen (achtergrondzangeres, keyboard, gitaar) nadat ze op haar fiets werd aangereden in Londen. Het album' Margerine Eclipse' was opgedragen aan haar. Na de tournee rond het album 'Chemical Chords' (2008) besloot de band een pauze in te lassen.
De nieuwe plaat luidt een nieuw hoofdstuk in, zonder te raken aan de basis waarrond de muziek van de band is ontstaan. Het wordt omschreven als ‘cerebraal, glibberig, speels en uitdagend.
Ook live ervaarden we dit. Uiteraard kwam de nieuwste plaat het meest aan bod. Nummers als “If you remember I forgot how to dream 1” en “If you remember I forgot how to dream 2” klinken even fris en monter als gekende klassiekers “Peng !33” of “Miss Modular”. Stereolab zette de puntjes op de 'I' en voegde in de bis er het knappe “The way will be opening” en “Imortal hands”- eveneens van de nieuwste plaat, aan toe.
Het speelse, uitdagende kwam voorop. De band had er duidelijk zin in en had een nauwe (muzikale) verbondenheid met z’n publiek. Stereolab is niet verdwenen , integendeel ze eigenen zich terug een plaatsje op. Iedereen was overtuigd. Mooi.

Afsluiten deden we met POiSON GiRL FRiEND (****). De stormloop was echter zo groot dat we werden weggedrukt, naar de uitgang. POiSON GiRL FRiEND is een solomuziekproject van nOrikO; als zangeres, liedjesschrijfster, componiste, producer en DJ, voornamelijk in Japan, vormde ze in 1990 The Poison Girl Friends met haar vrienden. Eind 1991 werd dit haar solo-eenheid als POiSON GiRL FRiEND. De naam wordt sindsdien vaak gebruikt als alias voor nOrikO.
We besloten, nog even te genieten van een flard pompende beats en ijzingwekkende vocals, niet vies van het kenmerkend Oosters tintje. POiSON GiRL FRiEND refereerde aan de ondergaande zon uit het verre Midden-Oosten. Haar stem en de muziek prikkelde en maakte deze link onmiskenbaar.

Wat een boeiende Les Nuits Bota vanavond, een experiment aan gevoelens en emoties!

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Botanique)

Komatsu- Het is dus een onderhuidse plaat geworden. Het is een donkere plaat, maar niet in de zin van negatief. Maar het is wel een plaat met een weemoedig kantje, zeker en vast

De Nederlandse Stoner band Komatsu is al sinds 2010 bezig. Het was een vrij hobbelig parcours, met heel wat line up wissels. Ondertussen bewees Komatsu dat ze niet moeten onderdoen voor de internationale namen binnen de scene; ze bliezen ons reeds in 2016 omver op Desertfest.
We zijn de band op de voet blijven volgen. Nu komt er een gloednieuwe plaat uit genaamd ‘A Breakfast For Champions’. Een plaat waarop je een sterke homogene formatie hoort, goed op elkaar ingespeeld. Als trio trekken ze een ondoordringbare muur op, met heel wat emotie.
We hadden een mooie babbel met de drie bandleden Maurice Truijens, Martijn Mansvelders en Jos Roosen. Uiteraard keken we ook naar de verdere plannen en polsten we of er iets staat te gebeuren rond het 15 jarig bestaan.

Komatsu is ontstaan in 2010. Er is ondertussen wel wat gebeurd. Vertel eens
Komatsu is in 2010 begonnen als vervolg op Repomen. Repomen kende leden van Borehole en Peter Pan Speedrock. Toen Repomen werd opgericht zou het Repomen of Komatsu heten. Het was dus logisch om Komatsu te kiezen voor de band die eigenlijk voortvloeit uit Repomen. Toen Komatsu begon nam Erik van Schenk Brill de zang voor zijn rekening. Na verloop van tijd hield Erik het voor gezien en heeft Mo de zang overgenomen. Daarna hebben we behoorlijk wat bezettingswisseling gekend, enkel op de drums. We hebben ook een Belgische drummer gehad. Jelle Tommeleyn heeft gedrumd tijdens de 6 weken lange Europese tour met John Garcia. Niet lang na deze tour is hij op tragische wijze overleden.We hebben het hier binnen de band nog regelmatig over. Jelle was een zeer getalenteerde en enthousiaste drummer. Een hele aardige en sociale jongen die we enorm missen.
Het intensieve touren bleek de voornaamste reden voor de drummers om te stoppen met de band. Dit bleek moeilijk te combineren met werk en het privéleven. Jos is in 2018 bij Komatsu gekomen en we kende hem van Pendejo!. Hij had eerder met onze toenmalige gitarist Matthijs Bodt in deze stoner band gespeeld. Met hem wisten we dus wat we in huis haalden. 

Ik heb jullie twee keer live gezien, op Desertfest in 2016 en in 2018 in de 4AD Diksmuide. Ik heb van beide optredens enorm genoten, maar in de 4AD was het wel absoluut top door de intiemere locatie?
Toen we op Desertfest speelden waren we op tour met Duel (USA). We kwamen net uit Itali
ë en zijn in één ruk door moeten rijden. We hebben die nacht in de bus moeten ‘slapen’. Toen we aankwamen moesten we direct opbouwen en de linecheck doen. We hadden niet eens een ontbijtje gehad. Snel een banaan in de mond en puur op adrenaline de show gedaan. We waren die dag de opener in de kleine hal. Het was afgeladen vol en buiten de zaal stond iedereen op de gang te dringen om naar binnen te kunnen. We merkten dat we die dag wel iets losgemaakt hadden op Desertfest. Het is altijd lastig te ‘meten’ wat je aan een show hebt overgehouden. Het is niet zo dat we daarna makkelijker of meer geboekt werden voor shows. Wel spraken we veel mensen die onze show gezien hadden en er van genoten hadden of zeiden dat ze het een van de hoogtepunten van het festival vonden. Ook de recensenten schreven positieve dingen over ons optreden, dus we zullen vaker te laat moeten arriveren en weinig moeten slapen voorafgaand aan een show.

De nieuwe plaat nu … Er is ondertussen een tweede single uit “Savage”, het té vroeg verliezen van vrienden en dierbaren, de zoektocht naar het doel en de betekenis in het leven. Het nummer is geïnspireerd door het overlijden van Tom Davies (bassist Nebula/The Freeks); kun je er wat meer over vertellen?
We zijn een paar weken lang door Europa op tour geweest met The Freeks (USA), waarin Tom Davis basgitaar speelde. Ook hebben we diverse malen met Nebula gespeeld (waarin Tom Davies ook actief is). Tijdens de tour hebben we enorm met Tom gelachten en een fijne band opgebouwd. Na de tour zijn we contact blijven houden en zagen we elkaar altijd als hij in de buurt moest optreden. Toen we hoorden dat hij leukemie had sloeg dat in als een bom. Nadat hij is overleden heeft Mo ‘Savage’ geschreven. Deze song is geïnspireerd door de machteloosheid, de triestheid die we toen voelden.

Ondertussen zijn jullie met drie, maar wat een energie. Was ‘A Breakfast For Champions’ een moeilijke bevalling?
We hebben, met twee gitaristen altijd een muur van geluid gebouwd. Met deze plaat zijn we er achter gekomen dat er heel veel achter die muur verstopt zit. Door die muur van geluid hebben we nooit echt gehoord hoe goed en subtiel Joos op drums is. Op deze plaaat komt zijn drumwerk beter tot zijn recht en hoor je deze subtiliteiten.
En dat we met ons drie zoveel energie kunnen voortbrengen?  Is een zeer fijn compliment, we vinden dat trouwens zelf ook eerlijk gezegd. Het is zelfs energieker en bruter dan met vier. Als je met twee of meer speelt, kun je in elkanders weg zitten. Met ons drie zitten we allemaal op diezelfde lijn. Waardoor het nog steeds een muur is, maar een nieuw opgebouwde. De plaat is feitelijk meer een registratie dan een opname. Er is nauwelijks gebruik gemaakt van overdubs en er is weinig geknipt, gedubbeld etc. Het is een vrij ‘naakte’ registratie/opname waarin alle instrumenten naar onze mening goed hoorbaar zijn. Dat is het grootste verschil met onze voorgaande platen. 

Jullie zijn een geoliede machine nu. Ik volg jullie al vanaf het prille begin en dacht dat ik jullie kwijt was (eerlijk gezegd). Dit is duidelijk een nieuwe bladzijde. Voelt deze plaat een beetje aan als ‘het verleden achter jou laten en vooruit kijken’. Hoe moet ik het zien?
Dat klopt wel hoor. Toen Matthijs Bodt de band verliet zijn we met 3en gaan repeteren. Aanvankelijk vonden we het bandgeluid wat kaal en leeg klinken maar dit wende al snel. We besloten om niet op zoek te gaan naar een tweede gitarist. Ook omdat de klik tussen ons drieën zo goed was en de sfeer zo prettig was. We merkten dat we met ons 3en sneller konden musiceren. We zijn nieuwe ideeën gewoon gaan proberen onder het mom van “de vetter de better”. Als het niet werkte dan gingen we gewoon verder. We durfden meer dan voorheen dingen uit te proberen en eerlijk tegen elkaar te zijn als iets niet werkt. Dit zorgde voor veel meer samenhang en interactie. Als band hebben we dus veel meer dan voorheen de nummers samen uitgewerkt en ‘ingekleurd’. Met 3en is het ook totaal anders musiceren door de ruimtes die er ontstaan. Voor ons is het dus wel een nieuwe uitdaging dat ons fris houdt en nieuwe energie geeft.

Jullie bouwen een ondoordringbare geluidsmuur op. Er zit ook een gevoeliger kantje verborgen op deze plaat. Een bewuste keuze? Zit er een persoonlijk verhaal in?
Het gaat niet alleen over persoonlijk frustraties, maar over wat er in de wereld omgaat. Daar gaan de meeste teksten over.  En dat brengt uiteraard heel wat emoties met zijn mee sowieso. En dat keert dus ook terug in onze muziek op deze plaat, maar echt persoonlijk niet direct of niet altijd. Het is dus zeker een onderhuidse plaat geworden. Het is een donkere plaat, maar niet in de zin van negatief. Maar het is wel een plaat met een weemoedig kantje, zeker en vast.
Het is niet allemaal heel positief wat er in de wereld om ons heen gebeurd. Dit zit in deze plaat verstopt zonder het heel expliciet en tekstueel te duiden. 

Wat is het grote verschil tussen deze release en de vorige?
Deze plaat is meer het resultaat van een complete band waarin alle neuzen dezelfde kant op wijzen. Daarnaast hebben we in de loop der jaren ook de nodige ervaring opgedaan in het schrijven van nummers en het opnemen van albums. Op onze vorige platen stonden in onze ogen uitschieters maar ook wat ‘vullers’. Op ‘A Breakfast For Champions’ staan in onze ogen geen ‘vullers’. De plaat is meer in balans en kent 8 sterke nummers die alle kanten van Komatsu belicht, inclusief ook een instrumentaal nummer (die op elke plaat één staat). We hadden 10 nummers opgenomen en 2 nummers zijn afgevallen omdat ze wat sfeer betreft minder bij de rest paste. We gaan ze zeker nog, in welke vorm dan ook, uitbrengen.
Op deze plaat zijn we meer dan voorheen met dynamiek gaan spelen.

Zijn er al reacties op de plaat? Wat zijn de verwachtingen?
Jazeker. De eerste recensies overstijgen onze verwachtingen. Deze zijn zeer positief.
Los van de hoge cijfers of punten die de plaat krijgt (19 /20 in Yam Yeti, 9/10 Musipedia of Metal, 85 punten in Aardschok Magazine en #6 in Doomcharts en #2 in Poolse Charts) zijn we blij dat de recensenten de plaat ‘begrijpen’. Het is fijn om te lezen dat men de energie lekker en de productie goed vindt. We lezen veelvuldig dat men dit ons beste album tot nu toe vindt en dat het een kanshebber is voor album van het jaar.
Als je zo lang met een album bezig bent kun je zelf de waarde van de songs en het album inschatten. Het is altijd fijn om te zien dat het zo positief ontvangen wordt. We hebben er immers lang en hard aan gewerkt. We zijn vooral blij dat de keuzes die we gemaakt hebben zo goed zijn uitgepakt. Door als trio te spelen hoort men nu meer dynamiek, een andere energie en alle instrumenten afzonderlijk. Dit blijkt in de smaak te vallen.

Ik ben fan, maar binnen de stoner kan het soms een beetje teveel van hetzelfde zijn; wat maakt jullie na al die jaren nog steeds uniek?
Als je als fan bent hoef je niet meer te kiezen toch?
Ach, we zijn niet zo bezig met dat stoner water en al wat daar in zwemt. We doen al vanaf 2010 ons eigen ding. In onze ogen spelen we ook niet typissche stoner muziek, al zijn er natuurlijk stoner invloeden. We spelen muziek die in ons opkomt en en eruit moet en dit blijkt lastig te ‘categoriseren’. De ene recensent noemt het ‘keuzestress’, wij noemen het een luxeprobleem. We spelen waar we trek in hebben en wat we leuk vinden en zijn niet zo met genres of hokjes bezig. Ook niet met wat mensen er van zullen vinden. Als mensen het leuk vinden wat we doen dan waarderen we dat enorm. Zo niet, dan even goede vrienden, dan zijn er genoeg andere bands die ze kunnen checken.

Is het een struikelblok om door te breken als Nederlandse band tav Engelse of Amerikaanse?
We weten niet of dit echt een struikelblok is maar het is zeker niet makkelijk om als Nederlandse internationaal band door te breken, zeker niet in het genre waarin wij opereren. Het zou zeker makkelijker zijn wanneer we uit Amerika of Engeland zouden komen maar we veranderen hier nu niets aan. Het is wat het is en we hopen gewoon dat zoveel mogelijk mensen onze nieuwe plaat checken!

Wat zijn de verdere plannen?
Dit jaar willen we veel spelen om de nieuwe plaat te promoten. De plaat gaat in Indonesië uitgebracht worden en we zijn aan het bekijken of we daar twee weken kunnen gaat touren om de plaat te promoten. Daarnaast gaan we in augustus een weekend naar Zweden en in oktober een Europse tour doen, waarbinnen we op drie Heavy Psysch Sounds Festivals in Dresden, Berlijn en London spelen.
Voor komende jaren zijn we momenteel plannen aan het maken. We zouden graag voor een 3e keer naar Brazilië gaan maar willen ons ook oriënteren op een geheel ander avontuur. We kiezen niet altijd voor de gemakkelijkste weg en soms moet je ook buiten de gebaande paden dienen te treden.

Volgend jaar (2026) bestaan jullie 15 jaar; staat er iets speciaal op de planning?
Nee, maar wel een goed plan om daar iets mee te gaan doen!

Na 15 jaar hebben jullie veel zien veranderen binnen de scene, wat is de grootste verandering?
Positief is dat er nog steeds een scene bestaat en dat de mensen naar shows blijven komen. Na de corona pandemie is er wel veel veranderd. Voor een band is het vandaag de dag niet eenvoudig om het hoofd boven water te houden. Optredens kunnen niet meer zo eenvoudig geregeld worden, gages zijn laag en kosten zijn hoog. Een tour plannen is lastig want op een doordeweekse dag spelen lukt voor een band van onze status moeizaam. We hebben daarom vaak lange weekenden gepland in plaats van tours. Dit jaar gaan we voor het eerst na de corona pandemie weer een tour doen zonder lege dagen erin!
Binnen de scene zijn veel venues, booking agencies, labels etc omgevallen. Het wordt steeds lastiger om je ding als band te kunnen blijven doen. Je kunt bijvoorbeeld wel ergens gaan optreden maar om het voor desbetreffende venue rendabel te maken hanteren zij een zeer hoge entreeprijs. Als band wil je voor je bezoekers geen hoge entreeprijs. Soms moet je als band dan besluiten om tóch niet te spelen, hoe graag je ook zou willen spelen. Een entreeprijs van bijvoorbeeld 30 euro is té hoog en spelen voor een slecht gevulde zaal is niet bevredigend. Als band blijf je dus zoeken naar oplossingen of opties en moet je soms creatief zijn of soms risico’s nemen.

Je kan social media niet meer uitschakelen binnen een band; hoe belangrijk is het voor jullie? Hoe ga je ermee om?
Dit wordt steeds belangrijker voor een band. We merken dat we niet zijn opgegroeid met sociale media dus moeten hier aan wennen. Gelukkig krijgen we hulp van mensen op dit vlak en leren we iedere dag bij. We beseffen dat we mee moeten ontwikkelen en dit kost soms best veel tijd en energie. Je moet een homepage bijhouden, Spotify, Bandcamp, X, Facebook, Instagram en hebben onlangs zelfs een Bluesky pagina aangemaakt. We beseffen ons ook dat sociale media enorme mogelijkheden biedt dus dit maakt het wel makkelijker om het te blijven doen. Dus misschien moeten we maar een stoner dansje gaan instuderen en viral gaan op TikTok!  

Wat zijn jullie ambities? Is er een soort ‘doel’ dat je nog voor ogen hebt?
We mogen tevreden zijn als we (financieel) gezond blijven en als trio muziek kunnen blijven maken de komende jaren. We zouden het te gek vinden als we kunnen blijven touren want we houden er van om avonturen te beleven en mensen te ontmoeten on the road. Niets is fijner dan samen dat busje in te stappen en op avontuur te gaan!
We zouden graag wat vaker op (stoner-)festivals spelen in de toekomst. Mensen vragen ons wel eens waarom we bijvoorbeeld nooit op een stonerfestival als Roadburn (niet ver van Eindhoven) gespeeld hebben? Nou, natuurlijk hebben we ons daar in het verleden aangeboden. In 2016/2017 zijn we daar bijvoorbeeld afgewezen met als reden dat er wat meer rondom Komatsu moest gebeuren. In dat desbetreffende jaar deden we 2 Europese tourtjes, een Braziliaanse tour en brachten we een plaat uit met een gastbijdrage van Nick Oliveri.
We zijn niet een band die dan gaat lopen klagen of mopperen, maar kijken verder naar opties of mogelijkheden. Als een programmeur je bandje of muziek niet leuk vind, dan is dat zo, daar doe je verder niets aan.
We zouden komende jaren graag wat meer op festivals (met name in) Duitsland spelen . We merken dat onze muziek daar gewoon goed ontvangen wordt. We zijn gewoon ‘lucky bastards’ dat we dit al bijna 15 jaar mogen doen en hopen dit gewoon nog een tijdje te kunnen doen. Zolang onze gezondheid het toelaat blijven we hier voor gaan. We zijn f*cking trots dat we weer een nieuwe plaat uit hebben kunnen brengen in deze roerige tijden en gaan deze songs graag live spelen, waar dan ook! 

Luister de plaat via Spotify: https://open.spotify.com/album/0r0opNzPsHvPUqomPR6Akl?si=-j7QOF4nQ4uKmxxV_gq29g
Bestel de plaat via Bandcamp
https://komatsu.bandcamp.com/album/a-breakfast-for-champions

Laurence Cousseau & Clément Cerovecki - Het is belangrijk om verschillende projecten te doen, onszelf tevreden te houden en ook andere manieren te vinden om muziek te maken. Het draait allemaal om passie

We citeren even uit de bio ‘Fluitiste Laurence Cousseau en pianist Clément Cerovecki vormen een muzikaal duo dat klassieke muziek en jazz organisch in elkaar laten overvloeien. In september 2022 brachten ze het album ‘Crépuscule à bascule’ uit, waarin ze werk van componisten zoals Sergej Prokofjev, Claude Debussy en Olivier Messiaen interpreteren en combineren met eigen composities. Andere liedjes zijn gebaseerd op bestaande gedichten, waarbij ze zich eerder laten inspireren door de textuur van woorden dan door de letterlijke betekenis’.  
De Lokerse Jazzklub was de 'place to be' om het unieke duo te ontdekken. Lees gerust https://www.musiczine.net/index.php/nl/item/98450-laurence-cousseau-clement-cerovecki-milde-botsing-van-uitersten
We hadden een fijne babbel met het duo, over het optreden, de connectie tussen jazz en klassieke muziek, plannen en ambities.

Stel jezelf even voor, hoe os alles begonnen?
Clément: Ik speel piano sinds mijn tienerjaren. Vroeger begon ik met improviseren in de jazz, en daarna deed ik ook klassieke muziek. Nu speel ik in veel bands en projecten in Brussel, in veel meer stijlen
Laurence: in mijn geval ben ik eigenlijk begonnen met drummen. Ik hield al vroeg van jazz. Na een tijdje wilde ik melodieuzere muziek spelen. Ik begon met fluitspelen toen ik ongeveer 24 was. Ik heb jazz en klassieke muziek gedaan in de academie in Brussel en ik ben nu bezig met een master in jazzfluit aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel.

Zowel jazz als klassieke muziek bevinden zich nog steeds in een niche ... heb je nooit iets meer popmuziek geprobeerd om een groter publiek te bereiken? Of is dat niet jullie ambitie?
Laurence: popmuziek is nooit echt het soort muziek geweest waar ik naar luister, dus ik voel er geen sterke band mee. Mijn gevoeligheid en nieuwsgierigheid gaan meer uit naar originele muziek, vaak akoestisch en kamermuziekachtig. We zijn niet echt geïnteresseerd in het bereiken van een groot publiek. Voor ons is de lokale gemeenschap heel belangrijk. De jazzscene in Brussel is ongelooflijk divers en creatief en het bijwonen van concerten in kleine zalen is echt een geweldige ervaring.

Wat is volgens jullie het verband tussen jazz en klassieke muziek; vanwaar de passie voor deze stijlen?
Clément: Het gaat niet echt om ‘de stijlen’, ik denk dat het meer om de verschillende soorten muzikanten gaat. Jazzmuzikanten improviseren graag, in klassieke muziek is er ook enige vrijheid in de interpretatie, maar het gaat er meer om de compositie te spelen zoals die is geschreven. Wat betreft verbinding, hum... dat is een heel ingewikkeld onderwerp ?. Ik denk dat een aspect dat ze op de een of andere manier delen het concept van “kamermuziek” is, in de zin van instrumentale en akoestische muziek voor klein ensemble, met een zekere intimiteit, expressiviteit. Hoewel jazz een vrij recent fenomeen is, heeft het een vergelijkbare positie bereikt als klassiek, zoals we kunnen zien dat conservatoria over de hele wereld nu vaak twee hoofdsecties hebben: klassiek en jazz. Er zijn ook veel technische connecties, bijvoorbeeld de harmonische taal van jazz is voornamelijk geërfd van klassieke muziek die vroeg door Europeanen naar Amerika werd gebracht, aan de andere kant werden moderne “klassieke” componisten beïnvloed door een aspect van ragtime, jazz. Maar goed, dit is zeker een zeer gecompliceerd onderwerp omdat het veel afhangt van wat een juiste definitie van jazz is, een andere zeer gecompliceerde vraag ?

Ik las over het album ‘Crépuscule à bascule’ . We lezen ‘het interpreteren van werken van componisten zoals Sergei Prokofiev, Claude Debussy en Olivier Messiaen  en ze combineren met  eigen composities.’ Hoe ben je op dat idee gekomen?
Laurence: We vinden deze componisten erg inspirerend. Het combineren van klassieke componisten en eigen composities is een manier om een dialoog te hebben tussen nu en toen, improvisatie en geschreven muziek, op een manier die zo coherent mogelijk klinkt. Soms spelen we ook stukken van Charles Mingus (een jazz contrabassist die erg geïnspireerd was door klassieke vormen) of andere jazzcomponisten, om nog verder met deze grenzen te spelen.
Clément: In feite is er een historisch verband tussen jazz en klassieke muziek. De geschiedenis van de jazz begint in het begin van de 20e eeuw en is in wezen een Amerikaans verhaal. Er was echter ook een klein direct verband met Europa : de meeste jazz standards, (d.w.z. het repertoire dat door alle jazzmuzikanten werd gespeeld in die tijd maar ook tegenwoordig) waren muziek gecomponeerd voor het theater in de eerste helft van de 20ste eeuw, vooral in New York, broadway... en eigenlijk waren deze tunes vaak gecomponeerd door nieuw aangekomen immigranten (bv. Vernon Duke, Bronisław Kaper, Kurt Weil) die de verschillende problemen ontvluchtten die zich voordeden in Centraal- en Oost-Europa, veel joods natuurlijk... Als gevolg daarvan kan je in de jazz bijvoorbeeld Afro-Amerikaanse muzikanten horen spelen in een nieuwe muzikale taal die het resultaat is van de fusie van verschillende culturen (Afrikaans, lutheriaans) en sommige melodieën lenen die gecomponeerd werden door deze nieuwe Europese migranten... deze ingewikkelde fusie heeft ons altijd gefascineerd... Er zijn zelfs enkele beroemde Europese componisten (Prokofiev, Rachmaninov, Bartok) die naar Amerika verhuisden in dezelfde context maar er ook in slagen hun eigen artistieke carrière voort te zetten zonder echt voor theaters te werken.

Ik ontmoette je in Lokeren Jazz Klub, in mijn geboortestad, samen met Laurence Cousseau. Jullie werken al een tijdje samen en brachten een album uit in 2022; heeft dit deuren geopend?
Laurence: Het heeft niet direct deuren geopend, ook al helpt zo'n project ons te groeien als muzikant. We begonnen dit project in de kamermuziekklas op het conservatorium, onder leiding van Marine Horbaczewski die ons subtiele dingen bijbracht, zoals een bepaalde houding ten opzichte van muziek, en hoe we het geschreven materiaal en improvisatie op een coherente manier in balans konden brengen. Toen dachten we dat het geweldig zou zijn om dit op te nemen, om een spoor van ons werk achter te laten. We dachten er toen niet aan om het op enige manier te promoten, en we hebben gewoon een paar cd's geperst en de muziek op Bandcamp gezet. Natuurlijk doen we soms concerten, zoals in Lokeren, en het is erg leuk om deze muziek weer op te nemen en op het podium te spelen. Maar we kunnen niet zeggen dat we veel feedback hebben gehad over dat album.

Het constant aftasten tussen klassiek en jazz viel me ook op tijdens het concert; waar ligt die grens eigenlijk volgens jullie?
Laurence: Dat is een lastige en zeer subjectieve vraag. Voor mij ligt de grens tussen klassiek en jazz deels in de relatie tussen compositie en uitvoering. In klassieke muziek voert de componist zijn eigen werk meestal niet uit, de partituur is het eindproduct, bedoeld om geïnterpreteerd te worden door uitvoerenden. De muziek wordt overgebracht via de geschreven pagina. In jazz is de uitvoering zelf het eindproduct. Vaak is de componist ook de uitvoerder en is het proces meer collaboratief, met ideeën die in realtime worden uitgewisseld tussen de muzikanten. Dat gezegd hebbende, wordt jazzimprovisatie vaak gezien als een ruimte voor individuele expressie, waar muzikanten om de beurt soleren, bijna alsof ieder in de schijnwerpers staat. Hoewel dit persoonlijke stemmen kan benadrukken, kan het soms aanvoelen als een reeks afzonderlijke optredens, enigszins losgekoppeld van de oorspronkelijke compositie. Wij proberen die grens te vervagen. We proberen het geschreven materiaal te verinnerlijken zodat de improvisatie er organisch uit groeit, waardoor het moeilijker wordt om te onderscheiden wat geschreven is en wat geïmproviseerd, en dat alles met behoud van onze individuele stemmen en vrijheid. In die zin proberen we de traditionele scheidslijn tussen klassieke en jazzvormen te overstijgen.

Er was helaas niet veel publiek, hoe waren de reacties achteraf?
Clément: Dat was prima voor ons, er waren toch nog wat mensen, en we kregen veel enthousiasme achteraf. We apprecieerden het, vooral omdat we een heel persoonlijke muziek zonder concessies voorstelden.  En we hebben wel wat cd's verkocht ?

Het project zal doorgaan hoop ik, wat zijn de verdere plannen? Andere projecten ?
Clément: We hebben het idee om ons duo repertoire om te zetten naar een 4tet met meer “free jazz vibes” (we hebben een keer gespeeld bij Roskam). We zijn allebei actief in verschillende jazzbands. Maar er is in ieder geval één nieuw project dat sterk gerelateerd is aan klassiek/jazz-verbindingen dat ik net heb geïnitieerd: Het gaat over Alexandre Scriabine een Russische componist tijdgenoot van Ravel en Schönberg. Ik heb acht jazzmuzikanten bijeengebracht (zeven blazers met sterk contrasterende klankkleuren en een contrabas) om samen dit repertoire te verkennen via een veelzijdige aanpak: nauwgezet herschrijven, vrije improvisatie, heruitgevonden interpretaties en het opnieuw vormgeven van harmonisch en melodisch materiaal. Door deze muziek, die geworteld is in strikte compositie, opnieuw te bekijken met musici uit een meer orale traditie, die gewend zijn om een individuele toets te geven aan het creatieve proces, kunnen conventionele grenzen, die vaak als tegenstellingen worden gezien, vervagen: populair en klassiek, groove en rubato, harmonie en melodie, compositie en improvisatie, enzovoort. Dit is werk in uitvoering ?

Jullie doen veel projecten, hoe best te combineren?
Ik weet niet hoe we het doen (haha), het is belangrijk om verschillende projecten te doen, om onszelf tevreden te houden bij  muziek maken en ook andere manieren te vinden om muziek te maken. Het draait allemaal om passie.

Als er ooit een nieuw album zou komen als duo, wat zou dan het volgende zijn? Zijn er al ideeën?
Laurence: Op dit moment is er geen concreet plan voor een nieuw album. Zoals Clément al eerder zei, richten we ons nu op het ontwikkelen van het project voor grotere formaties. Maar het klassieke repertoire is enorm en het is spannend om te denken dat dit duo een nieuw hoofdstuk zou kunnen beginnen, met de focus op verschillende componisten. Tijdens het concert in Lokeren speelden we enkele stukken van Scriabin die niet op het album staan.
Clément: Er zijn ook andere componisten waar we van houden maar die we nog niet hebben kunnen ontdekken, zoals Bartók, Schönberg, Jolivet of Milhaud. Dat zouden geweldige inspiratiebronnen kunnen zijn voor een toekomstig album.

Wat zijn de verdere ambities, is er een soort doel?
Laurence: Ik heb mijn eigen project (een jazzkwintet genaamd Les Groseilles de Novembre) dat ik graag verder zou zien ontwikkelen. Gezien mijn achtergrond in ecologisch onderzoek, ben ik geïnteresseerd in het integreren van ideeën uit dat veld in mijn muziekcompositieproces.
Clément: geen specifiek doel, behalve het artistieke proces individueel en collectief voortzetten. Als pianist wil ik vooral mijn eigen harmonische taal ontwikkelen, mijn “eigen kleuren”. Dit kan ik doen door alleen piano te spelen, maar ook door muziek voor anderen te schrijven. Recentelijk heb ik bijvoorbeeld gewerkt aan verschillende orkestraties/arrangementen (muziek van Charles Mingus, Scriabine etc.), dit is super spannend voor mij.

https://laurencecousseau.bandcamp.com/album/cr-puscule-bascule

Bedankt voor de leuke babbel, ik hoop jullie snel terug op het podium te zien
Veel succes

Fat Bastard - Jorn (Fat Bastard) - Er is geen mooier compliment om vergeleken te worden. Maar we proberen niet Motorhead of Peter Pan Speedrock te zijn, we zijn Fat Bastard! We maken de muziek die we zelf graag horen

Fat Bastard werd opgericht in 2007. We zagen hen pas voor het eerst live aan het werk bij de release van hun EP in 2018. De invloed van Peter Pan Speedrock en Motörhead is onmiskenbaar aanwezig in hun geluid — een link die ook op hun nieuwste plaat, ‘Barely Dressed’, duidelijk hoorbaar is. Maar deze keer verrassen ze ook met frisse, onverwachte wendingen.
We spraken met zanger en frontman Jorn over de nieuwe release, de persoonlijke verhalen achter enkele nummers, de gemiste kansen door COVID, en hun plannen en ambities voor de toekomst. Het werd een boeiend en openhartig gesprek.

Jorn, ik volg jullie al sinds het prille begin in 2007. Ondertussen is er heel wat gebeurd. Kun je kort schetsen hoe het parcours van Fat Bastard eruitzag totnutoe?
Fat Bastard startte met vijf man. Maar onderweg krijg je soms te maken met tegenslagen, en dan haakt er wel eens iemand af. In ons geval zijn er twee bandleden gestopt, en in 2009 lag de band zelfs volledig stil. Kurt en ik zochten versterking… In 2010 kwam onze bassist Geller erbij — en die is gelukkig gebleven. Vanaf dat moment zijn we opnieuw beginnen bouwen. Oorspronkelijk hadden we Wannes Vinck en Sven Stoelen op gitaar, maar zij zijn om uiteenlopende redenen uit de band gestapt. Daarna is Jan (opnieuw) ingestapt, en sinds 2014 hebben we een stabiele line-up, soms met 5, maar de laatste tijd met 4.

Was het door die wissels in de line-up dat het zo lang duurde voor jullie eerste EP er kwam? Er zit behoorlijk wat tijd tussen de oprichting en jullie eerste echte release
Onze eerste officiële release kwam er in 2013 met ‘Feel the Pain’. Toen klonken we trouwens nog een stuk meer “metal” dan nu. Die plaat werd geproduceerd, gemixt en gemastered door Martin Furia (Destruction, Bark, Furia). Maar eigenlijk hadden we in 2009 al wat opnames gemaakt. We waren toen nog behoorlijk groen achter de oren en eigenlijk helemaal niet klaar voor een studiosessie — en dat hoorde je ook. Uiteindelijk hebben we wijselijk beslist om die opnames niet uit te brengen. Dus ja, de personeelswissels én het feit dat we nog moesten groeien als band hebben zeker bijgedragen aan die vertraging.

In 2018 besprak ik jullie EP en was ik onder de indruk van de dosis energie. En toen kwam corona... Heeft dat jullie groei geremd? En heb je ooit overwogen om ermee te stoppen?
Corona heeft voor veel bands een rem gezet op hun groei, en bij ons was dat niet anders. Je brengt een cd uit en weet dat het vaak een jaar duurt voor je daar echt de vruchten van plukt. Net op het moment dat we in een mooie flow zaten en regelmatig geboekt werden, sloeg de pandemie toe. We waren volop bezig met het plannen van een Europese tournee, met optredens in Tsjechië, Frankrijk en Duitsland. Dan is een lockdown natuurlijk een serieuze domper.Maar ondanks alles hebben we nooit overwogen om de handdoek in de ring te gooien. Integendeel, ik heb die periode aangegrepen om iets nieuws te leren: hoe je muziek opneemt. Om dat te oefenen hebben we vier Fat Bastard-nummers volledig herwerkt in een akoestische versie. Die heb ik samen met telkens één bandlid opgenomen in onze repetitieruimte, en daarna zelf gemixt. Een superleerrijk proces! Maar ja, wat doe je dan met die nummers? We hebben ze uiteindelijk op YouTube gezet — maar niet onder de naam Fat Bastard. We hebben een fictieve Poolse band bedacht: Smokin’ Jay & His Rizla’s, en de nummers op hun kanaal gegooid. (lacht) Die vier tracks staan daar nog steeds, en ik denk dat hun Facebookpagina ook nog bestaat!

We zullen het eens opzoeken….Wat me persoonlijk opvalt op de nieuwe plaat, is dat het concept overeind blijft. Maar ook dat er een meer melodieus, zelfs donker kantje verbonden is aan deze plaat. Is dat om de voortdurende vergelijking met Motorhead en Peter Pan Speed Rock een beetje te ontlopen of is dat kort door de bocht?
Die vergelijkingen storen ons niet — we zijn allemaal fan van die bands. Het is een compliment. Maar we proberen niet hen te zijn. We zijn Fat Bastard. We maken muziek die we zelf graag horen. En ja, we worden ook een dagje ouder. Het is nog steeds snel, maar eerder 95 dan 100 km/u. We willen gewoon klinken zoals wij.

We waren al over de nieuwe plaat begonnen. De plaat klinkt gevarieerd, en naast het donkere kantje blijft er die rock-’n-roll spirit, waardoor ik jullie heb leren kennen. Maar er zitten ook persoonlijke verhalen in, oals het eerbetoon aan Jan Kilowatt, de bezieler van Frietrock
Klopt. Het nummer “Hammer” is een ode aan Jan Kilowatt van Frietrock, die drie jaar geleden uit het leven stapte. Ik schreef het nummer eind mei, kort na zijn overlijden. De tekst kwam snel, en we hebben de muziek aangepast aan de emotie van de tekst. Het laatste nummer, “Kill My Soul”, gaat over iemand in de band die in zijn jeugd slachtoffer was van kindermisbruik. Tijdens corona, als gevolg van het gebrek aan veel menselijk contact, kwam dat opnieuw naar boven. We hebben als band hier veel over gepraat en besloten er iets mee te doen. Het is geen donker nummer geworden — bewust niet. De boodschap is er één van hoop: “You couldn’t kill my soul.”

Wat me ook nu weer opvalt is hoe jullie er steeds in slagen die ‘live sfeer’ op plaat weer te geven. Dat lukt niet elke band
Dat is een heel bewuste keuze geweest. We hebben samengewerkt met Ira Black, maar we wilden absoluut geen afgekuiste, gepolijste band zijn. We willen klinken zoals we écht zijn. Daarom hebben we geen studio geboekt, maar gewoon alles opgenomen in ons repetitiekot. Eén van de weinige voordelen van corona was dat ik de tijd had om te leren hoe je zelf muziek kunt opnemen. Die kennis hebben we meteen toegepast: deze plaat is volledig in eigen beheer opgenomen. We hebben de tracks daarna doorgestuurd naar Ira. Samen hebben we enkele nummers besproken, hij gaf ons tips en tricks, en we bekeken hoe we bepaalde zaken eventueel anders konden aanpakken. Maar in elk gesprek benadrukten we hetzelfde: het moet eerlijk klinken. Het moet klinken zoals we live spelen. Je kunt in een studio allerlei trucjes gebruiken om je sound te verbeteren, maar dat is niet wat wij willen. We willen geen illusie verkopen. De titel van de plaat, ‘Barely Dressed’, vat dat perfect samen: geen foefkes, geen franjes — gewoon wij, zoals we zijn.

Ondanks dat jullie ook ‘andere wegen verkennen’, is er nog altijd die heel herkenbare Fat Bastard sound
Ik ben nog altijd zeer trots op die nummers van onze EP ‘Junk Yard Fest’. Dat blijft een belangrijk deel van wie we zijn. De stijl die we spelen is sindsdien gewoon wat geëvolueerd. Op ‘Barely Dressed’ hoor je een iets andere kant van ons, maar het is eerder een natuurlijke groei dan een breuk met het verleden. Onze roots laten we zeker niet los — integendeel. De mensen die ons live zien, appreciëren wat we doen. En zolang dat zo blijft, is er geen reden om daar veel aan te veranderen.

Met de muziek die jullie brengen is het bijzonder moeilijk om grote zalen uit te verkopen, maar dat is wellicht ook niet de ambitie?
We willen natuurlijk altijd blijven groeien — groter en groter gaan. En ja, uiteraard dromen we ervan om ooit op Graspop te staan. Maar die ambitie is niet onze hoofdzaak. Wat voor ons telt, is spelen, ons amuseren en het publiek een goeie tijd bezorgen. Als de mensen die ons willen zien, met een glimlach naar huis gaan, dan is onze avond geslaagd. Zolang we zalen zoals de Barok in Brugge kunnen uitverkopen, zijn we tevreden. Daar hebben we trouwens onze tweede releaseparty gehouden, samen met Speedmobile — dat is de band met leden van Peter Pan Speedrock en Batmobile. Een geweldige avond!

Wat zijn de verdere plannen voor dit jaar, eventueel Alcatraz?
Voor dit jaar staat Alcatraz helaas niet op de planning, maar we hopen er in 2026 bij te zijn. Line-ups voor festivals liggen meestal al lang op voorhand vast, vaak al het jaar ervoor. Als je vroeg in 2025 een plaat uitbrengt, is het doorgaans moeilijk om datzelfde jaar nog op de affiche van zo’n festival te belanden. We hopen volgend jaar zeker een aantal mooie dingen te kunnen doen, zowel in eigen land als daarbuiten.

Als Belgische band is het nog steeds bijzonder moeilijk om op de affiche van Graspop terecht te komen, ook bij jullie?
Graspop zou eigenlijk een voorbeeld kunnen nemen aan Alcatraz, waar ze een volledig podium wijden aan Belgische – of op z’n minst locale - bands. Begrijp me niet verkeerd — ik snap dat een groot festival als GMM bepaalde normen hanteert en dat de bookers zorgvuldig selecteren wie er op de affiche komt. Maar het blijft jammer dat het aantal Belgische bands op zo’n groot, internationaal festival zo beperkt is. Net omdat Graspop zo’n breed en internationaal publiek aantrekt, zou het een enorme duw in de rug kunnen zijn voor de Belgische scene. Meer lokale bands programmeren zou niet alleen een sterk signaal zijn, maar ook een vorm van erkenning. Iets van: support your locals ofzo.

Ligt het ook niet aan de Belgische mentaliteit, de Belg is niet chauvinistisch genoeg , denk je?
Als je diezelfde vraag stelt aan Nederlandse bands over waarom ze zelden op Pinkpop staan, hoor je hetzelfde verhaal. En ook bij Duitse bands die proberen door te breken op Wacken is het niet anders. Het is gewoon erg moeilijk om als band uit eigen land op de affiche van een groot festival te geraken. Dat is dus geen typisch Belgisch probleem, maar een algemeen fenomeen. Lokale bands krijgen vaak minder kansen op de grootste podia in hun eigen land, terwijl net die podia een springplank zouden kunnen zijn.

Je krijgt nog voldoende andere speelkansen, maar toch is er een probleem bij festivals die afhaken door tegenvallende ticket verkoop … meer dan vroeger
Voorverkoop werkt vandaag de dag nauwelijks nog. En festivals die geen financiële buffer hebben, trekken dan vaak de stekker eruit. Volgens mij is daar echt iets fundamenteels aan de hand. Wat speelkansen betreft, is het dubbel. Er zijn zeker genoeg evenementen, maar er zijn ook veel bands die bereid zijn om voor een appel en een ei te spelen. En dat doet de scene pijn. Het ondermijnt de waarde van live muziek en maakt het voor bands die een eerlijke gage vragen veel moeilijker om nog geboekt te worden. Dat vind ik persoonlijk een groot probleem.

We hadden het al even over de nieuwe plaat. Ik las al positieve recensies. Hoe zijn de algemene reacties tot nu toe?
De meeste reacties zijn positief. Natuurlijk zijn er ook wat kritische stemmen — sommigen geven ons een 6 op 10. Er was zelfs een website die ons een “sub-standaard Motörhead” noemde (lacht). Hun insteek is dat we Motörhead proberen te kopiëren, terwijl dat net is wat we níét doen. We maken gewoon muziek die wij zelf graag horen. Gelukkig is zo’n 80% van de reacties wél positief. Rock Tribune gaf ons bijvoorbeeld een mooie 8,5.

Ik merk dat je soms wat afwijkt van de vroegere sound, maar tegelijk trouw blijft aan je roots. Nooit overwogen om, puur commercieel, een compleet andere richting uit te gaan?
Wat die twee persoonlijke nummers betreft: ik zou liever hebben dat er géén vrienden van mij sterven, dan hoef ik ook geen ode te schrijven. En ik hoop ook dat er geen andere pijnlijke verhalen meer naar boven komen binnen de band. Die nummers ontstaan uit pure emotie, niet uit planning. En uit commerciële overwegingen iets anders doen? Nee, dat is niets voor ons. We doen gewoon ons ding. Eigenheid is voor ons veel belangrijker dan iets maken waar je hart niet in zit, alleen maar om er wat meer geld mee te verdienen.

Zijn er plannen om met deze plaat ook in het buitenland op te treden?
Nog geen concrete plannen, maar er beginnen wel deuren open te gaan. We speelden onlangs samen met Speedmobile en dat opent perspectieven. Die speedroc/rockabilly-scene voelt wel wat voor het kantje van onze muziek dat in die richting neigt. We hopen daar een paar deuren open te trappen.

Jullie zouden perfect passen op een festival als Sjock, dat ook punk, hardcore, country en rockabilly programmeert. Maar jullie worden vaak in het metalvakje geduwd. Is dat een probleem?
Als er één festival is waar we thuishoren, is het Sjock. Maar tot nu toe is het, ondanks alles, nog niet gelukt om daar te spelen. En ja, we worden vaak in het vakje “metal” gestopt, terwijl de metalfestivals ons dan weer als een “rockband” zien. We zitten een beetje tussen de stoelen. Toch blijven we trouw aan wie we zijn. We gaan geen andere richting uit, alleen maar om ergens binnen te raken. Commercieel klinken als Regi? Dat zie ik mezelf toch echt niet doen. (lacht)

Jullie hebben een mooi parcours afgelegd. Zijn jullie tevreden met de weg totnutoe? Of zou je, met de kennis van nu, de dingen anders aanpakken?
Wij hopen nog altijd op werelddominantie! (lacht) Al mag dat gerust nog zeventig jaar duren. De weg ernaartoe is eigenlijk veel leuker dan de bestemming zelf. Wat je vraag betreft: iedereen maakt fouten. We zijn begonnen als een groepje vrienden die gewoon muziek wilden maken. We wisten totaal niets van de scene. Nu, zoveel jaren later, weten we een klein beetje meer. We maken nog elke dag fouten, maar dat is niet erg. Ofwel win je, ofwel ben je aan het leren. En wij leren nog altijd heel veel.

Tot slot: wat is jullie meest realistische ambitie nu?
We mikken op een plek op Sjock Festival en op Alcatraz in 2026. En als het even kan, zouden we ook graag eens op een degelijk festival in pakweg Barcelona spelen. Buitenland mag gerust verder gaan dan de Benelux — Portugal bijvoorbeeld, dat zou ook geweldig zijn.

Ik hoop dat je de doelen kan bereiken
bedankt voor dit fijne gesprek…en veel succes in alles wat je doet

Argonaut - Iason Passaris - ‘Je baby tot rust brengen met een nummer dat je zelf schreef, is iets magisch’

Argonaut is het project rond Iason Passaris. Na zijn laatste metal-avontuur besloot hij in 2021 te beginnen met de pre-productie van een Indiefolk conceptalbum met producer en muzikant Ruben Lefever (Float Fall). Begin 2021 viel Iason echter uit met een burn-out, waardoor het project op de lange baan schoof. De voorbije jaren werd er met mondjesmaat aan verder gewerkt, maar omdat hij tot op heden niet volledig hersteld is – en recent voor het eerst vader werd – moeten de laatste opnames nog worden afgerond.
In de tussentijd was het schrijven van nieuwe nummers voor hem een vorm van therapie. Bovendien leerde Iason een aantal muzikanten kennen via online songwritingcursussen. Hij nam enkele nummers thuis op en werkte de arrangementen uit, terwijl zijn Amerikaanse collega-muzikanten ook hun steentje bijdroegen.
De mix werd uitbesteed aan een Portugese producer die hij tijdens dezelfde cursus leerde kennen. ‘Réveries’ verscheen op 23 mei. Wij spraken met Iason over zijn bijzonder avontuur, de EP, maar ook over de toekomst: de langverwachte conceptplaat én een album waarop hij die verduivelde burn-out van zich af probeert te schrijven.

De voorbereiding van je in 2025 uit te komen conceptplaat is een werk van zeer lange adem. Je had me er al over gemaild, ik hoor het van je graag?
Ik kwam van intense, luide muziek en zocht mijn weg (terug) naar sfeervolle meer akoestisch-getinte nummers. De eerste echte nummers die ik toen schreef, balanceerden ergens tussen de twee: organisch en gelaagd zonder conventionele songstructuren. Ik stond op het punt om met die nummers de studio in te gaan maar net op het moment dat we aan de pre-producties begonnen, viel ik uit met een burn-out. Het project lag stil nog voor het goed en wel begonnen was. Uiteindelijk hebben we er de voorbije jaren met mondjesmaat aan kunnen werken. Dat was niet altijd evident in combinatie met mijn herstel, maar tegen het einde van de zomer zouden de finale opnames eindelijk afgerond moeten zijn. Het wordt een conceptplaat van elf nummers, die  - als alles goed loopt - begin volgend jaar zal uitkomen.

Dat album staat dus los van de ‘Rêveries’ EP die in mei jaar uitkwam, als ik het goed begrijp?
Inderdaad, de EP die in mei uitkomt, staat er volledig los van. Doordat het grotere project zo lang aansleepte, ontstond het idee om alvast een paar nummers volledig af te werken. Na een tijdje verzamel je een resem demo’s – ik schreef ontzettend veel in die periode – maar er gebeurde niets mee. Dat illustreert ook de tweestrijd waar je als muzikant met gezondheidsproblemen in zit: je hebt inspiratie voor de creatieve output, maar niet voldoende energie om het helemaal af te werken en het naar buiten te brengen.

Voor de EP werkte je samen met enkele Amerikaanse muzikanten, en de mix was in handen van een Portugees producer. Hoe is dat juist in zijn werk gegaan?
Ik ontdekte toevallig een Amerikaans platform genaamd ‘The School of Song’, waar je online songwritingcursussen kan volgen. De eerste cursus die ik volgde was een ontzettend fijne ervaring, vooral omdat de lesgever - Robin Pecknold van Fleet Foxes - super enthousiast en inspirerend was. Tijdens de cursus leerde ik enkele gelijkgezinde muzikanten kennen, waaronder Kevin uit Texas (Velocity Of Tears), Andrew uit Pennsylvania (Drew. A. Will) en Diogo uit Portugal (Himalion). Vooral met  multi-instrumentalist Andrew klikte het meteen. Ik ging door mijn bestanden en vroeg hem om mee te werken aan enkele songs. Het feit dat ik van thuis uit een klik kon hebben met een muzikant aan de andere kant van de wereld is opmerkelijk. Ik heb hem nog nooit in levende lijve ontmoet en toch klinken die nummers alsof we daadwerkelijk samen in de kamer zaten toen we die nummers schreven. Dat vind ik toch bijzonder.

Ik hoor veel humor in de songs en ze klinken bij momenten ook dansbaar. ‘Als er niet meer kan gelachen worden, wat dan … humor is de perfecte uitlaatklep om je rugzakje in het leven een plaats te geven’, zei iemand me in een interview; heeft het daar iets mee te maken of niet?
Muziek is voor mij toch vaker een uitlaatklep voor mijn donkerdere emoties. Ik ben dus meer geneigd om die donkere kant in mijn muziek te verstoppen, als een soort catharsis om in het dagelijkse leven gewoon mijn ding te kunnen doen. In de afgelopen jaren heb ik echter geleerd dat het ook wel fijn kan zijn om eens een dansbaar nummer te schrijven. Zo zijn het eerste nummer op de EP, A Last Date With Destiny, en het laatste nummer, My Head Is Your Summer House, eerder van de lichtvoetige variant.  A Last Date With Destiny klinkt trouwens heel luchtig maar heeft toch een surrealistisch tintje. Ik had net een roman gelezen over de derde wereldoorlog, die begon door een conflict tussen Amerika en China. De president drukt op de knop waardoor de raketten worden gelanceerd. Het idee was dat, terwijl de wereld op het punt stond te eindigen, een man in dat halfuur vóór de bom inslaat op weg was naar een date met zijn vriendin. Daarom heet het nummer ook A Last Date With Destiny. Je zou kunnen zeggen dat het gaat over de kleine, dagdagelijkse menselijke handelingen en emoties in een globaal, geopolitiek kader waar we geen vat op hebben. De twee andere nummers op de EP klinken wat zwaarder en melancholischer. Vooral American Dreamer dan, een maatschappijkritische song waarin ook verwezen wordt naar zelfdoding, een onderwerp waar in onze maatschappij nog steeds een taboe op rust.

Wat me ook opvalt, enerzijds klinken de songs heel toegankelijk, anderzijds is het nergens te kitsch of te zeemzoetig, het blijft spannend. Is het de bedoeling een ruim publiek hiermee aan te trekken?
Eigenlijk niet, of toch niet bewust. Mijn oorspronkelijke plan was dus om meteen dat volledig conceptalbum uit te brengen met meer obscure nummers, in de lijn van Steven Wilson en Ben Howard. Maar omdat die opnames zo traag verliepen, wilde ik toch al sneller iets afgewerkt uitbrengen. Toevallig schreef ik in die periode wat meer toegankelijke, soms vrolijk klinkende, nummers en die kwamen dan op deze EP terecht. Rêveries is eigenlijk een samenraapsel van gedachtenspinsels, zonder een duidelijke rode draad erin. Als ik deze EP aan een label zou voorleggen, denk ik dat de reactie zou zijn: ‘Je hoort een muzikant die nog niet weet welke richting hij uit wil.’ En dat is OK voor mij. Deze EP was een zoektocht, een manier om dingen uit te proberen. Voor mij voelt het als een soort collage van ideeën en daar is het artwork ook een knipoog naar. Specifiek in verband met het aanspreken van een breed publiek spiegel ik me graag aan Ben Howard. Die bracht in 2011 een zeer toegankelijke en succesvolle plaat uit waarmee hij de grote stadia vulde terwijl zijn volgende twee platen veel obscuurder en experimenteler waren. Hij koos bewust voor een andere richting, niet doen wat het publiek of de media verwachten, en dat blijft hij met elke nieuwe release doen. Dat moet je durven, en dat wil ik ook doen: niet in herhaling vallen, steeds nieuwe wegen uitstippelen en mijn publiek verrassen of op het verkeerde been zetten.

Naar dat soort muzikanten ben ik steeds bewust op zoek, maar je weet ook dat een bepaald deel van wie je EP goed vond, zal afhaken met de plaat volgend jaar. Dat is een risico dat je bewust neemt?
Ik hoop dat de mensen die nu de EP beluisteren ook mijn volgende releases zullen appreciëren maar als dat niet zo is, is dat ook maar zo. Het is de avonturier onder de muziekliefhebber die ik vooral wil aanspreken. Mijn muzikale netwerk is vrij beperkt, omdat ik altijd in de metalwereld heb gezeten. Toch heb ik destijds enkele kennissen een demo van die conceptplaat doorgestuurd. Ik merk dat het progressieve rockpubliek openstaat voor dit soort muziek, omdat ze appreciëren dat ik iets interessants probeer te schrijven. Nu release ik een toegankelijkere EP, terwijl ik in de aankomende conceptplaat de complexiteit meer opzoek. Die evenwichtsoefening blijft een constante in mijn werk en weerspiegelt mijn diverse invloeden.

Als ik het goed begrijp is de EP een verlengde van wie je nu geworden bent, en met je  debuutplaat keer je terug in de tijd?
Ja, zoiets. De nummers op deze EP zijn ongeveer twee jaar oud, terwijl die van het conceptalbum al zo’n zes jaar teruggaan. In zekere zin weerspiegelen ze inderdaad wie ik was in die periodes. Meskerem Mees zei het ooit treffend: “Ik ben blij dat die plaat uit is, dan kan ik eindelijk aan de volgende beginnen.” En zo voelt het ook—tegen de tijd dat een album uitkomt, ben je vaak al even met iets nieuws bezig en sta je mogelijk al heel anders in het leven. Dat is hoe het sowieso verloopt, maar bij mij heeft alles nog veel langer geduurd. Momenteel broed ik op een plaat met zeer persoonlijke nummers over mijn burn-out. Die zou ik ook heel graag nog afwerken en uitbrengen maar ook dat zal nog wel een tijdje duren.

Wat zijn je ambities nu?
Daar ben ik heel realistisch in. Ik ben een papa van 34 met een kindje van 9 maanden en heb chronische gezondheidsproblemen. Daarom moet ik mijn ambities intomen. Een liveband samenstellen en de EP live promoten is moeilijk. Een label vinden om mijn debuutplaat op uit te brengen lijkt me ook redelijk onrealistisch. Hoewel, Malvin Moskalez (Nico Goethals) bracht pas op zijn 55ste zijn eerste plaat uit via een label (PIAS). Als hij op die leeftijd een label kon overtuigen, dan heb ik zelf nog zo’n 20 jaar de tijd (lacht). In een interview over zijn tweede plaat las ik dat zowel Live Nation als PIAS, geen marge meer zagen om hem verder te promoten. Dat zette me wel aan het denken: een label en een boekingsagentschap klinken misschien als de heilige graal, maar dat werkt niet voor elke muzikant. Toevallig vroeg een kennis me onlangs om in Malvin’s voorprogramma te spelen op een huiskamerconcert. Hij is iemand die graag kleine, intieme huiskamerconcerten speelt en ik heb vanop de eerste rij mogen ondervinden hoe geweldig goed hij daarin is. Er zit amper een verdienmodel in maar hij kiest er bewust voor en dat vind ik wel inspirerend.  Mijn hoop is dat mijn eigen persoonlijk verhaal ook mensen inspireert om, ondanks beperkingen en tegenslagen, toch iets te blijven creëren en ondernemen. Dat is misschien nog mijn grootste ambitie.

Dus als ik het goed begrijp gaan mensen je niet meteen live aan het werk kunnen zien?
Momenteel is veel optreden inderdaad wat moeilijk. Onze dochter brengt elke week wel een nieuw virus mee van de opvang. Het huiskamerconcert dat ik laatst speelde, smaakte wel naar meer ook al eindigde het met een buikgriepvirusje van bovengenoemde dochter (lacht). Het was mijn eerste optreden in twee jaar en ik kreeg er veel fijne reacties van het aandachtige publiek. Er bestaat een heel circuit van huiskamerconcerten en ik zou het fijn vinden als ik vaker voor zo’n publiek zou mogen spelen. Mijn muziek leent er zich in ieder geval wel toe.

Ga je je debuutplaat wel actiever promoten?
Dat kan ik nu nog niet zeggen. We weten niet hoe het leven zal lopen dus probeer ik er nu ook nog geen vaste ambities aan te koppelen. In eerste instantie wil ik gewoon die plaat afwerken. Daarna zie ik wel hoe en waar ik ze ga releasen, en of ik via een label ondersteuning kan krijgen op het vlak van distributie en promotie. Het belangrijkste zal voor mij zijn dat ik, na vijf jaar, deze nummers eindelijk heb kunnen afwerken. De rest laat ik op me afkomen.

Heeft het vaderschap gezorgd voor een andere kijk op het leven en invloed gehad op je schrijfproces?
Ik las een interview met Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs) waarin hij zei: “Het vaderschap is de slechtste inspiratiebron voor een songwriter.” En ergens snap ik dat wel. Zeker in die eerste maanden draait alles om routine en is er sowieso weinig tijd een ruimte voor creativiteit. Het enige nummer dat ik tot dusver over het vaderschap schreef, is nogal donker van toon. Het was een manier om een moeilijkere periode van me af te schrijven—iets waar veel ouders in het begin mee te maken krijgen. Het is niet altijd makkelijk, en dat is oké. Wat wel heel bijzonder is: het laatste nummer op de EP, “My Head is Your Summer House”, zongen we wel eens voor mijn dochter toen ze nog in de buik van haar mama zat. We hadden gelezen dat baby’s tijdens de zwangerschap al stemmen herkennen en muziek op een bepaalde manier opslaan. Na de geboorte opende ze voor het eerst voor een langere tijd haar ogen toen we samen dat nummer voor haar zongen. En nu is het ‘het’  liedje geworden dat we zingen als ze moeilijk in slaap valt. Het is magisch: je geeft de fles, merkt dat ze onrustig wordt, en zodra je “My Head Is Your Summer House” begint te zingen, kalmeert ze helemaal. Het is een van mijn weinige echte liefdesnummers en het is best bijzonder dat het ons liedje is geworden om onze dochter tot rust te brengen.

Dat is een mooi verhaal om dit interview in schoonheid mee af te sluiten…

Les Nuits Botanique 2025 - Alabaster DePlume - Jenny Hval - Tussen intimiteit, intensiteit en absurditeit
Les Nuits Botanique 2025
Botanique
Brussel
2025-05-23
Erik Vandamme

De Les Nuits Botanique 2025 editie zit in de laatste rechte lijn … Op deze avond was het  knettergek saxofoongeluid van virtuoos Alabastar DePlume en sprookjesprinses Jenny Hval de absolute publiekstrekkers. Er was nu geen massa volk, maar er heerste toch een drukke gezelligheid. De rode draad vanavond was tussen intimiteit, intensiteit en absurditeit …

We waren net op tijd in de donkere Orangerie om iets op te pikken van Marc Melià (****); het enige echte lichtpunt in het donker was een lichtje op de toetsenborden en een klein scherm op de achtergrond dat van kleur veranderde, van wit naar geel tot knalrood. Knallen en knetteren deed het, maar soms ook intiem, gevoelig. Een hypnotiserend effect ervaarden we. Een intense start van de avond …

Op de Fountain Stage stond een band die geen onbekende is voor ons. Merope (****1//2), deze keer zonder The Vilnius Chamber Choir Jauna Muzika waarmee ze in 2023 op Les Nuits in de Bozar compleet omver bliezen. Deze keer stonden ze als duo op het podium. De wortels van Merope liggen diep in de bodem van de Litouwse volksliederen en verbinden deze met ideeën van over de hele culturele kaart. Het komt tot uiting vocaal als instrumentaal. De bijzondere stem van Indrė Jurgelevičiūtė en haar de kanklės ontroert iedereen. Muzikaal ondersteund met een sierlijke, experimentele gitaar, en elektronica van de Belgische multi-instrumentalist Bert Cools.
In de brede aanpak creëerde het duo een intrigerende totaalbeleving. Het kwam goed tot zijn recht in de arena buiten , wat we niet hadden verwacht bij deze stijl.
Merope werd sterk onthaald … Die hemelse vocale uitbarstingen waren iets unieks. Mooi hoe iedereen onder de indruk was. Wat een spirituele ervaring …

Gitaarvirtuoos Jules Reidy (****) was de volgende die ons in een zekere trance bracht. Hij en zijn instrument waren één. Uitgekiend ging hij te werk. Integer, kwetsbaar als begeesterd, gedreven, apocalyptisch. De pedalen werden soms fors ingedrukt. Die diversiteit in aanpak sierde, wat een klankenspectrum en experimenteel vernuft op die gitaar … Het klonk magisch zondermeer . Puik werk waarbij grenzen vervaagden .

Ook het duo Nídia & Valentina (****1/2) zijn virtuozen in hun vak. Allerhande percussie en drums staan voorop. De improvisatie is variërend en groots in hun klankentapijt. Een bevreemdend mooi landschap creëerden ze.

Wit als kleur stond centraal bij het sprankelende optreden van Jenny Hval (*****) die met haar betoverende, mooie, hoge stem ons helemaal wist te hypnotiseren. Het muzikale kader was toegankelijk en met haar combo bracht ze je naar de mooiste oorden in het sprookjesbos. van elfjes en feeën, die rust brengen met hun intens mooie gezangen. Deugddoend voor ieders gemoed, die ons moeiteloos deed wegglijden van de realiteit.
Kortom Jenny Hval onthouden we van haar stem, de instrumentatie, het vernuft en de gemoedelijke uitstraling.

Alabaster DePlume  (*****) is een grootmeester als muzikant en klasse entertainer. Zijn concerten zijn als een jazzoptreden, met poëtische mokerslagen en kunnen gezien worden als therapiesessie. Hij is één van de meest excentrieke, opwindende muzikanten tot nu toe. Hij vertelde dat hij op tijd zou stoppen, wat dat kon in het verleden  soms wel anders uitdraaien tijdens zijn live gigs.
Uit ervaring weten we dat Alabaster zijn optredens, vaak door lange, interessante bindteksten, kan laten uitmonden tot twee uur intens genot. In die tijdspanne van amper één uur deze keer richt hij zich tot zijn publiek, en raakt hij op z’n eigen unieke wijze pijnlijke thema's aan, o.m. de oorlog in Gaza die hem nauw aan het hart ligt ; of spreekt hij boodschappen van hoop en liefde voor zijn publiek en de mensheid uit.
Vanavond ligt de klemtoon écht op de muziek. Kenmerkend is die veelzijdigheid op saxofoon, alsook mans stembereik. Zijn muzikanten vullen aan ; o.m. de zachte vocals van de bassist valt mooi samen met de intieme sax van Alabaster, waarna het volledig kon losbarsten . Een echte Helse tocht werd het nooit, maar toch eentje naar het Hemels paradijs.
Het nieuwste album 'A Blade Because A Blade is Whole' stond in de kijker. Vooral de song « That was my Garden » zorgde voor kippenvel  
Alabaster DePlume wist in de eerder ‘korte set’ ons diep te raken als saxofonist, verteller en  poëet en is in de instrumentatie sterk begeleid. Man met een Missie !

Afsluiten deden we in de Orangerie met aya x MFO (****), een maffe klankentovenaar, die zijn publiek voortdurend opzocht en op zijn eigen keyboard stond. Hij zorgde voor het ultieme dansfeestje met een hoek af. Hier werd de muzikale kaart van absurditeit getrokken. De visuele effecten achteraan maakten de beleving compleet.

We kregen met deze acts terug een erg boeiende avond tussen intimiteit, intensiteit en absurditeit.

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Botanique)

Les Nuits Botanique 2025 - Adèle Castillon - Malik Djoudi - Hoogtepunten uit onverwachte hoek
Les Nuits Botanique 2025
Botanique
Brussel
2025-05-21
Erik Vandamme

Les Nuits Botanique 2025 is aan zijn zesde avond toe. Na het wervelende dansfeestje met Azealia Banks op dinsdag, stond deze avond in het teken van Franse Pop en Chanson. De avond was compleet uitverkocht.
De publiekstrekkers van dienst bleken Vendredi Sur Mer en Adèle Castillon op de Fountain Stage. Maar de echte hoogtepunten zouden uit eerder onverwachte hoek komen, zo bleek later ...

Er stond vanaf de bushalte tot de ingang omstreeks  kwart na vijf een heel lange rij aan te schuiven, waardoor het gezelschap YOA  (****1/2) in eerste instantie voor een beperkt publiek moest aantreden. De Franse zangeres is in eigen land uitgegroeid tot een begrip. Het Franse Chanson zit in de lift, ook bij opvallend veel jongeren. Ze geeft een eigentijdse touch aan het chanson, wat haar siert.
Op Les Nuits liet ze zich in het begin omringen door twee danseressen, het zorgde voor een dansbare, feestelijke start van de set. Toen ze aan de piano zat, kwam haar intiem, emotioneel kantje naar boven. YOA heeft een engelachtige mooie stem, die zelfs de rauwste bolster diep ontroert. Ze kreeg iedereen muisstil en onderhuids voelen we hoop in de muzikale groove. “Chanson Triste” is maar één voorbeeld hoe breed YOA kan uitpakken met haar stem; verder een schitterend charisma en uitstraling. De set eindigde volgens een lekker in het gehoor liggend chanson recept.

Kids Return (****) zijn twee boezemvrienden, die hun voorliefde voor Franse muziek en Britpop met elkaar delen. Ze groeiden samen op en besloten ook samen muziek te maken. Het resulteerde in het debuut 'Forever Melodies' (2022); het zette het Franse duo direct op de kaart. Er was o.m. het optreden op het Summer Sonic-podium in 2023, het belangrijkste festival van Japan. Ze toerden ook door Noord-Amerika. Op Les Nuits Botanique bevestigden ze. Ze combineren de typische Franse mentaliteit met aanstekelijke Britpop. Hun charisma, het publiek opzoeken en de vocals deden de rest. De brede, diverse aanpak sierde. Wat een positiviteit hier.

Terug naar de Fountain stage, die al helemaal vol staat voor Vendredi Sur Mer (***) tot boven en aan de trappen toe. Die buitenhuisopstelling was spitsvondig en kon zoveel mogelijk mensen bereiken .
Vendredi sur Mer is het project rond de Zwitserse fotografe Chaline die op zoek was naar een goede invulling voor haar muzikaal werk. De klemtoon kawam op een soundtrackgevoel. 'Métamorphose', tweede album uit 2022, betekende de doorbraak. Ze zet haar zoektocht onverminderd verder, en live krijgen we een brede waaier aan emoties. Het publiek heeft men mee , de songs worden meegezongen . Er valt feestelijkheid en weemoed te noteren. Chaline en C° biedt het moeiteloos aan. Het zit allemaal wel wat in hetzelfde muzikale vaarwater , maar de verhalen die ze vertelt, prikkelen de verbeelding.

Absoluut hoogtepunt was wel Marie-Flore (*****) in de Orangerie. De grote ledverlichting in de vorm van een hart, was betoverend en betekende een meerwaarde. Marie-Flore heeft een sprankelende als breekbare mooie stem. Ze voerde os mee in haar uniek sprookjeswereld, zonder al te veel kitscherig te klinken. Erbovenop haar talent en charisma.  De songs zijn à la Française en tekenen voor warmte en tederheid. We waren geboeid door die magisch bredere sound van groove en melancholie, alsook haar uitstraling. Mooi!

Adèle Castillon (***1/2) is toch wel één van die huidige Franse fenomenen. Ze was van 2018 tot 2021 de zangeres van het Franse popduo Videoclub en is sindsdien solo gegaan. Als actrice verscheen ze in de Franse komische film ‘Sous le même toit’ en de Franse thriller ‘School’s Out’. Het publiek was wild enthousiast toen ze eraan begon. Er werd gezongen, gebruld, gedanst.
Helaas had Adèle af te rekenen met enkele technische problemen tijdens de song “Gabrielle”; het duurde toch even eer het euvel was opgelost, maar Adèle en C° konden met veel enthousiasme inpikken. “Fissons” was de aanzet en “Roi” van Videoclub werd op herkenningsapplaus en gezang onthaald. Wat een hoogtepunt. Ook “Comin Sans SM” met het Belgische rap/hip hop duo Caballero & JeanJass, was even sterk. Ze zorgde voor een wervelende finale van een emotioneel beladen dansfeestje, o.m. met “Somewhere Only We know” - een Keane cover en de Video club klepper “Amour Plastic”. Een muzikaal trukendoos die werkte. Ze werd op handen gedragen door het publiek.
Persoonlijk misschien ietwat teveel van hetzelfde, waardoor de aandacht, spanning daalde , maar het publiek had al lang intussen Adèle Castillon omarmd.

We sloten af in de Museum voor Malik Djoudi (*****). Intiem sensueel klonk het. Check het materiaal maar eens op ‘Un’ (2017), ‘Tempéraments’ (2019); het werd uitgeroepen tot ‘Revelation Album of the Year’ op de Victoires de la Musique awards 2020. Op het nieuwe album 'Vivant' wordt wegen verkend van een hartenbreker. Zijn zwoele stem en de betoverende uitstraling doet denken aan een Zuiderse Don Juan. Wat een emoties borrelen hier op in een zekere weemoed en groove. Iemand die een ruimer publiek kan bereiken en alle troeven heeft door te breken.  Kwalitatief sterk. Een mooie afsluiter, waarbij we enkele hoogtepunten noteren uit onverwachte hoeken…

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Botanique)

Les Nuits Botanique 2025 - Jay-Jay Johanson – Efterklang - Michelle Gurevich – Groovy sounds van weemoed en melancholie
Les Nuits Botanique 2025
Botanique
Brussel
2025-05-17
Erik Vandamme

Na twee hardere dagen met de 'metal dag' op donderdag en de 'rock' avond op vrijdag maakten we ons op voor een kalmere maar niet minder intense dag in de prachtige Botanique. Met publiekstrekkers Efterklang en Michelle Gurevich maakten we ons op voor een dagje groovy sounds van weemoed en melancholie die een mysterieus kantje durft te ademen.

De deuren van Botanique gingen al vrij vroeg in de namiddag open. Wij waren net te laat voor Jacob Alon in Museum, maar nog net op tijd voor Dressed Like Boys (****) die op de Fountain Stage de zon wat feller deed schijnen in ons hart. Dressed Like Boys is het solo project rond DIRK. zanger en bassist Jelle Denturck wiens vocals helder genoeg zijn voor een eerste kippenvelmoment. Hij heeft enthousiaste muzikanten rond zich en de eerste aanwezigen kunnen lekker swingen, of er is die groovende weemoed te horen. Hun speelsheid siert, oorstrelend klinkt die piano en gitaar.
Jelle is een klasse entertainer, wat hij al bewees bij het sublieme DIRK. Vanuit zijn geaardheid reflecteert hij op thema's als seksualiteit, identiteit en de voortdurende strijd van de queer gemeenschap door de geschiedenis heen. Het komt vaak tot uiting in zijn bindteksten, maar ook in zijn songs. Geslaagd alvast.

Helaas overlappen de concerten in de Museum en de Orangerie elkaar. Het is soms kiezen. Wij kozen voor Clément Nourry (****), bekend als oprichter van de groep Under the Reefs Orchestra; Clément zet een solo-avontuur verder, waarbij hij de wereldlijke aspecten van de elektrische gitaar verkent. 'Dit project markeert een nieuwe stap in de alliantie tussen fingerpicking en klanktexturen', staat te lezen in de bio. Hij start met intiem getokkel op zijn gitaar en verkent de vele aspecten van het instrument op een interessante, experimentele manier. Een deel van het publiek zit gewoon op de grond te genieten, anderen beginnen te headbangen en er zijn die genieten in stilte van zijn brede, veelzijdige sound.
Clément laat zijn gitaar spreken in allerlei vormen, integer en gedreven . Een pak emoties borrelen op. Het zweeft wat over ons heen en kan bevreemdend klinken.
Hij is een talentvolle virtuoos. Te ontdekken.

Oi Va Voi (*****)  is een band uit Londen van Joodse oorsprong, al . Hun muziek is een mengsel van klezmer, Oost-Europese muziek en dance. We worden jaar bezig. Er is wat folk in vervat. We waren onder de indruk van het mooie trompet geschal van David Orchatn en van de violiste Sarah Anderson, die een uur lang alles uit de kast haalden van invloeden uit Oost-Europa. De hemelse tweestemmigheid sierde. Zangeres Elisabeth Leondaritis met haar engelenstem en de zalvende vocals van klarinet speler Stephen Levi wisten te raken.
Verder een verbluffend samenspel van al de muzikanten, dat ons overtuigde. Wat een deugddoende trip!

Over naar Museum voor een artieste die we al een tijdje op de voet volgen, maar nog niet live hadden gezien, Benni (****1/2). We citeren: ''Haar liedjes komen voort uit een wereld die zowel utopisch als authentiek is. Haar reis is geworteld in een unieke ervaring van tien maanden zingen en wandelen in de straten van Nieuw-Zeeland.''
Benni is een getalenteerde muzikante/zangeres en entertainster die zowel het zeemzoetigere als het rauwe van de muziek omarmt, ze onderstreept het met zalvende songs maar durft - samen met haar muzikanten - ook wel lekker uithalen, waarbij de registers worden opengetrokken. De diversiteit in aanpak en het bevreemdend, experimenteel kantje maken haar een bijzondere artieste. Aan de verwachtingen van dit concert werd moeiteloos voldaan.

Entertainment ook bij de charismatische Jay-Jay Johanson (*****), die met z’n warme stem het publiek inneemt Hij wordt begeleid door een sterke drummer en pianist. Muzikale spanningsvelden opzoeken is de grondslag man’s werk. De scherpe ritmiek en de experimentjes zorgt voor sentiment in die songwriting. Er schuilt hier enorm veel emotie en eerlijkheid in het songmateriaal. Je wordt meegedreven in die leefwereld. De set eindig met de outtro van “My Way”, in de versie van Sid Vicious. Het tekent ook de vriendelijke eigenwijsheid van Jay Jay Johanson. Mooi.

Die eerlijkheid hoorden we ook bij Jawhar Feat. Aza (****) in de Orangerie. Met zijn nieuwste plaat ‘Khyoot’ keert de in Tunesië geboren singer/songwriter terug naar zijn eerste liefde, met name een folkloristisch album met een verzameling lichtgevende liedjes geschreven voor twee stemmen; Jawhar's etherische, aardse stem wordt vergezeld door de delicate, gracieuze stem van zangeres Aza. Hij wordt verder bijgestaan door zijn twee trouwe leden, pianist Eric Bribosia en multi-instrumentalist Yannick Dupont.
We krijgen een emotioneel beladen set van persoonlijke verhalen. Hij weet gevat, gemeend in te spelen op de reacties van het publiek . Iedereen geniet van die folklore sfeer, met een knipoog naar de cultuur uit Tunesië. Met als gevolg een culturele totaalbeleving die ons bekoorde.

Het absolute hoogtepunt kregen we van Efterklang (*****) die ergens een Massive Attack doet opborrelen, ook al zijn ze muzikaal verschillend. Efterklang blijkt het Deense woord voor 'weerkaatsing' te zijn, een gevoel dat overheerste. Hun toegankelijk experiment raakte diep door de brede klankkleur; de realiteit ging hierdoor niet verloren. Efterklang zorgde een uur lang voor een spirituele totaalbeleving. Efterklang behield moeiteloos de aandacht in de intieme momenten, op hun zwevende psychedelische sounds en in hun creativiteit. Intens als magisch klonk het geheel. Een onvergetelijke trip.

Keuzes maken , altijd moeilijk … we zakten eerst af naar de Museum voor Lael Neale (****); de muziek van Lael Neale valt te omschrijven als folk, met een indietouch en wat alternatieve rock. Het durft poëtisch te klinken. Herkenbaar an sich, waarbij de fantasie wordt geprikkeld, omgeven van haar ontroerende vocals. Een uiterst genietbare, betoverende set.

Verder in de Orangerie was er Jeffrey Lewis & The Voltage (****). We zagen veelzeggende cartoons op het scherm, die muzikaal en vocaal werden begeleid. Er viel een politieke boodschap te noteren, die ons deed nadenken; het klonk vaak humoristisch, zelf relativerend en realistisch. Maar Jeffrey Lewis & The Voltage zijn niet specifiek een protestzang groep. Er is wel die brede sound met hypnotiserende visuele effecten. Het optreden was een goede mix van akoestische folk en een rauw garagegeluid.

De Canadees-Russische Michelle Gurevich (****1/2) wou oorspronkelijk films maken. Na een decennium in die wereld te vertoeven, besloot ze haar talent te verleggen naar muziek, en begon ze in haar slaapkamer liedjes te schrijven. Iets wat ze tot op de dag van vandaag nog steeds doet.
De zin voor drama brengt ze live met een filmische aankleding. Soms zoekt ze de intimiteit op, maar vaak laat ze het wild enthousiast publiek ook zweven over een een wolk van weemoed. Haar invloeden haalt ze uit haar Russische roots. Je hoort het duidelijk in de teksten tekst. Rokerige ballads met scherpe kantjes. Eenvoud en poëzie vinden elkaar, met een knipoog naar Patti Smith.
Elementen van chanson, artpunk, folk, barokpop en blues, ondersteund van haar diepe, bezwerende stem sieren. Michelle Gurevich brengt dus tragikomische liedjes over de liefde en de dood. Een volleerd Chansonnier die weet te raken. De response was groot.

We besloten nog even een kijkje te nemen in de Museum waar Abdullah Miniawy (****) ietwat later dan gepland aan zijn set begon. Zijn instrument stond in de zaal opgesteld, en niet op het podium waardoor het publiek rondom hem plaats nam. Een bevreemdend, oorverdovende klankentapijt en een bulderende stam vanuit het diepte, overheerste. Hij wist een 'rave' gevoel te creëren,  met een donker, luguber kantje.  Hij prikkelde de fantasie en liet veel aan de verbeelding over.

We hadden een fijne dag beleefd van groovy sounds van weemoed en melancholie …

Organisatie: Botanique, Brussel  (ikv Les Nuits Botanique)

Les Nuits Botanique 2025 – Osees - SLIFT – Wat een energiebommetjes
Les Nuits Botanique 2025
Botanique
Brussel
2025-05-16
Erik Vandamme

Na twee avonden op Les Nuits Botanique kunnen we stellen dat het concept van een thema avond een succes is. Ook al moeten we toegeven dat bij de afsluiters sommige zalen vol staan, waardoor een deel van het publiek het optreden niet meer kan zien wegens 'volzet'.
Op donderdag was dat al het geval bij Wiegedood, dat euvel merkten we ook bij SLIFT in de Orangerie op de tweede festivaldag. Op een bepaald moment ging het zelfs ietwat de grimmige tour op. Het was de avond vol energiebommetjes …

De eerste vulkaanuitbarsting kwam van  onze eigen Belgische Peuk (*****). De band rond brulboei en top gitarist Nele Janssen heeft ondertussen al bewezen uit een speciaal hout gesneden te zijn. Als openingsact op de Fountain Stage, weten ze meteen de aandacht op te eisen. Een wervelwind aan riffs hoorden we. Nele haar charisma en vocals zijn mee bepalend.
Peuk drijft het tempo zodanig op, wat zorgt voor een muzikale rollarcoaster. De variaties in de sound houden het boeiend. Wat hen uniek wel maakt.
Na al die jaren wordt het hoog tijd dat Peuk ook op grote festivals de erkenning krijgt die ze verdient. Op Les Nuits Boutanique wisten ze iedereen compleet van de sokken te blazen. Eén van de hoogtepunten trouwens.

Ook Giac Taylor (****) is voor ons geen onbekende. Op Desertfest wist hij vorig jaar nog te overtuigen. "Giac Taylor bracht ons op Vulture Stage , op bijzonder aanstekelijke, grauwe wijze, niet vies van wat humor compleet overslag" Ook in Orangerie bracht Giac Taylor een razendsnelle set, met een ferme hoek af. Met een spervuur aan riffs werden de dansspieren aangesproken. Ze hadden wat tijd nodig om hun publiek in beweging te brengen, maar door het niet aflatend enthousiasme kregen ze het publiek mee. Energiek dus!

De Franse formatie Kap Bambino (***1/2) is er ook één met een hoek af . Dit is het duo Orion Bouvier en zangeres Caroline Martial. Hoewel vanavond de gitaren centraal stonden op Les Nuits, bleken ze een beetje de vreemde eend in de bijt met hun opzwepende beats en elektronica. Hier werden de dansspieren aangesproken. Caroline zocht letterlijk haar publiek op. Ze danste door de voorste rij en liet hen lekker springen en dansen.
Kap Bambino deed bij sommige gitaarliefhebbers op deze 'rockende avond' wat de wenkbrauwen fronsen. Ze halen hun energie uit een sterke opzwepende sound en de energieke dame die haar hoge vocals  en aanstekelijke moves voorop plaatst. De pompende beats en de zangeres met een punk attitude, die danst als een hyperactief konijn naar alle hoeken van het podium,  tekenen voor een ware rave party op de Fountain stage. Goed zondermeer.

Nog meer gekheid in de Orangerie met Créme Solaire (***1/2). Dit is het Zwitserse duo rond Rebecca Solari, zangeres en een unieke performster/dichteres van het absurde (kun je wel zeggen) en Pascal Stoll, muzikant-extraordinaire, die thuis is in het ontketenen van massieve beats, harde in-your-face bonkende en dromerige soundscapes met onstuitbare refreinen. Die muzikale omlijsting zorgt voor opzwepende, vaak oorverdovende beats die zorgen voor de obligate moves. Zangeres Rebecca doet ergens denken aan Nina Hagen, een volledig losgeslagen deerne die haar publiek aanport, zelf gaat crowdsurfen én hen met spotlight in de hand gaat opzoeken.
Knettergekke beats, dans en zang. Spijtig wel dat Créme Solaire voor een halfvolle zaal speelde, maar het werd een dansfeestje met een hoekje.  Ook een vreemde eend in de bijt , wat steeds mooi is op een festival als les Nuits.

Dé publiekstrekker waren wel Osees (*****) met een knallende, energieke en verbluffende set van een uur. Vanaf de eerste tune werd de aandacht gescherpt, de gensters vlogen naar alle kanten uit, mede door de verdienste van de spring in-t-veld, zanger John Dwyer. Als zanger/gitarist kan hij scherp uithalen, hij heeft ook een ongelofelijk charisma dat iedereen beroert. Ryan Moutinho en Dan Rincon zijn de twee drummers die hun drumstel bijna tot gor meppen tot de zweetdruppels in het publiek terecht komen. Verder een verbluffende bassist Tim Hellman en een scherpzinnig spelende Thomas Dolas op synthesizer .
Osees zijn een sterk geoliede machine, ze zijn op elkaar ingespeeld. Band als publiek staan op dezelfde golflengte. Moshpits en crowdsurfing volgt . Wat een tempo en energie. Schitterend.

In de Orangerie was SLIFT (****1/2) begonnen. We bleven wat op veilige afstand op de achtergrond toekijken, en wanren , bleven onder de indruk. Knetterende drums, en oorverdovende kanonschoten en psychedelica erbovenop. De riffs doorkliefden ons. Het was een apocalyptisch aanvoelende set  
SLIFT wist ons eerder dit jaar al omver te blazen … ''een langgerekte pletwals die maar niet leek te stoppen, zette SLIFT zijn muzikale tocht verder. Ondergaan was de boodschap, het bracht ons in een andere wereld; een hypnose van hun intense muziek, visuals en effects. Het balanceerde telkens tussen registers open trekken en intimiteit. Een boeiende, gevarieerde aanpak.", schreven we toen. Op Les Nuits bevestigden ze. Ze waren het perfecte sluitstuk na die heerlijke Osees. Maar ze mochten wel op de buitenstage wel staan ipv een overvolle Orangerie, het enige kleine minpuntje aan deze boeiende en sterke festivaldag.

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Botanique)

Les Nuits Botanique 2025 - Zeal & Ardor/Wiegedood - Een Helse marathon
Les Nuits Botanique 2025
Botanique
Brussel
2025-05-15
Erik Vandamme

Les Nuits Botanique is dit jaar in een ander kleedje gestoken. Geen losse concerten in de verschillende zalen, maar telkens een heuse thema avond. Op de eerste dag kregen we vooral een metal avond. Hoewel je de bands op de affiche niet allemaal in dat hokje kan duwen, werd het een bonte avond voor de liefhebbers van het hardere genre. Een podium in open lucht, de gekende locaties als de Orangerie en Museum vormen het festival tot één gebeurtenis voor gelijkgestemden.
We maakten ons op voor een Helse Marathon die zou eindigen met het optreden van twee uur Wiegedood ..

Eerst was er Villenoire (****) die in het Museum hun debuut 'Whorn' kwamen voorstellen. Het zorgde voor een eerste uppercut in de maagstreek. Deze band is misschien wel het best bewaarde geheim van Brussel. De leden van VILLENOIRE hebben met bands als Arkangel, LETHVM, Death Before Disco, Zaccharia en electric)noise(machine al wereldwijd op de grootste podia gestaan.
Villenoire zit puur technisch goed in elkaar. Hun virtuositeit combineren ze met een duivelse speelsheid, vuurkracht en rauwheid.

In de blakende zon was het voor een band als Elder (****) bijzonder moeilijk om grip te krijgen op de massa. De band komt het best tot zijn recht in het donker. De spraakzame frontman porde zijn fans aan en duwde samen met de band het gaspedaal compleet in. Psychedelische uitstapjes en diverse gitaaruitbarstingen hoorden we , wat het geheel sierde. Elder kreeg voldoende response voor hun niet aflatende doorzetting met die groovy psychedelische stonertrip.

Over naar de Orangerie. Met LLNN (*****) stond een band op het podium die een erg interessante ontdekking werd. De uit Kopenhagen afkomstige band is al sinds 2014 bezig.
Hun muziek wordt omschreven als donker, heavy en post-apocalyptisch. Een aparte muzikale trip door de grauwe riffs en de weerbarstige vocals. Zanger/gitarist Christian Bonnesen heeft een rauwe en meedogenloze stem. Een allesvernietigende wervelstorm kregen we. Wat een mokerslagen.

Terug naar de Fountain Stage waar een van de publiekstrekkers Zeal & Ardor (*****) waren. Een ondoordringbare muur van riffs hoorden we, ondersteund van verbluffende vocals. Zeal & Ardor weet op hun manier de duisternis te houden en té omzeilen door de dosis toegankelijkheid. Sommige songs kon je moeiteloos meebrullen. Tussen donker en licht met een doom injectie, zijn ze te situeren. Een overtuigende variëteit. De muziek sprak voor zich, want aan bindteksten doet de band zelden.

Green Milk From The Planet Orange (***) was voor ons geen onbekende. "De aanstekelijke gitaarlijntjes werden mooi ingekleurd met Oosterse kunst, wat het plaatje compleet maakt. De golvende sound , de toegankelijke refreinen en de ondoordringbare geluidsmuren intrigeerde. Dot Japanse jolijt was dus de moeite. Een ontdekking …" , schreven we over hun optreden op Desertfest vorig jaar. Op Les Nuits Botanique waren de meningen uiteenlopend. De ene fronste de wenkbrauwen, de andere ging lekker mee in de trip naar die Japanse oorden. Helaas waren we niet volledig overtuigd. Wij zaten ergens tussen beide gevoelens in; soms klonk het ietwat te gezapig, maar toch hielden we wel van dat Oosters tapijtje. De dosis absurditeit en experiment sierden.

Liturgy (****) overtuigde volledig in de Orangerie. "Liturgy is het project van Haela Ravenna Hunt-Hendrix, wiens smachtende, energieke ‘transcendentale black metal’ zich bevindt in de ruimte tussen metal, kunstmuziek en heilig ritueel, staat te lezen in de bio.
De rituelen vinden we o.m. in de vocals, intiem dreigend drijft de zangeres ons tot een mate van waanzin. De instrumentatie werd volledig opengetrokken. Geen moment van rust werd gegund. Wat een intensiteit en mokerslagen van Liturgy, nauw gerelateerd aan Black Metal, die hier meer 'upbeat ' klint (tav die kenmerkende downbeat en vunzige sound). Een muzikaal positieve ervaring alvast.

Ondertussen stond een massa volk te wachten aan het Museum voor de ultieme marathon … naar de Hel. Twee uur lang Wiegedood (*****). Hun muzikaal rituele aanpak is iets unieks in een onaardse wereld. Ingetogen, verschroeiend klonk het. Een voortdurend op- en afbouwen van een ondoordringbare, donkere geluidsmuur hoorden we. Hier sprak opnieuw de muziek voor zich. Wat een prestatie , maar niet voor eenieder bestemd …
Wiegedood was een rituele totaalbeleving die de meest gruwelijke beelden doet opborrelen. Wij hielden het bijna twee uur lang vol, muziek voor de donkere zielen. Een helse marathon.

Organisatie: Botanique, Brussel ism Metadrone (ikv Les Nuits Botanique)

Pagina 7 van 190