De Mad Caddies hebben een coveralbum gemaakt. Doorgaans brengen deze Caddies een mix van ska en punkrock, maar nu kozen ze consequent voor reggae/ska/rocksteady-versies van punkrocksongs van andere bands. Op zich een leuk concept, maar het is jammer dat ze niet ook hun reggae/ska/rocksteady-inspiratiebronnen meegenomen hebben. Of het zou moeten zijn dat hun volgende (cover)album er een is met punkrockversies van reggae-songs.
Het bekendste nummer dat de Mad Caddies aangepakt hebben, is “Sorrow” van Bad Religion. Nog bekende bands van wie ze een track geleend hebben, zijn o.m. Green Day, Rancid, NOFX en de Misfits van Glenn Danzig. Ze duiken ook dieper de underground in met Propagandhi, No Use For A Name, Bracket, Against Me! en Snuff.
De wel heel brave versie van “Sorrow” is een goede graadmeter voor het hele album: de tracks gaan van lome reggae naar laid-back rocksteady en ska waar elke angel uitgetrokken is. De aanhoudende ongevaarlijkheid doet heel wat van de door politiek en maatschappijkritiek gedreven punksongs onrecht aan. Terwijl reggae-held Bob Marley en voorts o.m. de Britse ska-stroming 2Tone ons geleerd hebben dat er best wat vuur in reggae, ska en rocksteady kan zitten. Dat vuur werd door de Caddies ingeruild voor een zoutloze mellow sound, als waren de Mad Caddies een op dollars belust bandje dat snel een sappige zomerhit wil scoren. Aan de keuze van de tracks en lyrics ligt het nochtans niet, maar deze versies worden met weinig passie gebracht. Misschien mikten ze bij de Caddies op een soort tongue-in-cheeck-humor, maar dat komt er dan toch ook niet helemaal uit. Daarvoor hebben ze te hard gedaan om het muzikaal zo perfect mogelijk te brengen.
Er zijn een paar uitzonderingen waarin het recept van de Caddies voor dit album wel doelpunten weet te scoren. “Sleep Long” van Rancid heeft in de versie van de Caddies nog iets opruiends, zoals Manu Chao dat deed bij Mano Negra. “… And We Thought That Nation States Were A Bad Idea” van Propagandhi en “Sink, Florida, Sink” kunnen er dankzij de Studio One-saus nog net mee door, omdat die Studio One ook vrolijkheid combineerde met een kritische boodschap. “She’s Gone” heeft een creepy ondertoon, zoals Ghost Town van The Specials, maar dat had nog wat dikker in de verf gemogen. Pas naar het einde toe laat deze track echt zijn tanden zien. Deze cover is van NOFX, de band van labelbaas en albumproducer Fat Mike. Hetzelfde geldt voor “Some Kinda Hate” van de Misfits: een creepy orgeltje en pas beginnen grommen bij de finale. Het past niet helemaal bij wat je in gedachten hebt voor een nummer van Glenn Danzig, maar het heeft wel iets.
Evengoed gaan ze de mist in met “She” van Green Day, waarmee ze uitkomen bij de kauwgumballenreggae van Culture Club, of met de kampvuur-versie van “AM” van No Use For A Name.
De te brave covers van “Jean Is Dead” van de Descendents en “Take Me Home (Piss Off)” van Snuff willen we nog met de mantel der liefde bedekken.
Een leuk concept levert dus niet altijd een leuk album op.