logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Editors - Paasp...
Manu Chao - Bau...
Dominiek Cnudde

Dominiek Cnudde

zaterdag 06 februari 2010 01:00

David Gray trakteert een vroege Valentijn …

Met een ruim twee uur durende meeslepende show bezorgde de Brit David Gray zijn fans een avond vol emotie, melancholie en euforie. De uitverkochte AB trakteerde het popicoon op grenzeloos enthousiasme alsof de zege al vanaf de eerste noot een feit was.
Maar eerst was er nog Phosphorescent die als voorprogramma mocht dienen.

Het blijft een aparte gebeurtenis die opwarmacts in de AB. Allereerst is er het zeer ondankbare vroege uur waarin de artiest zich moet bewijzen. Vaak is de belangstelling uiterst miniem, om de simpele reden dat de meeste mensen op dit vroege uur nog steeds onderweg zijn naar de AB en er dus nog geen kat aanwezig is in de Brusselse muziektempel. Daarnaast zijn er ook vaak de verkeerd geprogrammeerde acts die te weinig gemeen hebben met de hoofdact. Zo was het voor Phosphorescent geen eenvoudige opdracht om het publiek op te warmen voor David Gray.
Phosphorescent, de eenmansband van de Amerikaan Matthew Houck bracht een soort poëtische indie country-folkrock. Zijn belangrijkste troef: zijn klagerig fragiel stemgeluid dat hier en daar wat aan Neil Young en Bonnie Prince Billy deed denken. Zijn songs bleken stuk voor stuk echte gedichten, meestal voorzien van een zeer deprimerende ondertoon.
Een ruim halfuurtje waar we het warm noch koud van kregen.

Bijna exact 4 jaar terug (2 februari 2006) zagen we David Gray & Band een eerste maal in de AB. We waren toen zeer onder de indruk van het optreden. Ik was dan ook zeer benieuwd hoe de man er het deze keer vanaf zou brengen, want in de afgelopen jaren onderging de succesvolle Brit vaak ingrijpende muzikale wijzigingen. David Gray brak definitief door in 1998 met het album ‘White Ladder’. Een plaat die ik nog regelmatig draai en koester. Geen superorigineel album maar gewoon een geniale schijf vol prachtige songs. Nadien scoorde Gray in de UK nog twee nummer één albums. Zeer verwonderlijk was dit succes de aanleiding voor Gray om het over een andere boeg te gooien. Eind 2006 stuurde hij vrijwel de ganse begeleidingsband de laan uit, waaronder ook de excentrieke, podiumgekke drummer Craig McClune. Enkel basgitarist Rob Malone mocht aanblijven. Nieuwkomers in de band zijn: James Hallawell op keyboards, Keith Pryor achter de drumkit en gitarist Neill MacColl. Op het eerste zicht een vrij oude, klassieke begeleidingsband.
Met deze nieuwe groep nam David Gray het vorige jaar verschenen ‘Draw The Line’ op. Op deze laatste schijf ging Gray op zoek naar zichzelf en koos voor een meer singer-songwriter gerichte aanpak. De bombast van vorige albums verdween maar verder bleef de typerende Gray sound behouden. Het nieuwe album werd in de UK echter vrij lauw ontvangen. Gelukkig is het vasteland een stuk positiever voor Gray’s nieuwste creatie.

De titeltrack van het nieuwe album diende ook als opener van de avond. De eerste single uit de nieuwe plaat: “Fugitive” volgde. Een zeer fraai begin van de avond. Al van bij deze start was het geluid in de AB glashelder, de perfectie werd benaderd. Het publiek genoot met volle teugen van Gray, die blijkbaar zonder enige moeite de meest toonvaste stem aan de dag legde. Bij “Kathleen” ging David een eerste maal achter de piano zitten, maar dit kon niet beletten dat deze song ook live toch een van zijn mindere liedjes is. “The One I Love” kreeg een te geknutselde uitvoering aangemeten. De band probeerde deze hit om te toveren tot een echte rocksong…iets te stoutmoedig! Over de rest van het optreden kan ik enkel lovend enthousiast zijn.
De nieuwe band was erg goed op elkaar ingespeeld en gaf ons fijnzinnige pareltjes zoals “Now And Always” en het sublieme “This Years Love”. “Babylon” kreeg dan weer onverwacht een opvallend, sobere, akoestische benadering. Bombast en melancholie troef tijdens de “Slow Motion” finale, een song die ook integraal werd gebruik in mijn favoriete televisieserie E.R. Een ontketende band trok alle registers open tijdens het slotstuk “Nemesis”. Dit pareltje uit het nieuwe album klonk eerst subtiel en breekbaar maar mondde uit in een bombastische oceaan van passie en gedrevenheid. Onder luid applaus werd David Gray teruggeroepen voor een extra bisronde met 4 songs.
De ultieme toegift werd: “Please Forgive Me”, waarin David Gray aan het einde van de song zich eventjes liet verleiden tot wat geflirt met wat elektronica. Het uitzinnige publiek dat zo vaak stilzwijgend en met open mond had genoten, verliet nu al fluitend en dansend de uitverkochte zaal.

Een fabelachtig sterk concert. Valentijn viel dit jaar op 4 februari…dank U David Gray!

Setlist:
*Draw The Line *Fugitive *You’re The World To Me *Sail Away *Kathleen *The Other Side
*The One I Love *Freedom *Now And Always *This Years Love *Babylon
*Falling Down The Moutainside *First Chance *Slow Motion *Nemesis
*Ain’t No Love *Jackdaw *Be Mine *Please Forgive Me

Organisatie: Live Nation

De kans dat je Christopher Cross te pakken krijgt voor een concert in ons land is heel erg klein. Het was immers al van in 1992 geleden dat de man nog in ons land was. Toen stond Cross in Antwerpen samen met o.a. Joe Cocker op het podium tijdens de ‘Night Of The Proms’ shows. De toch wel unieke gelegenheid om deze singer-songwriter aan het werk te zien in de Handelsbeurs grepen we dan ook met open armen.
Christopher Cross, geboren in Texas en ondertussen ook al 58 jaar, schreef geschiedenis in 1981. Zijn titelloos debuutalbum ‘Christopher Cross’ (uit 1980) was toen één van de meest invloedrijkste albums van die tijd en het werd ook bekroond met een Grammy Award voor het beste album van het jaar. Een prijs die hij wegkaapte voor de neus van Pink Floyd’s ‘The Wall’. “Sailing” werd in 1981 ook verkozen tot de beste song van het jaar. Christopher Cross bleef maar prijzen verzamelen doorheen zijn carrière en heeft na 5 Grammy Awards, ook nog een Golden Globe en een Oscar beeldje op zijn schouw staan. Die laatste trofee kreeg hij voor de song “Arthur’s Theme”, die hij schreef voor de film ‘Arthur’, een tragikomedie met Dudley Moore en Liza Minnelli.

In de lente van 2008 nam Christopher Cross een nieuw album op met als titel: ‘The Café Carlyle Sessions’, opgenomen in het legendarische Café van het Carlyle Hotel in New York. Deze kleine setting bleek de ideale plaats om de songcomposities om te toveren in lichte jazzpareltjes, vaak erg verschillend van de originele, traditionele poparrangementen.
Dit concept bracht Cross tot in een mager gevulde Handelsbeurs, waar het publiek zichtbaar genoot van de unieke stem van Christopher Cross, de vele bekende popklassiekers en een erg sterke, gepassioneerde begeleidingsband.
Vanwege de beperkte opkomst (“A Small But Lovin’ Bunch”, aldus Cross ) kreeg dit concert toch wel een uniek, intiem karakter. Het was alsof je op de eerste rij zat in het Carlyle Café. Echt uitbundig werd het nooit maar het publiek vol Cross kenners genoot vooral van een evenwichtige, grandioze set. Christopher Cross liet zich op het podium omringen door een vierkoppige sterke live band vol virtuoze muzikanten. De meeste muzikanten hoefden zich niet meer te bewijzen en verdienden hun sporen al eerder in de jazz scène. In de band o.a. L.A. Jazz pianist Nick Manson, die zich meermaals positief in de kijker speelde. Vooral zijn subtiel, jazzy intro voorafgaand aan de wereldhit “Sailing” maakte enorm veel indruk. Naast Manson was het vooral de Fin Andy Suzuki op saxofoon, dwarsfluit,…die de show stal. Bijna alle nieuwe songarrangementen droegen zijn stempel. Popliefhebbers kwamen gelukkig ook aan hun trekken want nooit werden de vernieuwde jazzarrangementen te confronterend. Klassiek, pop & jazzelementen werden harmonieus versmolten. De songbasis bleef behouden en ook voor niet jazz liefhebbers werd het geheel toegankelijk gehouden. De songs kregen dan wel een nieuw jasje, het was toch vooral de typerende, hoge en kristalheldere stem van Cross die imponeerde. Hoogtepunten volgden elkaar snel op en tussendoor hield Cross contact met zijn publiek. “Think Of Laura”, het eerbetoon aan het vermoorde meisje Laura Carter, was één van de vele hoogtepunten naast de gekende pophits: “Sailing”, “Arthur’s Theme”, “Ride Like The Wind” en “All Right”. Tijdens “In A Red Room” mocht de band eens voluit gaan of zoals Cross het zo treffend zei: “Now It’s Time For The Band To Spread Their Wings And Do Their Thing”.Op de setlist echter ook minder bekende songs zoals “Open Up My Window en “Hunger”. Deze laatste song kwam uit Christopher Cross laatste studioalbum ‘Walking In Avalon’, dat al dateert van 1998. Echt productief is hij als songschrijver de laatste 10 jaar niet geweest. In 2007 bracht Cross wel nog een kerstalbum uit. Ook daaruit kregen we een song, de zelfgeschreven compositie “Does It Feel Like Christmas”. Met het prachtige “Talking in My Sleep” kwam er een einde aan het erg mooie, intieme concert.

Ondanks de matige belangstelling, bedankte Cross zijn promotors. Hij was duidelijk tevreden en relativeerde de zaak door een stuk van de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Het was immers veel te lang geleden dat hij nog in België was geweest. Plannen voor een uitgebreide tour in 2010 staan op stapel want dan zou er eindelijk ook een nieuw studioalbum verschijnen. In een kort gesprekje met Christopher Cross na het concert vertelde hij mij dat het nieuwe album totaal anders zal klinken en meer een Crowded House georiënteerde popplaat zal worden. Hopelijk zien we deze zeer getalenteerde en uiterst charmante muzikant dan ook terug in een van onze concertzalen. Warm aanbevolen!!

Neem gerust een kijkje naar de pics

Setlist: *Never Be The Same *Deputy Dan *Open Up My Window *Walking In Avalon *Sailing *Kind Of I Love You *I Really Don’t Know Anymore *Does It Feel Like Christmas *No Time For Talk *Hunger *In The Blink Of An Eye *Think Of Laura *In A Red Room *Swept Away *Arthur’s Theme (Best That You Can Do) *Ride Like The Wind
*All Right *Talkin In My Sleep

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

De Noorse synth pop/rock band A-Ha bracht dit jaar zijn negende studioalbum uit ‘Foot Of The Mountain’. Net zoals ‘Analogue’ uit 2005 een prima plaat vol verrukkelijke popsongs.
A-Ha werd opgericht in 1982. In 1985 verscheen hun debuutalbum ‘Hunting High And Low’. Dit album werd éen van de best verkopende platen van 1986 en mede dankzij de befaamde videoclip bij de single “Take On Me” werd deze Noorse band wereldwijd bekend. Die bekendheid verloor wat van zijn glans gedurende de jaren maar sinds de reünie in 1998 heeft de band opnieuw steevast fans gewonnen. De Noren maakten dan ook in hun carrière geen enkele slechte plaat, maar ondanks alles haalde A-Ha niet meer de status zoals tijdsgenoten Simple Minds of U2.
Het nieuwe radiovriendelijke album is beresterk en net nu de A-Ha de tour op gaat om deze plaat te promoten kondigde het in één adem ook het definitieve einde aan van de band. Harket & co gaan rentenieren, nog niet meteen want in 2010 komt er nog een gigantische wereldwijde afscheidstournee…..die dan hopelijk ook nog eens België zal aandoen. Het allerlaatste A-Ha concert zal plaatsvinden in Oslo op 4 december 2010. Eind 2005 zag ik de band al in Vorst Nationaal. Toen liep FN slechts halfvol.
Deze ‘Foot Of The Mountain’ tour bracht de Noren echter dat in de kleinere (lees gezelligere) Brusselse AB, die al maanden vooraf uitverkocht was. Heel wat fans zonder kaartje zakten toch nog af naar de AB in de hoop nog een ticket te bemachtigen…. Het was duidelijk dat de AB wat te klein was voor de nog steeds bijzonder populaire Noren van A-Ha. Opvallend was hoeveel vrouwelijk schoon zich onder het publiek bevond. Voor alle duidelijkheid, die kwamen allen voor de eeuwig jonguitziende zanger Morton Harket, die ondertussen reeds 50 geworden is. Naast Harket ook nog de enthousiaste synthgod Magne Furuholmen en de wat bleke gitarist Paul Waaktar-Savoy. Live werd het trio versterkt door een drummer en een extra keyboardspeler die zich vooral heel erg op de achtergrond hielden. Deze A-Ha live-productie was een stuk groter en indrukwekkender dan de show van 2005 in Vorst, met deze keer imposante LED videowalls, opblaasbare poppen en een mooie, doeltreffende lichtshow. Een show die duidelijk op maat gemaakt was voor iets grotere zalen.

Omstreeks 20u30 doofden de lichten en begon de set met één van hun allergrootste hits: “The Sun Always Shines On TV”, nog steeds een geweldig popnummer. Perfect aansluitend kregen we de synthesizer aangedreven popsongs “Riding The Crest” & “The Bandstand”. Sterke songs uit het nieuwe album, die al even overtuigend werden gebracht. Een eerste hoogtepunt kwam er met het betoverende “Stay On These Roads”. Bloeimooi gebracht onder een zeer sfeervolle belichting. Het viel me ook op hoe bijzonder stemvast zanger Morton Harket was. Bovendien was hij ook een stuk zelfzekerder dan toen ik hem in 2005 zag, maar een grote prater en contactlegger met het publiek is hij nog steeds niet. Deze job was weggelegd voor toetsenist Magne die meermaals het publiek in keurig Frans (en enkele woorden Nederlands) toesprak en bedankte. Gitarist Paul Waaktar-Savoy bleef dan weer opvallend op de achtergrond en leek zowat vastgelijmd in de rechterhoek van het podium. Af en toe trok A-Ha ook de danskaart zoals tijdens “The Blood That Moves The Body” en het opzwepende “I Dream Myself Alive”. Deze laatste song kende een wat bizar slot, toen de heren aan het einde van de song het podium verlieten en drie grote opblaaspoppen hun plaats innamen. Dit vormde de brug tot een akoestisch luik (met zanger Morton Harket op gitaar!) waarin vooral het mooie “Velvet” luidkeels werd meegezongen.
Vreemd genoeg waren het vooral de nieuwere songs die naar het einde toe de handen op elkaar kregen. “Shadowside” en vooral het up-tempo “Foot Of The Mountain” maakten erg veel indruk. De band werd teruggehaald voor een bisronde vol hits. Popklassiekers die vaak in een iets aangepast, hedendaags arrangement werden gebracht. “Analogue” kreeg opnieuw alle handen op elkaar. Jammer dat dit de enige song was die we te horen kregen uit dit schitterende album. “The Living Daylights”, deed het na een valse start opnieuw erg goed; al is deze song niet meteen een van mijn favorieten. Natuurlijk werd “Take On Me” de voor de hand liggende afsluiter. De kers op de taart! Er werd de band toegeroepen vanuit het publiek er nog eens 25 jaar bij te doen. Een publiek dat duidelijk nog niet vertrouwd was met de nakende split  van hun idolen.
Een zeer enthousiast publiek trouwens dat genoot van een selectie klasse popsongs in een loepzuivere productie. A-Ha is nooit de band geweest die tijdens optredens op zoek gaat naar een sterke wisselwerking met het publiek. Ook deze keer was dit niet anders. Het was vooral genieten van de vele schitterende, vaak tijloze popsongs en vooral de sterke vocale klasse van Morton Harket, waarbij ik zijn aanlokkelijke ‘looks’ dan nog volledig negeer. Laten we hopen dat deze band volgend jaar terug (voor een allerlaatste keer dan!) België aandoet. Waarschijnlijk kan de band dan nog meer tot zijn recht komen in een iets grotere zaal of festivalpodium. Nu al aanstippen op je ‘to remember’ lijstje voor 2010!!

Setlist:
*The Sun Always Shines on TV *Riding The Crest *The Bandstand *Scoundrel Days *Stay On These Roads *Manhattan Skyline *Hunting High And Low *The Blood That Moves The Body *I Dream Myself Alive *And You Tell Me *Velvet *Train Of Thought *Sunny Mystery *Forever Not Yours *Shadowside *Summer Moved On *Foot Of The Mountain

*Cry Wolf *Analogue *The Living Daylights *Take On Me


Organisatie: Live Nation

 

donderdag 12 november 2009 01:00

Yes: YES, we (still) can!

“Yes We Can”, moet zowat het motto geweest zijn toen dit Yes besloot om zonder Jon Anderson op tournee te gaan. Doorheen de geschiedenis van deze Progrock dinosauriërs zijn er trouwens al heel wat bezettingswijzigingen geweest. In 1980 werd de line-up ook al eens drastisch aangepast toen gelijktijdig twee nieuwe leden (toen waren dat Trevor Horn & Geoff Downes) Yes mochten vervoegen. Hoewel het album ‘Drama’ die de band toen maakte een schitterende plaat was, werd de afwezigheid van Jon Anderson door de fans toen als erg pijnlijk ervaren. In 1982 keerde Jon Anderson terug en zou actief blijven bij Yes tot 2004. Na 2004 ging Yes de koelkast in en was er plaats voor talrijke nevenprojecten. Jon Anderson werd ziek. Hij kreeg ernstige ademhalingsproblemen en moest noodzakelijkerwijs de geplande tour van 2008 afzeggen. Een beetje onrespectvol werd de man aan de kant gezet waarop bassist Chris Squire (het enige Yes lid dat op elk album actief was) op zoek ging naar een nieuwe Yes line-up.
“This is now Yes” verklaarde Squire toen hij onlangs aankondigde dat de nieuwe leden Benoit David & Olivier Wakeman nu officieel deel uitmaakten van het nieuwe Yes. Deze ‘In the Present’ tournee moest het dus vooral hebben van de nieuwe line-up want een nieuw album was er (nog) niet. Olivier Wakeman, zoon van Rick Wakeman (ook al voormalig Yes lid) mocht in zijn vaders sporen treden en zich ontpoppen tot toetsentovenaar. De onmogelijke en ondankbare taak om Jon Anderson te vervangen werd door de sympathieke Canadees Benoit David echter met open armen ontvangen. Het lijkt wel een trend maar ook hij werd weggetrokken bij een coverband die onder de naam Close To The Edge als Yes tribute band opereerde. Chris Squire merkte de man op in de vele Youtube video’s en vond in hem een waardige vervanger voor mister Anderson. De machtige akoestiek van de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen moest ook ons overtuigen van dit vernieuwde Yes.

De zaal liep onverwacht vol met zo’n 1500 ouwe rockers & hun zonen die vanuit hun comfortabele fluwelen zitjes de band het best konden gadeslaan. Ooit is het anders geweest met uitverkochte concerten in grotere zalen. Het podium was opvallend lelijk aangekleed met hangend boven de muzikanten vleermuisachtige witte doeken. Zo was er de ganse avond visueel erg weinig te beleven met een wat ondermaatse lichtshow. Vanaf “Siberian Khatru” zat de sfeer er goed in en was het duidelijk dat de fans dit Yes een kans wilden geven. Zanger Benoit David maakte meteen een goede indruk. Zingend met de falset stem kwam hij dicht in de buurt van Jon Anderson’s stembereik. Echter vanaf de opener was het duidelijk dat Steve Howe opnieuw de man van de avond zou gaan worden. Met zijn virtuoze gitaarstijl en knotsgekke bekken bracht hij het publiek meermaals in totale extase. Zo was zijn solospot middenin de set bijzonder indrukwekkend! Vooral het akoestische “ Laughing With Larry”, die hij maakte met het Jazz combo Steve Howe Trio, klonk buitenaards.
Andere hoogtepunten waren het sublieme “And You And I” (met een eerste staande ovatie!) en het schitterende “Onward”. Verrassend waren de twee tracks uit het ‘Drama’ album met o.a. “Tempus Fugit” in een erg heavy uitvoering. Helaas waren er ook wat minder sterke momenten in de show. Tijdens “Yours Is No Disgrace” ging het helemaal mis toen tijdens het grootste deel van de song de versterking richting zaal volledig uit viel. Vreemd om een band gedurende vele minuten live te horen spelen enkel op de podiummonitors. Ook de finale had wat verrassender mogen zijn. De uitvoering van “Heart Of Sunrise” kon mij niet echt overtuigen en tijdens de encore ronde met “Roundabout” en “Starship Trooper” nam de automatische piloot te veel de overhand. Een duidelijk vermoeide band nam na bijna 150 minuten hoogstaande ‘progressieve rock old school’ afscheid van het dolenthousiaste publiek.

Het nieuwe Yes met ploegbaas Chris Squire aan het hoofd en de nieuwkomers Benoit David en Olivier Wakeman kon mij toch wel bekoren. Wel twijfel ik of deze line-up wel de toekomst is voor Yes. De mystieke spiritualiteit van Jon Anderson bleek toch een ernstig gemis maar ik moet toch wel toegeven “YES, They Still Can!” en daar zullen de fans vooral heel erg gelukkig mee zijn.

Setlist: *Siberian Khatru *I’ve Seen All Good People *Tempus Fugit *Onward *Astral Traveller *And You And I *Yours Is No Disgrace *Steve Howe: Surface Tension/Laughing With Larry *Owner Of A Lonely Heart *South Side Of The Sky *Machine Messiah *Heart Of Sunrise
*Roundabout
*Starship Trooper

Organisatie: Live Nation

vrijdag 16 oktober 2009 03:00

Porcupine Tree brengt pure genialiteit!

Op de avond dat Fleetwood Mac concerteerde in het Antwerpse Sportpaleis, de indierockers van de Pixies in Vorst onveilig maakten, genoten wij van het geniale concert van Porcupine Tree in een uitverkochte Ancienne Belgique.
Een kleine twee jaar terug (22/11/2007) was de band voor het eerst in Brussel. Toen liep de AB aardig vol. Vandaag is Porcupine Tree’s populariteit duidelijk toegenomen want de zaal was uitverkocht en tot de nok gevuld. Opvallend was dat zowel jongeren en zeg maar oudere jongeren deel uitmaakten van het publiek. Een band voor alle leeftijden dus, die zowel psychedelische progrockers als metalfreaks weet in te palmen. Maar in de eerste plaats is Porcupine Tree vooral een zeer energieke live band! De perfecte akoestiek van de AB gaf de band vleugels, waardoor (alweer) een onvergetelijk concert tot stand kwam.

Voor Porcupine Tree aantrad kregen we eerst nog een halfuurtje Robert Fripp voorgeschoteld. Fripp, ondertussen reeds 63, is vooral bekend van zijn gitaarwerk bij de progressieve rockband King Crimson. Robert Fripp leverde ook wat samples en soundscapes voor Porcupine Tree’s ‘Fear Of A Blank Planet’ en nu mocht deze eigenzinnige, maar legendarische, gitarist voor de Britse band openen.
Robert Fripp startte erg vroeg (19.30) waardoor velen Fripp aan het neus zagen voorbij gaan. De afwezigen hebben echter niet veel moeten missen want de mooie, dromerige gitaarklanken en samples konden weinigen echt boeien. Meer dan een beleefdheidsapplausje kreeg de man niet.

Voor het concert van Porcupine Tree begon werden we vriendelijk verzocht om geen foto’s en geluidsopnames te maken. Ook werd er op aangedrongen geen foto’s te nemen met draagbare telefoons. Die boodschap werd niet door iedereen op evenveel enthousiasme onthaald, maar begrip kon men er wel voor opbrengen. Tijdens het optreden heb ik dan ook bijna niemand gezien die zich niet aan deze afspraak hield; wat getuigd van een grenzeloos respect voor Steve Wilson & de zijnen. Zo’n concert zonder GSM’s in de lucht en fotoflashes werkt trouwens ook heel erg bevrijdend!

Erg lang moesten we niet wachten op Porcupine Tree want onverwacht gaf de band al om 20u20 de aftrap.
De bombastische intro van “Occam’s Razor” diende als opener en de band werd onmiddellijk begeleid door bijpassende, synchrone videoprojecties. Bijzonder knappe videoanimaties, gecreëerd door de Deense grafische artiest Lassie Hoile, versterkten visueel de songs gedurende het grootste deel van het optreden.
Dit was de start van “The Incident”, het nieuwe conceptalbum van de band. Bij “Great Expectations” ging het helemaal fout en was de bassound van Colin Edwin zo ernstig verstoord, dat de band na het ophelderen van het technische euvel, de song gewoon hernam. “We willen immers niet zoals Spinal Tap klinken”, gekscheerde Wilson nog. Zoals verwacht speelde de band het ganse nieuwe conceptalbum live. Het werd een opwindende, hallucinerende progressieve rocktrip gebracht door een onvermoeibare band. Hoogtepunten uit deel 1 waren het gedreven “Drawing The Line”, het sublieme “Time Flies” (nu al een echte Porcupine Tree klassieker) en afsluiter “I Drive The Hearse”, waarin de bekoorlijke harmonieuze zanglijnen van Wilson & Wesley nog eens voorop stonden. Na het spelen van het nieuwe conceptalbum ging de band onder een oorverdovend applaus voor 10 minuten de coulissen in. Een countdownklok hield ons bij de les. Niet echt een drank- en plaspauze maar eerder een symbolische break om twee aparte delen te creëren in het liveoptreden. “10, 9, 8, 7……..3,2,1”…..en
Steven Wilson, Richard Barbieri, Colin Edwin, Gavin Harrison en John Wesley stonden er weer voor deel 2.
Dat werd een setlistje vol met oldies. De start was alvast fenomenaal met het wondermooie “Start Of Something Beautiful” en het bijzonder knappe, psychedelische “Stars Die”, welke een tourpremière was. Het lange “Anesthetize” werd ingekort tot de essentie en bracht de zaal in vuur en vlam. Wat een energie en creativiteit! Misschien wel het hoogtepunt van de avond. Vanwege de belachelijke vroege ‘curfew’ van 22.30 verdween “Lazarus” van de setlist en werd naar het einde toe iets teveel de metal-kaart getrokken. Bissen deed mijn dan weer iets te voorspelbaar. Ik had ook de indruk dat Steve niet helemaal tevreden was met die avondklok die hem achterna zat. Ondanks de voorspelbaarheid is het toch altijd mooi om “The Sound Of Muzak” en “Trains” te horen.
Porcupine Tree bevestigde opnieuw waardoor ik, iedereen die open-minded is en iets meer wil dan hedendaagse radiomuziek, deze band dan ook heel erg sterk kan aanbevelen! Geen enkele keer heeft Porcupine Tree mij live teleurgesteld en hun ongekende dynamische creativiteit bezorgt mij live steeds weer een constante opwinding. Absoluut pluspunt is de perfecte geluidsbalans die de band keer op keer neerzet. Ga ze dus zien als je de kans krijgt…je zal er geen spijt van hebben.

Setlist: *Occam’s Razor *The Blind House *Great Expectations *Kneel And Disconnect *
Drawing The Line *The Incident *Your Unpleasant Family *The Yellow Windows Of The Evening Train *Time Flies *Degree Zero Of Liberty *Octane Twisted *The Séance *Circle Of Manias *I Drive The Hearse
*Start Of Something Beautiful *Stars Die *Anesthetize *Remember Me Lover *Strip The Soul *.3 *Mother And Child Divided
*The Sound Of Muzak *Trains

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel


dinsdag 15 september 2009 03:00

Mr. Big: Still ‘Alive & Kickin’’

Begin dit jaar werd de reünie van de melodieuze rockband Mr.Big aangekondigd. Mr.Big werd eind jaren tachtig opgericht door bassist Billy Sheehan. Die verdiende eerder zijn sporen bij de band van David Lee Roth (Van Halen). Billy Sheehan wordt tot op heden nog steeds als een der beste basgitaristen van deze aardbol beschouwd. Naast Sheehan treffen we hier ook gitaargod Paul Gilbert aan. Samen met Pat Torpey op drums en frontman Eric Martin staat het herenigde Mr.Big in de oude bezetting terug op de planken.
Zegt de naam Mr. Big U nog steeds niets dan hebt u toch ongetwijfeld de wereldhit “To Be With You” wel al eens gehoord. Die monsterballad uit het album “Lean Into It” haalde wereldwijd overal de nummer één positie. De band was actief tot in 2001 en bleef vooral bijzonder populair in het land van de rijzende zon.
In juni begon ook deze reünietournee in Japan. De vele Youtube filmpjes laten een band zien die er speelt voor vele tienduizenden enthousiaste fans. Japan is Mr. Big duidelijk nog niet vergeten. Nu was Europa aan de beurt, waarbij gelukkig tourpromotor Rocklive het opportuun vond om deze band ook in België te programmeren. Het vernieuwde Hof Ter Lo, tegenwoordig Trix, mag meteen een grote naam op haar palmares toevoegen.

De opkomst was op deze zondagavond nogal beperkt. Jammer want de afwezigen hadden weer eens ongelijk want Mr. Big gaf gedurende ruim twee uur het beste van zichzelf! Geen overbodig voorprogramma deze keer maar meteen een droomstart met het waanzinnig knappe: “Daddy, Brother, Lover, Little Boy” ook wel ‘The Electric Drill Song’ genoemd. Daarna kwam “Take Cover” voorbij….één van mijn persoonlijke Mr.Big favorieten. De song werd ook aangekondigd als voorkeursong van Billy Sheehan. “Green-Tinted Sixties Mind” klonk als een bom en even sterk als toen dit in 1991 een bescheiden hitje was. De band had er duidelijk zin in en het aanstekelijke spelplezier sloeg over op het publiek. Hoogtepunten waren er in overvloed…vooral in de vorm van echte songs. Minder had ik het begrepen op het oeverloos ten toon spreiden van hun technische vaardigheden. Dergelijke klasse muzikanten vinden het blijkbaar nog steeds nodig om hun kunsten met waanzinnig gekke maar vaak langdradige solo’s extra te etaleren. Overbodig en vaak ook erg oninteressant. De zeer monotone bascapriolen van Billy Sheehan, in een overigens veel te lange solo, waren ronduit slaapverwekkend. Een stuk beter en vooral melodieuzer was het gitaarspel van het (met koptelefoon spelend!) gitaarwonder Paul Gilbert. Toch waren het vooral de echte songs die het hem deden zoals “Next Time Around”, een fonkelnieuwe song uit een zoveelste recente ‘Best of..’
Bijzonder opmerkelijk was ook zanger Eric Martin die raasde doorheen de set en nog niets aan stemkracht had verloren. Een stevige versie van de Argent cover uit 1972 “Hold Your Head Up” was meer dan de moeite waard. Ook de gevoelige snaar werd geraakt tijdens de ballads: “Wild World” en het bijzonder mooie “Just Take My Heart”. Maar Mr. Big kon ook erg stevig rocken en liet dit horen in het uitmuntende vierluik: “Take A Walk”, “The Whole World’s Gonna Know”, “Rock & Roll Over” & “Addicted To That Rush”.
Natuurlijk mocht ook hun grootste hit “To Be With You” niet ontbreken. Niet dat ik daar op zat te wachten. Toch werd het een bijzonder aangrijpend moment, waarbij het publiek elk woord meezong. Bissen deed men via het ‘fielder’s choice’ concept, waarbij het publiek samen met Billy Sheehan ‘de encores’ mocht aangeven.

Twintig jaar na het eerste studioalbum: ‘Mr. Big’ is de band weer helemaal terug. Of dit verhaal nog een vervolg krijgt is niet te voorspellen want voorlopig is een nieuw studioalbum niet aan de orde.
Weeral eens tevreden keerde ik huiswaarts na een avond vol hardrockklassiekers en onvervalste nostalgie!

Setlist: *Daddy, Brother, Lover, Little Boy, *Take Cover, *Green-Tinted Sixties Mind, *Alive And Kickin’ , *Next Time Around, *Hold Your Head Up, *Just Take My Heart, *Temperamental, *Price U Gotta Pay , *Wild World , *Take A Walk, *The Whole World’s Gonna Know, *Rock & Roll Over, *Addicted To That Rush
*To Be With You, *Colorado Bulldog
*Shy Boy *Baba O’Riley

Photo Slideshow:
http://www.slide.com/r/AJehvuEo7D-CLwvk4ZuvChiXboo1mwML?previous_view=lt_embedded_url

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foro’s

Organsatie: Rocklive ism Trix, Antwerpen

Dit najaar is de Progressive Nation tour voor het eerst in Europa te zien. Na enkele succesvolle edities in de States, maakt dit grote progressieve circus, voor het eerst een trip tot over de plas. Progressive Nation bedacht en ontworpen door meesterbrein (en de wereldbefaamde drummer) Mike Portnoy van Dream Theater.
Het concept: één avond vol avontuurlijke, originele progressieve rockbands. Naast de unieke mogelijkheid om een aantal ‘nieuwere’ bands binnen het genre te kunnen ontdekken bleek deze formule voor de doorwinterde Dream Theater fan toch ook een concept met redelijk wat beperkingen. Doorgaans zijn we in Europa toch gewoon om Dream Theater shows van enkele uren mee te maken. Tijdens deze Progressive Nation tour is dit voor het eerst toch wel anders. In praktijk bleek het lange wachten op de afsluitact van de avond voor velen een ernstige opgave.

Terwijl er eerder tijdens deze tour geen noemenswaardige vertragingen werden gemeld werd het startschot in de goed volgelopen Rijselse Zénith pas om 19.30 gegeven; toch een uurtje later dan was voorzien.

Eerste band van de avond was het knotsgekke gezelschap Unexpect. Dit avant-garde gezelschap uit Montréal (Canada) kon het publiek in hun eigen taal verwelkomen. Unexpect haalt de beste elementen uit zowel: Gothic, Death, Progressive & Melodic Metal, Classical, Operatic, Medieval,Goth, Electro, Ambient, Psychotic, Noise en Circus Music. Qua originaliteit heb ik binnen het metal genre zelden zoiets gehoord. Helaas sloeg de frisheid al vlug over in een te complexe geluidsbrij waarin het vaak erg moeilijk zoeken was naar de essentie van de song. Beluister eens hun laatste album: ‘In A Flesh Aquarium’ uit 2006 en je zal versteld staan hoeveel elementen je in één metalsong kan proppen.

Bigelf, de volgende band op de affiche, zorgde voor tegengewicht en was dan ook een stuk toegankelijker. Deze Progband uit Los Angeles was de revelatie van de avond. Bigelf haalt het beste uit bands zoals: Black Sabbath, Deep Purple, The Doors, T-Rex tot Pink Floyd maar slaagde er vooral in om toch een unieke, eigentijdse sound neer te zetten. Bigelf, doorspekt van de beste ouwe Britse bands voegt aan het geheel een calorierijk theatraal, bombastisch sausje toe. Toch zijn het vooral de sterke composities en het sterke stemgeluid van zanger en songwriter Damon Fox die Bigelf tot één van de boeiendste hardrockbands van het ogenblik maken. Live overtrof de band zichzelf met een zeer sterke, doch te korte set doorheen het Bigelf oeuvre. Hoogtepunten van de Bigelf avond waren het meesterlijke Pink Floydish “Disappear” (uit ‘Hex’ 2006) en het bijzonder aanstekelijke “Blackball” (uit ‘Cheat The Gallows’ 2008).

Opeth hoeft nog weinig introductie. De Zweedse band rond boegbeeld Mikael Akerfeldt is bij het progressieve metalpubliek zeer geliefd. Hun progressieve metal spreekt verschillende talen. De band kan zowel heel melodieus uit de hoek komen, alsook erg stevig uithalen. Opener “Windowpane” en opvolger “The Lotus Eater” zetten ons meteen op het juiste spoor. Pas tijdens de megaballade “Burden”, die voor het eerst live werd gespeeld, krijgt Opeth ook mij mee. Na dit unieke rustpunt, haalt de band nog eens duivels uit tijdens “Deliverance”. Een moeilijk punt voor mij blijft de zang van Mikael die vaak in één song zowel ‘clean’ als ‘grunts’ vocalen combineert. Gelukkig kon Opeth wel het grootste deel van het publiek bekoren!

Omwille van het late aanvangsuur was het al bijna 23 uur alvorens Dream Theater het podium mocht beklimmen. Geopend werd met “A Nightmare To Remember” uit het nieuwe album ‘Black Clouds & Silver Linings’, een indrukwekkende opener die meteen alle Dream Theater registers opengooide. Pure klasse! Tijdens de ballad “Wither”, ook al uit het nieuwe album, zag ik toch enkele metalfans richting bar stormen. Jammer, want het werd een erg mooie versie met vooral een zeer sterke James LaBrie, die erg goed bij stem was! Na een korte keyboardsolo van Jordan Rudess mocht de band zich in het instrumentale “Erotomania” nog eens volledig uitleven. De immer coole bassist John Myung, toetsenwizard Jordan Rudess, gitaarfenomeen John Petrucci en drumgod Mike Portnoy bewezen nogmaals waarom zij tot de top van de progressieve rockscene behoren. De geweldige instrumental ging naadloos over in de song “Voices”, ook al uit ‘Awake’ van 1994. Met het semi-akoestische “Solitary Shell” gingen we de finale in die werd afgesloten met het gebruikelijke “Take The Time”.
Het was al een stuk na middernacht toen de band nog éénmaal terugkwam voor de toegift (en enige vaste waarde op de setlist tijdens deze tour) “The Count Of Tuscany”, het epos gebaseerd op Petrucci’s ervaringen in Italië van 2004.

Deze eerste Europese Progressive Nation was dik de moeite waard. In tegenstelling tot de eerdere edities: ‘A Evening With Dream Theater’ kregen we toch wel veel minder Dream Theater voor ons geld. Maar, we ontdekten Bigelf, een band die ik in de toekomst zeker zal blijven opvolgen. Bovendien bleek het ook geen evidentie om tijdens een gewone weekdag een festival van bijna 5 uur ‘uit te zitten’…..vermoeid en voldaan heet zoiets.

Setlist Opeth
*Windowpane, *The Lotus Eater, *Reverie/Harlequin Forest, *Burden, *Deliverance, *Hex Omega

Setlist Dream Theater *A Nightmare To Remember, *Constant Motion, *Wither,, *Erotomania, *Voices, *Solitary Shell, *Take The Time
*The Count Of Tuscany

Organisatie: Agauchedelalune, Lille


dinsdag 09 juni 2009 03:00

David Coverdale’s revanche

Op verkiezingsdag zondag 7 juni stond één van mijn ‘all time favorite bands’ in de Brusselse AB: Whitesnake. De voorbije jaren had ik Whitesnake een aantal keren gezien op enkele festivals. De band met de charismatische frontman David Coverdale kon mij toen geen enkele keer overtuigen en dit vooral vanwege de tegenvallende, wispelturige vocalen van de grootmeester ‘himself’. Met wat ambivalente gevoelens begaf ik mij naar de uitverkochte AB en kwam naderhand aangenaam verrast thuis van een fantastisch concert vol hoogstaande melodieuze rock.

Whitesnake bestaat sinds 1977. David Coverdale richtte de band op nadat zijn avontuur bij Deep Purple was afgelopen. Doorheen de geschiedenis laste de band enkele lange pauzes in. Ondertussen is Whitesnake sinds 2004 terug goed op dreef in wat nu al de vijftiende line-up is. Vorig jaar verscheen dan ook nog eens het uitstekende nieuwe album ‘Good To Be Bad’, de opvolger van ‘Slip Of The Tongue’ uit 1989.

Support-act van de avond was het onbekende Electric Mary. De avond ervoor hadden we de heren al tegen het lijf gelopen bij het concert van John Waite in de Spirit Of 66, waar ze enkele dagen later ook een headline show zouden gaan spelen. Nu mochten ze openen voor Whitesnake, wat ongetwijfeld een hele eer was voor deze sympathieke Australiërs. Stevige ruwe ongepolijste rock-’n-roll, waarbij vooral de schorre, schreeuwerige vocalen van zanger Rusty Brown opvielen. Duidelijk een geroutineerde band, al mikt men nu pas met het vorig jaar verschenen album ‘Down To The Bone’ op internationaal succes. Er was echter één groot minpunt aan de set en dat was de foutieve geluidsbalans, die meer dan eens in het rood ging! Jammer, want om het wat dragelijker te maken zag ik menig doorwinterde hardrockfan de frontlinie verlaten om achteraan in de zaal te gaan luisteren.

Niet zo bij Whitesnake, die meteen de juiste sound neerzette. Na de “My Generation” introtape trapte de band af met “Good To Be Bad”, de openingstrack uit het nieuwe album. De sfeer zat er meteen goed in en het was duidelijk zichtbaar dat de band er erg veel zin in had. David Coverdale, die straks 58 wordt, zag er behoorlijk fris uit. Bovendien was hij deze keer erg goed bij stem, al kun je niet ontkennen dat Coverdale het uiterst moeilijk heeft om de hoge noten te halen. Gelukkig werd hij vakkundig geholpen door een zeer sterke begeleidingsband (die meermaals de vocalen van hem overnam) en kreeg hij ook technische hulp van de man achter de geluidstafel. Over de songs uit de setlist zijn de meningen sterk verdeeld. Er werden vooral songs gespeeld uit de periode na het titelloze album uit 1987. Enkele uitzonderingen hierop waren “Guilty Of Love” uit ‘Slide It In’, een album dat dit jaar zijn 25ste verjaardag mocht vieren. Hoogtepunt van de avond was het bluesy “Ain’t No Love In The Heart Of The City”, de cover uit Whitesnake’s ‘Snakebit EP’ van 1978. Luidkeels meegezongen door de volle AB…een magisch moment. Ook het kleine Deep Purple stukje “Mistreated”, na “Can You Hear The Wind Blow” sloeg erg aan. Verder zaten de nieuwe songs slim verweven tussen de oudere hits. Als ‘love band’ was er natuurlijk ook plaats voor veel ballads. Het sterke akoestisch gebrachte “The Deeper The Love” en “Is This Love” vormden een rustig middenstuk. Naast de hoogtepunten werd het fel uitgesponnen “Got What You Need” het dieptepunt van de avond. Een vrij saaie drumsolo werd voorafgegaan door een overbodig gitaarduel tussen Dough Aldrich en Reb Beach. Voor Coverdale tijd zat om op adem te komen en zijn nieuw ‘Rebel Spirit’ shirt aan te trekken. Want naast de muziek blijven ‘de looks’ voor Whitesnake natuurlijk erg belangrijk.
De finale was weinig verrassend maar daarom niet minder gewenst. “Still Of The Night” blijft natuurlijk het Whitesnake epos bij uitstek en met een grandioze versie van “Fool For Your Loving” werd iedereen voldaan huiswaarts gestuurd.

Anno 2009 blijft het legendarische Whitesnake nog steeds sterk overeind. Mede door een professionele begeleidingsband weet Coverdale de zwakkere momenten te overbruggen en zo kregen we een avond vol pure 80’s hardrock en emotie. De band speelde wel op veilig en persoonlijk had ik liever wat ouder werk gehoord.
Na enkele mindere Whitesnake optredens kan ik nu concluderen dat dit toch een beetje Coverdale’s revanche was en het zou dan ook volkomen fout zijn als we de efficiënte melodische rock van Whitesnake nu (al) zouden afschrijven!

Setlist: * Good To Be Bad *Bad Boys *Can You Hear
d The Wind Blow / Mistreated *Love Ain’t No Stranger *Guilty Of Love *Lay Down Your Love *The Deeper The Love *Is This Love *Got What You Need *Ain’t No Love In The Heart Of The City *All Your Love Tonight *Here I Go Again
*Still Of The Night *Fool For Your Loving

Organisatie: Live Nation

John Waite is bij het grote publiek vooral bekend van zijn wereldhit “Missing You”. Waite is echter veel meer dan die ene hit. Zo kennen sommigen Waite uit een ver verleden van zijn werk met The Babys of uit de recentere rockgeschiedenis als frontman van de melodic rockband Bad English. Deze gedistingeerde gentleman konden we al live aan het werk zien op het Arrow Rock Festival van 2006 waar hij toen een prima set speelde. De roodharige Brit woonde geruime tijd in New York maar verblijft nu onder de Californische zon. Eindelijk vond hij ook eens de tijd en het geld om naar het vaste continent te komen voor een allereerste Europese minitournee. De programmatie van deze tour verliep echter niet van een leien dakje, zodat helaas enkele shows werden afgelast. Voor het allereerste optreden van John Waite op Belgische bodem reden we tot in Verviers, waar in de oergezellige club Spirit Of 66, Mr. Wonderful een erg gesmaakt optreden weggaf.

Voor aanvang van het optreden had ik het genoegen om Wouter Kramer te ontmoeten. Deze sympathieke Nederlander (ja…ze bestaan toch!) is verantwoordelijk voor de Nederlandstalige John Waite fansite ‘John Waite The Greatest’. De man volgt Waite op de voet en is zo een beetje Waite’s PR man voor de lage landen.
Het concert begon pas na 21.30 en op dit late uur zat de Spirit behoorlijk vol. Wouter vertelde me dat enkele avonden ervoor in Duitsland slechts een veertig tal fans kwamen opdagen. Gelukkig was er hier toch meer interesse.
John Waite opende met “Best Of What I’ve Got” uit het platina bekroonde debuutalbum van Bad English uit 1989. In tegenstelling tot wat de titel deed vermoeden kregen we een erg zwakke start van het concert. Algemeen was het geluid in de zaal te steriel en veel te dof. De gitaarsound trok werkelijk nergens op, terwijl John’s stem wel onmiddellijk goed zat in de mix. Met deze openingssong werd ook duidelijk dat de band toch de aanwezigheid van een keyboardspeler mag ambiëren. Zowel Waite’s solowerk, alsook de songs die hij met Bad English maakte zouden zoveel rijker klinken met wat keys erbij. Een gemiste kans wat ons betreft maar dit belette ons niet om verder te genieten van de afwisselende set. Tijdens “Back On My Feet Again” liet Waite horen nog steeds over een fantastische stem te beschikken.
“Change” werd wat te vlak gespeeld maar met de Bad English hitsong “When I See You Smile” kreeg hij eindelijk de ganse club mee. Deze ‘number one hitsong’, geschreven door Diane Warren werd luidkeels meegezongen en werd veel beter en authentieker vertolkt dan de versie die we op Arrow 2006 hadden gehoord. Ondanks de geweldige respons bleef Waite zichtbaar gespannen en zeer gefocust. Bij “Whenever You Come Around” (uit ‘Figure In A Landscape’) nam John de akoestische gitaar ter hand. Na een korte onderbreking werd de song hernomen en mede door een prachtige slidegitaarsolo van klassegitarist Jimmy Leahey, werd de song één van de vele hoogtepunten van de avond. John Waite bracht ook enkele leuke covers, waaronder het alom gekende “Along The Watchtower” van Bob Dylan en “Rock ‘n’ Roll” van Led Zeppelin. Beide songs deden de ambiance in de club ferm toenemen.
In de finale werd een erg sterk “Missing You” door iedereen meegezongen, terwijl “Isn’t it Time” de kers op de taart was.

Na het optreden maakte John Waite zich vrij voor zijn fans. Een foto- en signeersessie bevestigde de terechte status als ‘Mr Wonderful’.
John Waite live was dik de moeite. Het werd echter zeker geen feilloos optreden, hiervoor was zijn begeleidingband te onervaren. Gelukkig bezorgde vooral de clubsfeer en de stem van Waite ons toch een memorabele rockavond!

Setlist:
* Best Of What I *Back On My Feet Again *Change *When I See You Smile  *In Dreams *Along The Watchtower *Whenever You Come Around *Bluebird Café *Mr. Wonderful *Time Stood Still  *Encircled *Everytime I Think Of You *Midnight Rendezvous *Head First
*Missing You *Isn’t It Time
*Rock ’n’ Roll

JOHN WAITE VIDEOS ON YOU TUBE
Part1
http://www.youtube.com/watch?v=mSiVdIK6DBA
Part2
http://www.youtube.com/watch?v=w3ZX8qRcIhs
Part3
http://www.youtube.com/watch?v=9KAS8X-Gqig
Part4
http://www.youtube.com/watch?v=N2v3okonNWI
Part5
http://www.youtube.com/watch?v=glYN30xnEZQ

PHOTO Slideshow
http://www.slide.com/r/VU9IjQLE5D-xqWbN300VWwLzSX8neNf7?previous_view=lt_embedded_url

Organisatie: Spirit Of 66, Verviers


Jean Michel Jarre is bij het grote publiek vooral bekend van zijn hitalbum ‘Oxygène’ uit 1976, waarmee hij wereldwijd faam verwierf. Daarnaast is Jarre ook vooral bekend vanwege zijn enorm spectaculaire openluchtconcerten, op vaak legendarische plaatsen. De Franse elektronicapionier is ondertussen zestig jaar geworden maar blijft er vreemd genoeg erg jeugdig uitzien! De tijd van de mega-evenementen lijkt nu wel voorbij. In plaats daarvan tracht Jarre nu om zijn muziek en zijn grootse shows indoor te brengen.
Vorig jaar was Jean Michel Jarre nog te zien in het Brusselse Koninklijk Circus tijdens de stijlvolle, intieme ‘Oxygène’ tournee, een concert waar toen, dertig jaar na release, het volledige hitalbum werd gebracht.

Jarre’s eerste wereldtournee (al heb ik enkel kennis van een Europees luik), de ‘World Arena Tour’ biedt ruimte voor een meer gevarieerde setlist en vooral voor een grotere visuele hightech productie.
Lang voor het optreden begon werd Vorst Nationaal al ondergedompeld in een mystiek sfeertje. De New Age geluiden van “En Attendant Cousteau” en een stemmig rookgordijn brachten ons meteen in de juiste sfeer. Vorst liep aardig vol en de duurverkochte, krappe zitjes werden door zowel jong als oud ingevuld.
Met “Industrial Revolution Part 2” begon Jarre zeer bombastisch en op een indrukwekkende wijze aan de show. Met zijn keytar verscheen hij onder luid applaus uit een 3D bundel lasers,….de show was gestart.
Naast Jarre, nog drie andere instrumentalisten op het podium met een arsenaal aan synthesizers, sequencers en ander instrumentaria. Samen goed voor een indrukwekkend aantal knopjes. Het daaropvolgende “Magnetic Fields Part 1” klonk vertrouwd in de oren en ging door merg en been. Perfecte sound vanaf rij twaalf! De sensationele lasershow barste nu ook echt los, we keken ernaar met open mond! Jarre zelf deed zijn best om het publiek mee te doen applaudisseren en vroeg ook meerdere malen om recht te staan en mee te dansen. Het nochtans enthousiaste publiek bleef echter in de zitjes zitten en verkoos om aandachtig te (zitten) luisteren. Enkel twee meisjes bovenaan in de tribune, zwaaiend met de Peruviaanse vlag, bleven het ganse optreden dansen alsof ze op ‘I Love Techno’ stonden. Het meest memorabele moment van de avond kregen we tijdens “Rendez-Vous Part 3”, waarbij Jean Michel de groene laserharp bespeelde, een act die aan het einde van de show werd herhaald maar toen volledig mislukte omdat die laserharp tijdens “Rendez-Vous Part 2” alle dienst weigerde. Alsof Jarre aan het einde van de show nog eens extra wou aantonen dat alles wel degelijk live werd gespeeld. Andere muzikale hoogtepunten waren het rustige en persoonlijke favoriet “Souvenir De Chine” en het aan zijn vader (filmcomponist Maurice Jarre) opgedragen, droevige en emotionele “Calypso Part 3”.
Uiteindelijk kwam tijdens toegift “Oxygène Part 4” iedereen toch nog uit de zitjes en kreeg Jarre dan toch nog zijn dansfeest. De aardige man bedankte ons voor de respons en beloofde vlug terug te keren naar België.

Na slechts 100 minuten was het spektakel te vroeg afgelopen. Visueel was de gigantische laser- en lichtshow, die trouwens een Vlaamse productie was, één van de mooiste en meest spectaculairste concertervaringen die ik al mocht beleven. Muzikaal werd het voor mij echter een vreemde, wat bizarre belevenis. Het onophoudelijke draaien aan de apparatuurknopjes gaf me een te beperkt live gevoel zodat ik eerder van een evenement zou spreken in plaats van een echt concert. Doch de tijdloze muziek van Jean Michel Jarre en vooral de verbazingwekkende, fascinerende visuele hoogstandjes bezorgden me een unieke, onvergetelijke avond……..laten we Jarre maar uitnodigen om binnen x aantal jaar de Lange Wapper brug in stijl in te huldigen….dan wordt het lange wachten toch nog de moeite waard!

Setlist:* Industrial Revolution 2 *Magnetic Fields 1 *Equinoxe 7 *Rendez-Vous 3  *Oxygene 2 *Magnetic Fields 2 *Souvenir De Chine *Oxygene 12 *Equinoxe 4 *Equinoxe 5 *Oxygene 5 *Variation 3  *Chronologie 6 *Rendez-Vous 2
*Calypso 3
*Oxygene 4

Organisatie: Greenhouse Talent

Pagina 7 van 15