logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Enter Shikari -...
Manu Chao - Bau...

The Decemberists

The king is dead

Geschreven door

The Decemberists uit Portland, Oregon stonden al garant voor knap gearrangeerde, sfeervolle en broeierige pop met een folky ondertoon. Het bracht hen ergens tussen Pink Floyd, Fairport Convention, Jethro Tull, Belle & Sebastian, Arcade Fire, My Morning Jacket en Sons & Daughters.
Het nieuwe album grijpt terug naar de periode dat we de band rond Colin Meloy leerden kennen, met name ‘Picaresque’ (2006), hun doorbraakalbum. Ze gaan dus ‘back to basics’, met een toegankelijke, directe, gevoelige plaat van vertrouwde, maar ijzersterke songs. Messcherp materiaal met beeldende teksten over oorlog, vrede, liefde en haat. Het collectief neemt afscheid van het werk van het geslaagde ‘The crane  wife’ , dat in een drieluik werd ondergedompeld en de rockopera van ‘The hazard of love’, die eigenlijk geen songs op zich meer bevatte.  Ze gingen een beetje ‘over the top’, maar ze zijn net op tijd terug neergedaald op Moeder Aarde met hun traditionele folkpop, die een sterke country inslag heeft.
Een breed instrumentarium siert en kleurt de songs en we noemen hen in een adem met Noah & The Whale. Ze verloochenen traditionele bands en artiesten als The Smiths, R.E.M., Dylan en Young niet in hun lieflijke, sfeervolle, broeierige en meeslepende songs. “Don’t carry it all”, “Rox in the box”, “Down by the water” en “This is why we fight” zijn alvast meesterlijke songs. Sterke plaat!

Toro Y Moi

Underneath the pine

Geschreven door

Onschuldig, dromerig, melancholisch, nazomers en sprankelend … Het zijn mooie termen om de sound van Toro Y Moi aka Chazwick Bundick te omschrijven. Zomerse feelgood pop met hemelse melodieën en funky grooves, ergens tussen de vorige generatie Pale Saints, Red Snapper, Air, Stereolab en de huidige broeierige, opzwepende sound van Caribou en Phoenix.
Een versmelting van indiepop, synthpop, shoegaze en surf in subtiele, sfeervolle ritmes, bepaald door de fijne, zachte stem van Bundick. Hij wordt aanzien van een nieuwe generatie slaapkamerproducers en komt in de spotlights te staan met een boeiende tweede cd.

The Pigeon Detectives

Up, Guards And At’Em!

Geschreven door

In 2007 waren wij nogal onder de indruk van ‘Wait For Me’, de debuutplaat van The Pigeon Detectives. De eersteling van deze Britten stond vol memorabele en lekker in het oor liggende rocksongs met uiterst  catchy refreinen die amper de grens van de drie minuten overschreden. Na een of twee luisterbeurten zat je de meeste van de 12 nummers al spontaan mee te brullen. Enig punt van kritiek was toen dat de band niet echt vernieuwend was en duidelijk de mosterd haalde bij bands als Libertines, Buzzcocks, The Clash en de Kaiser Chiefs. 
Na een jaar volgde meteen album nummer 2 ‘This is an Emergency’ waar The Pigeon Detectives gewoon dezelfde  richting bleven uitgaan.  Het zou de heren geen windeiren leggen want het plaatje ging in hun thuisland vrij vlot over de toonbanken.  
Nu is er dus ‘Up, Guards And At’Em’ en ook nu is de vernieuwing ver te zoeken en blijven The Pigeon Detectives trouw zweren aan hun zelfde sound.  Een kleine kanttekening is dat we wel regelmatig wat synths en elektronische geluiden horen maar dit voegt nergens iets substantieels toe aan het geluid van dit viertal. 
Wie aan dit alles  niet te zwaar aan tilt en gewoon lekker wil genieten van deze typische Britse indierockband heeft met ‘Up, Guards And At’Em!’ gewoon een heel fijne  plaat. Ook nu zing je gegarandeerd na twee luisterbeurten de vrij simpele teksten van songs als “Need to Know This”, “Done in Secret”, “What you gonna do” en “I Don’t Know You” mee. 
We beamen probleemloos  dat de band aan vernieuwing toe is en dat sommige  nummers  na een tijdje wat op mekaar lijken, maar desondanks zullen we de komende maanden op geregelde tijdstippen dit plaatje opnieuw opzetten.  

Tailors Of Panama

Contraband

Geschreven door

Liefhebbers van stevige Belgische gitaarrock worden de laatste tijd meer dan verwend.  Het voorbije jaar konden we immers genieten van sterke releases van bands als Triggerfinger, Steak Number Eight, Channel Zero, Drums Are For Parades en het voorlopig minder bekende Muffler Men.
Een nieuwe naam die we binnenkort misschien ook aan dit rijtje mogen toevoegen is Tailors Of Panama.  Let wel, het gaat hier niet om een stel jonge honden die vol enthousiasme een eerste plaat op de markt gooien. Integendeel, want dit Brussels kwartet bestaat uit zanger en tekstschrijver  Lenny MonkeyBrain die ondersteund wordt door drie ervaren ratten. Thierry Plas, François Garny en Jean-Pierre Onraedt draaien al ettelijke jaren mee en verdienden hun sporen bij uiteenlopende bands als Arno, Vaya Con Dios en BJ Scott.

Deze debuutplaat is niet meteen een hapklare brok, de veertien songs zijn namelijk vrij complex maar zeer doordacht opgebouwd en hebben diverse luisterbeurten nodig om zich onder je hersenpan te nestelen.  Het is niet zo eenvoudig om deze band in een vakje te stoppen, de sound van de Tailors varieert tussen (klassieke) hardrock, grunge en alternatieve rock.  Het is ook moeilijk om deze formatie met één bepaalde band te vergelijken : The Scabs, Live,  Bush en Pearl Jam (en dan hebben we het voornamelijk over  de vocalen van zanger Lenny),  Drums Are For Parades (luister naar die overstuurde gitaren in “Satellites”), Life Of Agony (“State” had niet misstaan op hun ‘Soul Searching Sun’) , Living Colour (dit geldt voor de originele Beatles-cover “Hey Bulldog’) ....  van al deze grootheden vinden we wel wat  raakpunten in de muziek van Tailors Of Panama. 
Liefhebbers van genoemde bands en rockfans in het algemeen moeten deze Brusselaars dus zeker eens van dichterbij bekijken, want ‘Contraband’ is absoluut een bovengemiddelde debuutplaat!

www.tailorsofpanama.com

The Hong Kong Dong

Lesbians Are a Boy’s Best Friend

Geschreven door

Iedereen kent ongetwijfeld Kamagurka oftewel Luc Zeebroek, de Oostendse cartoonist, televisiemaker en allround kunstenaar.  Deze fervente KV Oostende-supporter was jaren samen met ene Wei Wun Yu (die uit Hong Kong afkomstig was) en samen hadden ze twee kinderen: Saray Yu Zeebroek en Boris Zeebroek.  Dat de kinderen de creatieve microbe van vader overgeërfd hebben en daarbij niet gespeend zijn van enig talent, werd in 2008 al duidelijk.  Met hun band The Hong Kong Dong haalden ze toen de finale van Humo’ Rock Rally.
In afwachting van een eerste volwaardige cd brengt deze band nu een eerste ep uit. Opmerkelijk is dat ze zowel opnames, productie en artwork voor eigen rekening namen.   Saray Yu en Boris worden op deze ‘Lesbians Are a Boy’s Best Friend’ muzikaal ondersteund door  Geoffrey Burton, jarenang gitarist bij ondermeers als Arno en Absynthe Minded.  Op het plaatje vinden we vier nummers die een meer dan fraai visitekaartje vormen en duidelijk de potentie  van de band aantonen.
We horen stuk voor stuk fraaie popsongs die voortdurend van sfeer veranderen en balanceren tussen pop, rock en dance.  Het geheel klinkt zeer catchy en op de meeste nummers zijn de Oosterse invloeden duidelijk waar te nemen.
‘Lesbians Are a Boy’s Band’ is zo een zeer eigenzinnig, origineel  maar vooral enorm sterk debuut geworden van deze talentvolle band.  Het is spannend uitkijken naar het eerste full album...

Kaiser Chiefs

The Future Is Medieval

Geschreven door

Omdat Kaiser Chiefs er zelf niet uit kwamen welke van de nieuwe songs ze uiteindelijk op het album zouden zetten hadden zij op voorhand een twintigtal tracks op hun website gepost om zo de fans zelf de kans te geven hun eigen compilatie er uit samen te stellen. Beetje onnozel, als je ’t ons vraagt, want die fans willen natuurlijk alles downloaden en hebben dan ook weinig behoefte aan elimineren van songs van hun favoriete band. Maar wij wel !
Uiteindelijk ligt er nu een nieuw album in de winkels met daarop 13 tracks, maar nog wat meer eliminatie zou niet misstaan hebben. Wij zouden na wat grondig speurwerk geopteerd hebben voor een EP’tje met 6 sterke songs en that’s it.
U zal vergeefs zoeken naar fuifnummers van het kaliber “Ruby”, “Never Miss a beat” of “Oh My God”. Een dingetje als “Long way from celebrating” heeft wel wat hitpotentieel in zich, het is een fijne song maar uitzinnig op en neer wippen ga je hier niet bij doen. Verder krijgt u frisse eighties pop met “Things Change” en gezwinde feelgood pop met het knappe “Starts with nothing”. Het vinnige rockertje “Dead or in serious trouble”spreekt ons nog het meest aan en ook opener “Little shocks” en “Child of the jago” zijn van die typisch lekkere opzwepende Kaiser Chiefs nummertjes.
Tot zover het koren, want verder treffen we helaas nogal wat kaf aan op dit nieuwe album. Het Madness beestje duikt op in “When all is quiet” maar de song valt te licht uit en kan geenszins tippen aan de briesende topsongs dan deze grote voorbeelden. Het synthesizer niemendalletje “Heard it break” staat hier ook maar wat onnozel te wezen en het supermelige “Coming up for air” is zowaar nog slapper, om nog maar te zwijgen over de flauwe afsluiter “If you will have me”.
De songs die het album niet haalden hebben wij ook gehoord en het was ons meteen duidelijk waarom ze in de kast zijn blijven steken. Mogen ze veel stof vergaren.
Voor het bouwen van een vet feestje op hun optredens blijven Kaiser Chiefs dus aangewezen op hun eerdere hits, maar de heren hebben er met deze half geslaagde nieuwe plaat toch een handvol dingetjes bij om hun legendarische live sets nog wat meer kleur te geven. Op naar de AB in november.

Ozzy Osbourne

Diary Of A Madman (Reissue)

Geschreven door

Een van de betere platen in de hardrockgeschiedenis is Ozzy’s ‘Diary Of A Madman’ uit 1981.  Het betreft de tweede soloplaat van Osbourne en die is in dertig jaar ondertussen al meer drie miljoen keer over de toonbank gegaan.  De heruitgave ervan gebeurde al eens in 2002 maar dat gebeurde wel zonder de originele drum- en bastracks.  Op deze reissue is dit wel het geval, wat de echte fans ongetwijfeld toejuichen en misschien zal aansporen om deze klassieker opnieuw in huis te halen. Sowieso is ‘Diary Of A Madman’ een zeer interessant plaatje voor de echte metalfan.  Enerzijds komt dat doordat Ozzy een van de beste zangers uit de metalgeschiedenis is (z’n vocalen hier zijn van het beste dat hij ooit uitbracht), anderzijds komt dat door het fantastische gitaarwerk van de geniale Randy Rhoads, de toenmalige veelbelovende gitarist die kort na de opnames veel te vroeg stierf in een vliegtuigongeluk. Op nummers zoals “S.A.T.O.”, “You Can’t Kill Rock and Roll”, “Tonight” en de titeltrack is het echt genieten geblazen van de mans gitaarwerk. 
Deze nieuwe heruitgave heeft uiteraard nog een aantal  extra’s en dat is hier in de vorm van een live cd.  We horen elf nummers die opgenomen werden tijdens verschillende show van de Blizzard of Ozz-tournee.  Het is vooral Rhoads die hier de show steelt.  We horen op deze opnames trouwens verschillende Black Sabbath-klassiekers zoals “Iron Man”, “Children Of The Grave” en “Paranoid”, wat natuurlijk een extra reden is om deze dubbelaar een plaatsje te geven in je metalcollectie!

Black Joe Lewis & The Honeybears

Scandalous

Geschreven door

Een onbeschaamd retro plaatje waar het zweet met emmers van af druipt. Deze Amerikaanse bende serveert pure soul, hete funk en opzwepende blues met vette kwinkslagen naar James Brown, J. Geils, Black Keys, Dirtbombs en prille Stones. De gitaren zijn heet en dirty en een swingend blazerskwartet hitst de boel nog meer op. De plaat heet ‘Scandalous’ en is inderdaad schandalig goed, ze ademt gewoon een live gevoel en bruist als een goed getrainde aspro in een glas tequila.
Het is gewoon onmogelijk dat u de benen en de rest van uw al dan niet potente ledematen stil houdt op stampers als “Mustang ranch” en “You been lyin’”. De funk en soul hebben de tijd van hun leven in “Livin’ in the jungle”, “Booty city” en in een supergroovy “Scandalous” en de blues klinkt op zijn vetst in “Messin’” en “Jesus took my hand”.
Als er ergens een podium is in de buurt die deze ophitsende bende wil ontvangen, dan vliegen we daar als de bliksem naar toe. En ’t is toch wel van dat, zeker, op 29/09 in zaal l’Aeronef te Lille. We zijn al weg.

Miles Kane

Colour of the trap

Geschreven door

Nadat zijn bandje The Rascals maar niet van de grond kwam maakte Miles Kane met zijn maatje Alex Turner van Arctic Monkeys onder de naam The Last Shadow Puppets het voortreffelijke plaatje ‘The age of the understatement’ dat prompt naar de hoogste regionen van de hitlijsten stootte.
Nu Turner alweer volop ondergedoken is in zijn Arctic Monkeys vond Kane de tijd rijp om The Rascals maar te laten voor wat ze zijn en bokste hij een eerste soloplaat in elkaar.
Het ding gaat zeer aardig en veelbelovend van start met het felle “Come closer”, maar al snel blijkt dat Kane na die blitse start het tempo en niveau niet kan blijven aanhouden. Het ondermeer door StuBru grijsgedraaide “Rearrange” blijven wij een zaag van een song vinden en na ettelijke beluisteringen houden we hardnekkig vast aan onze eerste indruk: foute singlekeuze. Het wordt nadien zelfs nog meliger met slappe kost als “My Fantasy”, “Counting down the days” en als pijnlijk dieptepunt de stroperige smartlap “Take the night from me”.
Pas op de tweede helft van het plaatje worden de meubelen gered met ondermeer het fleurige Britpop deuntje “Quicksand” en het wel zeer Arctic Monkeys-achtige “Inhaler”. En onze kop eraf als “Kingcrawler” geen afleggertje is van ‘The age of understatement’, maar dan wel één van het betere soort waardoor wij ons luidop zouden durven afvragen waarom zo een knappe song die plaat niet heeft gehaald. Ook “Telepathy” is een okselfrisse popsong met fijne sixties gitaartjes en “Better left invisible” rockt dankzij een ‘Cold Turkey’ riff wel echt lekker door.
Speciaal om ons te kloten sluit Kane zijn album af met “Colour of the trap”, alweer een onuitstaanbare draak van een song.
Van een tweeslachtig plaatje gesproken.

Sinead O’Connor

Onze Sinead op retour …

Geschreven door

Net twee jaar terug was Sinead O’Connor te gast in het OLT Rivierenhof, Deurne, met een spaarzame begeleiding van een gitarist en een multi-instrumentalist, die de songs elan gaven door piano, toetsen, accordeon en soundscapes. De locatie vormt nog steeds de ideale plek om haar oeuvre optimaal tot z’n recht te laten komen … alleen dame O’Connor is er ouder op geworden, én haar stem durft al onvast te klinken, in die zin een lichthese stem, een valse noot en een gekuch, dat haar hemelse, indringende, emotievolle  zang doorprikt. Ook was ze soms niet meer mee in de tekst of was ze woorden, zinnen vergeten. Als mens is ze duidelijk geëvolueerd, meer relativerend, berustend, goedgemutst, goedlachs, nonchalance en laconieke invallen. Nee, er is geen sprake meer van grilligheid of perfectionisme zoals in een vorig decennia. In witbroekpak, halflange zwarte haren, een bril en zelfs met lipstick kwam ze het podium op , met haar begeleiding. We waren al verbaasd op deze verschijning, maar ze is ook nog fors bijgekomen, dat al of niet te maken heeft met de problemen met één van haar jongste kinderen en haar wisselvallige stemming. Dit is Sinead O’Connor muzikaal en als mens.

Ze grossierde in haar rijkelijke oeuvre van haar succesvolle platen ‘I do not want what I haven’t got’, ‘Universal Mother’, ‘Faith & Courage’ en ze kon niet omheen haar beste plaat ooit gemaakt (zegt ze) ‘Theology’. Het debuut ‘The lion & the Cobra’, met o.m. “Troy” werd terzijde gelaten. En we konden een glimp horen van het langverwachte nieuwe werk, waar ze al enkele jaren rustigaan mee bezig is. Ze bedankte telkens haar publiek voor het warme onthaal en lachte de schoonheidsfoutjes weg …
Was het nu een goed optreden? Dit is O’Connor niet meer op het scherpst van de snede … een deel oud getrouwen zullen afhaken van ‘overbodig geworden’ en ze zal er alvast geen nieuwe fans mee bijwinnen; de nieuwe songs zijn doorsnee en raken en beklijven minder.
En Sinead en haar stem zijn onmiskenbaar aan elkaar verbonden, wat momenteel geen cohesie meer vormt … Toch slaagt ze nog erin voldoende te ontroeren door de sobere omlijsting, “Something beautiful”, “The healing room” en “The emperor’s new clothes” zetten de wisselvallige set met akoestische en elektrische gitaren in. Een krop in de keel bezorgde ze ons op “I am stretched on your grave”, acapella en een eerbetoon aan Amy Winehouse; bloedstollend mooi; het was muisstil, ondanks dat haar stem haar parten speelde. Ze kon de song niet beëindigen omdat de emotie te hoog was. Eigenaardig genoeg was ze op haar best op het directe “Whomso ever dwells” en het gevoelig pakkende “Never get old”. Het nieuwe werk van o.m “The real VIP” was breder door soundscapes en vocaal grauw, rokerig en doorleefd, tja … op zijn  Marianne Faithfulls bijna. De Ierse kilte voelde je op “Very far from home”, de accordeon drong door op “Petit poulet” en een boombalswing volgde op “Red football”.  
Voldoende variatie was dus te horen tijdens de bijna twee uur durende set . de intieme “3 Babies” en “Nothing compares to U”, in een ietwat gewijzigde muzikale versie (piano –akoestisch gitaargetokkel), gaven kippenvel …

Introspectie en emotionaliteit zijn nog steeds op hun plaats bij de artieste … het opbouwende “Thankyou for hearing me” uit ‘Universal Mother’ werd mooi uitgesponnen en besloot traditioneel de set.

Het warme hart van de fans tekende voor een bis van drie songs met favorieten van de ‘Theology’ plaat (2007), “The glory of Jah” (uit het boek ‘Samuel’) en “33”. “The last days of our acquaintance” was vocaal sterk en liet ruimte voor ‘oohoohs en aahaahs’ van het publiek. Intieme pracht, puur en oprecht, maar die een gevoelig, maar ietwat verwarrend, wisselvallig optreden besloten.

Een onderschat Vlaamse band is Dez Mona, de band van Gregory Frateur; vandaag was hij in sober gezelschap van de contrabassist Nicolas Rombouts. Binnenkort is hij met band en orkest te zien om het nieuwe werk ‘Saga (opera) elan te geven, o.m. in de Flagey en in de Singel. ‘Saga’ bestaat uit 14 stukken.  Dez Mona zweeft ergens tussen avant garde, neoklassiek, gospel, jazz en pop en zit in het wereldje van Kurt Weill, Bertold Brecht, Beth Gibbons, Gavin Friday en Anthony & The Johnsons; de beklijvende stem werd vanavond enkel door een intrigerende contrabas begeleid, donker, dreigend, grauw en indringend; een intieme en aparte sfeer creëerde het duo, doorspekt van speelsheid en relativering. Intussen werkt Dez Mona aan de muziek voor ‘Une Estonienne à Paris’, een film van Ilmar Raag, die in het voorjaar van 2012 wordt gereleased. Bezige bijen dus …

Org: OLT Rivierenhof, Deurne (ism Arenberg, Antwerpen)

Pagina 672 van 882