logo_musiczine_nl

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

frank_carter_an...
frank_carter_an...

Brendan Benson: overtuignede poppy retro-rock Aanbevolen

Geschreven door - Alain Uyttendaele -

Iets na acht uur begon de ons onbekende Cory Chisel aan zijn half uur durende set. In dat korte tijdsbestek werden we echter meteen omgetoverd tot fans voor het leven. De appel is duidelijk niet ver van de boom gevallen want deze zoon van een predikant (met een naar het schijnt erg hoog showgehalte) bleek getooid met een stem die vol bezieling het ene kippenvelmoment na het andere teweeg bracht. Normaliter tourt hij met The Wandering Sons, een zevenkoppige band waarvan hij in de Rotonde enkel toetseniste Adriel Harris kon presenteren. De bewuste selectie gebeurde volgens een goedgeluimde Chisel enkel maar omdat de optredens aldus meer geld zouden opbrengen. De combinatie tussen de zichzelf op akoestische gitaar begeleidende Chisel en de af en toe ook hemels zingende Harris was voldoende om al meteen van een geslaagde avond te spreken. Enkel al “Your love is so wrong for me” (waarin Harris de toetsen - maar alleszins niet onze harten - onberoerd liet door met de handjes op de rug haar vocale inbreng te doen) deed ons stante pede besluiten om in de toekomst blindelings alle platen van Cory Chisel aan te schaffen, iets wat niet evident is want hij excuseerde zich dat er na afloop van het concert enkel t-shirts beschikbaar waren. Eén van de komende dagen reppen wij ons dus naar de platenboer in de hoop aldaar ’s mans debuut, getiteld ‘Death won’t send a Letter’, aan te schaffen. Evident zal dit niet blijken want als we het goed begrepen hebben zou het hier slechts in maart 2010 beschikbaar zijn. Eén van de daarop prijkende songs, “Born Again”, schreef Chisel trouwens in samenwerking met Brendan Benson en Adriel Harris. Dat wondermooie lied was de afsluiter van een korte set die ons nog lang zal bijblijven. De manier waarop Cory Chisel zong, deed ons doen vermoeden dat hij vaak naar Bruce Springsteen, Elvis Costello en Tom Petty geluisterd heeft. Ook Tom Waits heeft een belangrijke invloed gehad, iets waarvoor Chisel Waits wilde bedanken middels een heel eigen versie van “Rosie” (uit het onvolprezen “Closing Time”). In tegenstelling tot de zonet vernoemde grootheden bedient ons nieuwe idool zich echter steeds moeiteloos van loepzuivere stembanden, geen enkele noot kwam geforceerd uit zijn strot hetgeen dus wel frequent het geval is bij elk van die tijdens de jaren ’70 gedebuteerde idolen.

De pauze tussen voor- en hoofdprogramma was welgekomen want het gebeurt niet vaak dat je nietsvermoedend een concertzaal betreedt om iets later volledig verbluft te worden. Er werd dus gretig gebruik gemaakt van de beschikbare zitplaatsen want wie niet omver geblazen werd door de schoonheid van hetgeen Cory Chisel gepresenteerd had, was ons inziens doof (of zou het moeten zijn want zo iemand verdient het niet om over gehoor te beschikken!). Maar bon, genoeg over de ondertussen al genoeg opgehemelde ‘sound of CC’, tijd om verslag uit te brengen over ‘the sound of BB’.
Brendan Benson bracht enkele weken terug zijn vierde solo-album (‘My Old, Familiar Friend’) uit., het eerste sedert hij aan de zijde van Jack White als Raconteur grote bekendheid verwierf. Deze singer-songwriter wijkt af van de meeste hedendaagse collega’s aangezien hij niet de neo-folk-toer opgaat doch opteert voor een iets meer poppy retro-rock.
De openingstrack van zijn laatste plaat, “A whole lot better”, zette meteen de toon voor een snedige show waarin aan een hoog tempo de voor het merendeel catchy songs elkaar afwisselden. Tot tevredenheid van Benson veerde het publiek na het eerste lied massaal op om plaats te vatten in het staanplaats-gedeelte voor het podium. Pas na een viertal nummers uit zijn jongste worp (waaronder “Don’t wanna talk” en “Eyes on the Horizon”) greep Benson met “Good to me” (uit het in 2002 verschenen “Lapalco”) terug naar ouder werk.
Daarna schakelde Benson over naar de akoestische gitaar maar dit niet om een meer intimistisch nummer te brengen want zijn band bleef nog steeds voluit gaan. Als Benson twee songs later terug de elektrische gitaar ter hand nam, leek het alsof Costello’s versie van de Nick Lowe-klassieker “What’s so funny ‘bout peace, love and understanding” verweven werd met de ritmische rock van “I can’t stand up for falling down”. Costello bleef door onze hoofden spoken als in het volgende nummer diens “Pump it up” vermengd leek met “I’ll be there for you” van The Rembrandts. Tijdens sommige songs drongen zich echter nog andere vergelijkingspunten op, nu eens meenden we “Lucky Man” van The Verve te herkennen, dan is het alsof Joe Jackson zijn oude vorm hervonden heeft, een andere keer neigde het naar The Beatles en soms (zoals in “Poised and Ready”) kwam je tot de conclusie dat de inbreng van Benson in The Raconteurs allesbehalve minnetjes geweest is. Het verschil met deze laatste band is dat Benson solo minder de experimentele (lees: vaak nogal gecompliceerde en minder toegankelijke) toer opgaat, zijn muziek krijgt bijna altijd een poppy injectie die ervoor zorgt dat ze nooit moeilijk te verteren valt. Nu en dan levert dit alles eerlijk gezegd wel iets te vlotte (en dus eigenlijk weinig grootse) songs op, maar niet van die aard dat die schaarse mindere nummers in ons waardeoordeel de doorslag geven.
Na een 15-tal songs (die er trouwens aan een heerlijk strak tempo doorgejaagd werden) verlieten Benson en zijn band het podium om zo’n vijf minuten later terug te keren. De bisronde werd afgetrapt met “What I’m looking for” uit ‘The Alternative to Love’. Nadien bracht hij “Listen to her Heart” op een zodanige manier dat we plots beseften dat het tijd wordt dat Tom Petty zelf nog eens naar ons land komt afgezakt. Wanneer vervolgens Cory Chisel vanachter de coulissen gehaald werd om mee te zingen tijdens “American Girl”, kregen we de bevestiging van hetgeen we eerder op de avond vermoed hadden: Cory Chisel verslaat moeiteloos alle soundmixshow-concurrentie wanneer hij een nummer van Tom Petty ten berde brengt. Die “American Girl” was voor ons persoonlijk misschien wel het hoogtepunt van de avond want eindelijk konden we zelf ook eens van de eerste tot de laatste noot meezingen…..spijtig genoeg dan wel tijdens een nummer dat diegenen die de rest van de avond met Benson meebrulden tot zwijgen bracht. Die anderen zijn dus meer vertrouwd met het oeuvre van Benson dan wijzelf. We waren in de Rotonde echter zodanig ‘verkocht’ dat we beloven om die achterstand tegen ’s mans volgende passage goed te maken.

Concluderend kunnen we stellen dat het niet eerlijk is om beide artiesten tot copycats te reduceren. Ze zijn ontegensprekelijk hevig beïnvloed door verschillende voorgangers maar die invloed dringt niet dusdanig door dat hun songs slechts afkooksels zouden zijn van de sterke originelen. Zowel Chisel als Benson drukken immers hun eigen ferme stempel op het vele lekkers dat ze ons presenteerden. De volgende keer dat ze in de buurt zijn, zullen we dus weer van de partij zijn. We raden U ten zeerste hetzelfde aan.

Organisatie: Botanique, Brussel

 

Aanvullende informatie

  • Band Name: Brendan Benson
  • Datum: 2009-10-28
  • Concertzaal: Botanique (Rotonde)
  • Stad (concert): Brussel
  • Beoordeling: 0
Gelezen: 578 keer