logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Manu Chao - Bau...
Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

woensdag 14 maart 2007 04:00

Shine on

Met hun debuut `Get born' werden deze Aussie rockers in 2003 alom bejubeld door de Britse pers. Waar hebben we dat nog gehoord ? Maar de Britten hadden voor één keer gelijk, de plaat rockte geweldig. Zo kwam de lat hoog te liggen, te hoog, zeg maar.

`Shine on' is in dat opzicht een zware tegenvaller. Géén idee wat Jet bezield heeft, maar om god weet welke reden willen zij op Oasis lijken, en dit resulteert in stroperige zaagballads als ?Shine on? en ?Bring it on back?, of in de halve rocker ?Come on come on? die ook al ten onder gaat in broertjes Gallagher-achtig geneuzel.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel, want bij momenten wordt er evenveel met scherp geschoten als op `Get born', ondermeer op de sterke opener ?Put your money where your mouth is? en vooral op de splijtende vlam ?Rip it up?, een welgemeende kopstoot van een song, eentje zoals we er ook enkele vinden op die veelbelovende Fratellis cd . Ook ?Stand up? en ?Skin and bones? die richting Black Crowes gaan dragen onze goedkeuring weg. Maar daarmee is het vet al van de soep, de rest is lauwe pap. Jet heeft hier ook een totaal misplaatste Beatles fixatie die zich uit in werkelijk tenenkrullende ondingen als ?Shiny magazine? en ?Eleanor?, het al even Beatlesque ?All you have to do? kan er nog net mee door.

Een ontgoochelende tweede album dus van een band die wel degelijk kan rocken als ze er zin in hebben. Als ze hun platen van Oasis en The Beatles door het raam kieperen en vervangen door de voltallige AC/DC catalogus (Bon Scott periode wel te verstaan) dan kan het nog goed komen.

woensdag 14 maart 2007 04:00

Well well well

Milburn heeft pech, brute pech. En wel hierom : Arctic Monkeys waren eerst. Milburn zit in hetzelfde straatje, het zijn eveneens piepjonge gozers uit Sheffield die aanstekelijke en springerige korte rocksongs maken. Maar, ja, zoals gezegd, Arctic Monkeys waren hen voor en zijn door de Britse pers als the next hot thing binnengehaald. Milburn komt enkele maanden later af met een gelijkaardige sound en een zanger wiens stem akelig dicht ligt bij die van de zanger van Arctic Monkeys. Met andere woorden, het ligt er een beetje te vingerdik op en het groepje zal dus door de wereld genadeloos gedegradeerd worden tot imitators van The Arctic Monkeys. En zeker nu deze laatste binnenkort al met nieuw werk uitkomen zal men Milburn gewoon links laten liggen.

Nochtans is deze cd best te pruimen, het is op en top frisse Britse poprock en verdient echt wel uw aandacht. Al mag het voor ons part wel nog een beetje heviger.

Als Milburn in de toekomst zichzelf een eigen smoel kan toekennen dan zit hier potentieel in. Afwachten maar.

maandag 26 maart 2007 05:00

Brightblack Morning Light

Dit is een ietwat vreemde trance plaat met ingehouden, hypnotiserende psychedelica. The Doors op een laag toerental, Mazzy Star onder de LSD, The Pink Mountaintops zonder venijn.

De songs slepen zich soms tergend traag voort en dringen zo langzaam een mens zijn aderen binnen om zich uiteindelijk in diens hersenpan vast te bijten. De sound is repetitief en bezwerend, het klinkt soms als vreemde sixties, soms als lome jazz, maar is altijd even innemend. Sluipende gitaren, een `60's orgel, een verdwaalde dwarsfluit, piano of blazers op de achtergrond, allen houden ze zich in en zorgen voor een aparte meeslepende sound. Ook de vocals zijn de hele plaat door ingetogen, mijmerend en koel. Er wordt meer gefluisterd dan gezongen.

Dit is toch wel een indrukwekkend album van deze nieuwe band, hoegenaamd niet om op te dansen, wel om bij weg te ?deemsteren?. Heeft er iemand een jointje bij ?

maandag 26 maart 2007 05:00

Endless wire

The Who, of wat er nog van overschiet (de legendarische Keith Moon al een paar decennia dood, John Entwistle al een paar jaar), heeft zich nog eens tot een reünie laten verleiden. Die reünies zijn zowaar een trend geworden, we worden overladen met oude gloriën die, al dan niet voor zwaar geld, terug in mekaars armen vallen en samen de hort op gaan, zie ook The Police, The Stooges, Roxy Music, The Doors en noem maar op.

De heren Townshend en Daltrey hebben ondermeer vorig jaar op Werchter bewezen dat ze het nog kunnen, hun live set bruiste als vanouds. The Who is dan ook een live band, ze zijn verantwoordelijk voor de legendarische `Live at Leeds', samen met MC 5 hun `Kick out the Jams' zowat de meest legendarische live plaat ooit. Een andere mijlpaal in hun lange loopbaan is `Who's next', hun beste studio album, intussen ook al meer dan dertig jaar oud.

Live nog altijd spetteren is één ding, maar in 2007 nog een relevante nieuwe plaat maken, dat is al veel moeilijker, zie ook The Stooges. En ook bij The Who sputtert de motor, in de studio dan toch. We weten nu ook wel dat we niet moeten gaan zweven en dat een nieuwe `Who's next' een utopie is, maar het had gerust toch iets meer mogen zijn.

`Endless Wire' is een vergeefse poging om de draad van weleer terug op te pikken en faalt op de meeste vlakken. Het rockt veel te weinig, ontploft nergens en maar heel af en toe komt de vonk van de goede dagen aan de deur piepen.

We kunnen ons trouwens niet van de indruk ontdoen dat dit eigenlijk een verdoken soloplaat van Pete Townshend is waarop Roger Daltrey mag meezingen omdat ie mooi braaf is geweest. Pete Townshend heeft namelijk alle songs geschreven, heeft overal de lijnen uitgezet, neemt in een aantal nummers ook de lead vocals voor zijn rekening en is dan ook nog eens producer. Bovendien heeft hij het weer niet kunnen laten om er zijn stokpaardje de mini-opera bij te lappen. Die Pete toch.

De rock opera heet hier `Wire & glass' en bestaat uit 10 korte songs waaronder een paar totaal overbodige. De 9 ?normale? nummers die er aan voorafgaan zijn eveneens van wisselende kwaliteit. We ontdekken nergens een onvergetelijke song of een klassieker die de tand des tijds zal doorstaan, wel een paar verdienstelijke pogingen als opener ?Fragments? die de intro van ?Baba O Riley? heeft meegekregen, het mooie akoestische ?A man in a purple dress? en de robuuste rocksongs ?It's not enough? en ?Mirror door? die zowaar de geest van betere tijden terug oproepen. Het zijn net die songs, waarin The Who nog echt als een groep klinkt, die overtuigen. De rest zijn Townshend's vehikels, de een al wat draaglijker dan de ander, waarop hij wel aardig gitaar staat te spelen, maar waar de vlam toch te weinig uit komt.

Het is hier ook nog eens pijnlijk duidelijk waarom Daltrey destijds de zanger mocht zijn en niet Townshend, die met zijn vocale prestatie de bal al eens mis slaat.

U begrijpt het, we blijven voor een groot deel op onze honger zitten en het is wachten op nog eens een echte Who plaat en niet een veredeld solo project van Pete Townshend. En eerlijk gezegd, we twijfelen er aan of dat er ooit nog wel zal van komen.

Toch willen wij er op aandringen dat u The Who vooral live moet gaan bekijken, en wel een beetje rap, want het zal niet zo lang meer duren tot de heren elkaar voorgoed beu zijn.

maandag 05 maart 2007 04:00

Passover

The Black Angels hebben hun naam gehaald van de Velvet Underground song ?Black angel's death song?. Daarmee weten we al meteen waar we deze nieuwe band moeten situeren. Ze komen regelrecht uit een donkere kelder waar de V.U. hoogtij viert, maar waar ook The Bad Seeds, The Black Rebel Motorcycle Club, Joy Division, The Warlocks, The Gun Club, Green On Red en een overstuurde Sixteen Horsepower graag vertoeven. The Black Angels bedienen zichzelf van een hypnotiserende sound met droge drums, dreigende gitaren en diepe bassen die we tot in de onderbuik voelen. En niet te vergeten een zogenaamde drone machine, een instrument die de donkere ondertoon nog wat meer in de verf zet, zwarte verf wel te verstaan.

`Passover' is hun eerste langspeler en het is meteen een schot in de roos. Er zit spanning, dreiging en emotie in bezwerende songs als bvb. ?Sniper at the gates of heaven?, een onweerswolk die al even fantastisch is dan zijn titel, of ?Black grease?, een gemene adder met scherpe tanden. Er is ook de giftige blues in ?Better of alone? (als de Velvets zich ooit aan een blues zouden hebben gewaagd dan zou dit ongeveer zo hebben geklonken) en in ?Bloodhounds on my trail?, opgefokte blues zoals ook The Gun Club deze pleegde te brengen. The Black Angels zijn tevens niet bang van een snuif psychedelica die zich sluipend in ?Manipulation? nestelt, Hawkwind meets Joy Division zeg maar.

En alsof we nog niet helemaal omgekegeld zijn door deze majestueuze plaat, krijgen we als afsluiter het geweldige ?Call to arms?, een 10 minuten durende pure Velvet Underground punch, waarmee deze `Passover' ons tot de laatste seconde in de greep houdt.

Fenomenale plaat.

maandag 12 februari 2007 04:00

The Peel sessions

Wat was dat toch met die John Peel ? Alle artiesten die bij hem langskwamen om een BBC sessie op te nemen bleken zichzelf te overstijgen, dit uit dankbaarheid of uit respect voor de invloedrijke radio DJ, de ontdekker van vele bands dewelke zonder hem waarschijnlijk ergens in de goot zouden blijven hangen zijn.

Ook PJ Harvey is tussen 1991 en 2004 meerdere keren in de studio van Peel langs geweest om er enkele van haar meest intense opnames te maken. Harvey wil met deze CD de grote Meneer Peel eren en heeft zorgvuldig de meest intense momenten uit alle sessies geselecteerd. Zij voegt er meteen een dankwoord aan toe op de binnenhoes van deze sterke compilatie waarin ze benadrukt dat ze het allemaal voor hem heeft gedaan. PJ Harvey is op haar best wanneer ze haar songs intens en met veel vuur en overgave brengt. En dat is hier zeker het geval. Harvey haalt het beste uit zichzelf, haar band klinkt rauw en frontaal. Essentiële tracks als ?Sheela-na-gig?, ?Oh my lover?, ?Naked cousin? en ?Water? staan hier op in ongekuiste versie alsook een verrassende oude blueskraker als ?Wang dang doodle? waarin Harvey haar stem tot Janis Joplin hoogtes verheft. Op ?Snake? gaat ze helemaal loos, ze krijst alsof ze in de kont wordt genaaid, en de daaropvolgende song ?That was my veil? is dan weer een zalvende akoestische mijmering. Beide songs zijn opgenomen tijdens dezelfde sessie in `96, nota bene. ?This wicked tongue?, opgenomen in november 2000 drijft op nerveuze distortion gitaren en contrasteert op zijn beurt met de ingehouden pracht van ?Beautiful feeling?, die andere song uit dezelfde sessie.

Dit is PJ Harvey op haar best. Met dank aan wijlen John Peel.

maandag 19 februari 2007 04:00

Okonokos

We hebben tot op heden My Morning Jacket al in twee gedaantes mogen meemaken. Er is de intieme, breekbare en emotievolle sound met dromerige vocals en dan heb je de wildere rocksound waarbij de baardige groepsleden uitfreaken zoals dat alleen kon in de `70's. Beiden worden hier tentoongespreid maar het rockgehalte haalt ruimschoots de bovenhand.

Er is heel wat gebeurd tussen het fragiele debuut `The Tennessee Fire' en de laatste worp, het weidse en fantastische `Z'. De live dubbelaar `Okonokos' toont op magistrale wijze hoe deze jongens geëvolueerd zijn. De heren staan constant op het hoogste niveau te zingen en musiceren, er wordt niet gekeken op een gitaarsolo meer of minder, de songs krijgen bijzonder veel ademruimte en stijgen niet zelden uit boven het extreem hoge niveau dat ze al haalden op de studio albums. Hier wordt vooral kwaliteit toegevoegd aan de nummers en ondanks de soms zeer lange songs vinden we géén overbodige uitweidingen, alleen maar prachtige momenten. We horen een band die er staat als een huis, of neen, een kasteel of een kathedraal, wat je maar wil.

My Morning Jacket klinkt harder, weidser, meer rockend dan op hun studiowerk. Ze hebben een live sound gecreëerd die werkt en hier perfect op plaat is geperst en ons het gevoel kan geven dat we een prachtconcert meemaken zomaar in onze huiskamer, waarvoor hulde. Hoogtepunten zijn er te veel om op te noemen. Toch maar een greep doen : ?It beats for you? rockt genadeloos, ?I will sing you songs? is epische intimiteit, ?Lay low? is pure klasse en is voorzien van een wonderlijke gitaarsolo, ?Dondante? werkt zichzelf naar een uitmuntende climax toe dankzij openbarstende gitaren en een heerlijk uitwaaiende sax (de song duurt 11 minuten en het is géén seconde te veel), ?Run Thru? gaat geweldig rocken op het eind. Werkelijk alles is groots op deze ?Okonokos?

Wij weten géén blijf meer met de superlatieven, dit is gewoon de beste live plaat die we in jaren hebben gehoord en we kunnen niet wachten tot deze bende nog eens tot onze contreien komt.

maandag 26 februari 2007 04:00

Keep reachin'up

Als het al een tijdje geleden is dat u nog eens een echte frisse soulplaat heeft gehoord, dan moet u dit eens proberen.

Deze plaat baadt, inclusief de hoes, volledig in de motown- en soulsfeer van eind jaren zestig.

Nicole Willis, die gezegend is met een prachtige soulstem, is ook niet van de minsten, ze heeft reeds samengewerkt met soullegende Curtis Mayfield, maar ook met The The en Leftfield. Haar echtgenoot is Jimi Tenor, misschien doet dit wel een belletje rinkelen.

Op deze `Keep reachin' up' staat er echter ook een fantastische band te spelen, The Soul Investigators zijn bijwijlen funky as hell. De band kan perfect de sound van de echte souljaren terugbrengen zonder daarbij gedateerd te klinken, maar integendeel wel bijzonder groovy en hot. Het `70's orgeltje doet wel eens aan The Doors denken (vooral in het lekker voortdenderende ?Holdin' on?), de funky gitaartjes en blazers aan James Brown en

ook Isaac Hayes en Curtis Mayfield komen ons spontaan voor de geest.

Echt een aangename plaat die barst van de soul.

maandag 19 februari 2007 04:00

Stand your ground

De debuutplaat `We are Little Barrie' van dit Britse trio was al een aangename verrassing en ook nu zijn ze met een sterk staaltje soulrock op de proppen gekomen.

Centraal binnen deze band staat frontman Barrie Cadogan, een begenadigd gitarist die zijn instrument volledig ten dienste stelt van de soulvolle songs die soms bluesy, soms funky en steeds lekker groovy zijn. Cadogan heeft iets van Hendrix, niet dat hij hier uitgebreid begint te soleren, maar die Hendrix touch en feeling is hem aangeboren. Some guys have all the luck.

`Stand your ground' is een rockplaat die soul ademt, of omgekeerd als u wil. Ze klinkt wat ruwer dan de voorganger en dat heeft misschien wel te maken met drummer Russell Simins (van de Jon Spencer Blues Explosion) die op de helft van de plaat op de vellen mag meppen. ?Cash In? is een geweldig rollende rocksong die bovendien nog is voorzien van een bruisende mondharmonica, ?Pretty pictures? bevindt zich in een rockabillystraatje waar ook The Stray Cats ten dans spelen en stelt het daar zeer goed, ?Why don't you do it? is een waarlijk prachtige blues.

Als we al dan al één vorm van kritiek hebben op dit album, dan is het dat het gewoon veel te kort is.

zondag 11 februari 2007 04:00

Enemies like this

Deze laatste van Radio 4 is al een tijdje uit maar was een beetje uit het oog verloren in het overaanbod van lekkere plaatjes van de jongste maanden. Het kan ook komen doordat `Stealing all nations', de vorige Radio 4 cd, echt wel ontgoochelde en er alzo voor zorgde dat de wereld meer aandacht had voor geestesgenoten als The Rapture, LCD Soundsystem of The Killers. Maar kijk, als je ziet dat de nieuwe van The Killers meer naar belegen Springsteen ruikt dan naar de frisse punk-funk van weleer, dan mag je best wel je toevlucht nemen tot deze `Enemies like this', want hier is weer reden om te juichen. De frisse, springerige sound van het wervelende debuut `Gotham' is immers terug. De gitaren zijn springlevend en de songs zijn een geslaagde mengeling van funk en rock en verzeilen niet zoals op `Stealing all nations' in een versmachtende poel van te opdringerige en ongeïnspireerde dance-beats.

Radio 4 is met name terug op het rechte spoor en mag weer meedoen met de jongens van The Rapture en LCD Soundsystem.

Pagina 103 van 104