Binic Folks Blues Festival 2015 - Rock-‘n-roll springlevend in Bretagne
Binic Folks Blues Festival 2015
Festivalkaai
Binic (Bretagne)
31/07, 01 & 0208/2015
Ollie Nollet
Binic Folks Blues Festival 31/07, 1 & 2/08 - Eén lange maar boeiende aanloop naar de peetvaders van de garagerock, The Sonics
Het idyllische Binic (Cotes d’Armor, Bretagne) begint stilaan letterlijk uit haar voegen te barsten tijdens het Folks Blues Festival. Sprak men vorig jaar van zo’n 25000 à 30000 bezoekers, dan waren er dit jaar waarschijnlijk opnieuw een pak meer. Hoe dit eclatante succes te verklaren is blijft een beetje een raadsel.
De programmatie lijkt me niet meteen de reden voor deze enorme volkstoeloop. Ok, dit jaar hadden ze The Sonics maar wat dacht je van de drie headliners op vrijdag : Son Of Dave, JC Satan en Urban Junior? Dat zijn drie namen die niet eens de Pit’s laten vollopen (de laatste twee speelden er ook effectief) en toch kon je er op de koppen lopen. Een betere verklaring is wellicht het feit dat dit een gratis festival is en misschien nog meer het totaal ontbreken van ook maar enige controle. Iedereen is er vrij zijn eigen drank mee te brengen wat dan ook massaal werd gedaan. Het was echt opvallend dit jaar. Er waren overal glascontainers geplaatst maar die konden de gigantische toevloed aan leeggoed echt niet slikken. Dat kolossale drankverbruik uitte zich ‘s avonds telkens in een immense moshpit met talloze crowdsurfers terwijl de sfeer er steeds opperbest bleef en incidenten gelukkig uitbleven. Een ideale situatie ook voor de groepen die slechts zelden of nooit zo’n respons krijgen.
dag 1 –vrijdag 31 juli 2015
Mijn parcours begon vrij teleurstellend bij James Finch Jr, een halfzachte singer-songwriter uit San Francisco, die enkel te pruimen viel als hij zijn gitaar wat gruizig liet mijmeren. De bassist hoorde dan weer beter thuis op een kermis en dat niet alleen vanwege die onnozele zonnebril.
Hot Flowers, een duo uit Bordeaux, begonnen vol vuur en lieten me twijfelen tussen een oude Crypt-band en Madensuyu maar na zo’n 20 minuten was het vet van de soep en moesten we het stellen met een derderangs Digger & The Pussycats.
Veel beter verging het The Blues Against Youth, een one-man-band uit Rome. Gianni TBay hield het bij tamelijk pure country en blues en kon aardig overweg met zijn gitaar. Jammer van de wel erg vlakke zang maar wie Townes Van Zandt en Hank Williams in één en dezelfde set covert krijgt van mij veel krediet.
La Bastard uit Melbourne was één van de vele groepen uit de stal van Beast Records, het platenlabel uit Rennes. Een surfgroep met een voluptueuze zangeres, het deed me dromen van Shannon and The Clams maar hier hadden we toch geheel ander vlees in de kuip. Powerpop en powersurf met een als bezeten tekeer gaande gitarist die duidelijk de tijd van zijn leven beleefde. Sympathiek, dat zeker maar ik krijg mijn surf liever wat subtieler geserveerd.
‘Subtiel’ zal waarschijnlijk ook niet in het woordenboek van Henry’s Funeral Shoe (Wales) staan. Toch konden de broers Aled en Brennig Clifford me moeiteloos inpakken. Het ging hier om bluesrock in een minimale bezetting met uitvergrootte riffs van een wijdbeense gitarist die het grote gebaar niet schuwde en met vooral een geweldige drummer die regelmatig zo’n half metertje boven zijn stoel uitwipte.
JC Satan uit Bordeaux (enkele leden komen oorspronkelijk uit Turijn) bleek geëvolueerd van een Thee Oh Sees-kloon naar een niets ontziende pletwals van noise, psychrock, garage en zelfs een snuif progrock. Gitarist Arthur Satan trok met zijn, van de smeerolie druipende, gitaar alle aandacht naar zich toe terwijl zangeres Paula zich eerder bescheiden opstelde en me een paar keer deed denken aan onze eigenste Little Trouble Kids. Maar JC Satan is tegenwoordig met niets of niemand meer te vergelijken en hield het volledig volgelopen plein aan de Pommelec scène, dat minstens vijfmaal groter was dan vorig jaar, compleet in de ban.
One-man-band Urban Junior bedient zich van synths, gitaar, drums en een 80’s beatmachine terwijl hij door een megafoon zingt. Niet gewoon dus en daarbij haspelt hij ook nog eens alle genres door elkaar : van blues tot disco. Iets teveel elektronica naar mijn gedacht maar daar zullen de vele danslustigen zeker geen boodschap aan gehad hebben.
dag 2 - zaterdag 01 augustus 2015
De zaterdag werd fijn geopend met meteen één van de revelaties van het festival. The Lame (Turijn) bracht naast enkele ranzige punknummers en een stevige bluesstomper vooral ‘80’s gitaarrrock (zeg maar Green On Red) maar dan wel in Crypt-stijl : twee gitaren en drums. Hun plaat is trouwens gemasterd door Crypt-opperhoofd Tim Warren. Naast de geweldige zanger Stefano Isaia (ook actief bij de Movie Star Junkies) wil ik zeker ook de flamboyante drumster, Maria Mallol Moya, die tevens zorgde voor een sexy tweede stem, vermelden.
Shake It Like A Caveman (one-man-band uit Tennessee) moet tijdens de allereerste editie van BFBF nogal wat indruk gemaakt hebben. Ik vond hem net iets teveel het publiek bespelen met zijn funky blues. Halfweg kwam de Franse saxofonist Pierrot Rault voor een verfrissende wind zorgen.
Delaney Davidson (Nieuw-Zeeland) zorgde in zijn eentje voor een bijzonder indrukwekkend geluid. Hij leek wel te toveren door verschillende lagen samples (van zijn stem, van zijn gitaar en van het getokkel op de klankkast ervan) op elkaar te stapelen. Het mooie eraan was dat het nog feilloos werkte ook. Even mocht Izobel Garcia (Los Angeles), die vorig jaar ook al met Reverend Beat-Man mocht opdraven, hem vervoegen. Maar na twee nummers (waaronder datzelfde Mexicaanse volksliedje van vorig jaar) liet hij haar met een dwingend handgebaar het podium alweer verlaten. Terecht want Delaney Davidson’s blues verdroeg geen inmenging van derden.
Het Franse duo Hummingbird (Nîmes) was op het eerste zicht niet bepaald publieksvriendelijk. De zanger-gitarist, Sylvain Arnaux, zat neer terwijl de drummer zich verborg achter een hangende basdrum. De twee bezorgden ons aan 16 Horsepower verwante americana waar echt wel enkele heel knappe dingen tussenzaten maar waar ik na een tijdje toch het etiket ‘aanvaardbaar’ op kleefde. Zo publieksonvriendelijk waren ze nu ook weer niet want een op het einde duidelijk aangeschoten Arnaux deelde zijn fles whisky gul met het volk.
De laatste plaat “Wayne interest” van Tijuana Panthers vind ik eerlijk gezegd een sof maar hun zonnige surfpop gedijde hier uitstekend. Mede dankzij de uitzinnige reacties raakte de steeds forser spelende band meer en meer op toerental terwijl ik me kostelijk amuseerde met het in de gaten houden van de gitarist, een Benny Hill lookalike!
Afsluiter op het grootste podium (La Banche) was Ought uit Montreal dat een plaat uit heeft op het gerenommeerde ‘Constellation Records’. De vier jongelingen brachten verrassend gevarieerde postpunk, flink gekruid met wat noise, en beschikten met Tim Beeler over een fameuze zanger die zijn stem (ergens te situeren tussen Ian Curtis en Scott Walker ) flink liet galmen. Vooraf leek Ought een wat vreemde keuze maar achteraf kon ik er best mee leven.
dag 3 – zondag 02 augustus 2015
Prima start op zondag met meteen een feestje : Hipbone Slim & The Kneetremblers (Londen) wisten met hun authentieke fifties rock-‘n-roll vooral de vrouwen aan het dansen te krijgen. Af en toe mocht er iemand op het podium kruipen om de maracas te schudden, iets wat dan weer de mannen meer interesseerde. Heerlijk ook hoe ze Gene Vincent nog eens van onder het stof haalden terwijl ik het altijd fijn vind om de flegmatieke drummer, Bruce “Bash” Bland terug te zien.
Kaviar Special, vier jongelingen uit Rennes, laveerden tussen sixties garage, psychrock en grunge wat tot een aanstekelijk en verfrissend resultaat leidde, ook al omdat de Black Lips meermaals om de hoek kwamen loeren.
Heel wat minder vond ik het duo Escobar uit Limoges. Powerpunk met een goeie gitaar en dito drums die na een tijdje de eentonigheid niet kon ontwijken terwijl de zang te veel in de glamrock baadde.
Met Ron S Peno & The Superstitions (Melbourne) had ik het soms moeilijk. Schitterende groep waarin vooral gitarist Cam Butler en toetsenman Tim Deane de uitblinkers waren maar Ron S Peno zelf werkte met zijn licht obscene gebaren me soms op de zenuwen. BFBF is altijd erg karig met informatie over de groepen zodat ik ze niet meteen kon plaatsen. Maar toen ze een cover speelden van Died Pretty (wie kent ze nog?) begon het me stilaan te dagen. Dit was gewoon de zanger van Died Pretty die ook nog bij Screaming Tribesmen een verleden heeft. Wanneer ik mijn aversie wat opzij kon duwen hoorde ik bij momenten de keel toesnoerende gitaarrock met knap uitgewerkte songs.
Harlan T Bobo (Memphis) kwam daarna zijn sympathieke zelf zijn en sprong al snel van het podium om zijn fans uitgebreid te knuffelen. Hij zag er wat sjofel uit mede door die handig, met zwarte tape, herstelde laars maar bleek goed geluimd en vertelde ons zelfs over zijn erotische dromen met Paula H. van JC Satan in de hoofdrol. De set begon met enkele van zijn sterkste nummers, kende daarna een dipje om superieur te eindigen met wat nijdig rockende songs.
Uiteindelijk was het zover : tijd voor de groep waarop iedereen al drie dagen zat te wachten : The Sonics. Ik had strategisch helemaal vooraan postgevat omdat ik wel wist wat er zou gebeuren. Vanaf de eerste noten veranderde het plein in een gigantische moshpit waarboven in een dikke stofwolk talloze crowdsurfers elkaar kruisten. En de veteranen deden, alsof er niets aan de hand was, gewoon hun ding zoals altijd : beginnen met “Cinderella om te eindigen met “The witch”. Tussendoor veel songs uit de nieuwe plaat, ‘This is The Sonics’, die zeker niet stoorden en een geweldige cover, “Keep a-knockin’” (Little Richard), gegild door ‘nieuwkomer’ Freddie Dennis. Ik heb het nu al vele keren gezien en weet telkens perfect wat er zal komen, toch blijft het een verademing om Rob Lind (sax), Larry Parypa (gitaar) en Gerrie Roslie (die op het einde ondanks zijn 71 lentes nog gezwind een been op de toetsen van zijn piano zwiepte) aan het werk te zien. Terwijl het stof geleidelijk neerdwarrelde had ik nog aanzienlijk wat werk om alle ingewanden terug op hun plaats te krijgen.
Binic Folks Blues Festival : het blijft een uniek gegeven.
Organisatie: Binic Folks Blues Festival