Alex Koo - Ik ben niet bezig met carrière planning of ‘met wat kan ik hier later nog mee doen’. Authenticiteit bewaren is voor mij het belangrijkste
Alex Koo is een getalenteerd, veelzijdig pianist. Hij studeerde aan de Conservatoria van Amsterdam, Kopenhagen en New York University (Steinhardt), wat hem - in combinatie met zijn passie voor jazz en improvisatie - lof van wereldiconen als Kurt Elling, Kenny Werner en Brad Mehldau opleverde.
Hij wordt op zijn nieuwste project begeleid door talenten, drumicoon Dré Pallemaerts (Toots Thielemans, Melanie de Biasio, Bert Joris) en basvirtuoos Lennart Heyndels (Jef Neve, Ben Sluijs, Kaja Draksler).
Met hen bracht hij een nieuwe plaat uit 'Blame it on My Chromosomes' via W.E.R.F records. In een goed vol gelopen De Casino kwam hij die plaat onlangs voorstellen, dit in kader van 'Welcom to the jazzklub’.
Lees gerust.
Naar aanleiding van de release en van dit optreden hadden we een fijn gesprek met Alex Koo. Meteen werden enkele hardnekkige misverstanden rechtgezet, hadden we het over de impakt van songs op mensen hun gemoed en polsten naar de verdere verwachtingen en ambities.
Alex, ons laatste interview was midden de corona periode (2021). Hoe is het ondertussen met je?
Na corona is alles een beetje ontploft eigenlijk. Ook al lijkt het heel recent, het is ondertussen al vier jaar geleden. En het is ondertussen enorm druk geweest op allerlei vlakken. Naast een album uitbrengen ben ik ondertussen ook papa geworden; voor het eerst ook een eigen appartement gekocht. Er zijn dus wel enkele belangrijke mijlpalen ontstaan in die vier jaar na corona, zowel op privé vlak als op professioneel vlak. Een heel productieve periode zonder meer dus.
Toen stonden er enkele projecten op stapel, die niet zijn doorgegaan, o.m. ‘resident zijn’ op het Brussels Jazz Festival, én een samenwerking met Graig Taborn. Dat werd door die pandemie afgelast; is er ooit iets van gekomen?
Die resident is inderdaad afgelast geweest, dat concert met Graig Taborn heb ik wel nog het seizoen daarna kunnen doen. maar die residentie zelf is wel helemaal in het water gevallen, helaas.
Het had wellicht deuren geopend, maar deuren gaan sowieso goed open voor jou tegenwoordig, heb ik de indruk …
Dat lukt natuurlijk niet vanzelf. Om te komen op het punt waar ik nu sta heb ik wel heel hard moeten pushen. Meer nog, alle deuren waren voor mij gesloten toen ik in 2016 in België terug kwam. Ik had voordien in Kopenhagen, New York en dergelijke gestaan en toen ik terugkwam kende ik hier geen enkele programmeur . ik heb jaren rond gebeld om te mogen spelen, zonder antwoord. Ik weet dus wel wat het is om in de schoenen te staan van zij die aan het knokken zijn om een beetje erkenning. Ik heb heel hard moeten knokken om te staan waar ik nu sta, terwijl ik het – zonder rancunes – het gevoel krijg dat er zijn die veel minder moeten doen om te staan waar ik nu sta. Ik bedoel dat niet slecht, maar soms wou ik in die periode na mijn terugkomst naar België de handdoek in de ring gooien..
Dat is toch een algemeen probleem waar veel jonge artiesten mee worstelen, dat ze precies minder kansen krijgen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat de vroegere grote namen, als een Led Zeppelin en Black Sabbath (om twee metal voorbeelden te geven) in tijden als deze het moeilijker zouden hebben om door te breken.
De media en de programmatie doet vaak denken in de richting van gemakkelijk in het gehoor liggende muziek dat een grote massa aantrekt.
Je weet dus wat het is, maar wat is jouw persoonlijk advies aan die jonge bands en artiesten die ermee worstelen? Blijven volhouden?
Blijven volhouden, maar wel realistisch zijn dat het een heel moeilijke en harde wereld is. Zeker in deze tijden. maar het belangrijkste is je authenticiteit blijven bewaren in alles wat je doet. Probeer niet te zwichten voor schoonheidsidealen. Of voor dogma’s en een onrealistisch zelfbeeld. Ik zou zeggen, kies de authentieke weg in je carrière en niet dat je snel aan de top moet staan met wat je doet. Ook al maak je simpele muziek, of is het heel complex zorg dat die authenticiteit overeind blijft. Dat is het beste advies dat ik kan meegeven.
Nu is er een nieuwe plaat ‘Blame it on My Chromosomes’ een bijzondere parel, niet enkel door je piano werk, ook door de bijzonder samenwerkingen. Ook zing je op deze plaat. Je hebt een intens warme stem; hoe ben je op het idee gekomen en hoe waren de reacties?
Ik had gewoon een nummer geschreven ‘Eagle of the sun’ met dat fluiten erbij en ik hoorde een melodie in dat stuk, ik hoorde een soort fluiten dus ben ik dat zelf beginnen doen. toen ben ik beginnen zingen , maar toen kon ik niet zingen. Ik wou wat wel live doen en vond het absurd om iemand te gaan vragen om één nummer te komen zingen, toen ben ik beginnen oefenen. Ik kan nog steeds niet perfect zingen. Het is en blijft een instrument, dus als ik erop blijf oefenen kan het gebeuren dat ik 60% van de keren dat ik zing, er blij mee zijn. (haha). Uiteindelijk begon dat , ook live, wel te lukken. En zo kwam er een tweede idee in de vorm van ‘Slowly’. Het is gewoon op mijn pad gekomen dus, ik ben geen zanger en zal dat nooit worden, maar ik heb nummers geschreven waar ik iemand hoor zingen met een lage stem en dat past perfect in mijn plaatje. Een hele plaat met alleen zingen zou ik niet gauw doen, ik blijf een pianist in de eerste plaat. Maar ik ben wel blij dat ik die stap heb gezet. Veel van mijn Belgische collega’s die normaal gesproken ook niet zingen, doen dat ook. Een Hendrik Lasure bijvoorbeeld. Of iemand als Vitja Pauwels , zingt ook met een van zijn projecten. Niemand van die artiesten zijn in de eerste plaats zangers. Het is een verademing om eens zoiets te doen, en het heeft zeker zijn charmes.
Over die samenwerking, ik heb ergens gelezen dat je zelden samenwerkingen doet, meestal werk je solo. Dit trio is dus wel een unieke stap voor jou, of is me iets ontgaan?
Dat klopt niet , ik doe geregeld samenwerkingen en heb tot nu toe maar één solo plaat uitgebracht. De rest waren allemaal samenwerkingen, op dat vlak ben ik zelfs eerder gewend van samenwerkingen te doen. Ik ben ook vaak actief als side-man. Wat solo betreft heb ik maar één solo plaat en één elektronische plaat uitgebracht solo. Mijn eerste plaat was met een kwintet. Tweede plaat een trio. Derde een duo, dan weer trio. Dan solo en nu weer trio. Ik doe dus eerder vaak samenwerkingen en dit trio is dus niets nieuw voor mij.. integendeel.
De plaat klinkt erg gevarieerd, divers. Ze is weerbarstig, kleurrijk en ik merk de zin van experiment. Klopt dit? Hoe komt het live tot uiting?
Ik persoonlijk vind het één van mijn meest toegankelijk platen, nummers als ‘Slowly’ en ‘Eagle of the Sun’ zijn twee van mijn meest toegankelijk nummers. Bij mijn vorige platen, zeker die solo, zitten eerder heel verre improvisatie verbonden. Die zijn veel meer experimenteel dan deze. De plaat daarvoor ‘Indentified Flying Object’ ook als trio, was eerder een experimentele plaat dan deze. Daar deed ik meer noise, improvisatie en elektronica. Terwijl ik met dit trio nu eerder de middenweg opzoek, vind ik toch. Ik zie dit album dus zeker niet als een experimentele plaat, wel integendeel.
Dat bedoelde ik, het is een erg diverse, veelzijdige plaat, met dat vleugje ‘experiment’ …
Als je het zo verwoordt, begrijp ik wat je bedoelt. Als je met dat experimenteel kantje bedoeld, het veelzijdige? Dan ben ik het ermee eens. Dat klopt wel. Het is zeker en vast een van mijn meest veelzijdige albums.
Is het met dat ‘toegankelijke kantje’, de bedoeling om een andere weg in te slaan naar meer pop of zo?
Er zit helemaal geen achterliggend motief achter of zo. ik maak gewoon de muziek die ik op het moment leuk vind. Ik ben niet bezig met carrière planning of ‘met wat kan ik hier later nog mee doen’ eigenlijk. Ik had gewoon tien nummers waar ik van hou, en iets wilde mee doen om die op te nemen en live te spelen… als iemand anders dat ook leuk vind , zoveel te beter. Authenticiteit is voor mij het belangrijkste, en dat geldt in beide richtingen. Als ik geen typische jazz wil doen, en een simpel liedje speel omdat ik dat mooi vind? Doe ik dat gewoon. Zo simpel is dat. Authenticiteit is de rode draad doorheen wat ik deed en zal blijven doen. is mijn grote ambitie.
Is er iets wat je absoluut nog wil bereiken (buiten de wereld veroveren uiteraard)
De wereld veroveren.. ik ben een simpel mens en wil gewoon veel concerten spelen. En met leuke mensen samen spelen. En als mensen dat ook aanvoelen dat ik met iets bezig ben dat mij oprecht gelukkig maakt, en ze daarin ook hun verhaal herkennen? Dan is dat zeer mooi meegenomen. Het mooiste compliment dat ik ooit heb gekregen van iemand. Ik heb een solo concert gedaan in AB. In september 2023. Na het concert komt een dame bij mij, het was voor haar een grote stap om naar mij toe te komen. Ze zat blijkbaar in een zware depressie. Ik dacht toen ik daar moest spelen, dat het een café optreden zou zijn met veel geroesemoes en tot mijn verwondering kon je een speld horen vallen. Die dame zei me :’ het is de eerste keer in maanden tijd dat ik die donkere gedachten die in mijn hoofd aan het rondzwerven zijn , vijftig minuten lang dat jij aan het spelen was geen enkele seconde heeft naar boven heeft voelen komen’. Het draait niet om grote podia of erkenning naar een groot publiek.. want uiteindelijk is dat bijzaak in het leven. . Als er een ambitie en doel is, dan is het op die wijze mensen kan helpen en bereiken met mijn muziek. En dat nog heel lang kunnen blijven doen. Dan is mijn doel bereikt. Neem nu dat lied ‘Jonass’. Ik speel dat voor Jonas, mijn overleden vriend, en bij elk concert moeten we bijna tellen hoe lang de stilte na die song duurt.
In De Casino merkte ik een bijzonder emotioneel nummer “Jonass”. Er volgde geen bisnummer … dat moest eigenlijk niet … wel had ik een heel intens gevoel
Het kan bij ‘Jonass’ twee richtingen uitgaan. Ofwel is er absoluut geen noodzaak meer aan een bisnummer. Omdat ze door de intensiteit van die song zelf bepaalde persoonlijke gevoelens van verlies naar boven komen, ofwel gebeurd het tegenovergestelde en is het publiek zodanig in de wolken dat ze absoluut nog een bisnummer willen. Om op een andere manier het concert te eindigen. Het is bij ‘Jonass’ dus echt de twee extreme kanten .. het is interessant , en we eindigen altijd met ‘’Jonass’ omdat we nooit weten wat er gaat gebeuren, wat best spannend is. We weten nog niet of we dat blijven doen.
Het is natuurlijk allebei een ‘positieve reactie, zowel als er geen of wel naar een bisnummer wordt gevraagd
Tuurlijk, maar als iemand achteraf komt vertellen dat ze hun zoon of dochter hebben verloren, en zich vinden in dat verhaal van Jonas. Dan wil je die gevoelens van pijn niet meer terug naar boven brengen uiteraard. Maar langs de andere kant is het mooi dat je deel kunt uitmaken van het rouwproces. Door daar een nummer over te schrijven en te spelen, kun je die gevoelens een plaats geven. Dat die pijn er is. En als er pijn is, een manier vinden om daarmee om te gaan. Erkennen dat die pijn er dus is, is belangrijk. Dat betekend niet dat je er iets kunt aan doen Maar erkennen dat het er is, is een eerste stap naar genezing , anders lijdt het alleen naar iets ergers. En als ik daardoor ook mensen, die in hetzelfde schuitje zitten, heb kunnen helpen ? dan doet me dat veel deugd.. Dat Jonas, als we zijn nummer spelen, zorgt voor een zekere verbinding tussen mensen die hebben te maken met verlies, ik denk dat Jonas daarop zeer trots zou zijn geweest.
Pics homepag @Roger Vantilt
Bedankt voor dit fijne gesprek. Veel succes nog en hopelijk tot binnenkort