logo_musiczine_nl

Talen

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Manu Chao - Bau...

Cactusfestival 2022 - van 08 t-m 10 juli 2022 - Sfeer, gezelligheid en … goede muziek! Aanbevolen

Geschreven door
&

Cactusfestival 2022 - van 08 t-m 10 juli 2022 - Sfeer, gezelligheid en … goede muziek!
Cactusfestival 2022
Minnewaterpark
Brugge
2022-07-08 t-m 2022-07-10
Stan Vanhecke en Astrid De Maertelaere

dag 1 - vrijdag 8 juli 2022 - Start in mineur
We moeten het niet onder stoelen of banken steken. Wat een fantastisch openingsfeestje moest worden voor het Brugse Cactusfestival werd een regelrechte ontgoocheling. Plant was er, maar speelde niet, en de elegante Schotse band Belle & Sebastian bleek niet vettig genoeg om die kater door te spoelen.

Nochtans was er nog geen vuiltje aan de lucht toen Tamikrest het festival op gang trapte. Een band met een dikke knipoog naar desertblues en wereldmuziek. De muzikanten worden dikwijls ingewisseld en wie op het moment van het concert kan, speelt. Met nummers als “Wainan Adobat” en “Djanegh etoumast” toonden ze zich muzikaal heel sterk en ontdekten we ook duidelijk enkele rockinvloeden. Aan de zangstijl is het zeker en vast wennen, waardoor Tamikrest voor een nichepubliek zal blijven bestaan. En daar is niks mis mee.

Toch zagen we al wat meer volk naar het podium schuifelen toen Meskerem Mees haar opwachting maakte. Vorig jaar bezorgde ze haar prachtige album ‘Julius’, waar vooral heel mooie liedjes zijn op te horen. Toch lukt het in openlucht niet steeds om dat gevoel helemaal over te brengen. Met “Astronaut” doet ze altijd wel wat monden openvallen, maar er werd vooral veel gebabbeld op het gezellige Cactus. En een band die gevoeligheid als een soort gebod ziet, komt daarom toch minder over. “Bloody writer” snijdt wel diep, en met “Where I’m From” kregen we gelukkig nog wat meer geluid, al is het duidelijk dat Meskerem Mees beter tot zijn recht zal komen in een concertcircuit of een tent op een festival. Bovendien konden we ons niet helemaal van de indruk ontdoen dat ze haar niet ten volle amuseerde. Vooral toen op het einde van het concert in de coulissen gegesticuleerd werd dat er nog tien minuten resteerde en ze het alsnog voor bekeken hield, dacht je al snel: “hopelijk gaat alles nog goed met Meskerem Mees?”.

Tien minuutjes extra voor een plasje en een drankje. Daar kon een recensent wel mee leven. Want de optredens op Cactus volgen elkaar in razendsnel tempo op. Intergalactic Lovers is al lang één van de gevestigde waarden in België. Op TW Classic zagen we bijvoorbeeld nog een dijk van een show van Lara Chedraoui en de haren. Jammer genoeg was vergelijken verliezen. Op Cactus leek de band een beetje de draad kwijt. Tot twee keer toe moest even gespiekt worden naar de setlist om op één lijn te zitten. Een andere keer stopte Lara de band midden in de intro van “Between the Lines”. “We kunnen niet beginnen als het niet goed zit”, had ze gelijk. Maar het geeft wel een slordige indruk. We kunnen ons inbeelden dat er achteraf wat heen en weer zal gevloekt zijn. Ook op vlak van stem zat het niet helemaal snor. Was het vermoeidheid, of zat de mix niet ideaal, maar Chedraoui klonk met moeite boven de muziek uit. Gelukkig zijn de Intergalactic Lovers tegelijkertijd ongelooflijke pros. Ze ploeterden en vochten en pakten alsnog het publiek mee tijdens songs als “Islands” en “Delay”. De stembanden van de toeschouwers werden gesmeerd en uitgedaagd en tijdens “Shewolf” bonste menigeen mee op het hart met de zangeres. Ook bij de missers loste ze het op met de glimlach. Tijdens “Northern Rd.” sloten ze de set af met een chille solo gitaaroutro en kon het publiek opgewarmd uitkijken naar het volgende optreden.

Maar het zou er niet van komen. Robert Plant en Alison Krauss bleven weg. Alison had de griep, Robert was niet te overtuigen om alleen op te treden. Een ongelooflijke bummer voor organisatoren, publiek en ongetwijfeld voor de muzikanten zelf. Frustraties laaiden op en mensen verlieten het festival.

Wie bleef, verwachtte te veel van Belle and Sebastian. Maar ons respect voor de band nam ongelooflijk toe omdat ze oneindig veel positiviteit brachten. Zelfs wanneer enkelingen hun frustraties luidkeels naar het podium slingerden, gingen ze door. Ze hadden immers al snel de twijfelaars op hun hand door “The Boy With The Arab Strap” als tweede song te spelen. Frivool en folky met een stipte gevoeligheid. Een heerlijk nummer van de Glaswegians.
De muzikanten zijn stuk voor stuk fantastisch en Stuart Murdoch had zelfs wat Nederlands geleerd voor zijn bindteksten. De Bruggelingen konden het wel smaken. The Smiths waren nooit ver weg en tijdens enkele ‘oldies’ zoals “She’s Losing It” hoorden we heel veel strijkers, melodica, sambaballen en tamboerijn. Ze passeerden allemaal in het repertoire van Belle and Sebastian. Telkens op tempo, maar met speelsheid in muziek en stem pakten ze het publiek in.
En met een stichtende ‘kerstsong’ met belletjes in “I Did’nt See It Coming” kwam iedereen ondertussen weer overeen. Er was ook een mooie rol voor de zangeres/toetsenist die voor een extra zachtheid zorgde. Belle and Sebastian nam in het groots afscheid met “Sleep the Clock Around”, waardoor we na een baaldag toch hoopvol naar zaterdag uitkijken. Thanks laddies!

dag 2 - zaterdag 9 juli - Hitsige hits op zaterdag
K.ZIA moest de tweede dag van het Cactusfestival op gang trappen. Jammer genoeg waren er maar weinig mensen om het te zien. Het schaarse publiek dat aanwezig was, bestond vooral uit vijftigers die er voor de gezelligheid waren. De rest van de bezoekers was nog ergens aan het lunchen. Het zorgde voor een redelijk sfeerloos optreden dat maar weinig tickethouders zagen. De pop R&B van K.ZIA zal waarschijnlijk niet gemist worden, maar wie het eens wil checken: “I Got Your Back” was de leukste song van de set.

Dan zinderde Sylvie Kreusch toch wat langer na. Als je tijdens en na het festival met anderen sprak over de artiesten, dan ging het vooral over Sylvie. Heet, sexy, een meeslepende stem en een set die iedereen wegblies. De helft van het publiek wil haar zien, de andere helft wil haar. Vanaf “Let It All Burn” pakte ze iedereen in met haar lange handschoenen (het was nochtans warm genoeg) en een gigantische exhibitionisten jas. Afsluiten deed ze met “Please to Devon”, een nummer dat klinkt als een rookgordijn. Sylvie Kreusch werd de talk of the festival en we genieten nog steeds na van steengoede songs als “Seedy Tricks” en “Walk Walk”.

De Jeugd Van Tegenwoordig is al meer dan een decennium de grootste Nederlandstalige hip-hop groep die je kan boeken als festival. De enige band die het op Cactus in het Nederlands deed, al is het van het vol neologismen gebrabbelde soort. Aanstekelijk en humoristisch, zo kenden we de jongens al. Willie Wartaal had energie te over en Bas Bron hield zich zoals steeds krachtig op de achtergrond. “Sterrenstof”  werd woord voor woord meegezongen en na “Let’s Get Spanish”, wat dan weer niet zo fantastisch was, kregen we zelfs even “Dust In The Wind” te horen. Bij “Manon” deelden ze bananen uit en de fotografen vooraan moesten geregeld eens duiken voor een of ander projectiel dat van het podium af kwam. Kortom, De Jeugd Van Tegenwoordig maakte er weer een feestje van, maar we hadden natuurlijk niets anders verwacht van onze olijke Noorderburen.

En we konden verder feesten – of celebraten – zoals Coely het zou noemen. De Antwerpse hiphopster is een graag geziene gast in Brugge en is deze zomer zo goed als overal in België te zien. Het loont zeker de moeite, want de hits van debuutalbum ‘Different Waters’ blijven aanslaan. “Don’t Care” is een coole song, waarin Coely haar stembanden op de proef stelde. Ze slaagden met glans. Dvtch Norris is de perfecte ondersteuning voor de rapster en zorgde voor een extra couche. Het publiek kon het wel smaken en danste lustig mee. Het laatste nummer van de set was “Celebrate”, en dat werd dan ook gedaan. Tot ziens, Coely! We kijken uit naar je volgende album.

Oh wonder is een band waarvan je constant denkt: “Hé, heb ik dat liedje niet ergens al gehoord?” Of dat goed of slecht is laten we in het midden. Langs de ene kant hebben de nummers altijd wel wat poppy hitpotentieel, aan de andere blinkt het niet bijster uit in originaliteit. Luister bijvoorbeeld eens naar de intro van megahit “Without You” en je hoort Wiz Khalifa met “Young Wild and Free”. Of tel je liever stemvervormingen? Dat kon tijdens “Better Now”. Angus en Julia Stone zijn muzikaal nooit ver weg, al straalt Oh Wonder meer energie uit en houdt het meer van tempo. Tekstueel is het wel een tikje naïef, of wat dacht je van nieuwe songs als “Fuck It, I Love You” en “22 Break” (a heart). Gelukkig gaat het ondertussen weer goed met het popkoppel en trouwden ze vorig jaar.
Alles bij elkaar was het wel een fijn optreden, met veel frivole luchtige klanken en een zangeres met een knuffelstem die zich smeet. Een leuke zomerse opwarmer, dat ons wel deed verlangen naar iets zwaarder.

Gelukkig was er White Lies om onze honger te stillen. “Farewell to the Fareground” schalde als eerste door de boxen, gevolgd door “There Goes Our Love Again”. Alsof de band ons gerust wilde stellen. En ook “To Lose My Life” heeft nog altijd diezelfde power. De gitaren knalden nog eens ouderwets, en dat was misschien wel voor eerst tijdens deze editie van het Cactusfestival.
Toch moeten we ook eerlijk zijn: Harry McVeigh zorgt vooral voor een trip down memory lane. Een nostalgisch uurtje brullen met de maten van vroeger. Het zijn de hardnekkige fans die ook weten welke songs op de laatste platen staat. En dat merk je uiteraard ook aan het optreden. De nummers zijn nog altijd goed gespeeld en af, maar het is meer van hetzelfde. Daardoor kreeg je een massaal gat in de set waarin je stiekem enkel verlangt naar “Bigger Than Us” en “Death”. Gelukkig kwamen die songs er ook, met een kleine ontploffing als gevolg.

Ben Harper is de pa van de surferscene en straalt samen met zijn Innocent Criminals een ongelooflijke warmte uit waarvoor je niets anders dan genegenheid kan voelen. De Amerikaan, dit keer met een rastamutsje en een Muhamad Ali shirt aan, startte zijn set met “Below Sea Level”. Een nummer dat raak schiet dankzij het a capella inzingen van de volledige band. Een moment van stilte daarna, het publiek moest het even laten bezinken. De djembé van Leon Mobley doorbrak die stilte en gaf ons de dansbare ritmes. . “Please Bleed” was dan weer één van de meer rockachtige nummers. Best goed, en het toont dat de band echt van alle markten thuis is.
Heel cool om de band bezig te zien, want je ziet telkens tientallen instrumenten de revue passeren. Bij “Steal My Kisses” haalde Ben Harper zijn lapsteelgitaar boven en zag je de ‘drummer’ met een Cajon box drum. Er zaten ook nog heel wat solomomentjes in met gitaar, tamboerijn, sambaballen, waarin je telkens ontdekt hoe goed ze allemaal wel kunnen spelen. Het voorstellen van de band duurde daardoor wel even. “Amen Omen” was een ander hoogtepunt. Ben Harper zong fantastisch, de band schitterde, de backing vocals deden meer dan ondersteunen.
“With My Own Two Hands” was het meest reggae nummer en tegelijkertijd één van de mooiste van de avond.  Het was de afsluiter van een heel sterke set, waarmee Ben Harper vast en zeker zieltjes zal hebben gewonnen.

De laatste band van de avond was Franz Ferdinand. De Schotten touren met hun ‘Hits To The Head’ en stopten gelukkig even in Brugge. We hoorden slechts twee nieuwe nummers, en eigenlijk kon het publiek dat wel smaken. “Want ik stond vanmorgen op en ik dacht: die Bruggelingen zullen al onze nieuwe muziek willen horen.”, grapte Alex Kapranos, waarna hij prompt “Do You Want To” van zijn gitaar liet rollen. Maar de hitmachine was daarvoor al begonnen. Een tweetrapsraket met “No You Girls” en “The Dark of the Matinee” werd op ons afgeschoten. Bij “The Dark of the Matinee” klonk de stem weliswaar een beetje afwezig, maar dat kon echt niet deren.
Het feestje denderde voort.  De strakste intro van de avond was wel voor “Love Illumination”. Het publiek begon spontaan te springen en de solo van de toetsenist was ook best wel lekker. De band had blijkbaar gekeken naar hun landgenoten van Belle and Sebastian, want af en toe strooide Franz Ferdinand eens met een rustige intro, zoals bij “Jacqueline”.
En tussen al die topsongs was het leuk om “Curious” te leren kennen, al denken we niet dat het zo’n meezinger zal worden als alle andere. Al bleek het wel weer een echt Franz Ferdinand-nummer. “Michael” had de beste riff, en het onmiddellijk daarna teasen van “Take Me Out” leek eeuwenlang te duren. Het was zo’n moment waarop je de spanning zalig in de lucht voelde hangen. Het is van het zaligste dat je tijdens een optreden kan voelen. Met “This Fire” eindigde een fantastische festivaldag. Robert Plant was al een klein beetje vergeten.

dag 3 - zondag 10 juli 2022 - Stomen op zondag
Op zondag haalden we best onze kortste short en coolste pet uit de kast, want het werd warm in het Minnewaterpark. Toch waren de bands die kwamen iets minder van het dansbare type, dus konden we af en toe eens schuilen onder de schaduw van de schaars te vinden bomen.

PVA beet de spits af voor een klein publiek. De Londenaars vervingen last minute Traams op de affiche. Dat bleek geen cadeau, al was het wel fijn dat het trio hun talent eens kon tonen op een groot podium. Denk er een beetje post-punk, new wave, een gevoeligheid voor pop en een vrouwelijke leadzangeres die vooral spreekt in plaats van zingt bij, en je weet hoe de groep klinkt. “Untethered” was het leukste nummer van de set.

Het bleef rustig op het festivalterrein toen Nordmann het podium betrad. Een heel andere vibe dan de dag daarvoor, toen Sylvie Kreusch al om 13.30 uur voor een vol park stond. De instrumentale Gentse band mixt vlotte jazz met rock in klank en instrumenten. Saxofoon, drum en gitaar lopen in elkaar over, al waren er vooral met de gitaar wat problemen qua klank. Het geheel had ook een mysterieus en rokerig geheel over zich en soms werd het ongetwijfeld wat te experimenteel voor de luisteraars. Al zullen echte fans zeker en vast tevreden zijn geweest met de set, voor de doorsnee festivalganger was Nordmann niet toegankelijk genoeg. Dat de band connectie met het publiek probeerde te maken, al was het maar met een fijne bindtekst, hielp niet. Mensen gingen toch een hapje gaan eten, zeker wanneer songs als “In Velvet” wel heel erg traag werden opgebouwd én simpelweg te lang duurden om de aandacht te houden.

Daarom was het waarschijnlijk niet de allerbeste keuze om de zwaarmoedige Schotten van Arab Strap na Nordmann te programmeren. Al hadden ze wel wat van elkaar, de band van frontman Aiden Moffat, klonk wel voller en luider. De indierockband is een gevestigde waarde en maakte met ‘As Days Get Dark’ eindelijk zijn zevende album na 16 jaar zonder nieuwe plaat. Tegelijkertijd is het waarschijnlijk hun best ontvangen plaat van allemaal.
Toch begon het optreden van de ervaren rotten een beetje awkward met het opnieuw stemmen van de instrumenten. De sfeer was sowieso wat bedrukt, omdat de groep er niet helemaal voor leek te gaan. Ook de stem van Moffat kwam niet helemaal over. Toch zagen we iets unieks bij Arab Strap. Spoken word gemixt met rockmuziek hoorden we bij “Here Comes Comus” en “Love Detective”.
Maar eerlijk gezegd waren het vooral de fans die dolenthousiast bleven. De rest van ons keek ernaar als een koe naar een trein. Gelukkig werden we op het laatst nog eens wakker geschud door “First Big Weekend” met enkele fijnzinnige riedeltjes. Dat de zanger een spiekbriefje nodig had voor zijn tekst, dat hadden we nog niet eerder gezien. Het deed ons denken dat dat de reden was dat hij wat kwaad overkwam. Het is pure concentratie om de lyrics van zijn eigen nummers te onthouden. Bindteksten waren er dan ook te veel aan.

Daarna slaakte het publiek in het park een grote gezamenlijke zucht, want oef, het was eindelijk aan blackwave. De energie was ‘Back On Track’ en de zomerse vibe was te voelen, ook door de jazzy vibe die de blazers aan het geheel gaven. Het publiek ging wiegen alsof het net die ene tequila sunrise te veel had gedronken.
Willem Ardui en Jay Walker spitten meestal om beurten hun lyrics, respectievelijk wat kalmer en wat harder. Het werkte. In het rustig ingezette “Recluse” toonden de jongens dat ze ook gewoon goed kunnen zingen wanneer de hoge tonen moesten gehaald worden. Tijdens “Swish” haperden de micro’s en zetten de jongens de set even stil. Het duurde net iets te lang, al kon de band er zelf niet aan doen. Het publiek was ze gelukkig goed gezind en bij “Whasgood” was het akkefietje al volledig vergeten. “A-Okay” is een song met een quirky intro, maar daarna klinkt het voor ons een beetje als Will Smith met “Miami”, alleen complexer. “Up There” klonk dan weer veel zwaarder dan op de plaat. De raps kwamen harder op je af dan bij de andere songs en de twee frontzangers gingen in het midden tussen het publiek staan, als deel van een regelrechte moshpit. Mooi moment. Daarna hoorden we nog hit “BigDreams”, volledig meegezongen door de jeugd en “Elusive”, waarin ze iets raar deden met het refrein door het a capella te brengen. Voor de rest was het één van de betere optredens van het festival.

Nadat we zoveel zagen, was het contrast groot toen we The Tallest Man On Earth – reken maar van yes dat die bandnaam ironisch is – op het podium verscheen. In zijn Queen-marcelleke leek de 1,70 meter lange Kristian Matsson wel iets te moeten compenseren met een heel beweeglijke en energetische set. Het moet gezegd, het is zeker eens de moeite om hem aan het werk te zien, ondanks de Bart Peeters-uitstraling die er ook soms was. De nummers zijn best goed, en enkel gewapend met een akoestische gitaar kon Matsson best wat geluid voortbrengen. Toch bleef het ook steeds gevoelig, zoals in openingssong “The Gardener”. Zowel de bindteksten als songs blijven heel speels, want vooraleer hij “1904” inzette, vertelde hij een vrij warrig verhaal over hoe hij op een ander moment geboren was dan hij was, zijn parlée duurde wel een minuutje of twee. Zo zorgde Matsson wel wat voor variatie, wat ook nodig was. Soms was het wat veel van hetzelfde, waardoor het fijn was dat hij voor sommige songs eens achter zijn piano kroop. “I’ll Be a Sky” was dan weer een ongelooflijk mooi en romantisch nummer, waar menig vrouwenhart voor zou smelten. Matsson slaagde erin om gevoel in zijn stem te leggen bij alle nummers, want ook bij het op tempo en folky “King Of Spain” wordt je echt in een verhaal meegezogen. De toeschouwers konden zonder twijfel met een glimlach richting Supergrass uitkijken.

Supergrass - En we bleven lachen tijdens het stemmen van de micro van Gaz Coombes, waarbij één van de Britse roadies ironisch afdroop wanneer een Schotse stemmer toch eens alles over zou moeten doen voor de Schotse vocals. Na 10 jaar radiostilte rond de band, voelde dit optreden eerder als een reünie dan iets anders. Daarom leek het jonge publiek ook eerder af te druipen bij dit optreden, terwijl de vijftigers uit hun dak gingen. Het contrast kon niet groter zijn dan bij blackwave. eerder die dag waar vooral het jeugdige volk uit de bol ging.
De set werd geopend met “Lucy in the Sky With Diamonds” van de Beatles, wat een leuke referentie was. De set begon best ok, al klonk het af en toe wat rommelig bij deze alternatieve rockband. Het enthousiasme zat wel goed en er werden enkele golden oldies gespeeld. Naarmate de set vorderde begon de band er echt wel in te komen en voelde je de energie zinderen bij het publiek. Allemaal dankzij een akoestisch gitaartje met een trein die rustig aan lijkt te sporen richting… “St-Petersburg”. Een mooi nummer met hoge toontjes op de juiste plek en een zanger die je meepakte in zijn reisverhaal. We waren dus vertrokken, want onmiddellijk daarna kregen we “Allright”, waarbij de jongelingen toch eens hun hoofd draaiden en “Sun Hits The Sky” dat (punk) rockte als vanouds. Daarna volgde nog “Caught By the Fuzz”, een song dat het publiek bij verrassing pakte met enkele pauzes in de song. Het werd het einde van een degelijk optreden, dat toch vooral op het einde echt meeslepend was.

Soms moet je bij reviews wat oppassen. Want af en toe ben je geen fan van de artiest die voor je neus op het podium staat, terwijl het voor anderen een fantastisch optreden kan zijn. En dan begin je je verplicht te voelen om iets waanzinnig goed te vinden. Richard Hawley is zo’n artiest. Voor sommigen één grote geeuw, maar voor velen het beste van het festival. Zeker voor diegenen die Robert Plant eerder misten, zal Hawley een enorm gat toch een beetje gevuld hebben.
De singer-songwriter combineert rockabilly met country-invloeden en speelt mooie songs met veel diepgang zoals “I’m Looking for Someone to Find Me”. Veel melancholische nummers passeerden de revue, waarbij “Tonight the Streets Are Ours” één van de toppers was. De basgitaar zorgde steeds voor het nodige dragende ritme, Hawley ging erover met één van de zuiverste zangstemmen die we tijdens Cactus hoorden. Het croonergehalte was behoorlijk hoog, en harmonieuzere rock zal je niet snel horen. “Down in the Woods” bleek het meest rocky nummer van de set. Achteraf moeten we toegeven dat het zeker en vast een topoptreden was, voor wie deze muziek graag hoort natuurlijk. Al geldt dat uiteraard voor elke band.

Balthazar sloot het Cactusfestival in stijl af. Zelf noemden ze het een thuismatch, het publiek stond klaar om ze met open armen te ontvangen. De set was de beste van het festival, het lichtspel complementeerde de opzwepende en zweterige tonen perfect.
Starten deed de groep van Maarten Devoldere-Jinte Deprez met een lange intro van “Hourglass”, en ook het publiek wilde niet meer wachten. De West-Vlamingen maakten van optreden een soort exacte wetenschap. Alles kwam op het juiste moment, de nummers zijn live nog beter dan op de plaat. Ondertussen is “Boatman” een klassieker en met “Blood Like Wine” mochten we weer ons glas samen heffen. Ook die song is niet meer weg te denken uit een Balthazar-set. Wanneer ze het toch zouden laten, zullen we het hen ook vergeven, want ze hebben genoeg steengoede songs waarmee ze het publiek kunnen opzwepen. Of wat denk je anders van de lekkere referentie naar “Fifteenth Floor”, die ze wel teasen, maar uiteindelijk niet spelen. Geen band laat je zo hunkeren naar meer achteraf. Want ja, tijdens de rit huiswaarts, legden we uiteraard net die song op. Dansen, springen, meezingen, zweten en blijven doorgaan. Dat was het devies voor de toeschouwers. Niemand die stil bleef staan tijdens de melodieuze stoten van de band.
En als we dan één puntje van kritiek mogen hebben: de outro van het verder geniale “Fever” wordt veel te lang uitgesponnen. Het haalde de mensen duidelijk uit het ritme en rook een beetje egotripperij. Maar met de bisnummers was ook dat onmiddellijk weer vergeten. Vooral het indrukwekkende “Losers” gespekt met tromboneklanken, was een schot in de roos en een sterke afsluiter van een geslaagd festival.

Neem gerust een kijkje naar de pics
https://www.musiczine.net/nl/photos/category/2768-cactusfestival-2022.html
Organisatie: Cactus Club, Brugge (Cactusfestival)

Aanvullende informatie

  • Datum: 2022-07-13
  • Festivalnaam: Cactusfestival 2022
  • Festivalplaats: Minnewaterpark
  • Stad (festival): Brugge
  • Beoordeling: 8
  • Mee geschreven door: Stan Vanhecke en Astrid De Maertelaere
Gelezen: 1610 keer