logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Vive La Fête - ...

Yeah Yeah Yeahs

It’s Blitz

Geschreven door

Het NY-se Yeah Yeah Yeahs, onder zangeres Karen O, debuteerde in 2003 met ‘Fever to tell’ Het waren snedige songs met een ‘80’s Siouxie Sioux tint, onder diverse tempowisselingen en Karen O’s krijsende en gillende zang. De band put uit de garage rock’n’ roll van The Cramps, Sleater-Kinney en Boss Hog, de arty ‘80’s Siouxie en Nina Hagen, de shoegaze van My Bloody Valentine/The Raveonettes en de ‘70’s hardrock van Joan Jett. Inderdaad, bepalend waren die schreeuwerige soms zuchtende zang van Karen O, de messcherpe gitaarlicks en de strakke drums.
De opvolger in 2006 ‘Show your bones’, klonk melodieuzer en verfijnder, doch behoudt een spannende, broeierige opbouw. Karen O zingt overtuigender en haar gilzang klinkt nergens overdreven, wat meer finesse gaf. Yeah Yeah Yeahs verwerkten op de tweede cd meer ‘90’s invloeden tav ‘80’s wave invloeden.
En dan is er die derde ‘It’s Blitz’. Synths verdringen de gitaren, maar ze worden niet overboord gehoord. Het is een nieuw element, waarvan het trio gretig gebruik maakte. Het biedt – vooral in het tweede deel van de cd - openheid naar een breder, sfeervoller en meer gepolijst geluid, dat wat meer dromerig en meer bombast kan omvatten, waaronder “Runaway”, “Dragon queen” (met hulp van co-producer Dave Sitek van TV On The Radio), “Hysteric” en “Little shadow”.
Maar de fans van het eerste uur moeten niet treuren: “Zero”, “Skeletons”, “Dull life”, “Shame and fortune” (wat een basstune!) en vooral “Heads will roll” ( in de A-trix remix écht dansbaar geworden!) hebben de typische intens donkere en broeierige spanning, dreiging en groove en zijn opwindende, stuiterende waverockers.
In z’n geheel bekeken is er minder sprake van gekte en scherpe randjes en overtuigt de cd net voldoende. De Yeah Yeah Yeahs konden niet anders dan richting electropop gaan …

Alice In Chains

Black gives way to blue

Geschreven door

Alice In Chains was één van de smaakmakers van de Seattle grunge, in één adem genoemd met Nirvana, Stone Temple Pilots, Screaming Trees, Soundgarden en Mudhoney … alleen Alice In Chains klonk donkerder en dreigender binnen deze vernieuwende stijl van eind de jaren ’80. ‘Dirt’ uit ’92 was de ultieme plaat van de heren en met “Would” scoorden ze een tijdloze song. Spil waren gitarist Jerry Cantrell en zanger Layne Staley, maar de roesmiddelen werden Staley teveel en betekenden zeven jaar geleden z’n dood!
De band heeft met de nieuwe zanger William DuVall een prima opvolger. Alice In Chains rockt als vanouds op ‘Black gives way to blue’: intens bedreven, broeierig, stuwend en snedig, met een donker dreigende ondertoon, een catchy melodie, slepende ritmes en zware, vette grooves. De eerste drie songs van de cd, “All secrets known”, “Check my brain” en “Lost of my kind” slaan meteen de brug met vroeger. Ze laten ruimte voor sfeervoller en semi- akoestisch werk op “Your decision”, “When the sun rose again” en de afsluitende titelsong, een ware pianoballad … om dan bikkelhard terug te slaan met hun typisch eigen unieke sound op “Lesson learned”, “Take her out” en “Private hell”. “Acid bubble” komt trager op gang maar heeft een krachtiger tussenstuk.
Op de plaat hoor je ongetwijfeld de retro van Black Sabbath, Led Zeppelin en AC DC en de cd vormt een logisch vervolg op hun verleden dat abrupt stopte midden de nineties …Welcome back!

Panda Bear

Panda Bear vergeet te klauwen

Geschreven door

Het zal wellicht aan het succes van Animal Collective’s vorig jaar verschenen, sublieme “Merriweather Post Pavilion” gelegen hebben dat De Kreun die avond aardig volgelopen was met een jong, ‘arty’ publiek dat qua hipheid de gemiddelde Kortrijkzaan ver overtrof.
Want wie Animal Collective zegt, denkt ook aan oprichter en bezieler Noah Lennox, die met zijn solo project ‘Panda Bear’ in 2007 op ‘Person Pitch’ al de kiem legde voor de muzikale richting die het beestengezelschap twee jaar later zou inslaan: een heerlijke mengeling van Beach Boys vocalen en verslavende melodieën waarvan het moeilijk afkicken is.

Half verborgen achter een berg elektronische apparatuur liet Panda Bear als een soort muzikale opperpriester een uur lang zijn langgerekte en veelgelaagde zangpartijen in de Kreun weergalmen.
Het eerste nummer in de set maakte meteen duidelijk: deze stoïcijnse jongeman koestert geen enkele ambitie om aan te zetten tot uitbundig dansen, wél om het publiek onder te dompelen in één langgerekte psychedelische trip die het gebruik van roesmiddelen overbodig maakt.
Voor zover dat nog nodig was leverden ook de afwezigheid van pauzes tussen de nummers door en de knappe beeldprojecties van afwisselend kleurenexplosies en nostalgische familiefilmpjes een sfeervolle bijdrage.
Maar niet iedereen in de zaal liet zich onvoorwaardelijk tot volgeling bekeren.
Sowieso maakt Panda Bear niet de meest ‘gemakkelijke’ muziek die zich luchtig op de radio laat consumeren. Bovendien vertikte hij het om ook maar één nummer uit zijn meesterwerk ‘Person Pitch’ live te brengen.
Nu, Noah Lennox lijkt ons niet het soort artiest die erop kickt om zijn ‘hits’ los te laten op het grote publiek. Artistieke vrijheid en eigenzinnigheid zijn altijd al de handelsmerken geweest van Panda Bear én Animal Collective en ook tijdens het concert spatte de vernieuwingsdrang van de nummers uit het nog te verschijnen nieuwe album. Wat ons betreft zat er alleszins meer dan genoeg straf spul tussen om onze beurs binnenkort opnieuw wat lichter te maken. Wel jammer dat de geluidsmix te ondermaats was om de subtiele, experimentele geluidsarrangementen ten volle te laten ontbloeien.
Erger nog was dat de steriele eenmansbezetting ervoor zorgde dat er naar het einde toe onvermijdelijk wat verveling sloop in de set. Een fenomeen waar trouwens alle ‘laptop artiesten’ hardnekkig mee te kampen hebben.

We zaten ons daarom meermaals af te vragen hoe deze nieuwe nummers zouden klinken indien ze vroeger live gespeeld werden met de voltallige bezetting van pakweg The Beatles, ook zo een groepje dat experiment en psychedelica hoog in het vaandel voerde. Meer dan waarschijnlijk zat er dan nu nóg een meesterwerk in hun recent verschenen geremasterde jubileumbox.

Organisatie: Kreun, Kortrijk

Depeche Mode

Depeche Mode – Zowel vlakke als steile passages in de Tour Of The Universe

Geschreven door

De Britse groep Depeche Mode kan inmiddels terugblikken op een dertigjarige carrière en is en blijft een buitenbeentje. Ooit begonnen als een in ogen van velen gewone synthpopformatie, staat de teller van het aantal verkochte albums op meer dan 75 miljoen en vullen ze heden ten dage nog steeds met groot gemak de grootste zalen en stadions. Zonder twijfel mag gesteld worden dat het hierbij een van de meest succesrijke elektronische bands ooit betreft die tevens een bijzonder grote invloed uitgeoefend heeft op het muzieklandschap.

En toch verliep de tocht naar de top niet zonder slag of stoot. Nauwelijks een jaar na de oprichting hield liedjesschrijver Vince Clarke het voor bekeken. Depeche Mode had in eigen land net een eerste top 10 notering gescoord met het nummer “Just Can’t Get Enough”, maar compleet in tegenstelling tot de titel van het nummer doet vermoeden, besloot Clarke andere oorden op te zoeken om eerst met Alison Moyet Yazoo op te richten en nadien  samen met Andy Bell als Erasure door het leven te gaan.
Er werd gevreesd voor het einde van de groep maar Martin L. Gore werd de nieuwe componist en met succes: onder meer “See You”, “Everything Counts”, “People Are People” en “Master And Servant” werden de daaropvolgende jaren stuk voor stuk hits. In navolging hiervan stonden ze in 1985 te prijken op de affiche van Torhout-Werchter en bleven daar niet onopgemerkt. Niet zozeer in de eerste plaats omwille van de muzikale prestaties maar wel omdat ze hét gespreksonderwerp waren. Op vele fronten werden ze door rockliefhebbers uitgejouwd vanuit het idee dat een plastische, op synthesizers en drumcomputers berustende groep op ‘hun’ festival niks te zoeken had. De vermenging van rock- en dansmuziek was in de 80’s namelijk niet aan de orde.
Het geluid van Depeche Mode werd daarna volwassener. Met ‘Black Celebration’ (1986) werd een uitstekend, donker getint album gemaakt maar de singles vertaalden zich niet in enig commerciële succes.
Ook dit liet de groep niet aan hun hart komen en met ‘Music For The Masses’ (1987), ‘Violator’ (1990) en ‘Songs Of Faith And Devotion’ (1993) pakten ze  uit met drie bijzonder goed onthaalde albums op een rij. De muzikale horizonten werden verruimd en elektrische gitaren, echte drumpartijen en overige instrumenten traden meer en meer op het voorplan.
Maar de roem begon zijn tol en bijhorende slachtoffers te eisen. Alan Wilder – die indertijd Clarke verving – verliet de groep. Gahan kreeg een echtscheiding te verwerken en verloor zichzelf in een hevige heroïneverslaving die uitmondde in een bijna fatale overdosis op een hotelkamer en een zelfmoordpoging. Studio-opnamen werden tot een hel herleid. Maar Gahan en de groep krabbelden overeind en schreven de problemen van zich af met het sterke album ‘Ultra’ (1997).
Het daaropvolgende ‘Exciter’ (2001) was wisselvallig (en ook de groep worstelt met dat idee want live wordt de plaat tegenwoordig integraal links gelaten) maar met ‘Playing The Angel’ (2005) bestendigde Depeche Mode hun bestaansrecht en waarde. Ze schopten het zelfs tot hoofdact op Rock Werchter waarmee ze hun ‘revanche’ beet hadden.
Vorig jaar verscheen dan hun 12de studioalbum ‘Sounds Of The Universe’ en er werd vol vertrouwen aangekondigd dat er uitgebreid getoerd zou worden. Maar nauwelijks was de ‘Tour of The Universe’ op gang getrokken of er dienden enkele shows geannuleerd te worden nadat bij Gahan een tumor in de blaas moest verwijderd worden. Hij werd met succes geopereerd en de concertenreeks kon terug aangevat worden (met onder meer een passage op Werchter Classic).

Tijdens de huidige tournee worden Gahan, Gore en Andrew Fletcher op het podium bijgestaan door de Oostenrijkse drummer Christian Eigner (die sinds ‘Ultra’ de rangen versterkt) en toetsenist Peter Gordeno (de opvolger van Alan Wilder).
Dat Depeche Mode er nog steeds staat, is niet enkel te wijten aan hun grote weerbaarheid maar ook aan hun vermogen om muzikaal emotie en menselijkheid aan machines te koppelen en hierdoor wereldwijd een groot netwerk van aanspreekpunten uit te bouwen.
Afgelopen zondag was de groep present in een reeds maanden uitverkocht Stade Couvert Régional in het Franse Liévin waar ze mochten aantreden voor ruim 11.000 dolenthousiaste toeschouwers.
Nadat Gahan met een diepe buiging het publiek begroette, kwamen er meteen drie nummers van het nieuwe album aan bod, zijnde “In Chains”, de single “Wrong”en “Hole To Feed”. Allen klonken ze bijzonder donker en vooral “In Chains” werd voorzien van een stevige drumpartij waarbij de groep als het ware nog maar eens wou onderstrepen dat ze intussen veel meer zijn dat het elektronische wave bandje van weleer. Het moet gezegd zijn, de nummers klonken live gedegen maar waren niet van aard om te beklijven. Met uitzondering van ‘Miles Away / The Truth Is’ waren het overige de enige stukken die uit ‘Sounds Of The Universe’ geplukt werden.
Voor het overige werd er gegrossierd in het verleden. “Walking In My Shoes” (uit ‘Songs Of Faith And Devotion’) kreeg een stevige intro mee, “It’s No Good” (‘Ultra’) werd voorzien van mooie combinatie tussen gitaar en synthesizer en dit gold ook voor “Precious” (‘Playing The Angel’). Visueel knap daarbij was dat de grote, centraal opgehangen bol dienst deed als een typemachine en de getikte woorden geprojecteerd werden op de beeldschermen achteraan het podium.
Gahan ontpopte zich als vanouds tot een rasechte performer, de toeschouwers opjuttend, zwaaiend met de handen en jonglerend met de microfoonstandaard op een wijze waarop Freddy Mercury zaliger een patent had. Tijdens het vertimmerde “A Question Of Time” (‘Black Celebration’) draaide hij daarbij ook nog eens herhaaldelijk om zijn as, terwijl hij zich bij “World In My Eyes” (‘Violator’) begaf op de voorziene loopbrug. Tijdens dit nummer bespeelde Gore, getooid in een blinkend zilveren jasje, overigens een zeldzame keer synthesizer. Voor het overige was hij bovenal aan de slag met de gitaar.
De hoogtepunten situeerden zich op het einde van het eerste deel van de set. De intussen tot klassiekers uigegroeide “Policy Of Truth” en “Enjoy The Silence” (allebei uit ‘Violator’) waren bijzonder straf. Laatstgenoemde blonk uit door de symbiose tussen enerzijds de bariton stem van Gahan en de veel zachtere klanken van Gore en anderzijds een treffende gitaarrif en zachtjes tokkelende synthesizergeluiden die zich gaandeweg transformeerden in een pompende technobeat. Op de projecties zweefden Gahan, Gore en Fletcher rond in ruimtepakken.
Ook bij “Never Let Me Down Again” (‘Music For The Masses’) werd het tempo opgedreven aan de hand van een beat die ons deed denken aan die andere 80’s hit “Los Niños Del Parque” van Liaisons Dangereuses.
Hét piekmoment was ongetwijfeld het bijzonder bezielde “I Feel You” (Songs Of Faith And Devotion’) waarbij opnieuw Gore de vocalen van Gahan aanvulde en een strakke gitaarpartij zich op dezelfde geluidsgolven voortbewoog als de overheersende drumpartijen van Eigner, vervolledigd door beats.
Ook “Insight” en “Home” (beiden uit ‘Ultra’) mogen tot de categorie der hoogtepunten gerekend worden. Beide nummers werden gezongen door Gore die louter begeleid werd door het zachte pianospel van Gordeno. Vooral “Home” dat tot volle naaktheid werd gereduceerd, was prachtig in alle eenvoud en bracht de zaal tot algemene stilte. Het publiek trakteerde Gore na afloop met een bijzonder uitbundig applaus en bleef het refrein meezingen, zelfs als de overige groepsleden het podium betraden. Daarop werd spontaan geanticipeerd door zacht tromgeroffel en een streepje synthesizer. “Very Nice, Very Nice” riep Gahan en dat was het inderdaad ook.

Als toegiften kwamen aan bod: “One Caress” (‘Songs Of Faith And Devotion’), “Stripped” (‘Black Celebration’) en “Behind The Wheel” (‘Music For The Masses’). Met het onvermijdelijke “Personal Jesus” - dat we Depeche Mode al beter hebben zien doen – kwam na iets minder dan twee uur een einde aan een show met enkele vlakkere, duidelijk zeer (lees: te) goed ingestudeerde momenten maar die evenzeer diverse hoogtepunten bevatte.

In ieder geval blijkt Depeche Mode ook na drie decennia live nog steeds inventieve muziek voor de massa te kunnen brengen.

Komende zaterdag staat de groep in een uitverkocht Antwerps Sportpaleis.
Setlist: In Chain, Wrong, Hole To Feed, Walking In My Shoes, It's No Good, A Question Of Time, Precious, World In My Eyes, Insight, Home, Miles Away/The Truth Is, Policy Of Truth, In Your Room, I Feel You, Enjoy The Silence, Never Let Me Down Again
Bis:
One Caress, Stripped, Behind The Wheel, Personal Jesus

Neem een kijkje naar de pics

Organisatie:
France Leduc Productions, Lille

Buena Vista Social Club

Live from Buena Vista - The Havana Lounge

Geschreven door

Toen Wim Wenders en Ry Cooder eind jaren negentig de Buena Vista Social Club aan de wereld presenteerden, had niemand kunnen vermoeden dat dit stel bejaarde muzikanten erin zou slagen om de Cubaanse Son, de Bolero, de Guajira of zelfs de Cha-cha-cha opnieuw hip te maken.
De helden van het Cubaanse levenslied brachten op 16 januari 2010 nog eenmaal de ‘son’ naar de AB, zonovergoten net als drie jaar …

Neem gerust een kijkje naar de pics Buena Vista - The Havana Lounge
Review op site fr

Organisatie: Greenhousetalent, Gent

Eva De Roovere

Eva De Roovere & Band geeft de Nederlandstalige luistersong elan

Geschreven door

Eva De Roovere gaf haar solocarrière onverwachts een push toen ze “Fantastig toch (slaap lekker)” herwerkte met de Nederlandse rapper Diggy Dex. Het zorgde ervoor dat haar Nederlandstalige pop ‘hot’ was en ze bereikte een breder publiek.
Ze onderstreepte haar vocaal talent al bij de folkpop van Kadril en verleende haar medewerking in talrijke projecten. Het songschrijven beviel haar wel en ze slaagde in het schrijven en spelen van aantrekkelijke en serieuze emotievolle pop. Ze groeide uit tot een zelfverzekerde zangeres, die enthousiast werd onthaald met haar debuut ‘De jager’ in 2006. In haar sound zaten sensualiteit en nostalgie verborgen, gedragen door haar licht melancholische stem. Ook haar tweede plaat ‘Over & Weer’ gaf het juiste gevoel weer hoe een Nederlandstalige luistersong moest klinken. Een terechte en verdiende erkenning!

In een uitverkochte Handelsbeurs speelde ze met haar standvastige band een afwisselende set van verschillende stemmingen in een warme gloed van ingetogen, sfeervol werk en broeierige poprock. Toetsen en piano gaven kleur. De eerste songs “De koning” en de titelsong van de huidige cd klonken uiterst sober door de minimale begeleiding van piano en toetsen, een gevoelige contrabassnaar en een vervlogen blazertune. “Mis je meer & meer” en “Dertien” waren uiterst genietbaar en riepen sprookjesbeelden op. Een volle instrumentatie hoorden we op “Ingebeelde vriend”, “Anoniem” en “Mijn ogen toe”. “In bruikleen”, die vroeg in de set was geplaatst en “Orpheus”, die op het eind werd gespeeld, klonken krachtiger en kregen een tof neuriënd meezingrefreintje mee. Handclaps en vingerknips ondersteunden de songs. Best leuk waren haar inleidende verhaaltjes. Op die manier betrok ze handig het publiek. De factor emotionaliteit werd hoog gehouden met de sfeervolle “Lisa”, “Zomer in Brussel” en “Als het meezit”. Een ijselijke stilte heerste op het intieme “De Jordaan” en “Dankuwel meneer”. Sinead O’Connors aangrijpende “Black boys on mopeds” doopte ze om tot “Jongens op brommers”; binnen deze gevoelssfeer vormde dit nummer een hoogtepunt. In dezelfde lijn was er het broos gebrachte “Net zoals in dat ene liedje”, die de set besloot. Tussenin hoorden we nog een zwierige versie – vooral door de Hammond - van een zowel in het Nederlands als Frans gezongen “Fantastig toch”.
Twee maal keerde ze terug met haar band; eerst hadden we een sobere versie van “De jager” (met twee!), vervolgens een acapella gehouden “Om mee te slapen ” bepaald door vingerknips en tot slot kon een reprise van “Fantastig toch” niet ontbreken. Iedereen veerde recht en klapte mee om het nummer elan te geven.

Een goed op elkaar afgestemde band en het muzikale talent van Eva droegen de lichtvoetige, fijn gearrangeerde Nederlandstalige pop een warm hart toe. Haar clubtournee zit dus duidelijk in de goede richting…

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Trixie Whitley

Trixie Whitley: voorbode van de komende cd …

Geschreven door

Na 2 uitverkochte avonden in de Roma te Antwerpen mocht ook de Handelsbeurs het bordje uitverkocht aan de deur hangen op deze vrijdagavond.

JOpwarmer van dienst bleek Ian Clement te zijn, de frontman van het Gentse rocktrio Wallace Vanborn, een veelschrijver liet ik me vertellen want de cd release van de band is voorzien begin februari en net nu treedt hij op de voorgrond met z'n solo project.
Ian bracht 6 akoestische nummers die op een eigenzinnige, intieme manier gespeeld werden en aantoonde dat hij eigen sound gevonden heeft zonder daarbij veel compromissen te maken.
Invloeden van Lanegan, Cave en Waits waren nooit ver weg maar toch slaagde hij erin met een naturelle flair het publiek te vermaken en die lieten hun appreciatie blijken door stilte tijdens de nummers en warm applaus na de composities, het is ooit anders bij voorprogramma's... Een geslaagde performance van de singer/songwriter die we best blijven volgen.

Toen de zaal goed aangedikt was, dook opeens een schaduw uit de coulissen, een tenger lijf nam plaats achter de piano en zette de eerste noten in van wat een sfeervolle set zou worden.Trixie Whitley, de 22 jarige schone en onlosmakend verbonden met vader Chris Whitley kwam even haar visitekaartje afgeven.
Na de opener op piano werd ze versterkt door Kas Longman, Maarten Standaert en Frederik Van Den Berghe, muzikanten die het klappen van de zweep kennen maar in deze setting eerder een bijrol vertolkten.
Het Gent/New Yorkse vocale wonder toonde dat niet enkel haar stem een wapen was, de ene keer op gitaar een volgend nummer plaats nemend achter de drumkit en dan weer met de piano, het was kenmerkend en veelzeggend naar de zoektocht van haar eigen geluid.
Door de vele afwisseling en diversiteit was er soms weinig samenhang maar laten we haar dat maar vergeven op die leeftijd.
Haar warme stem switchend van soul en blues tot soms jazzy stukken is uniek en dat bewees ze op "I believe" , een nummer van Black Dub, het project waarvoor ze samenwerkte met Daniel Lanois en Brian Blade. Ze bedankte meermaals het publiek dat duidelijk geboeid luisterde en meezong met "I'd rather go blind" en "Undress your name".

Dit was haar voorlopig laatste live passage in ons Belgenlandje want in New York legt ze de komende tijd de laatste hand aan haar plaat, haar samenwerking met o.a. Chocolate Genius, Robert Plant en Sean Lennon schept hoge verwachtingen maar na dit hoogstaande concert weten we wel zeker dat het niveau zeer hoog zal liggen. We zijn alvast benieuwd naar het eindproduct en zien ze wellicht later dit jaar terug in een gezellige club.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Band of Skulls

Straf spul van het Britse Band Of Skulls

Geschreven door

Het Britse Band Of Skulls uit Southampton wordt getipt als één van de beloftevolle ontdekkingen in 2010. We waren dus erg nieuwsgierig naar het trio Russell Marsden (zang/gitaar), bassiste Emma Richardson en drummer Matt Hayward. Hun optreden (btw op het einde kon je eerder spreken van een showcase, want na 45 minuten was het allemaal al ingeblikt en finito zonder bissen!) en de daaraan gekoppelde pas verschenen debuutplaat ‘Baby darling doll face honey’ brengt ons tot Led Zeppelin, The White Stripes, The Black Keys, The Kills, The Raconteurs en Black Mountain. Op plaat zorgen ze voor een stevige scheut alternatieve indierock en stonerblues, rauw, vunzig als toegankelijk en aanstekelijk.
Kracht en finesse gingen samen in deze korte set. De groep ging er fors tegenaan, behield de subtiele melodielijn en verloor zich in geen enkel moment in oeverloze soli binnen deze stijl. Ook zijn er twee straffe vocalisten (wat een schurende emotionaliteit), die de sound explosiever maakte en vonken gaf als ze samen hun snedig doorleefde songs zongen. Ze werden door het publiek erg warm onthaald, wat hen ertoe bracht een tandje bij te steken in de langgerekte songs als “Blood”,“Impossible” en “Dull gold heart”, die gespeeld werden in het tweede deel van de set. In de eerste songs trok het trio de kaart van melodieuzer materiaal, “Light of the morning”, “I know what I am” en “Death by diamonds & pearls”. “Pattern” was het sein om ons volledig onder te dompelen in de slepende stukken van hun intens bezwerende, broeierige trip. Onweerstaanbaar!
Ondanks de korte set, eiste Band Of Skulls zich een plaatsje op binnen de internationale mainstream. Eerlijk, puur en oprecht klonken en waren ze. Om te weten wat ze meer in hun mars zullen hebben, moeten we echter afwachten op die belangvolle tweede plaat …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Botanique, Brussel

Wolfmother

Cosmic Egg

Geschreven door

Drie jaar terug waren we sterk onder de indruk van het titelloze debuut van Wolfmother, de band uit Sydney, onder Andrew Stockdale. De groep blies toen de retro/hardrock nieuw leven in en onmiskenbaar waren de invloeden van Led Zeppelin en Black Sabbath; ook klinkt de subtiliteit door van het toetsenwerk van Deep Purple en The Doors. Moordende snedige gitaarriffs, beukende drums en bezwerende toetsen gaven elan aan hun sound.
Maar na dit overweldigende debuut ging de band door een diep dal, ontsloeg Stockdale de andere twee leden en moest een nieuwe band formeren. Vandaar het lange wachten op ‘Cosmic Egg ‘. Maar het was het wachten waard en ze hebben hun “ei” gelegd in twaalf puike gevarieerde retrorockers. De band trekt alle registers open op de stevig, gedreven “California queen”, “New moon rising” en “Sundial”; ze hebben boeiende, broeierig opbouwende songs klaar als “In the morning”, “10.000 feet” en de titelsong. Ze nemen wat gas terug op het sfeervolle “Far away”. Op “Pilgrim” en “Phoenix” klinkt de ‘70’s psychedelica door en tot slot intrigeren ze met “Violence of the sun”.
Net als op hun debuut spelen ze bruisende, energieke en slepende ‘70’s retrorock, laten ze de instrumenten spreken en klinken ze breder, maar minder stampend en ronkend …

Japandroids

Post-Nothing

Geschreven door

’Two member’- bands zijn steeds goed bewaarde geheimen. Ook het uit Vancouver afkomstige duo Japandroids, Brian King (gitaar) en David Prowse, die overstelpen met een woeste bak rauw rammelende lofi noiserock, terend op de ‘90’s noisepop en posthardcore. Niet verwonderlijk dat Fugazi, Jesus Lizard, Husker Du en Mudhoney een belangrijke invloedssfeer zijn, ze opkijken naar bands als Sebadoh, Lightning Bolt en Liars, en dat zij samen met Crystal Antlers, Wavves en No Age een nieuwe wind blazen.
Het duo heeft al een tweetal cd’s uit, maar begint in Europa pas nu voet aan de grond te krijgen met de plaat ‘Post-Nothing’. Hun broeierig en snedig materiaal wordt bepaald door heftige drums, een scheurende fuzzgitaar en dromerige mistige vocals. Ze weten het allemaal binnen een toegankelijke, aanstekelijke melodieuze lijn te houden. Nergens verliest het duo zichzelf en bieden ze een frisse, energieke sound op de acht songs. Allen overtuigen ze … we selecteerden alvast “The boys are leaving town”, “Young hearts spark fire”, “Wet hair”, “Crazy/forever”, “Sovereignty” en “I quit girls”, 6 van de 8, en U weet waarom wij zo enthousiast zijn over de band …

Pagina 765 van 882